bommelandse achtergronden in
'als je begrijpt wat ik bedoel'
WIJZIGING BKR-REGELING
LEIDT TOT 'ACUTE NOOD'
ik weet pas kort
dat ik werkelijk
actrice wil zijn
ANOUK AIMÉE
DE A VONDVULLENDE TOONDER-FILM
VRIJDAG 28 JANUARI 1983
(Door Eric Ros)
De première van „Als je begrijpt wat ik bedoel" wordt een historisch moment. Het is Marten
Toonders eerste avondvullende tekenfilm met in de hoofdrollen Tom Poes en Ollie B. Bom
mel. De geestelijke vader van deze Nederlandse striphelden heeft eindelijk zijn grootste ideaal
kunnen verwezenlijken: een lange teken(speel)film, na de korte films van vijf minuten uit een
grijs verleden.
Een grote tekenfilm bleek tot voor kort
te duur te zijn. Gelukkig voor Toonder
en zijn medewerkers was producent
Rob Houwer bereid om met de nodige
miljoenen over de brug te komen. Na
anderhalf jaar intensief teamwerk
kwam er een Bommelfilm tot stand
waarvan men kennelijk hoge verwach
tingen heeft. De film gaat op 1 februari
in officiële première en gaat daarna in
75 bioscopen draaien. De film gaat- na
gesynchroniseerd en wel - ook naar het
buitenland.
Een van de belangrijkste medewerkers
aan deze Bommelfilm is Ben van Voorn
(55). beeldend kunstenaar in het Drent
se Yde, waar zijn vrouw ook een galerie
heeft Ben van Voorn werkte in het
verleden lange tijd voor en met Marten
Toonder. Eerst was hij in vaste dienst
van de Toonder-studio's (van 1948 tot
1055), daarna (tot 1969) werkte hij als
free-lance medewerker voor Toonder.
Als achtergrond-regisseur ontwierp en
schilderde Ben van Voorn in nauwe sa
menwerking met Toonder de achter
gronden voor de film en koos daarbij
voor de bewerkelijke aquareltechniek.
In de stripverhalen van Tom Poes en
Bommel is de achtergrond sterk bepa
lend geweest voor de sfeer. De typische
landschapjes, stadjes en interieurs
daarin vervullen in de film dezeltde rol.
Ben van Voorn: „Het is voor mij niet de
eerste keer, dat ik aan een tekenfilm
meewerk. Ongeveer twintig jaar gele
den maakte ik de achtergronden voor
De Gouden Vis, een tekenfilm van Mar
ten Toonder, die geen succes had".
De samenwerking tussen Ben van
Voorn stamt al uit de begintijd van de
Toonder Studio's. In 1948 solliciteerde
Van Voorn op een advertentie van de
studio's, waarin „penseelsters" werden
gevraagd. Van Voorn liet aan Toonder
enkele van zijn eigen strips zien (Tom
Tippel) en werd onmiddellijk aangeno
men voor zestig gulden per week: „Een
formidabel bedrag in die tijd". Vanaf
dat moment schetste en inkte hij ach
tergronden voor Tom Poes, Panda en
Koning Hollewijn. Daarnaast maakte
hfi ook eigen strips, zoals Pimmetje Pie-
ter voor het Tom Poes Weekblad. Het
waren maar enkele van zijn vele werk
zaamheden onder leiding van Toonder.
- Is De Gouden Vis je enige ervaring
met tekenfilm geweest?
„Ja, maar het werkte toen heel anders
dan nu. Toen kreeg je gewoon alle aan
wijzingen en dan kón je aan het werk.
Nu moest ik maar even voor de hele
achtergrond zorgen. Ik ben begonnen
met het maken van schetsen, daar
kwam een draaiboek van. En ik koos
voor de aquareltechniek. Dat ging niet
zomaar. Want het is, geloof, ik voor de
tweede keer in de geschiedenis dat dat
gebeurt. Walt Disney heeft dat een keer
gedaan met fantasia. In ieder geval is
dat een hele beslissing geweest, want
als het niet goed valt, kun je nauwelijks
meer veranderen. Maar het is heel goed
bevallen, vooral door de menging met
plakkaatverf. Met de aquareltechniek
kun je veel meer sfeer scheppen, wat zo
belangrijk is in de Bommelverhalen,
maar het is ook minder goed te corrige
ren. We werkten met achtergronden
van soms zes meter lang, zodat de ca
mera daar langs kon zwenken als de
voorgrondflguurtjes zich moesten
voortbewegen. Moet je je indenken, een
aquarel van zes meter lang om het land
schap, bos of bergen, voorbij te laten
trekken".
- Je bent beeldend kunstenaar en je
hebt een zekere faam als aquarellist.
Hoe is het voor een beeldend kunste
naar om zo volgens aanwijzingen te
werken, dat beperkt je toch enorm?
„Het is een en al beperking, je bent al
leen maar dienstbaar. Daarom heeft
het ook helemaal geen betekenis, daar
om zei ik in het begin ook: ik snap niet
wat je erin ziet. Maar het was erg leuk
werk, ik heb het met plezier gedaan.
Want ik heb een groot respect voor
Toonder. Die kan ik heel goed volgen.
Ik zou het niet kunnen zoals hij. Ik ga
liever mijn eigen eenzame weggetje".
- In een interview in „Stripschrift" in
1979 heb je gezegd, datje een punt had
gezet achter je samenwerking met
Toonder.
„Dat is ook zo. Ik ben er in 1969 mee
opgehouden, ik had geen zin meer om
de strips van anderen te tekenen, zoals
Tekko Taks van Henk Kabos, wat ik
lang heb gedaan. En ik wilde zelf ook
geen strips meer maken, want dan blijf
je aan de gang".
- Vroeger heb je wel eigen strips ge
maakt.
„Ja, ik had eigen strips, die tekende ik
toen ik nog in Groningen woonde. Toen
zag ik. dat Toonder ongeveer op dezelf
de manier tekende, of andersom, hoe je
het wilt bekijken. Ik merkte, dat we op
hetzelfde spoor zaten en toen heb ik m'n
eigen werk laten zitten. Toonder is al
heel ver, die haal je nooit meer in. Bo
vendien kan hij schrijven, dat kan ik
niet, dus moet je een ander uitdruk
kingsmiddel vinden. Bij Toonder was
het andersom: hij kon goed schrijven en
toen heeft hij het tekenen er bijge
leerd".
achtergrond
- Waarom heeft Toonder je na al die
jaren gevraagd voor deze tekenfilm?
„Ik had vroeger jarenlang achtergron
den voor Tom Poes getekend en daar
was Toonder kennelijk nog altijd erg
blij mee. Hij vond het erg jammer toen
ik daarmee ophield, want dat vond hij
een fantastische tijd. Toonder en ik
voelen elkaar zo goed aan, als we bij
elkaar zijn hebben we eigenlijk niets
aan elkaar mee te delen, dan valt er een
zwijgen. Maar daarom juist heeft hij
mij voor die achtergronden gevraagd.
Maar het is Toonder z'n stijl, het is
Toonder z'n wereld, niet die van mij".
- Maar je hebt je toch heel lang in die
wereld thuisgevoeld.
„Helemaal, het was mijn wereld ook,
maar Toonder was de eerste, dus is het
de mijne niet meer".
- Wat me opviel bij het bekijken van
Als je begrijpt wat ik bedoel", was dal
de typetjes, de karakters van de figuren
nogal verschillen met die van het strip
verhaal. Hoe komt dat?
„Dat was nodig om ze te laten bewe
gen".
- Maar ik heb oude Bommelfilmpjes ge
zien, in zwart-wit, waarin de tekening
precies overeenkwam met die van de
strip.
„Bommel is in de loop van de tijd na
tuurlijk veranderd. Volgens Toonder
is hij nu beter, moderner en heeft hij
veel meer expressie. Nu moet je voor
de film een keuze maken. Neem je de
oude versie van Bommel of de laatste?
Er is gekozen voor een vormgeving zo
ongeveer midden in zijn ontwikkeling.
Daarbij moest hij aangepast worden
voor beweging, waar hij toch eigenlijk
niet voor is gemaakt. Dan komt de ani
mator nog eens en die rekt wat armpjes
uit, naargelang dat nodig is. Het hangt
van veel kleinigheden af wat „des
Bommels" is en wat niet. Dat geldt ook
voor de bijfiguren. Daar is heel veel
over gedebatteerd en herschreven. Al
le onenigheden en wrijving zijn nodig,
anders komt er niets uit".
normen hebben, wil je er iets zinnigs
over kunnen zeggen. Ik zou het zelf an
ders doen, als ik ooit zoiets zou maken.
Het ging er bij de film om, vooral reali
teit te scheppen, het plastisch te ma
ken. Je zou het ook anders kunnen
doen. veel suggestiever, met halve ani
matie en het verspringen van beelden,
dan vertel je net zo goed een verhaal.
Het gaat niet om de mooie plaatjes,
maar om met welke middelen een ver
haal versterkt kan worden. Dat kan
veel sterker natuurlijk. Daar is niet
voor gekozen, dat is met elkaar beslist,
ook door Toonder. Ik heb wel mijn
ideeën kenbaar gemaakt, vooral wat de
kleur betreft, want de stemming is zó
belangrijk. Daaraan zijn ze soms ook
wel tegemoet gekomen".
„Er is een scène bij waarbij de camera
over Rommeldam in de avond glijdt,
langs de Kleine Club en dan langs de
kerktoren naar beneden tot in een
steegje met een kroegje en dan naar
binnen waar piano wordt gespeeld.
Dat moest allemaal in negen seconden!
Ik zei: niemand kan zo zien wat het is
en dan zei men: dat geeft toch niet, het
gaat om het verhaal. Terwijl het zo be
langrijk is om af en toe even tot rust te
komen tussen al die drukke scènes.
Toen werd het verlengd tot achttien
seconden, maar ik had dertig ge
vraagd".
ierland
- Die achtergronden in de Bommel
strips zijn aan de ene kant erg ver
trouwd, maar het is tegelijkertijd heel
on-Nederlands
„Het is Ierland- Ik ben een paar keer in
Ierland geweest en daar vond ik alles
weer terug. Toonder tekende al lang zo
vóór hij in Ierland woonde en daarom
voelt hij zich daar vreselijk happy. De
sfeer van de kobolden en geesten, de
mystiek van het landschap, dat is alle
maal Ierland. Ik zou er zelf dolgraag wil
len wonen, maar je hebt er geen kans
ergens van te leven".
- Welke stripfiguur vind je het meest
ctpmmino boeiend in de Bommelverhalen?
"<5 „Bommel! Tom Poes vind ik niks, hij is
- Wat vind je van het resultaat van de nodig maar niet sympathiek. Bommel
film als je het vergelijkt met de strips
waaraan je hebt meegewerkt?
„Ik ben tevreden over de periode van
het werken aan de firn, maar het resul
taat... weet ik met. Dan moet je eerst
is sympathiek met al zijn menselijke ei
genschappen, zijn hoogmoed en bralle-
rij. En Terpen Tijn is een prachtige fi
guur. Nee, ik herken niets in hem, maar
het is wel typisch een schilder".
Marien Toonder met Heer Bommel
AMSTERDAM (ANP) - Dc bezuinigin
gen op de beeldende kunstenaarsrege-
.ling (BKR - contraprestatie) per 1
maart zullen het rijk geen 7,6 miljoen
aan besparingen opleveren, zoals
staatssecretaris De Graaf van sociale
zaken heeft aangekondigd, maar 15 tot
20 miljoen gulden. De beroepsvereni
ging van beeldende kunstenaars
(BBK) heeft onder meer aan de hand
van cijfers van sociale zaken zelf eigen
berekeningen gemaakt en is tot deze
slotsom gekomen, aldus BBK-voorzit-
ter Henk Rijzinga.
Omdat De Graaf verwacht dat het aan
tal kunstenaars dat een beroep doet op
de BKR dit jaar met 200 zal stijgen (van
3450 tot 3650) en daarmee de uitgaven,
wil hij de BKR-begrotlng voor dit jaar
handhaven op hetzelfde peil als die van
1982: 130,8 miljoen gulden. Om dit te
bereiken stelt de bewindsman een
reeks bezuinigingen voor. Zo zullen al
leenstaande kunstenaars van 35 jaar en
ouder niet meer gelijkgesteld worden
met gehuwden, moeten de nevenin
komsten beperkt blijven tot 15 procent
(was een derde), komt de vergoeding
voor contributie van de beroepsvereni
ging te vervallen, wordt de vergoeding
voor de ziektekostenverzekering vast
gesteld op 50 procent (was twee derde),
wordt de vergoeding voor atelierhuur
verlaagd evenals de materiaalkosten
vergoeding.
Alles bij elkaar zal dat een ernstige aan
tasting betekenen van het inkomen van
de beeldende kunstenaar. Afhankelijk
van zijn persoonlijke omstandigheden
(atelierkosten, leeftijd en dergelijke)
gaat de kunstenaar gemiddeld 5 tot
6.000 gulden in inkomen er op achter
uit. Minimaal levert hij 12 procent in en
dat loopt op tot veertig procent voor
een alleenstaande boven de 35 jaar, al
dus Rijzinga.
nood
De BBK-voorzitter wijst er op dat deze
bezuinigingen komen boven op de 3
procent die de kunstenaars per 1 ja
nuari hebben moeten inleveren in het
kader van de regeling voor 'trendvol
gers', zoals de prijscompensatie, en dat
terwijl de beroepskosten het afgelopen
jaar al met een derde zijn gestegen.
Veel kunstenaars zijn nu al in acute
nood gekomen en willen zij werken
dan moeten zij het gezinsbudget aan
spreken.
Met zijn argument dat. de kunstenaars
eveucua anut'ie wekkers van sociale
voorzieningen moeten inleveren, ver
volgt Rijzinga, heeft De Graaf voor het
eerst in de geschiedenis van de regeling
een koppeling gelegd tussen BKR en
sociale uitkeringen (de bijstand bij
voorbeeld). In dat laatste geval gaat het
om uitkeringen aan niet werkenden ter
wijl de BKR een arbeidsvoorziening is
evenals de wswiwet sociale werkvoor
ziening) waaraan de kunstenaarsrege
ling wel altijd gekoppeld was.
De Graaf heeft bovendien zijn eigen
toezeggingen genegeerd. Hij heeft be
loofd dat in de BKR geen structurele
veranderingen zouden worden aange
bracht voordat het resultaat van het
onderzoek naar het functioneren van de
BKR door het instituut voor arbeids
voorziening (IVA) bekend zou zijn. De
bezuinigingen die de staatssecretaris
met ingang van 1 maart wil doorvoeren
zijn volgens de BBK-voorzitter wel de
gelijk structurele veranderingen van de
BKR. Bij sociale zaken bestaat geen in
zicht in de beroepspositie van de kun
stenaar. Daarvoor is nu juist dat IVA-
onderzoek. Maar nog voor het rapport
van die instelling op tafel ligt komt De
Graaf met zijn bezuinigingsmaatrege
len.
Behalve de sociale positie van de kun
stenaar staat ook het culturele klimaat
in ons land op het spel. Naar de mening
van Rijzinga is er overal in het land
een groeiende belangstelling voor
BKR-werk onder particulieren en in
stellingen als ziekenhuizen. Bij de ar
totheken en de dienst verspreiding
rijkscollecties wordt steeds meer werk
geleend.
De BKR heeft ook eer. maatschappelij
ke en culturele functie in de samenle
ving. die nu in het gedrang komt. Want
met de bezuinigingen van 1 maart zijn
wij er nog niet, aldus Rijzinga. Uit het
regeerakkoord wordt duidelijk dat er
tot 1986 nog meer bezuinigingen tot 80
miljoen gulden te verwachten zijn.
De BBK zal in februari op eigen manier
actie gaan voeren tegen de aantasting
van de BKR, kondigt hij verder aan.
De kunstenbond FNV heeft staatsse
cretaris De Graaf inmiddels dringend
verzocht af te zien van zijn plannen tot
wijziging van de beeldende kunste
naars regeling. De voorgenomen maat
regelen zijn onaanvaardbaar, aldus de
kunstenbond, die de staatssecretaris
verder om overleg of deze problema-
(Door Pieter van Lierop)
Aimée": „Beminde", dat is de koosnaam die de Franse
dichter Jacques Prevèrt en de Franse regisseur André
Cayatte gebruikten voor Anouk Murray, de 17-jarige dochter
van acteur Henri Murray. Ze speelde de hoofdrol in 'Les
Amants de Vérone': Anouk was Juliet, het was al haar derde
rol in 1949. De koosnaam werd artiestennaam. In de jaren '60
werd Anouk Aimée een mythe in rollen onder beroemde
regisseurs als Becker, Fraju, Demy, Fellini, De Sica, Lattua-
da, Cukor, Lumet en vooral Lelouch, die haar wereldfaam
bezorgde als de vrouw uit 'Un homme et une femme'.
In de j aren '70 staakte ze haar carriè- mag blijken uit het feit dat we hier
re plotseling en bleef zeven jaar inac
tief, tot ze terug voor de camera werd
gehaald door Lelouch in 'Si c'était a
refaire'. Sindsdien heeft Anouk Ai
mée drie keer gespeeld onder regie
van Elie Chouraqui, die de actrice te
vens in zijn leven een hoofdrol gaf.
'Qu'est-ce qui fait courir David?' heet
de derde film die ze samen maakten.
De ophanden zijnde Nederlandse
première bracht het tweetal voor een
halve dag over onze grenzen.
Chouraqui's film gaat over een jonge
cineast (afkomstig uit een uitbundig
levende joodse familie in Frankrijk)
die de greep kwijtraakt op de reali
teit, omdat hij zich volledig stort in
de cinematografische fantasieën, die
(na het bekende veelbelovende de
buut) moeten leiden tot een tweede
film, die moeilijker te maken zal zijn
dan de eerste. Hij is bezig een liefdes
relatie te verknallen en de wanorde
fijkt verder toe te nemen als zijn vroe
gere vriendin, een filmactrice, op
nieuw contact met de cineast op
neemt en prompt de hoofdrol krijgt
aangeboden voor ook weer de vol
gende film. De dood van zijn moeder
veroorzaakt een schok die de man in
staat stelt een betere balans te vin
den tussen droomwereld en realiteit.
Het lijkt nogal autobiografisch alle
maal.
toonsoort
EUe Chouraqai: „Het is ook behoor
lijk autobiografisch. Wat alleen vol
strekt niet autobiografisch is, is de
opgewekte toonsoort van de film.
Het is een komedie bijna. Ik heb wel
min of meer de situaties meege
maakt zoals die werden gerecon
strueerd, maar ik ben zelf nogal
zwaar op de hand. Mijn eerste film,
'Mon premier Amour' is nogal som
ber geweest, en daar wilde ik de
mensen niet opnieuw mee ver
moeien en ook mezelf niet. Ik heb het
verhaal luchthartig willen verpak
ken, maar je moet daar doorheen
kunnen kijken".
- Maar toch, de finale van de film,
waar iedereen dan een en al saamho
righeid. de familie èn de filmvakmen
sen, in de beste verstandhouding sa
men zijn gebracht, dat is dan nogal
een buitensporig soort happy-end. Of
moet dat gezien worden als een wetis-
droom?
Elie Chouraqui: „Iedereen mag dat
begrijpen zoals hij wil. maar het hoeft
niet per se een droom te zijn. Zelfs dat
dé vriendin en de vroegere vriendin
in de finale gezeUig samen staan te
keuvelen, dat is iets wat bestaan kan.
Dat weet ik. En Ut zal zeggen hoe ik
dat weet. Mag ik hetzeggen Anouk?"
Anouk: „Je gaatje gang maar..."
Elie: „Anouk en ik hebben een hele
tijd samengeleefd en daarna zijn we
uit elkaar gegaan. Ik ben nu ge
trouwd met iemand anders, maar
met Anouk ben ik met aüeen vrien
den gebleven, ze is nu ook bevriend
met mijn echtgenote. Ze zijn zelfs
heel dikke vriendinnen. De verstand
houdingen zijn goed gebleven, wat
samen zitten"
Anouk: „Want we waren weer een
film samen gaan maken".
EUe: „Precies. Misschien hebben we
iets voor elkaar gekregen wat buiten
gewoon is, maar het is géén droom.
Het is mogelijk om na een spaak gelo
pen verhouding, over de puin heen en
de haat en de rancune, die valse emo
ties zijn, werkelijke vriendschap over
te houden".
Anouk: „Persoonlijk geloof ik dat het
begrip üefde te vaak te eng wordt op
gevat, tot afieen liefde tussen één
man en één vrouw in de betekenis
van een love-story. De Uefde die voor
mij het leven belangrijk maakt is een
Uefde in bredere zin, ook liefde voor
kinderen, voor famiUe voor vrienden.
Voor mij is het belangrijk dat Uefde
dóórgaat".
„Als een verhouding spaak loopt,
dan is er meestal toch iets moois ge
weest, dat niet met alle geweld tot de
grond toe hoeft te worden afgebro
ken. Het karakter van de Uefde ver
andert weliswaar, maar je moet. vol
gens mij, gevoelens die er geweest
zijn kans geven te overleven en zich
om te zetten in een andersoortige Uef
de die eveneens grote waarde kan
hebben. Mooie dingen moeten door
kunnen gaan. Ik hoop niet dat het
oppervlakkig overkomt, want dit is
voor mij iets heel essentieels in het
leven".
te snel
- Waarom heeft u in de jaren zeven
tig zolang niet in films gespeeld, of
deed u toen theater?
Anouk: „Nee, ik heb toen helemaal
niet geacteerd, ook niet in het thea
ter. Na 'Un homme et une femme'
heb ik in Amerika gewerkt en ik ver
loor daar de greep op wat er met me
gebeurde. Alles ging me te snel. In
Hollywood moet je proberen om het
systeem naar je hand te zetten. Als
het systeem jou naar zijn hand zet,
dan ben je verloren. En ik dreigde er
mezelf te verliezen en toen heb ik
met de hele boel gekapt. Toen deed
ik dus niets meer. En dat heeft zes
jaar ruim geduurd. En terwijl ik me
afvroeg wat ik zou kunnen doen,
kwam langzaam het besef terug dat
ik weer wilde gaan acteren, maar
dan in Europa, net als vroeger".
- Het is uiteindelijk Lelouch geweest
die u weer voor de camera's gehaald
had. Zoals het ook Lelouch was ge
weest die u voor Un homme et une
femme' terug naar Frankrijk had ge
haald, nadat u zeven jaar enkel in
(talie had geioerkt. Is dat toevallig?
„Misschien heeft het zo in de sterren
gestaan en het betekent iets spe
ciaals. Zeker. Claude Lelouch kwam
;n vroeg me om 'Si c'etait a refaire' te
ioen. En ik weet dat het niet de beste
•ol in de wereld was, maar het was
yretüg om weer met hem samen te
verken. Ik houd ervan om met Clau-
ie samen te werken. Dat mag ik toch
jeggen EUe?"
EUe: „Je gaat je gang maar".
- In 1980 werden Michel Piccoli en u
in Cannes bekroond als beste acteur
en actrice voor uw beider spel in 'Sal
to Nel Vuoto', van Bellocchto. Met na
me de Engelse en Amerikaanse jour
nalisten hebben zich toen nogal druk
gemaakt over het feit dat er rollen
werden bekroond die door andere
acteurs in het Italiaans waren inge
sproken.
Anouk:.Het zou natuurlijk schande
lijk zijn geweest als acteursprijzen te
recht zouden komen bij mensen die
niet eens hun eigen dialogen hadden
uitgesproken. Maar met 'Salto Nel
Vuoto' is er sprake geweest van een
misverstand. Die journalisten had
den hun huiswerk beter moeten
doen. 'Salto Nel Vuoto' was een Ita
liaans-Franse coproduktie. Er heb
ben twee versies van gedraaid in
Cannes. Een Italiaanse, met Engelse
ondertitels en een volledig Frans ge
sproken versie. Die Italiaanse was
nagesynchroniseerd door Italiaanse
acteurs, dat klopt. Maar in de Franse
versie spraken Michel Piccoli en ik
wel degelijk met onze eigen stemmen
en de jury heeft beide versies gezien
en het op basis van de twee versies de
moeite waard gevonden om ons te
bekronen".
accent
- Maar u heeft erg veel films in Italiè
gespeeld, wordt u daar dan altijd na
gesynchroniseerd?
Anouk: „Nee, nee. Ik spreek wel de
gelijk Italiaans, zij het met een ge
ring Frans accent, waar men meest
al geen last van heeft. Maar in 'Salto
Nel Vuoto' speelden Michel en ik
broer en zus. Michel spreekt ook Ita
liaans, maar niet al te goed. Als ze
alleen hem hadden nagesynchroni
seerd, had je een broer gekregen die
perfect Italiaans sprak en een zus
met een licht Frans accent. Dat was
gek geweest. Daarom zijn we allet-
wee nagesynchroniseerd. Maar Pic
coli heeft in genoeg films geacteerd
om van hem te mogen geloven dat-ie
praten kan".
„In 1981 draalde ook weer in Cannes
'La Tragedia di un Uomo Ridicolo',
van Bertolocci. Daarin had ik ook
een hoofdrol en dat was wel degelijk
met mijn eigen Italiaans. En het is
ook de bedoeling dat ik mijn eigen
stem gebruik in de film die ik nu ga
doen, met opnieuw Michel Piccoli en
met Marcello Mastroianni onder re
gie van een nieuwe regisseur: Lucino
Tovoli. Maar dat is eigenlijk een
Franse film, al wordt hij in Italië op
genomen. Ik werk nauwelijks nog in
Frankrijk. Alleen met Claude en Elie
heb ik sinds 1976 nog in Frankrijk
gewerkt. Na de volgende Italiaanse
film, staat er inmiddels alweer een
Belgische produktie op stapel waar
in ik zal spelen. Ik heb er echt weer
zin in".
„Ik realiseer me eigenlijk nu pas dat
ik inderdaad actrice wil zijn. Ik ben
eigenlijk al te vanzelfsprekend in dit
vak gerold, zonder dat ik me de tijd
gaf na te gaan of ik niet liever iets
anders wilde. Terwijl ik door bleef
springen van de ene film naar de an
dere, groeide mijn onzekerheid, tot ik
in Amerika de beslissing genomen
heb om eerst orde op zaken te gaan
stellen. Lelouch heeft me terugge
haald en daarna heb ik drie films ge
maakt samen met Elie en gaandeweg
ben ik het actrice-zijn weer gaan
waarderen".
„Ik zie acteren nu als iets anders dan
ik het vroeger gedaan heb. Je zou
kunnen zeggen dat het wel veel tijd
heeft gekost om erachter te komen.
Dagelijks ontdek ik nog dingen die
ik twintig jaar geleden al had moe
ten weten. Ik ben langzaam en daar
door blijf ik jong".