bommelandse achtergronden in 'als je begrijpt wat ik bedoel' WIJZIGING BKR-REGELING LEIDT TOT 'ACUTE NOOD' ik weet pas kort dat ik werkelijk actrice wil zijn ANOUK AIMÉE DE A VONDVULLENDE TOONDER-FILM VRIJDAG 28 JANUARI 1983 (Door Eric Ros) De première van „Als je begrijpt wat ik bedoel" wordt een historisch moment. Het is Marten Toonders eerste avondvullende tekenfilm met in de hoofdrollen Tom Poes en Ollie B. Bom mel. De geestelijke vader van deze Nederlandse striphelden heeft eindelijk zijn grootste ideaal kunnen verwezenlijken: een lange teken(speel)film, na de korte films van vijf minuten uit een grijs verleden. Een grote tekenfilm bleek tot voor kort te duur te zijn. Gelukkig voor Toonder en zijn medewerkers was producent Rob Houwer bereid om met de nodige miljoenen over de brug te komen. Na anderhalf jaar intensief teamwerk kwam er een Bommelfilm tot stand waarvan men kennelijk hoge verwach tingen heeft. De film gaat op 1 februari in officiële première en gaat daarna in 75 bioscopen draaien. De film gaat- na gesynchroniseerd en wel - ook naar het buitenland. Een van de belangrijkste medewerkers aan deze Bommelfilm is Ben van Voorn (55). beeldend kunstenaar in het Drent se Yde, waar zijn vrouw ook een galerie heeft Ben van Voorn werkte in het verleden lange tijd voor en met Marten Toonder. Eerst was hij in vaste dienst van de Toonder-studio's (van 1948 tot 1055), daarna (tot 1969) werkte hij als free-lance medewerker voor Toonder. Als achtergrond-regisseur ontwierp en schilderde Ben van Voorn in nauwe sa menwerking met Toonder de achter gronden voor de film en koos daarbij voor de bewerkelijke aquareltechniek. In de stripverhalen van Tom Poes en Bommel is de achtergrond sterk bepa lend geweest voor de sfeer. De typische landschapjes, stadjes en interieurs daarin vervullen in de film dezeltde rol. Ben van Voorn: „Het is voor mij niet de eerste keer, dat ik aan een tekenfilm meewerk. Ongeveer twintig jaar gele den maakte ik de achtergronden voor De Gouden Vis, een tekenfilm van Mar ten Toonder, die geen succes had". De samenwerking tussen Ben van Voorn stamt al uit de begintijd van de Toonder Studio's. In 1948 solliciteerde Van Voorn op een advertentie van de studio's, waarin „penseelsters" werden gevraagd. Van Voorn liet aan Toonder enkele van zijn eigen strips zien (Tom Tippel) en werd onmiddellijk aangeno men voor zestig gulden per week: „Een formidabel bedrag in die tijd". Vanaf dat moment schetste en inkte hij ach tergronden voor Tom Poes, Panda en Koning Hollewijn. Daarnaast maakte hfi ook eigen strips, zoals Pimmetje Pie- ter voor het Tom Poes Weekblad. Het waren maar enkele van zijn vele werk zaamheden onder leiding van Toonder. - Is De Gouden Vis je enige ervaring met tekenfilm geweest? „Ja, maar het werkte toen heel anders dan nu. Toen kreeg je gewoon alle aan wijzingen en dan kón je aan het werk. Nu moest ik maar even voor de hele achtergrond zorgen. Ik ben begonnen met het maken van schetsen, daar kwam een draaiboek van. En ik koos voor de aquareltechniek. Dat ging niet zomaar. Want het is, geloof, ik voor de tweede keer in de geschiedenis dat dat gebeurt. Walt Disney heeft dat een keer gedaan met fantasia. In ieder geval is dat een hele beslissing geweest, want als het niet goed valt, kun je nauwelijks meer veranderen. Maar het is heel goed bevallen, vooral door de menging met plakkaatverf. Met de aquareltechniek kun je veel meer sfeer scheppen, wat zo belangrijk is in de Bommelverhalen, maar het is ook minder goed te corrige ren. We werkten met achtergronden van soms zes meter lang, zodat de ca mera daar langs kon zwenken als de voorgrondflguurtjes zich moesten voortbewegen. Moet je je indenken, een aquarel van zes meter lang om het land schap, bos of bergen, voorbij te laten trekken". - Je bent beeldend kunstenaar en je hebt een zekere faam als aquarellist. Hoe is het voor een beeldend kunste naar om zo volgens aanwijzingen te werken, dat beperkt je toch enorm? „Het is een en al beperking, je bent al leen maar dienstbaar. Daarom heeft het ook helemaal geen betekenis, daar om zei ik in het begin ook: ik snap niet wat je erin ziet. Maar het was erg leuk werk, ik heb het met plezier gedaan. Want ik heb een groot respect voor Toonder. Die kan ik heel goed volgen. Ik zou het niet kunnen zoals hij. Ik ga liever mijn eigen eenzame weggetje". - In een interview in „Stripschrift" in 1979 heb je gezegd, datje een punt had gezet achter je samenwerking met Toonder. „Dat is ook zo. Ik ben er in 1969 mee opgehouden, ik had geen zin meer om de strips van anderen te tekenen, zoals Tekko Taks van Henk Kabos, wat ik lang heb gedaan. En ik wilde zelf ook geen strips meer maken, want dan blijf je aan de gang". - Vroeger heb je wel eigen strips ge maakt. „Ja, ik had eigen strips, die tekende ik toen ik nog in Groningen woonde. Toen zag ik. dat Toonder ongeveer op dezelf de manier tekende, of andersom, hoe je het wilt bekijken. Ik merkte, dat we op hetzelfde spoor zaten en toen heb ik m'n eigen werk laten zitten. Toonder is al heel ver, die haal je nooit meer in. Bo vendien kan hij schrijven, dat kan ik niet, dus moet je een ander uitdruk kingsmiddel vinden. Bij Toonder was het andersom: hij kon goed schrijven en toen heeft hij het tekenen er bijge leerd". achtergrond - Waarom heeft Toonder je na al die jaren gevraagd voor deze tekenfilm? „Ik had vroeger jarenlang achtergron den voor Tom Poes getekend en daar was Toonder kennelijk nog altijd erg blij mee. Hij vond het erg jammer toen ik daarmee ophield, want dat vond hij een fantastische tijd. Toonder en ik voelen elkaar zo goed aan, als we bij elkaar zijn hebben we eigenlijk niets aan elkaar mee te delen, dan valt er een zwijgen. Maar daarom juist heeft hij mij voor die achtergronden gevraagd. Maar het is Toonder z'n stijl, het is Toonder z'n wereld, niet die van mij". - Maar je hebt je toch heel lang in die wereld thuisgevoeld. „Helemaal, het was mijn wereld ook, maar Toonder was de eerste, dus is het de mijne niet meer". - Wat me opviel bij het bekijken van Als je begrijpt wat ik bedoel", was dal de typetjes, de karakters van de figuren nogal verschillen met die van het strip verhaal. Hoe komt dat? „Dat was nodig om ze te laten bewe gen". - Maar ik heb oude Bommelfilmpjes ge zien, in zwart-wit, waarin de tekening precies overeenkwam met die van de strip. „Bommel is in de loop van de tijd na tuurlijk veranderd. Volgens Toonder is hij nu beter, moderner en heeft hij veel meer expressie. Nu moet je voor de film een keuze maken. Neem je de oude versie van Bommel of de laatste? Er is gekozen voor een vormgeving zo ongeveer midden in zijn ontwikkeling. Daarbij moest hij aangepast worden voor beweging, waar hij toch eigenlijk niet voor is gemaakt. Dan komt de ani mator nog eens en die rekt wat armpjes uit, naargelang dat nodig is. Het hangt van veel kleinigheden af wat „des Bommels" is en wat niet. Dat geldt ook voor de bijfiguren. Daar is heel veel over gedebatteerd en herschreven. Al le onenigheden en wrijving zijn nodig, anders komt er niets uit". normen hebben, wil je er iets zinnigs over kunnen zeggen. Ik zou het zelf an ders doen, als ik ooit zoiets zou maken. Het ging er bij de film om, vooral reali teit te scheppen, het plastisch te ma ken. Je zou het ook anders kunnen doen. veel suggestiever, met halve ani matie en het verspringen van beelden, dan vertel je net zo goed een verhaal. Het gaat niet om de mooie plaatjes, maar om met welke middelen een ver haal versterkt kan worden. Dat kan veel sterker natuurlijk. Daar is niet voor gekozen, dat is met elkaar beslist, ook door Toonder. Ik heb wel mijn ideeën kenbaar gemaakt, vooral wat de kleur betreft, want de stemming is zó belangrijk. Daaraan zijn ze soms ook wel tegemoet gekomen". „Er is een scène bij waarbij de camera over Rommeldam in de avond glijdt, langs de Kleine Club en dan langs de kerktoren naar beneden tot in een steegje met een kroegje en dan naar binnen waar piano wordt gespeeld. Dat moest allemaal in negen seconden! Ik zei: niemand kan zo zien wat het is en dan zei men: dat geeft toch niet, het gaat om het verhaal. Terwijl het zo be langrijk is om af en toe even tot rust te komen tussen al die drukke scènes. Toen werd het verlengd tot achttien seconden, maar ik had dertig ge vraagd". ierland - Die achtergronden in de Bommel strips zijn aan de ene kant erg ver trouwd, maar het is tegelijkertijd heel on-Nederlands „Het is Ierland- Ik ben een paar keer in Ierland geweest en daar vond ik alles weer terug. Toonder tekende al lang zo vóór hij in Ierland woonde en daarom voelt hij zich daar vreselijk happy. De sfeer van de kobolden en geesten, de mystiek van het landschap, dat is alle maal Ierland. Ik zou er zelf dolgraag wil len wonen, maar je hebt er geen kans ergens van te leven". - Welke stripfiguur vind je het meest ctpmmino boeiend in de Bommelverhalen? "<5 „Bommel! Tom Poes vind ik niks, hij is - Wat vind je van het resultaat van de nodig maar niet sympathiek. Bommel film als je het vergelijkt met de strips waaraan je hebt meegewerkt? „Ik ben tevreden over de periode van het werken aan de firn, maar het resul taat... weet ik met. Dan moet je eerst is sympathiek met al zijn menselijke ei genschappen, zijn hoogmoed en bralle- rij. En Terpen Tijn is een prachtige fi guur. Nee, ik herken niets in hem, maar het is wel typisch een schilder". Marien Toonder met Heer Bommel AMSTERDAM (ANP) - Dc bezuinigin gen op de beeldende kunstenaarsrege- .ling (BKR - contraprestatie) per 1 maart zullen het rijk geen 7,6 miljoen aan besparingen opleveren, zoals staatssecretaris De Graaf van sociale zaken heeft aangekondigd, maar 15 tot 20 miljoen gulden. De beroepsvereni ging van beeldende kunstenaars (BBK) heeft onder meer aan de hand van cijfers van sociale zaken zelf eigen berekeningen gemaakt en is tot deze slotsom gekomen, aldus BBK-voorzit- ter Henk Rijzinga. Omdat De Graaf verwacht dat het aan tal kunstenaars dat een beroep doet op de BKR dit jaar met 200 zal stijgen (van 3450 tot 3650) en daarmee de uitgaven, wil hij de BKR-begrotlng voor dit jaar handhaven op hetzelfde peil als die van 1982: 130,8 miljoen gulden. Om dit te bereiken stelt de bewindsman een reeks bezuinigingen voor. Zo zullen al leenstaande kunstenaars van 35 jaar en ouder niet meer gelijkgesteld worden met gehuwden, moeten de nevenin komsten beperkt blijven tot 15 procent (was een derde), komt de vergoeding voor contributie van de beroepsvereni ging te vervallen, wordt de vergoeding voor de ziektekostenverzekering vast gesteld op 50 procent (was twee derde), wordt de vergoeding voor atelierhuur verlaagd evenals de materiaalkosten vergoeding. Alles bij elkaar zal dat een ernstige aan tasting betekenen van het inkomen van de beeldende kunstenaar. Afhankelijk van zijn persoonlijke omstandigheden (atelierkosten, leeftijd en dergelijke) gaat de kunstenaar gemiddeld 5 tot 6.000 gulden in inkomen er op achter uit. Minimaal levert hij 12 procent in en dat loopt op tot veertig procent voor een alleenstaande boven de 35 jaar, al dus Rijzinga. nood De BBK-voorzitter wijst er op dat deze bezuinigingen komen boven op de 3 procent die de kunstenaars per 1 ja nuari hebben moeten inleveren in het kader van de regeling voor 'trendvol gers', zoals de prijscompensatie, en dat terwijl de beroepskosten het afgelopen jaar al met een derde zijn gestegen. Veel kunstenaars zijn nu al in acute nood gekomen en willen zij werken dan moeten zij het gezinsbudget aan spreken. Met zijn argument dat. de kunstenaars eveucua anut'ie wekkers van sociale voorzieningen moeten inleveren, ver volgt Rijzinga, heeft De Graaf voor het eerst in de geschiedenis van de regeling een koppeling gelegd tussen BKR en sociale uitkeringen (de bijstand bij voorbeeld). In dat laatste geval gaat het om uitkeringen aan niet werkenden ter wijl de BKR een arbeidsvoorziening is evenals de wswiwet sociale werkvoor ziening) waaraan de kunstenaarsrege ling wel altijd gekoppeld was. De Graaf heeft bovendien zijn eigen toezeggingen genegeerd. Hij heeft be loofd dat in de BKR geen structurele veranderingen zouden worden aange bracht voordat het resultaat van het onderzoek naar het functioneren van de BKR door het instituut voor arbeids voorziening (IVA) bekend zou zijn. De bezuinigingen die de staatssecretaris met ingang van 1 maart wil doorvoeren zijn volgens de BBK-voorzitter wel de gelijk structurele veranderingen van de BKR. Bij sociale zaken bestaat geen in zicht in de beroepspositie van de kun stenaar. Daarvoor is nu juist dat IVA- onderzoek. Maar nog voor het rapport van die instelling op tafel ligt komt De Graaf met zijn bezuinigingsmaatrege len. Behalve de sociale positie van de kun stenaar staat ook het culturele klimaat in ons land op het spel. Naar de mening van Rijzinga is er overal in het land een groeiende belangstelling voor BKR-werk onder particulieren en in stellingen als ziekenhuizen. Bij de ar totheken en de dienst verspreiding rijkscollecties wordt steeds meer werk geleend. De BKR heeft ook eer. maatschappelij ke en culturele functie in de samenle ving. die nu in het gedrang komt. Want met de bezuinigingen van 1 maart zijn wij er nog niet, aldus Rijzinga. Uit het regeerakkoord wordt duidelijk dat er tot 1986 nog meer bezuinigingen tot 80 miljoen gulden te verwachten zijn. De BBK zal in februari op eigen manier actie gaan voeren tegen de aantasting van de BKR, kondigt hij verder aan. De kunstenbond FNV heeft staatsse cretaris De Graaf inmiddels dringend verzocht af te zien van zijn plannen tot wijziging van de beeldende kunste naars regeling. De voorgenomen maat regelen zijn onaanvaardbaar, aldus de kunstenbond, die de staatssecretaris verder om overleg of deze problema- (Door Pieter van Lierop) Aimée": „Beminde", dat is de koosnaam die de Franse dichter Jacques Prevèrt en de Franse regisseur André Cayatte gebruikten voor Anouk Murray, de 17-jarige dochter van acteur Henri Murray. Ze speelde de hoofdrol in 'Les Amants de Vérone': Anouk was Juliet, het was al haar derde rol in 1949. De koosnaam werd artiestennaam. In de jaren '60 werd Anouk Aimée een mythe in rollen onder beroemde regisseurs als Becker, Fraju, Demy, Fellini, De Sica, Lattua- da, Cukor, Lumet en vooral Lelouch, die haar wereldfaam bezorgde als de vrouw uit 'Un homme et une femme'. In de j aren '70 staakte ze haar carriè- mag blijken uit het feit dat we hier re plotseling en bleef zeven jaar inac tief, tot ze terug voor de camera werd gehaald door Lelouch in 'Si c'était a refaire'. Sindsdien heeft Anouk Ai mée drie keer gespeeld onder regie van Elie Chouraqui, die de actrice te vens in zijn leven een hoofdrol gaf. 'Qu'est-ce qui fait courir David?' heet de derde film die ze samen maakten. De ophanden zijnde Nederlandse première bracht het tweetal voor een halve dag over onze grenzen. Chouraqui's film gaat over een jonge cineast (afkomstig uit een uitbundig levende joodse familie in Frankrijk) die de greep kwijtraakt op de reali teit, omdat hij zich volledig stort in de cinematografische fantasieën, die (na het bekende veelbelovende de buut) moeten leiden tot een tweede film, die moeilijker te maken zal zijn dan de eerste. Hij is bezig een liefdes relatie te verknallen en de wanorde fijkt verder toe te nemen als zijn vroe gere vriendin, een filmactrice, op nieuw contact met de cineast op neemt en prompt de hoofdrol krijgt aangeboden voor ook weer de vol gende film. De dood van zijn moeder veroorzaakt een schok die de man in staat stelt een betere balans te vin den tussen droomwereld en realiteit. Het lijkt nogal autobiografisch alle maal. toonsoort EUe Chouraqai: „Het is ook behoor lijk autobiografisch. Wat alleen vol strekt niet autobiografisch is, is de opgewekte toonsoort van de film. Het is een komedie bijna. Ik heb wel min of meer de situaties meege maakt zoals die werden gerecon strueerd, maar ik ben zelf nogal zwaar op de hand. Mijn eerste film, 'Mon premier Amour' is nogal som ber geweest, en daar wilde ik de mensen niet opnieuw mee ver moeien en ook mezelf niet. Ik heb het verhaal luchthartig willen verpak ken, maar je moet daar doorheen kunnen kijken". - Maar toch, de finale van de film, waar iedereen dan een en al saamho righeid. de familie èn de filmvakmen sen, in de beste verstandhouding sa men zijn gebracht, dat is dan nogal een buitensporig soort happy-end. Of moet dat gezien worden als een wetis- droom? Elie Chouraqui: „Iedereen mag dat begrijpen zoals hij wil. maar het hoeft niet per se een droom te zijn. Zelfs dat dé vriendin en de vroegere vriendin in de finale gezeUig samen staan te keuvelen, dat is iets wat bestaan kan. Dat weet ik. En Ut zal zeggen hoe ik dat weet. Mag ik hetzeggen Anouk?" Anouk: „Je gaatje gang maar..." Elie: „Anouk en ik hebben een hele tijd samengeleefd en daarna zijn we uit elkaar gegaan. Ik ben nu ge trouwd met iemand anders, maar met Anouk ben ik met aüeen vrien den gebleven, ze is nu ook bevriend met mijn echtgenote. Ze zijn zelfs heel dikke vriendinnen. De verstand houdingen zijn goed gebleven, wat samen zitten" Anouk: „Want we waren weer een film samen gaan maken". EUe: „Precies. Misschien hebben we iets voor elkaar gekregen wat buiten gewoon is, maar het is géén droom. Het is mogelijk om na een spaak gelo pen verhouding, over de puin heen en de haat en de rancune, die valse emo ties zijn, werkelijke vriendschap over te houden". Anouk: „Persoonlijk geloof ik dat het begrip üefde te vaak te eng wordt op gevat, tot afieen liefde tussen één man en één vrouw in de betekenis van een love-story. De Uefde die voor mij het leven belangrijk maakt is een Uefde in bredere zin, ook liefde voor kinderen, voor famiUe voor vrienden. Voor mij is het belangrijk dat Uefde dóórgaat". „Als een verhouding spaak loopt, dan is er meestal toch iets moois ge weest, dat niet met alle geweld tot de grond toe hoeft te worden afgebro ken. Het karakter van de Uefde ver andert weliswaar, maar je moet. vol gens mij, gevoelens die er geweest zijn kans geven te overleven en zich om te zetten in een andersoortige Uef de die eveneens grote waarde kan hebben. Mooie dingen moeten door kunnen gaan. Ik hoop niet dat het oppervlakkig overkomt, want dit is voor mij iets heel essentieels in het leven". te snel - Waarom heeft u in de jaren zeven tig zolang niet in films gespeeld, of deed u toen theater? Anouk: „Nee, ik heb toen helemaal niet geacteerd, ook niet in het thea ter. Na 'Un homme et une femme' heb ik in Amerika gewerkt en ik ver loor daar de greep op wat er met me gebeurde. Alles ging me te snel. In Hollywood moet je proberen om het systeem naar je hand te zetten. Als het systeem jou naar zijn hand zet, dan ben je verloren. En ik dreigde er mezelf te verliezen en toen heb ik met de hele boel gekapt. Toen deed ik dus niets meer. En dat heeft zes jaar ruim geduurd. En terwijl ik me afvroeg wat ik zou kunnen doen, kwam langzaam het besef terug dat ik weer wilde gaan acteren, maar dan in Europa, net als vroeger". - Het is uiteindelijk Lelouch geweest die u weer voor de camera's gehaald had. Zoals het ook Lelouch was ge weest die u voor Un homme et une femme' terug naar Frankrijk had ge haald, nadat u zeven jaar enkel in (talie had geioerkt. Is dat toevallig? „Misschien heeft het zo in de sterren gestaan en het betekent iets spe ciaals. Zeker. Claude Lelouch kwam ;n vroeg me om 'Si c'etait a refaire' te ioen. En ik weet dat het niet de beste •ol in de wereld was, maar het was yretüg om weer met hem samen te verken. Ik houd ervan om met Clau- ie samen te werken. Dat mag ik toch jeggen EUe?" EUe: „Je gaat je gang maar". - In 1980 werden Michel Piccoli en u in Cannes bekroond als beste acteur en actrice voor uw beider spel in 'Sal to Nel Vuoto', van Bellocchto. Met na me de Engelse en Amerikaanse jour nalisten hebben zich toen nogal druk gemaakt over het feit dat er rollen werden bekroond die door andere acteurs in het Italiaans waren inge sproken. Anouk:.Het zou natuurlijk schande lijk zijn geweest als acteursprijzen te recht zouden komen bij mensen die niet eens hun eigen dialogen hadden uitgesproken. Maar met 'Salto Nel Vuoto' is er sprake geweest van een misverstand. Die journalisten had den hun huiswerk beter moeten doen. 'Salto Nel Vuoto' was een Ita liaans-Franse coproduktie. Er heb ben twee versies van gedraaid in Cannes. Een Italiaanse, met Engelse ondertitels en een volledig Frans ge sproken versie. Die Italiaanse was nagesynchroniseerd door Italiaanse acteurs, dat klopt. Maar in de Franse versie spraken Michel Piccoli en ik wel degelijk met onze eigen stemmen en de jury heeft beide versies gezien en het op basis van de twee versies de moeite waard gevonden om ons te bekronen". accent - Maar u heeft erg veel films in Italiè gespeeld, wordt u daar dan altijd na gesynchroniseerd? Anouk: „Nee, nee. Ik spreek wel de gelijk Italiaans, zij het met een ge ring Frans accent, waar men meest al geen last van heeft. Maar in 'Salto Nel Vuoto' speelden Michel en ik broer en zus. Michel spreekt ook Ita liaans, maar niet al te goed. Als ze alleen hem hadden nagesynchroni seerd, had je een broer gekregen die perfect Italiaans sprak en een zus met een licht Frans accent. Dat was gek geweest. Daarom zijn we allet- wee nagesynchroniseerd. Maar Pic coli heeft in genoeg films geacteerd om van hem te mogen geloven dat-ie praten kan". „In 1981 draalde ook weer in Cannes 'La Tragedia di un Uomo Ridicolo', van Bertolocci. Daarin had ik ook een hoofdrol en dat was wel degelijk met mijn eigen Italiaans. En het is ook de bedoeling dat ik mijn eigen stem gebruik in de film die ik nu ga doen, met opnieuw Michel Piccoli en met Marcello Mastroianni onder re gie van een nieuwe regisseur: Lucino Tovoli. Maar dat is eigenlijk een Franse film, al wordt hij in Italië op genomen. Ik werk nauwelijks nog in Frankrijk. Alleen met Claude en Elie heb ik sinds 1976 nog in Frankrijk gewerkt. Na de volgende Italiaanse film, staat er inmiddels alweer een Belgische produktie op stapel waar in ik zal spelen. Ik heb er echt weer zin in". „Ik realiseer me eigenlijk nu pas dat ik inderdaad actrice wil zijn. Ik ben eigenlijk al te vanzelfsprekend in dit vak gerold, zonder dat ik me de tijd gaf na te gaan of ik niet liever iets anders wilde. Terwijl ik door bleef springen van de ene film naar de an dere, groeide mijn onzekerheid, tot ik in Amerika de beslissing genomen heb om eerst orde op zaken te gaan stellen. Lelouch heeft me terugge haald en daarna heb ik drie films ge maakt samen met Elie en gaandeweg ben ik het actrice-zijn weer gaan waarderen". „Ik zie acteren nu als iets anders dan ik het vroeger gedaan heb. Je zou kunnen zeggen dat het wel veel tijd heeft gekost om erachter te komen. Dagelijks ontdek ik nog dingen die ik twintig jaar geleden al had moe ten weten. Ik ben langzaam en daar door blijf ik jong".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 19