verzet krijgt geen kans communicatiejaar moeizaam op gang FRITS KOR TH ALS ALTES staking gedetineerden maakt geen indruk twentse samenwerking in 20 jaar van 0 tot 0 WOENSDAG 19 JANUARI 1983 PZC/opinie en achtergrond (Door José Smits en Gijs Korevaar) De onderwijzers hielden het nog rustig, maar jongeren en bijstandsmoeders gingen al over tot hardere verzetsacties. Wat als de grote massa straks het lagere januarisalaris of uitke ring krijgt? Wat als de werkloosheid dit jaar tot bijna 1 miljoen mensen oploopt. Kan het kabinet de onrust dan de baas? Bereidt de nieuwe minister van justitie, Frits Korthals Altes, harde maatregelen voor? Rustig achterover in zijn stoel, alleen wat emotioneler als hij het over de jeugdwerkloosheid heeft, poogt de be windsman de verslaggevers te kalme ren: „Er zal zeker worden gedemon streerd en ik ben bang....of neen. ik ben helemaal niet bang, ik denk dat het geen invloed zal hebben op het beleid, omdat de regeringspartijen er nu abso luut van overtuigd zijn dat die maatre gelen moeten worden getroffen. Boven dien zullen de acties, naarmate het dui delijker is dat er een vastberaden meer derheid is in de Tweede Kamer, geen harder karakter krijgen". Dat betekent dat kabinetsbesluiten door een meerderheid in het parlement zullen worden goedgekeurd. „Dan is er geen keuze meer. Als wij in een demo cratie niet meer uitvoeren wat een meerderheid van het parlement heeft goedgekeurd, dan ben je rijp voor de dictatuur. Iets dat hoop ik niemand wil". De getroffen jongeren moeten maar ge duldig wachten op betere tijden? Hier valt Korthals Ales uit. „Dat vind ik nu het ergerlijke - en dat meen ik heel serieus - dat we vanaf 1973 geweigerd hebben om werkelijk op tijd om te bui gen en dat wij nu de slachtoffers zien en dat zijn de jongeren. Zij zijn het slacht offer van de nalatigheid van de politici in de jaren zeventig. Die zeiden: laat maar, het is zo moeilijk". „Als de jongeren protesteren dan be grijp ik dat heel goed, maar waar we nu mee bezig zijn is de basis te leggen dat er straks wel weer werk komt. Er is een ontzaglijke scheefgroei wanneer je ziet dat er geen werk is voor een hele nieuwe generatie, terwijl er - en daarom kun nen we bezuinigen - nog situaties be staan waar meer wordt uitgegeven dan strikt noodzakelijk is". „Ik weet, je bent er niet mee klaar als je dat hoort. Want daarmee heb je geen werk. Ik hoop dat wij in staat zijn jonge ren te overtuigen dat wij het beleid voe ren juist om in de toekomst weer op nieuw werk te krijgen". Dus wachten op betere tijden. voorrang Intussen heeft het kabinet voorrang gegeven aan de politie, die als een van de weinige onderdelen van de over heid de bezuinigingen ontloopt. Niet uit angst voor grootschalige acties, maar om de burgers in deze moeilijke tijden een gevoel van rechtszekerheid te geven. Korthals Altes: „Juist in een tijd dat de economie terugloopt, is er een grote noodzaak omvangrijke fraudes te be strijden. Wanneer je iedereen vraagt een stapje terug te doen, is het essen tieel datje op dit beleidsterrein bij blijft en misschien verder gaat met daaraan prioriteit te verlenen dan je gedaan zou hebben in een stijgende economie". Niet elke fraude zal uitputtend aange pakt worden. Ook de minister ziet in dat de politie niet ongelimiteerd uitge breid kan worden en dat er een grens is aan de groei van het aantal cellen. De opsporing moet zich volgens Korthals Altes blijven richten op de hoofdlijnen en de echt grote jongens. „Ook hier moet je prioriteiten stellen. Als je de hoofddaders maar vat. De meelopers zijn niet zo belangrijk, want die hebben dat vaak in dienstverband gedaan. Je zegt in deze tijd niet zo vre selijk makkelijk tegen je baas: meneer ik ben bang dat u allerlei dingen uit haalt die niet mogen en daar doe ik niet aan mee. Als je op straat staat, ben je zuur". vandalisme „Op de tweede plaats geven we priori teit aan de bestrijding van de kleine cri minaliteit en het vandalisme. Vooral dat laatste is een geweldige schadepost voor de Nederlandse economie. Deze voornemens kim je niet uitvoeren met minder mensen". Onvermijdelijk gevolg van dat ver scherpte opsporingsbeleid zal zijn dat meer verdachten worden aangehou den, zowel vandalen als fraudeurs. Hoe valt dat te rijmen met zijn forse bezuini gingen op het gevangeniswezen en de reclassering terwijl de rechterlijke macht al jaren klaagt dat ze overbelast is? De gevolgen zullen meevallen, geeft Korthals Altes aan. „Je komt voor van dalisme niet zo snel en niet zo lang in de gevangenis. Het langdurig beslag op de celruimte wordt gelegd door handela ren in verdovende middelen en door veroordeelden voor ernstige gewelds misdrijven". Bovendien, geeft hij aan, wordt het beleid van het vorige kabinet om het mogelijk te maken meer boetes uit te delen in plaats van celstraffen, onverminderd voortgezet. Binnen die kleine criminaliteit denkt de bewindsman vooral aan het bestrij den van de overlast doordrugsverslaaf den door hard de drugshandel te be strijden. Voor de heroïnehandelaren heeft de minister overigens nog een ver rassing in petto. Hij overweegt ze voortaan op te sluiten in een aparte gesloten inrichting met een extra streng regime. „Juist om te voorkomen dat deze mensen met hun praktijken kunnen doorgaan, is het no dig zo'n streng regime in te voeren en dat kan makkelijker als ze apart wor den gedetineerd". Een van de grootste problemen op dit moment in het gevangeniswezen is de smokkel van drugs naar de cellen toe. De minister verwacht dit te kunnen verminderen als handelaren apart op gesloten worden. In andere strafin richtingen kunnen dan mogelijkhe den, zoals bezoek zonder toezicht van meerdere personen tegelijk, worden gehandhaafd. regels schrappen Een minister van justitie wordt altijd in verband gebracht met straffen, orde handhaving en rechterlijke macht. Korthals Altes is een heie nieuwe laak toegedacht naast het traditionele justi- tlewerk. Hij is eerstverantwoordelijke in het kabinet voor het 'dereguleren*, ofwel het schrappen van overbodig geachte en al te knellende overheidsre gels en wetten. „Het wetgevingsapparaat is altijd ge bruikt ais er een behoefte bestond een bepaald belang te beschermen. Dan werd er een regel uitgevaardigd. Maar er is nooit een systematische toetsing geweest of die behoefte nog bestond en of de onderlinge samenhang van de ver schillende wetten niet te zeer belemme rend is gaan werken". Hij voelt er daarom voor sommige nieuwe wetten in de toekomst slechts een tijdelijke werkingsduur van bij voorbeeld tien jaar te geven. Na die tijd moet worden bekeken of de wet aangepast moet worden. Als er niets gebeurt, loopt de wet af. Volgens Kort hals is het een Amerikaans idee. „Dat noemen ze daar het 'sunset'-principe. De wetten en de zon komen altijd op, maar ze moeten net als de zon ook on der kunnen gaan". Een uitwerking van dat idee is al gege ven in de nieuwe belastingmaatregel van dit kabinet om de kosten van groot onderhoud aan de eigen woning onder voorwaarden aftrekbaar te stellen. Die regeling zal, zo is nu al vastgelegd, over drie jaar opnieuw beoordeeld worden op zijn waarde. Dat principe kan alleen toegepast wor den op nieuwe regelgeving. Plannen zijn er ook om wat te doen aan de be staande regelgeving. De minister heeft de stellige overtuiging dat de huidige regels zo op elkaar zijn gestapeld dat het bedrijfsleven verstikt dreigt te'ra ken. „Stelregel is dat er ruimte moet komen voor het bedrijfsleven. Niet al leen financieel maar ook operationeel Dit kabinetsbeleid wordt door drie commissies uitgewerkt, grotendeels bemand door ambtenaren, die. na een korte inventarisatie, nog dit jaar con crete voorstellen tot schrappen moe ten doen. De nadruk zal liggen op wet ten en regels in het bouw- en in het milieurecht. Daarvoor zijn de eerste twee commissies. De derde zal, onder directe verantwoordelijkheid van Korthals Altes zich buigen over de al gemene wetgeving waarbij toch ook de nadruk zal liggen op het sociaal-econo mische vlak en op het doorzichtiger maken van de regels voor de burgers. Voorbeelden? Korthals Altes aarzelt ze te geven om dat hij niet vooruit wil lopen op het commissiewerk, maar na enige aan drang zegt hij voorzichtig: „Er geldt op het ogenblik geen beroepsmogelijkheid bij een bepaalde vorm van ontslagver leningdoor de kantonrechter. Er zijn nu voorstellen dat hoger beroep in te voe ren. Ik sluit niet uit dat we dat nu maar achterwege moeten laten. We zijn im mers jarenlang niet al te ongelukkig ge weest zonder hoger beroep". Als ander voorbeeld noemt hij de gecompliceerde huurwetgeving, nu verschillend voor bedrijven, middenstandsbedrijven en particulieren. De regels die nu mogelijk verdwijnen zijn toch destijds niet voor niets opge steld? „Er zijn belangen die er mee be schermd zijn en die zullen nog wel be staan. Die moeten we opnieuw afwe gen. Als je goed nadenkt, dan vind ik dat het een gevolg van de welvaart is dat we die belangen konden bescher men. Het bestrijden van de steeds nog maar groeiende werkloosheid heeft toch echt een hogere prioriteit gekre gen. Dan wordt er maar gepiept. Maar ik vind dat die meer dan 600.000 werk lozen - nog steeds in aantal groeiend - nu voorrang moeten krijgen. Je moet natuurlijk wel een redelijke verwach ting hebben dat het werk teweeg brengt". Mr. Frits Korthals Altes 1511, de minister van justitie, is een betrekkelijk onbeken de voor het grote publiek waar het gaat om zijn werk als advocaat. Hij ivas firmant in een gerenommeerd Rotterdams advocatenkantoor maar hield zich daar afzij dig van strafrecht, de enige sector waar een jurist roem kan vergaren in brede kring. De bekendheid van Korthals Altes komt voort uit zijn werk in zijn vrije tijd voor de VVD. Van 1969 af was hij daarin actief, aanvankelijk als algemeen secretaris van de partij. Van 1975 tot 1981 was hij voorzitter van de partij, daarna lid van de Eerste Kamer. iDoor Jose Smits en Gijs Korevaar) Stakingen van gedetineerden, die protesteren tegen bezuinigingen op het ge vangeniswezen, maken geen indruk op de nieuwe minister van justitie, Frits Korthals Altes. „Zoals helaas voor iedereen een stap terug geldt, zo zal dat ook moeten gelden voor degenen die een straf ondergaan", is het lakonieke commen taar van de bewindsman. Van de bezuinigingen op de begroting van justitie is'alleen de politie uitgesloten. Verder moet iedereen die te maken krijgt met rechtspraak bijdragen aan het terugdringen van het overheidstekort: gedetineerden, bewaarders, advocaten, rechters, officieren van justitie, de ambtenaren op het ministerie zelf en bovendien alle Nederlanders die een ruzie voor de rechter willen uitvechten De uitgaven voor rechtspraak en rechtshulp moeten in geld gelijk blijven aan het huidige niveau. Dat moet worden bereikt door de vergoedingen aan advocaten te verminderen en van de rechtzoekenden een eigen bijdrage van tenminste vijftig gulden te vragen. Bovendien wordt het griffierecht fors verhoogd. „Als de mensen geen vijftig gulden over hebben voor een zaak, dan zeg ik okee. er kan een zekere stimulans van uit gaan om eerst zelf te pogen een oplossing te vmden. Daar heb ik vrede mee", zegt de bewindsman Het voorgenomen beleid betekent dat alle advocaten zullen moeten inleveren, niet alleen de sociale advocatuur. Het is niet denkbeeldig dat vooral advocaten kantoren in de provincie de gevolgen zullen merken omdat die voor ongeveer vijftig procent draaien op zaken die door de overheid worden betaald. „Het is een volstrekt rechtvaardige zaak. Het eerste beleidspunt is de pijn zo gelijkmatigmogelijk verdelen en dan mag geen groep erbuiten vallen", is het enige dat hij tot zijn voormalige collega's kan zeggen. Er zijn plannen van het ministerie om de bureaus voor rechtshulp meer werk te laten doen en deze toe te staan iets meer personeel aan te nemen. Juist deze bureaus kunnen goedkoop werken en bieden directe hulp aan getroffen burgers. Korthals Altes is nog voorzichtig, want besluiten zijn nog niet gevallen. Op gevangeniswezen moet in ieder geval dertig miljoen gulden omgebogen wor den om de uitbreiding van het aantal cellen te financieren. Het kabinet wil immers geen geld ter beschikking stellen. Bovendien is in het regeerakkoord vastgelegd dat op de post gevangeniswezen en reclassering nog eens 45 miljoen gulden tot in 1986 extra wordt bezuinigd. Deze maatregelen komen bovenop de bezuinigingen die al in de voorjaarsnota van het vorige kabinet waren aangekondigd. Dat betekent dat nog ettelijke miljoenen guldens tot 1986 moeten worden gevonden Tenslotte is ook het departement van justitie onderworpen aan algemeen kabi netsbeleid: het ambtenarenkorps moet 1 procent worden ingekrompen terwijl de salarissen van de blijvers worden bevroren. Onlangs staakten gedetineerden in Leeuwarden tegen bezuinigingen in het gevan geniswezen. IDoor Willem Offenbergi Het Wereldcommunicatiejaar van de Verenigde Naties komt moeizaam op gang. Dat is vooral te wijten aan een machtswisseling in de top van ITU, de Internationale Telecommunicatie Unie van de VN, en de ingrijpende reorganisatie waartoe eind vorig jaar in Nairobi werd besloten. Weliswaar verhoogden de 157 lidsta ten van de ITU toen de begroting voor dit jaar met 6,5 procent tot 130 miljoen gulden, maar het aantal ad ministratieve krachten in Genève moet met een tiende worden terugge bracht. Dit betekent niet alleen dal de overtollige papierberg (6.8 miljoen documenten in 1982) kleiner wordt, het houdt tevens in dat ITU een koerswijziging ondergaat. Van een strikt technisch platform voor we reldcommunicatiemiddelen zal de organisatie zich meer gaan toeleggen op technische bijstand. Washington slaagde er in Nairobi ter nauwernood in de voorgenomen in trekking van Israels lidmaatschap tegen te houden. Wel moest het Wes ten lijdzaam toezien hoe het door Zuid-Afrika gedomineerde Namibië, het voormalige Zuidwest-Afrika, toch als volwaardig lid werd aan vaard. Deze politisering van de ITU wordt door de voornaamste donors, en vooral de Verenigde Staten, ern stig betreurd. Succesje Maar de twaalfde voltallige verga dering van de ITU, sinds de oprich ting in 1865, leverde ten minste voor de Derde-Wereldlanden een beschei den succesje op. Waar de ITU vroe ger technische bijstand aan ontwik kelingslanden liet financieren door de zusterorganisatie UNDP (het ont wikkelingsfonds van de VN) draait de organisatie nu zelf gedeeltelijk op voor die kosten. De verkiezing in Nairobi van de Au straliër Richard Butler, tot secreta ris-generaal van de ITU, vertraagt dit proces, omdat zijn gedachten over de organisatie van het Wereldcommuni catiejaar verschillen van die van zijn voorganger, de Tunesiër Mohammad Mill. Maar hoe wordt het Wereldcommu nicatiejaar dan wel aangepakt? Al lereerst komt het accent te liggen op nationale activiteiten, dus in de lid staten zelf. Er zijn 40 nationale com missies in het leven geroepen: het ITU-secretariaat in Genève coördi neert slechts hun werk. met een be perkt budget van tien miljoen gul den. Projecten in de landen zelf wor den vooral door particuliere en over heidsinstellingen bekostigd. Zo telt Nederland 350.000 gulden neer voor telecommumcatieprojecten in Soe dan en in Sierra Leone, terwijl met Nederlandse hulp de postbestelling verbeterd wordt in het recentelijk door aardbevingen getroffen Noord- Jemen. De Verenigde Staten hebben een speciaal trainingsinstituut opge richt waar dit jaar 300 studenten uit de Derde Wereld een opleiding krij gen in o.a. telefoonsystemen, com municatie per satelliet, het ontwer pen van telefoonnetten en andere technische vakken. Er bestaan bo vendien plannen voor het ontwer pen van goedkope radioapparatuur, de bouw van postkantoren in platte landsgebieden. enzovoorts. UPU. de universele postume van de VN. geeft dit jaar speciale postzegels uit, er komt een internationale foto- en tekenwedstrijd met als onderwerp communicatie, en eind oktober be legt de ITU een speciale conferentie in Genève over de problemen van ontwikkelingslanden. De communi catierevolutie, bijvoorbeeld de intro ductie van optische fibers in tele foonkabels, is in de Derde Wereld moeilijk bij te benen. Het Wereldcommunicatiejaar dient er vooral toe de noodzaak inzichte lijk te maken van nieuwe communi catie-infrastructuren in deze lan den. En de ITU zal zich niet. zoals wel verondersteld wordt, bemoeien met de omstreden 'nieuwe mondiale informatie-orde'. Dat blijft het zor genkind van een andere VN-organi- satie, de UNESCO. Door Marinus Jansen) Het kabinetsbesluit om de pro vincie Overijssel niet op te split sen in twee nieuwe provincies, Twente en Salland, markeert het eind van een ontwikkeling die ei genlijk al kort na de oorlog begon. Toen al leefde, met name in linkse kring, een vaag besef van de nood zaak van Twentse samenwerking, In 1960 volgde de oprichting van het Intergemeentelijk Samenwerkings verband Twente Oost-Gelderland, in 1967 gevolgd door de oprichting van de Stedenband. Ondanks alle argwaan tussen lande lijk en stedefijk, tussen protestants, katholiek en socialistisch, tussen agrarisch en industrieel Twente kwam in 1969 de Twente Raad van de grond, waarin alle gemeentebestu ren hun vertegenwoordigers hadden. Begonnen als een overlegorgaan, werd de Twente Raad langzaam maar zeker een politiek doe-orgaan, een heel voorzichtige aanzet in de richting van een Twents bestuur. Zo'n ontwikkeling was ook hard no dig. De crisis in de textiel had voor de eerste massale bedrijfssluitingen ge zorgd, de energiecrisis stond er aan te komen, de E 8 wilde maar niet tot in Twente komen, de landbouw zat in de problemen, de volkshuisvesting bleef moeilijk en het Twentse milieu bleek ook al niet meer wat het eens was geweest. En binnen al die proble men was het geen uitzondering als Twentse gemeentebestuurders pro beerden elkaar in Haagse ministeries de vliegen af te vangen - en als er twee strijden om een been loopt meestal een derde ermee heen. Tegen deze achtergrond en die van landelijke discussies over de vor ming van de gewesten, waarin grote kerngemeenten met omliggende randgemeenten tot samenwerkings verbanden zouden komen, besloten de Twentse bestuurders tot een on gebruikelijke stap. Zij vroegen de hoogleraren Brasz en Van Wijnber gen een bestuursonderzoek in te stel len. Dat was in 1972 en in 1974 lag het BON (Bestuursonderzoek Oost-Ne derland) op tafel. De onderzoekers waren in die twee jaar zo'n 150 samenwerkingsverban den tussen allerlei gemeenten tegen gekomen, zodat het niemand mocht verwonderen dat zij pleitten voor een samenvoeging van al die ondoorzich tige, democratisch oncontroleerbare bestuursdersclubs in een gebiedscor- poratie, het gewest Twente. Op 2 juli 1975 lag een eerste ambtelijk ontwerp op tafel. Dat leidde tot ruim twee jaar van politieke en bestuurlij ke discussies, want inmiddels was het landelijk denken overgeschakeld van gewesten (44) naar de vorming van zo'n 27 veel kleinere provincies. Het verschil was duidelijk: gewesten zouden door de gemeenten moeten worden betaald, provincies krijgen hun geld uit de rijksfondsen. Van daar ook dat Ootmarsums burge meester Fleers een gewest Twente op dit moment 'niet zinvol vond'. Hij zou niet van gedachten veranderen. Almelo's wethouder Trienen sprak zelfs onomwonden zijn argwaan uit jegens de 'gewestmakers'. Toch kwam het gewest er. weliswaar zon der rechtstreeks gekozen Gewest raad, maar wel met ordenende taken op bovengemeentelijk terrein. En met als belangrijkste doelstelling zo gauw mogelijk een provincie te wor den. Want op die koers, uit die rich ting van een ongewenste vierde be stuurslaag (rijk, provincie, gewest, gemeenten) waren ook de Noord- twentse gemeenten bereid mee te doen. gewestraad Zo werd op 3 januari 1978, krap vijl jaar geleden, de eerste Gewestraad officieel geinstalleerd door de Com missaris der Koningin mr. Niers. Niet te veel gas geven, adviseerde hij toen. Maar Hans Wiegel, pas mi nister van binnenlandse zaken ge worden. keek er wat anders tegen aan. Met de ambitie om de tweede Thorbecke (grondlegger van de Ne derlandse staatsindeling) te wor den, zette hij 17 provincies-nieuwe- stijl op de rails. Twente was er weer bij. Maar de Staten van Overijssel ging dat toch wat al te snel. Alleen een provincie Twente als daarnaast een provincie Groot-IJselland (rest Over ijssel. plus Veluwezoom en omgeving Deventer) zou worden gevormd. „Geen goede oplossing", vond Wit- gel In november 1979, toen hij in En schede het nieuwe politiebureau opende Maar het verzet groeide. Ka mers van Koophandel, landbouwor ganisaties en vakbonden lieten steeds duidelijker blijken dat ze een provincie Twente niet zagen zitten, het provinciaal bestuur lanceerde de beruchte nota op dood spoor, het CDA-kamerlid Hennekam (sterk geinspireerd door de lobby die Noord-Brabant bijeen wilde houden) vroeg zich luidkeels af „wat Overijs sel eigenlij k niet kan, wat Twente wel zou kunnen?" en in november 1980 maakten de burgemeesters van de stad Delden, Oldenzaal en Haaksber gen geschiedenis door op eigen houtje in Den Haag tegen de provin cie Twente te gaan pleiten. Ze kregen hun collega's massaal tegen, maar het bleek een teken aan de wand Splitsing Overijssel kost 40 miljoen, stond er op 4 mei 1981 in de krant. En dat zou uiteindelijk het argument worden waarop Twentse ambities zouden sneuvelen. De WD'er Wiegel maakte eind 1981 plaats voor de so cialist Van Thijn, maar Binnenland se Zaken bleef doorwerken in de rich ting die was aangegeven door de jon ge directeur-generaal binnenlands bestuur drs. L. C. Brinkman Eens BON-onderzoeker, toen jongste Haagse topambtenaar en nu minis ter van welzijn. In februari 1981 was een ontwerp van wet tot splitsing van Overijssel verschenen. Twente zater- in, maar van het door Provinciale Staten gewenste Groot-IJselland was vrijwel niets overgeblevea In september bleek dat dit wetsont werp door de demissionaire premie: Van Agt niet was doorgestuurd naar de Raad van State - oponthoud. Van Thijn pakte de draad van wiegel weer op. Bezocht in februari 1982 Twente, zegde daar jaarlijks 3,5 mil joen toe om naar de provinciale sta tus toe te groeien, maar verdween vervolgens van het kabinetstoneel. Twente achterlatend met de vlag aanvankelijk nog in top, maar al heel gauw kampend met een enorme ka ter: interim-minister Rood bracht opmerkelijk weinig enthousiasme op voor een provincie Twente. te duur Toen het regeerakkoord van het ka- binet-Lubbers op 23 oktober van het vorige jaar verscheen, was de conclu sie duidelijk: Twente kan het wel ver geten. Minister Rietkerk, partijge noot van Twente-fan Wiegel, had heel duidelijk niet de ambitie om Thorbecke te imiteren. Vrijdag avond 14 januari gaf premier Lub bers de bevestiging: het kabinet wil geen provincie Twente, dat is te duur. dat geeft te veel problemen mei de rest van Overijssel. En zo is Twen te teruggeworpen op zichzelf. De ver wachtingen zijn somber. De gewestgemeenten hebben al te vaak aangekondigd dat ze te wemig geld hebben om een gewest als Twen te alleen overeind te houden. Recrea tie en vuilverwerking, dat zal mis schien nog gaan. De rest dreigt on herroepelijk te verdwijnen. De Twentse samenwerking dreigt uit een te vallen. Twente als bestuurlijk politieke machtsfactor, hoe klein ook. zal verdwijnen. En dat is niet in de eerste plaats vervelend voor de be stuurders. zoals sommige kamerle den nog steeds hardnekkig beweren. Dat kan vooral noodlottig worden voor al die Twenten, die straks hel gelag van een wegvallende Twentse druk op politïek-Den Haag (werkge legenheid, economische hulp) en van een afstandelijk provinciaal be leid zullen moeten betalen. NEDERLAND GRONINGEN v^Groningen Leeuwarden FRIESLAND DRENTHE 1 NOORD HOLLAND AMSTERDAM (oi/ËRiJssEiMm 'WM^TWentei laarlemo wan momm', ~r "L LANDf^p o (j\ r-?v^s-GravehH'agé J UTRECHT Arnhem Rotterdam^- 's-Hertogenbosch NOORD-BRABANT ZEELAND JVliddelburg 'LIMBURG i Bestaande provinciegrens Nieuwe provincie ^Maastricht Provinciale herindeling

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4