verzet krijgt
geen kans
communicatiejaar moeizaam op gang
FRITS KOR TH ALS ALTES
staking gedetineerden
maakt geen indruk
twentse samenwerking
in 20 jaar van 0 tot 0
WOENSDAG 19 JANUARI 1983
PZC/opinie en achtergrond
(Door José Smits en Gijs Korevaar)
De onderwijzers hielden het nog rustig, maar jongeren en
bijstandsmoeders gingen al over tot hardere verzetsacties.
Wat als de grote massa straks het lagere januarisalaris of uitke
ring krijgt? Wat als de werkloosheid dit jaar tot bijna 1 miljoen
mensen oploopt. Kan het kabinet de onrust dan de baas? Bereidt
de nieuwe minister van justitie, Frits Korthals Altes, harde
maatregelen voor?
Rustig achterover in zijn stoel, alleen
wat emotioneler als hij het over de
jeugdwerkloosheid heeft, poogt de be
windsman de verslaggevers te kalme
ren: „Er zal zeker worden gedemon
streerd en ik ben bang....of neen. ik ben
helemaal niet bang, ik denk dat het
geen invloed zal hebben op het beleid,
omdat de regeringspartijen er nu abso
luut van overtuigd zijn dat die maatre
gelen moeten worden getroffen. Boven
dien zullen de acties, naarmate het dui
delijker is dat er een vastberaden meer
derheid is in de Tweede Kamer, geen
harder karakter krijgen".
Dat betekent dat kabinetsbesluiten
door een meerderheid in het parlement
zullen worden goedgekeurd. „Dan is er
geen keuze meer. Als wij in een demo
cratie niet meer uitvoeren wat een
meerderheid van het parlement heeft
goedgekeurd, dan ben je rijp voor de
dictatuur. Iets dat hoop ik niemand
wil".
De getroffen jongeren moeten maar ge
duldig wachten op betere tijden?
Hier valt Korthals Ales uit. „Dat vind ik
nu het ergerlijke - en dat meen ik heel
serieus - dat we vanaf 1973 geweigerd
hebben om werkelijk op tijd om te bui
gen en dat wij nu de slachtoffers zien en
dat zijn de jongeren. Zij zijn het slacht
offer van de nalatigheid van de politici
in de jaren zeventig. Die zeiden: laat
maar, het is zo moeilijk".
„Als de jongeren protesteren dan be
grijp ik dat heel goed, maar waar we nu
mee bezig zijn is de basis te leggen dat
er straks wel weer werk komt. Er is een
ontzaglijke scheefgroei wanneer je ziet
dat er geen werk is voor een hele nieuwe
generatie, terwijl er - en daarom kun
nen we bezuinigen - nog situaties be
staan waar meer wordt uitgegeven dan
strikt noodzakelijk is".
„Ik weet, je bent er niet mee klaar als je
dat hoort. Want daarmee heb je geen
werk. Ik hoop dat wij in staat zijn jonge
ren te overtuigen dat wij het beleid voe
ren juist om in de toekomst weer op
nieuw werk te krijgen". Dus wachten op
betere tijden.
voorrang
Intussen heeft het kabinet voorrang
gegeven aan de politie, die als een van
de weinige onderdelen van de over
heid de bezuinigingen ontloopt. Niet
uit angst voor grootschalige acties,
maar om de burgers in deze moeilijke
tijden een gevoel van rechtszekerheid
te geven.
Korthals Altes: „Juist in een tijd dat de
economie terugloopt, is er een grote
noodzaak omvangrijke fraudes te be
strijden. Wanneer je iedereen vraagt
een stapje terug te doen, is het essen
tieel datje op dit beleidsterrein bij blijft
en misschien verder gaat met daaraan
prioriteit te verlenen dan je gedaan zou
hebben in een stijgende economie".
Niet elke fraude zal uitputtend aange
pakt worden. Ook de minister ziet in
dat de politie niet ongelimiteerd uitge
breid kan worden en dat er een grens is
aan de groei van het aantal cellen. De
opsporing moet zich volgens Korthals
Altes blijven richten op de hoofdlijnen
en de echt grote jongens.
„Ook hier moet je prioriteiten stellen.
Als je de hoofddaders maar vat. De
meelopers zijn niet zo belangrijk, want
die hebben dat vaak in dienstverband
gedaan. Je zegt in deze tijd niet zo vre
selijk makkelijk tegen je baas: meneer
ik ben bang dat u allerlei dingen uit
haalt die niet mogen en daar doe ik niet
aan mee. Als je op straat staat, ben je
zuur".
vandalisme
„Op de tweede plaats geven we priori
teit aan de bestrijding van de kleine cri
minaliteit en het vandalisme. Vooral
dat laatste is een geweldige schadepost
voor de Nederlandse economie. Deze
voornemens kim je niet uitvoeren met
minder mensen".
Onvermijdelijk gevolg van dat ver
scherpte opsporingsbeleid zal zijn dat
meer verdachten worden aangehou
den, zowel vandalen als fraudeurs. Hoe
valt dat te rijmen met zijn forse bezuini
gingen op het gevangeniswezen en de
reclassering terwijl de rechterlijke
macht al jaren klaagt dat ze overbelast
is?
De gevolgen zullen meevallen, geeft
Korthals Altes aan. „Je komt voor van
dalisme niet zo snel en niet zo lang in de
gevangenis. Het langdurig beslag op de
celruimte wordt gelegd door handela
ren in verdovende middelen en door
veroordeelden voor ernstige gewelds
misdrijven". Bovendien, geeft hij aan,
wordt het beleid van het vorige kabinet
om het mogelijk te maken meer boetes
uit te delen in plaats van celstraffen,
onverminderd voortgezet.
Binnen die kleine criminaliteit denkt
de bewindsman vooral aan het bestrij
den van de overlast doordrugsverslaaf
den door hard de drugshandel te be
strijden. Voor de heroïnehandelaren
heeft de minister overigens nog een ver
rassing in petto.
Hij overweegt ze voortaan op te sluiten
in een aparte gesloten inrichting met
een extra streng regime. „Juist om te
voorkomen dat deze mensen met hun
praktijken kunnen doorgaan, is het no
dig zo'n streng regime in te voeren en
dat kan makkelijker als ze apart wor
den gedetineerd".
Een van de grootste problemen op dit
moment in het gevangeniswezen is de
smokkel van drugs naar de cellen toe.
De minister verwacht dit te kunnen
verminderen als handelaren apart op
gesloten worden. In andere strafin
richtingen kunnen dan mogelijkhe
den, zoals bezoek zonder toezicht van
meerdere personen tegelijk, worden
gehandhaafd.
regels schrappen
Een minister van justitie wordt altijd in
verband gebracht met straffen, orde
handhaving en rechterlijke macht.
Korthals Altes is een heie nieuwe laak
toegedacht naast het traditionele justi-
tlewerk. Hij is eerstverantwoordelijke
in het kabinet voor het 'dereguleren*,
ofwel het schrappen van overbodig
geachte en al te knellende overheidsre
gels en wetten.
„Het wetgevingsapparaat is altijd ge
bruikt ais er een behoefte bestond een
bepaald belang te beschermen. Dan
werd er een regel uitgevaardigd. Maar
er is nooit een systematische toetsing
geweest of die behoefte nog bestond en
of de onderlinge samenhang van de ver
schillende wetten niet te zeer belemme
rend is gaan werken".
Hij voelt er daarom voor sommige
nieuwe wetten in de toekomst slechts
een tijdelijke werkingsduur van bij
voorbeeld tien jaar te geven. Na die
tijd moet worden bekeken of de wet
aangepast moet worden. Als er niets
gebeurt, loopt de wet af. Volgens Kort
hals is het een Amerikaans idee. „Dat
noemen ze daar het 'sunset'-principe.
De wetten en de zon komen altijd op,
maar ze moeten net als de zon ook on
der kunnen gaan".
Een uitwerking van dat idee is al gege
ven in de nieuwe belastingmaatregel
van dit kabinet om de kosten van groot
onderhoud aan de eigen woning onder
voorwaarden aftrekbaar te stellen. Die
regeling zal, zo is nu al vastgelegd, over
drie jaar opnieuw beoordeeld worden
op zijn waarde.
Dat principe kan alleen toegepast wor
den op nieuwe regelgeving. Plannen
zijn er ook om wat te doen aan de be
staande regelgeving. De minister heeft
de stellige overtuiging dat de huidige
regels zo op elkaar zijn gestapeld dat
het bedrijfsleven verstikt dreigt te'ra
ken. „Stelregel is dat er ruimte moet
komen voor het bedrijfsleven. Niet al
leen financieel maar ook operationeel
Dit kabinetsbeleid wordt door drie
commissies uitgewerkt, grotendeels
bemand door ambtenaren, die. na een
korte inventarisatie, nog dit jaar con
crete voorstellen tot schrappen moe
ten doen. De nadruk zal liggen op wet
ten en regels in het bouw- en in het
milieurecht. Daarvoor zijn de eerste
twee commissies. De derde zal, onder
directe verantwoordelijkheid van
Korthals Altes zich buigen over de al
gemene wetgeving waarbij toch ook de
nadruk zal liggen op het sociaal-econo
mische vlak en op het doorzichtiger
maken van de regels voor de burgers.
Voorbeelden?
Korthals Altes aarzelt ze te geven om
dat hij niet vooruit wil lopen op het
commissiewerk, maar na enige aan
drang zegt hij voorzichtig: „Er geldt op
het ogenblik geen beroepsmogelijkheid
bij een bepaalde vorm van ontslagver
leningdoor de kantonrechter. Er zijn nu
voorstellen dat hoger beroep in te voe
ren. Ik sluit niet uit dat we dat nu maar
achterwege moeten laten. We zijn im
mers jarenlang niet al te ongelukkig ge
weest zonder hoger beroep". Als ander
voorbeeld noemt hij de gecompliceerde
huurwetgeving, nu verschillend voor
bedrijven, middenstandsbedrijven en
particulieren.
De regels die nu mogelijk verdwijnen
zijn toch destijds niet voor niets opge
steld?
„Er zijn belangen die er mee be
schermd zijn en die zullen nog wel be
staan. Die moeten we opnieuw afwe
gen. Als je goed nadenkt, dan vind ik
dat het een gevolg van de welvaart is
dat we die belangen konden bescher
men. Het bestrijden van de steeds nog
maar groeiende werkloosheid heeft
toch echt een hogere prioriteit gekre
gen. Dan wordt er maar gepiept. Maar
ik vind dat die meer dan 600.000 werk
lozen - nog steeds in aantal groeiend -
nu voorrang moeten krijgen. Je moet
natuurlijk wel een redelijke verwach
ting hebben dat het werk teweeg
brengt".
Mr. Frits Korthals Altes 1511, de minister van justitie, is een betrekkelijk onbeken
de voor het grote publiek waar het gaat om zijn werk als advocaat. Hij ivas firmant
in een gerenommeerd Rotterdams advocatenkantoor maar hield zich daar afzij
dig van strafrecht, de enige sector waar een jurist roem kan vergaren in brede
kring.
De bekendheid van Korthals Altes komt voort uit zijn werk in zijn vrije tijd voor de
VVD. Van 1969 af was hij daarin actief, aanvankelijk als algemeen secretaris van
de partij. Van 1975 tot 1981 was hij voorzitter van de partij, daarna lid van de
Eerste Kamer.
iDoor Jose Smits en Gijs Korevaar)
Stakingen van gedetineerden, die protesteren tegen bezuinigingen op het ge
vangeniswezen, maken geen indruk op de nieuwe minister van justitie, Frits
Korthals Altes. „Zoals helaas voor iedereen een stap terug geldt, zo zal dat ook
moeten gelden voor degenen die een straf ondergaan", is het lakonieke commen
taar van de bewindsman.
Van de bezuinigingen op de begroting van justitie is'alleen de politie uitgesloten.
Verder moet iedereen die te maken krijgt met rechtspraak bijdragen aan het
terugdringen van het overheidstekort: gedetineerden, bewaarders, advocaten,
rechters, officieren van justitie, de ambtenaren op het ministerie zelf en bovendien
alle Nederlanders die een ruzie voor de rechter willen uitvechten
De uitgaven voor rechtspraak en rechtshulp moeten in geld gelijk blijven aan het
huidige niveau. Dat moet worden bereikt door de vergoedingen aan advocaten te
verminderen en van de rechtzoekenden een eigen bijdrage van tenminste vijftig
gulden te vragen. Bovendien wordt het griffierecht fors verhoogd.
„Als de mensen geen vijftig gulden over hebben voor een zaak, dan zeg ik okee. er
kan een zekere stimulans van uit gaan om eerst zelf te pogen een oplossing te
vmden. Daar heb ik vrede mee", zegt de bewindsman
Het voorgenomen beleid betekent dat alle advocaten zullen moeten inleveren,
niet alleen de sociale advocatuur. Het is niet denkbeeldig dat vooral advocaten
kantoren in de provincie de gevolgen zullen merken omdat die voor ongeveer
vijftig procent draaien op zaken die door de overheid worden betaald.
„Het is een volstrekt rechtvaardige zaak. Het eerste beleidspunt is de pijn zo
gelijkmatigmogelijk verdelen en dan mag geen groep erbuiten vallen", is het enige
dat hij tot zijn voormalige collega's kan zeggen.
Er zijn plannen van het ministerie om de bureaus voor rechtshulp meer werk te
laten doen en deze toe te staan iets meer personeel aan te nemen. Juist deze
bureaus kunnen goedkoop werken en bieden directe hulp aan getroffen burgers.
Korthals Altes is nog voorzichtig, want besluiten zijn nog niet gevallen.
Op gevangeniswezen moet in ieder geval dertig miljoen gulden omgebogen wor
den om de uitbreiding van het aantal cellen te financieren. Het kabinet wil immers
geen geld ter beschikking stellen. Bovendien is in het regeerakkoord vastgelegd
dat op de post gevangeniswezen en reclassering nog eens 45 miljoen gulden tot in
1986 extra wordt bezuinigd.
Deze maatregelen komen bovenop de bezuinigingen die al in de voorjaarsnota van
het vorige kabinet waren aangekondigd. Dat betekent dat nog ettelijke miljoenen
guldens tot 1986 moeten worden gevonden
Tenslotte is ook het departement van justitie onderworpen aan algemeen kabi
netsbeleid: het ambtenarenkorps moet 1 procent worden ingekrompen terwijl
de salarissen van de blijvers worden bevroren.
Onlangs staakten gedetineerden in Leeuwarden tegen bezuinigingen in het gevan
geniswezen.
IDoor Willem Offenbergi
Het Wereldcommunicatiejaar
van de Verenigde Naties komt
moeizaam op gang. Dat is vooral te
wijten aan een machtswisseling in
de top van ITU, de Internationale
Telecommunicatie Unie van de VN,
en de ingrijpende reorganisatie
waartoe eind vorig jaar in Nairobi
werd besloten.
Weliswaar verhoogden de 157 lidsta
ten van de ITU toen de begroting
voor dit jaar met 6,5 procent tot 130
miljoen gulden, maar het aantal ad
ministratieve krachten in Genève
moet met een tiende worden terugge
bracht. Dit betekent niet alleen dal
de overtollige papierberg (6.8 miljoen
documenten in 1982) kleiner wordt,
het houdt tevens in dat ITU een
koerswijziging ondergaat. Van een
strikt technisch platform voor we
reldcommunicatiemiddelen zal de
organisatie zich meer gaan toeleggen
op technische bijstand.
Washington slaagde er in Nairobi ter
nauwernood in de voorgenomen in
trekking van Israels lidmaatschap
tegen te houden. Wel moest het Wes
ten lijdzaam toezien hoe het door
Zuid-Afrika gedomineerde Namibië,
het voormalige Zuidwest-Afrika,
toch als volwaardig lid werd aan
vaard. Deze politisering van de ITU
wordt door de voornaamste donors,
en vooral de Verenigde Staten, ern
stig betreurd.
Succesje
Maar de twaalfde voltallige verga
dering van de ITU, sinds de oprich
ting in 1865, leverde ten minste voor
de Derde-Wereldlanden een beschei
den succesje op. Waar de ITU vroe
ger technische bijstand aan ontwik
kelingslanden liet financieren door
de zusterorganisatie UNDP (het ont
wikkelingsfonds van de VN) draait
de organisatie nu zelf gedeeltelijk
op voor die kosten.
De verkiezing in Nairobi van de Au
straliër Richard Butler, tot secreta
ris-generaal van de ITU, vertraagt dit
proces, omdat zijn gedachten over de
organisatie van het Wereldcommuni
catiejaar verschillen van die van zijn
voorganger, de Tunesiër Mohammad
Mill.
Maar hoe wordt het Wereldcommu
nicatiejaar dan wel aangepakt? Al
lereerst komt het accent te liggen op
nationale activiteiten, dus in de lid
staten zelf. Er zijn 40 nationale com
missies in het leven geroepen: het
ITU-secretariaat in Genève coördi
neert slechts hun werk. met een be
perkt budget van tien miljoen gul
den. Projecten in de landen zelf wor
den vooral door particuliere en over
heidsinstellingen bekostigd. Zo telt
Nederland 350.000 gulden neer voor
telecommumcatieprojecten in Soe
dan en in Sierra Leone, terwijl met
Nederlandse hulp de postbestelling
verbeterd wordt in het recentelijk
door aardbevingen getroffen Noord-
Jemen.
De Verenigde Staten hebben een
speciaal trainingsinstituut opge
richt waar dit jaar 300 studenten uit
de Derde Wereld een opleiding krij
gen in o.a. telefoonsystemen, com
municatie per satelliet, het ontwer
pen van telefoonnetten en andere
technische vakken. Er bestaan bo
vendien plannen voor het ontwer
pen van goedkope radioapparatuur,
de bouw van postkantoren in platte
landsgebieden. enzovoorts.
UPU. de universele postume van de
VN. geeft dit jaar speciale postzegels
uit, er komt een internationale foto-
en tekenwedstrijd met als onderwerp
communicatie, en eind oktober be
legt de ITU een speciale conferentie
in Genève over de problemen van
ontwikkelingslanden. De communi
catierevolutie, bijvoorbeeld de intro
ductie van optische fibers in tele
foonkabels, is in de Derde Wereld
moeilijk bij te benen.
Het Wereldcommunicatiejaar dient
er vooral toe de noodzaak inzichte
lijk te maken van nieuwe communi
catie-infrastructuren in deze lan
den. En de ITU zal zich niet. zoals
wel verondersteld wordt, bemoeien
met de omstreden 'nieuwe mondiale
informatie-orde'. Dat blijft het zor
genkind van een andere VN-organi-
satie, de UNESCO.
Door Marinus Jansen)
Het kabinetsbesluit om de pro
vincie Overijssel niet op te split
sen in twee nieuwe provincies,
Twente en Salland, markeert het
eind van een ontwikkeling die ei
genlijk al kort na de oorlog begon.
Toen al leefde, met name in linkse
kring, een vaag besef van de nood
zaak van Twentse samenwerking, In
1960 volgde de oprichting van het
Intergemeentelijk Samenwerkings
verband Twente Oost-Gelderland,
in 1967 gevolgd door de oprichting
van de Stedenband.
Ondanks alle argwaan tussen lande
lijk en stedefijk, tussen protestants,
katholiek en socialistisch, tussen
agrarisch en industrieel Twente
kwam in 1969 de Twente Raad van de
grond, waarin alle gemeentebestu
ren hun vertegenwoordigers hadden.
Begonnen als een overlegorgaan,
werd de Twente Raad langzaam
maar zeker een politiek doe-orgaan,
een heel voorzichtige aanzet in de
richting van een Twents bestuur.
Zo'n ontwikkeling was ook hard no
dig. De crisis in de textiel had voor de
eerste massale bedrijfssluitingen ge
zorgd, de energiecrisis stond er aan te
komen, de E 8 wilde maar niet tot in
Twente komen, de landbouw zat in
de problemen, de volkshuisvesting
bleef moeilijk en het Twentse milieu
bleek ook al niet meer wat het eens
was geweest. En binnen al die proble
men was het geen uitzondering als
Twentse gemeentebestuurders pro
beerden elkaar in Haagse ministeries
de vliegen af te vangen - en als er
twee strijden om een been loopt
meestal een derde ermee heen.
Tegen deze achtergrond en die van
landelijke discussies over de vor
ming van de gewesten, waarin grote
kerngemeenten met omliggende
randgemeenten tot samenwerkings
verbanden zouden komen, besloten
de Twentse bestuurders tot een on
gebruikelijke stap. Zij vroegen de
hoogleraren Brasz en Van Wijnber
gen een bestuursonderzoek in te stel
len. Dat was in 1972 en in 1974 lag het
BON (Bestuursonderzoek Oost-Ne
derland) op tafel.
De onderzoekers waren in die twee
jaar zo'n 150 samenwerkingsverban
den tussen allerlei gemeenten tegen
gekomen, zodat het niemand mocht
verwonderen dat zij pleitten voor een
samenvoeging van al die ondoorzich
tige, democratisch oncontroleerbare
bestuursdersclubs in een gebiedscor-
poratie, het gewest Twente.
Op 2 juli 1975 lag een eerste ambtelijk
ontwerp op tafel. Dat leidde tot ruim
twee jaar van politieke en bestuurlij
ke discussies, want inmiddels was
het landelijk denken overgeschakeld
van gewesten (44) naar de vorming
van zo'n 27 veel kleinere provincies.
Het verschil was duidelijk: gewesten
zouden door de gemeenten moeten
worden betaald, provincies krijgen
hun geld uit de rijksfondsen. Van
daar ook dat Ootmarsums burge
meester Fleers een gewest Twente op
dit moment 'niet zinvol vond'. Hij zou
niet van gedachten veranderen.
Almelo's wethouder Trienen sprak
zelfs onomwonden zijn argwaan uit
jegens de 'gewestmakers'. Toch
kwam het gewest er. weliswaar zon
der rechtstreeks gekozen Gewest
raad, maar wel met ordenende taken
op bovengemeentelijk terrein. En
met als belangrijkste doelstelling zo
gauw mogelijk een provincie te wor
den. Want op die koers, uit die rich
ting van een ongewenste vierde be
stuurslaag (rijk, provincie, gewest,
gemeenten) waren ook de Noord-
twentse gemeenten bereid mee te
doen.
gewestraad
Zo werd op 3 januari 1978, krap vijl
jaar geleden, de eerste Gewestraad
officieel geinstalleerd door de Com
missaris der Koningin mr. Niers.
Niet te veel gas geven, adviseerde
hij toen. Maar Hans Wiegel, pas mi
nister van binnenlandse zaken ge
worden. keek er wat anders tegen
aan. Met de ambitie om de tweede
Thorbecke (grondlegger van de Ne
derlandse staatsindeling) te wor
den, zette hij 17 provincies-nieuwe-
stijl op de rails. Twente was er weer
bij.
Maar de Staten van Overijssel ging
dat toch wat al te snel. Alleen een
provincie Twente als daarnaast een
provincie Groot-IJselland (rest Over
ijssel. plus Veluwezoom en omgeving
Deventer) zou worden gevormd.
„Geen goede oplossing", vond Wit-
gel In november 1979, toen hij in En
schede het nieuwe politiebureau
opende Maar het verzet groeide. Ka
mers van Koophandel, landbouwor
ganisaties en vakbonden lieten
steeds duidelijker blijken dat ze een
provincie Twente niet zagen zitten,
het provinciaal bestuur lanceerde de
beruchte nota op dood spoor, het
CDA-kamerlid Hennekam (sterk
geinspireerd door de lobby die
Noord-Brabant bijeen wilde houden)
vroeg zich luidkeels af „wat Overijs
sel eigenlij k niet kan, wat Twente wel
zou kunnen?" en in november 1980
maakten de burgemeesters van de
stad Delden, Oldenzaal en Haaksber
gen geschiedenis door op eigen
houtje in Den Haag tegen de provin
cie Twente te gaan pleiten. Ze kregen
hun collega's massaal tegen, maar
het bleek een teken aan de wand
Splitsing Overijssel kost 40 miljoen,
stond er op 4 mei 1981 in de krant. En
dat zou uiteindelijk het argument
worden waarop Twentse ambities
zouden sneuvelen. De WD'er Wiegel
maakte eind 1981 plaats voor de so
cialist Van Thijn, maar Binnenland
se Zaken bleef doorwerken in de rich
ting die was aangegeven door de jon
ge directeur-generaal binnenlands
bestuur drs. L. C. Brinkman Eens
BON-onderzoeker, toen jongste
Haagse topambtenaar en nu minis
ter van welzijn. In februari 1981 was
een ontwerp van wet tot splitsing van
Overijssel verschenen. Twente zater-
in, maar van het door Provinciale
Staten gewenste Groot-IJselland
was vrijwel niets overgeblevea In
september bleek dat dit wetsont
werp door de demissionaire premie:
Van Agt niet was doorgestuurd naar
de Raad van State - oponthoud.
Van Thijn pakte de draad van wiegel
weer op. Bezocht in februari 1982
Twente, zegde daar jaarlijks 3,5 mil
joen toe om naar de provinciale sta
tus toe te groeien, maar verdween
vervolgens van het kabinetstoneel.
Twente achterlatend met de vlag
aanvankelijk nog in top, maar al heel
gauw kampend met een enorme ka
ter: interim-minister Rood bracht
opmerkelijk weinig enthousiasme op
voor een provincie Twente.
te duur
Toen het regeerakkoord van het ka-
binet-Lubbers op 23 oktober van het
vorige jaar verscheen, was de conclu
sie duidelijk: Twente kan het wel ver
geten. Minister Rietkerk, partijge
noot van Twente-fan Wiegel, had
heel duidelijk niet de ambitie om
Thorbecke te imiteren. Vrijdag
avond 14 januari gaf premier Lub
bers de bevestiging: het kabinet wil
geen provincie Twente, dat is te
duur. dat geeft te veel problemen mei
de rest van Overijssel. En zo is Twen
te teruggeworpen op zichzelf. De ver
wachtingen zijn somber.
De gewestgemeenten hebben al te
vaak aangekondigd dat ze te wemig
geld hebben om een gewest als Twen
te alleen overeind te houden. Recrea
tie en vuilverwerking, dat zal mis
schien nog gaan. De rest dreigt on
herroepelijk te verdwijnen. De
Twentse samenwerking dreigt uit
een te vallen. Twente als bestuurlijk
politieke machtsfactor, hoe klein
ook. zal verdwijnen. En dat is niet in
de eerste plaats vervelend voor de be
stuurders. zoals sommige kamerle
den nog steeds hardnekkig beweren.
Dat kan vooral noodlottig worden
voor al die Twenten, die straks hel
gelag van een wegvallende Twentse
druk op politïek-Den Haag (werkge
legenheid, economische hulp) en
van een afstandelijk provinciaal be
leid zullen moeten betalen.
NEDERLAND
GRONINGEN
v^Groningen
Leeuwarden
FRIESLAND
DRENTHE
1 NOORD
HOLLAND
AMSTERDAM
(oi/ËRiJssEiMm
'WM^TWentei
laarlemo
wan momm',
~r "L LANDf^p o (j\
r-?v^s-GravehH'agé J UTRECHT Arnhem
Rotterdam^-
's-Hertogenbosch
NOORD-BRABANT
ZEELAND
JVliddelburg
'LIMBURG i
Bestaande provinciegrens
Nieuwe provincie
^Maastricht
Provinciale herindeling