indonesië haalt de broekriem strak aan 10 rome: bisschoppen en apostelen verkiezingen in frankrijk? HYPOTHEEK RENTE JAAR VAST ZATERDAG 15 JANUARI 1 PZC/opinie en achtergrond Van ome correspondent Bob Mantin) De 150 miljoen Indonesiërs moeten de buikriem strakker aanhalen. Want de economische vooruitzichten voor de komende jaren zien er niet bepaald rooskleurig uit. De wereldrecessie heeft desastreuze gevolgen voor de Indonesische economie en de tijd dat het Suharto-bewind de tekorten dekte met de onuitputtelijke oliegelden, is voorbij. Dank zij de olie heeft Indonesië zich in de afgelopen jaren van een laag-inkomennatie kunnen opwerken tot een midden-inkomennatie. Het inkomen per hoofd per jaar was volgens berekeningen van de Wereldbank in 1970 nog maar 370 dollar, het daaropvolgende jaar 420 en in 1980 520 dollar. Hetgeen een opmerkelijke prestatie mag worden genoemd. De economische groei in de afgelopen elf jaar laat een stijgende lijn zien. met flinke uitschieters. In 1973 11,3 procent, in 1980 9,6 en in 1981 7.6 procent. De verwachting voor het komende jaar is een groei van 6 procent. De rijstproduk- tie bereikte vorig jaar een record van 23 miljoen ton, maar het ziet er nu naar uit dat de Indonesiërs weer een stap terug zullen moeten doen. Er is geen geld meer voor de verdere opbouw van het land. Ontwikkelings projecten die in het kader van het der de vijfjarenplan van de regering zijn gestart, zullen worden afgebouwd, maar nieuwe en spectaculaire projec ten, zoals nieuwe olieraffinaderijen, petrochemische fabrieken etc., zullen waarschijnlijk niet meer worden opge zet. In de grote steden is een stop gekomen op de bouw van nieuwe gebouwen. Er is zelfs sprake van een lichte paniek onder de Amerikaans geschoolde economen in de regering, onder leiding van de aan de Berkeley-universiteit afgestudeerde prof. Wijoyo Nitisastro, die voorzitter is van het nationaal planbureau en ook coördinerend minister is voor econo mie, financiën en industrie. lenen Waar moet het geld vandaan worden gehaald voor de verdere opbouw? Het ontwikkelingsproces kan niet worden teruggedraaid. Lenen in het buiten land is ook niet zo makkelijk meer, om dat de landen die zijn aangesloten bij de IGGI, een consortium van rijke lan den dat de ontwikkeling van Indonesië financiert, het als gevolg van de reces sie ook niet meer zo breed hebben. Tot twee jaar geleden kon Indonesië zijn begrotingen financieren met de in komsten uit de olie. Maar daar is abrupt een einde aan gekomen, e sterk verminderende vraag naar olie in de industrielanden, die zelf eigen voorraden hebben aangelegd en naar alternatieve energie zochten en die von den, noopte de OPEC, de organisatie van olieproducerende landen, tot een drastische vermindering van de geza menlijke produktie. Voor Indonesië be tekende dat een produktieverminde- ring van 300.000 vaten per dag, hetgeen neerkomt op een verlies van 9,8 miljoen dollar per dag. De onlangs door de regering aangekon digde olie- en benzineprijsverhogingen met gemiddeld 45 procent veroorzaak ten een reeks van prijsverhogingen. Licht, water, transport etc. werden van de ene op de andere dag duurder. Voor de regering betekende dit een bespa ring van miljarden roepia's, want tot dusver worden oiie en benzine zwaar ge subsidieerd. De produktiekosten voor een liter olie is 158 roepia (62 cent), waarvan twee derde deel of 105 roepia door de staat wordt betaald', de consu ment betaalt maar een derde deel. Voor de recent ingediende begroting voor het fiscale jaar '83-'84 heeft de rege ring 2,1 triljoen roepia, ruim 3 miljard dollar dus. minder aan subsidie uitge geven voor olie en benzine, en vorig jaar was dat ongeveer hetzelfde bedrag. De ze maatregelen kwamen hard aan bij het volk. Vooral voor dat deel dat op een minimum bestaan leeft. Voor hen is het leven nog moeilijker geworden. Vóór een liter benzine (normaal) moet men nu 320 roepia 1,25 gulden) betalen, terwijl men vóór 6 januari 80 roepia (ruim 30 cent) minder moest betalen. vervoer Voor petroleum, waar een groot deel van het volk op het platteland afhan kelijk van is, moet sinds vorige week 125 roepia worden betaald, dat is 50 cent of 66,7 procent m^er dan voor heen. Voor een buskaart moet het volk nu 100 roepia betalen (40 cent), terwijl men voordien al 50 roepia moest beta len. Voor de mensen die geen Mercedessen en andere luxueuze auto's hebben, en dat zijn er miljoenen, is de bus de goed koopste vorm van vervoer. Een haven arbeider die in Kebajoran Lama, een buitenwijk van Jakarta, woont en naar de haven Tanjoeng Priok moet, moet al gauw 300 roepia (drie keer overstappen) betalen. Hü krijgt als dagloon 1000 roe pia (ongeveer vier gulden). Hij houdt na aftrek van zijn transport nog maar 700 roepia over. Daarvan moet hij voor zijn uit vijf leden bestaande gezin rijst en groente kopen, hetgeen hem 560 roepia (2,20 gulden) kost: hij houdt nog maar 140 roepia (55 cent) over. Daarmee kan hij niet voorzien in het onderhoud van zijn twee schoolgaande kinderen. Ook voor de ambtenaar is het leven veel moeilijker geworden. Hij heeft ook dit jaar geen salarisverhoging gekregen. Een afdelingschef verdient al gauw 150.000 roepia (600 gulden), voor zijn ge zin van zeven, inclusief bedienden, moet hij aan eten 115.000 roepia beta len: een jaar geleden was dat 100.000 roepia. Voor zijn licht, dat met 37,5 procent in prijs omhoog is gegaan als gevolg van de olieprijsverhogingen, moet hij 48.000 roepia betalen, telefoonkosten 20.000 roepia, water 7000 roepia, benzine 40.000 roepia. In totaal moet hij een be drag van 230.000 roepia (1155 gulden) uitgeven. Hij heeft dus een tekort van 80.000 roepia. In zijn huishoudbegro- ting zijn nog doksterskosten, school geld, transport voor kinderen, kleren etc. begrepen. Deze ambtenaar zal zijn geld nu buiten zijn normale werktijden moeten gaan zoeken. Het gevolg daarvan is, dat hij minder op zijn werk verschijnt en vat baarder wordt voor corruptie. Het voor beeld van deze amtenaar gaat ook op voor de militairen, die ook geen salaris verhoging hebben gekregen. Het hardst echter worden de miljoenen landarbei ders op het platteland getroffen. petroleum Een landarbeider verdient maar 350 roepia. Voor hem is petroleum wel het belangrijkste. Hij heeft dat nodig voor zijn petroleumstel, waarop hij zijn da gelijkse drinkwater moet koken; hij heeft dat ook nodig voor zijn petro leumlamp. Voor zijn gezin van gemid deld vijf mensen heeft hij ten minste twee liter nodig, hetgeen hem 250 roe pia (ruim een gulden) kost. Van zijn dagloon houdt hij maar 100 roepia over, niet genoeg om het schoolgeld voor zijn twee kinderen te betalen. Het gevolg daarvan is dat miljoenen mensen op het platteland, omdat petro leum voor hen te duur is geworden, de bossen in gaan om hout te kappen, dat onder meer als brandstof moet dienen ter vervanging van petroleum. Daar mee sparen zij geld uit om in het onder houd van de schoolgaande kinderen te Jakarta: steeds meer honger kunnen voorzien. Het effect van deze massale vlucht naar de bossen bete kent ook dat in één klap het herbebos singsprogramma van de regering, waar voor miljarden roepia's zijn uitgetrok ken, nutteloos is geworden. Kappen van bomen bevordert bodemerosie en dit veroorzaakt weer natuurrampen. Het is al tot botsingen gekomen tussen de bospolitie en de dorpelingen, die als alternatief voor de dure petroleum de bomen omkappen. Critici van de regering, vooral onder studenten, hebben al in het begin van de jaren '70 de regering gewaarschuwd zich niet te veel te verlaten op de olie. Doordat de regering te veel de nadruk legde op de export van olie, zo zeggen deze studenten, werden de mogelijkhe den van de export van de zogenaamde niet-oheprodukten, zoals specerijen, koffie, thee, rubber en copra, niet vol doende uitgebuit. kredieten Dit zijn typische produkten die door het volk worden geteeld. Er werd nau welijks aandacht aan geschonken. Men verzuimde fondsen voor onderne mers in deze arbeidsintensieve sector te reserveren en volstond slechts met het geven van kredieten. Maar verbe tering van de wegen om het vervoer van het produkt naar de markt te ver gemakkelijken. bleef achterwege. Er werd ook geen gebruik gemaakt van aan de landbouwhogeschool in Bogor afgestudeerde specialisten om de kwa liteit van de produkten op te voeren via research. De bouwkundigen en mijningenieurs kwamen alleen aan bod in verband met de bouw van kantoren en exploratie van mijnen. Had de regering al in het begin in deze sector geinvesteerd, dan was zij met zo sterk afhankelijk geweest van de olie, Men doet nu wanhopige po gingen om die fout te herstellen. Vorig jaar lanceerde de regering een ex portmaatregel die irritatie heeft uitge lokt in het buitenland. Krachtens het nieuwe reglement moeten buitenland se importeurs van goederen niet-olie- produkten afnemen en zelf verkopen m hun land. Indonesische economen waarschuwen de regering dat zij niet te veel in het buitenland moet lenen. Op het ogen blik heeft Indonesië een buitenlandse schuld van 23 miljard dollar en dit be drag zal waarschijnlijk voor het ko mende jaar stijgen tot 32 miljard dol lar. Als Indonesië die schuld toch laat oplopen, zo zeggen deze economen, dan is er grote kans op dat dit land dezelfde weg op gaat als Mexico. Mexico heeft in het buitenland ook aldoor geleend met de gedachte de kredieten later te zullen terugbetalen met de olie-inkom sten. Maar de olieprijs zakte en de in komsten waren niet genoeg om de schulden te betalen. Feit is, dat Indonesië in de toekomst zijn economisch beleid drastisch moet wijzigen Wat de economen m de rege- ring-Suharto tot dusver gedaan heb ben, is alleen voorkomen dat het slech ter wordt met de economie. Er moet echter méér worden gelet op de infra structuur. de organisatie en produktie, het transport en de export van produk ten als koffie, thee, suiker en rubber. De corruptie moet strenger worden aange pakt, want een copra-ondememer, die zijn produkt naar de markt of naar de haven moet brengen, moet onderweg zóveel aan smeergelden betalen, dat hij nauwelijks wat overhoudt om in zijn ei gen onderneming te investeren (Van onze correspondent Rudolph Bakker) Binnen het Franse kabinet zijn spanningen ontstaan nadat premier Mau- roy gedurende zijn nieuwjaarsreceptie voor de pers bekend maakte dat door minister voor economische zaken Delors afgekondigde, anti-inflatoire maatregelen „voorlopig" niet zullen doorgaan. Ook het plan tot nationalise ring van de (katholieke) pri vé-scholen is voorlopig in de ijskast gezet tot na de gemeenteraadsverkiezingen van maart. Opiniepeilingen wijzen uit dal de huidige socialitisch-communistische coalitie daarbij een gevoelige derlaag zal lijden. De regering poogt de schade te be perken door de voorgenomen verla ging van de rente op rentespaarboek jes voor „volksspaarders" van 8,5 procent naar 7,9 procent uit te stel len. Toch zou deze maatregel volle dig aansluiten op de wereldwijd da lende rente. Het afgelopen jaar zal. naar het zich laat aanzien, de inflatie enige procen ten zijn teruggedrongen vergeleken met vorige jaren. En terwijl president Mitterrand in zijn nieuwjaarstoe spraak voor het Franse volk heeft verklaard dat de kwijnende Franse industrie „zuurstof moet worden toe gediend". is minister voor economi sche zaken Delors er op uit - gebruik makend van de teruggelopen infla tiecijfers - de rentevoet te verlagen om het lenen van geld bij de banken te vergemakkelijken. Deze verlaging van de rentevoet dient volgens de mi nister ook door te werken op de spaarbankboekjes van de volks spaarders (de zogenaamde „eek- hoomboekjes"), welke volksspaar ders door de regering worden geleid in de richting van een nieuw spaarob- ject, de zogenaamde „rose boekjes", waarvan de rentevoet geindexeerd zal zijn op de inflatiecijfers. Niet alleen is de bevolking niet duidelijk genoeg op de mogelijk heid van de „rose boekjes" gewezen, om niet te zeggen dat het rose-boek- jesplan een sof is geworden van de eerste orde. Nog maar twee miljoen spaarders hebben gereageerd op de ze propositie, terwijl het potentieel op 16 miljoen wordt geschat. Boven dien voelen de Franse kiezers die het huidige regiem aan de macht heb ben gebracht, er niets voor aan de regeringsoproep tot nationale soli dariteit gevolg te geven wanneer het hen geld kost. Dat heeft de leiding van de socialistische partij begre pen. De zuiver economische logica van minister Delors is daarom ook opgeofferd aan de egoistische im puls van de Fransen, die in maart nieuwe gemeenteraden moeten kit. zen. Ook in de regeringsgezinde pen vroeg men zich vrijdag af of deze ca pitulatie - die tegelijk een bewijs ls voor de diepgaande verschillen van mening binnen het kabinet- de rege ring werkelijk zal helpen in zijn strijd om het behoud van een zekere good will. Want ook op ander terrein heeft het kabinet bakzeil gehaald. Minis ter voor onderwijs Savary heeft zijn kortgeleden gepubliceerde plan tot vergaande nationalisering van de privé-scholen - en dat betreft hoofdzaak het katholieke onderwijs - voorlopig in de kast gezet tot dat „maart" voorbij zal zijn. Het plan had grote weerstand opgewekt in de Franse katholieke wereld, maar ook bij een ieder die bij het Franse, door de staat gesubsidieerde, privé-onder- wijs betrokken is. Intussen zit de oppositie niet stil, Oud-president Giscard d'Estaing verscheen deze week op de omslag van L'Express en had een lang inter view met dit - rechtse - weekblad waarin hij vervroegde parlements verkiezingen voorspelt. Zelfs de re geringsgezinde Le Monde besteedl aan dit interview bij uitzondering en op zijn voorpagina grote aan dacht. En dan verscheen oud-pre mier Barre voor het eerst sinds zijn aftreden in mei '81 voor de televisie camera's, waarin hij op zijn gemak kon verklaren dat hij „het allemaal wel had zien aankomen". Want wat minister Delors met de spaarbank boekjes had gewild, en wat van de partij niet mocht, behoorde ooit tot het economisch wapentuig van de toenmalige premier Barre. (ADVERTENTIE) Een nieuw Bouwfonds-aanbod om uw woonlasten voor lange re tijd op een laag rente-niveau vastte leggen. Informatie bij uw makelaar, assurantie-tussenpersoon, het Bouwfonds-infocentrum te Middelburg: Korte Delft 2, 01180-27158 of door onderstaande coupon. I Coupon in gesloten envelop I l;zonder postzegel naar I Bouwfonds, Antwoordnummer 4 |4330WB Middelburg Ik wil meer informatie over j j de Bouwfonds-hypotheek j met 10 jaar vaste rente. Naam: I £1 I p I Adres: Telefoon: jn» Bouwfonds Nederlandse Gemeemen Van onze correspondent Hein ten Kor- ienaar) Wanneer de Nederlandse bisschop pen volgende weck in Rome zijn voor hun 'ad limina'-bezoek, zetten ze daarmee een eeuwenoude traditie voort. De volledige term luidt: 'Ad li- mina apostolorum' en betekent: Be zoek aan het verblijf (lees: het graf) van de apostelen, namelijk Petrus en Pau- lus. De uitdrukking werd al in de vroegste eeuwen gebruikt voor pel grimstochten naar Rome en gold toen in de eerste plaats het bedevaartsoord, niet de zetel van het pausdom. Met de toenemende centrale macht van de bisschop van Rome, kwam het in de late middeleeuwen te staan voor de be zoeken van de bisschoppen uit de rest van Europa aan de paus en sinds 1585, na de Romeinse verordening 'Romanus Pontifex' (de Romeinse hogepriester) van paus Sixths V, wordt de uitdruk king alleen nog gebezigd voor het ver plichte vijfjaarlijkse bezoek van de bis schoppen aan de paus om rapport uit te brengen over de stand van hun bisdom men. Geheel in overeenstemming met de op vattingen van na het Concilie van Tren- te (1545-1563) werden de bisschoppen van de wereldkerk in Rome beschouwd (en beschouwden zij zichzelf) als plaat selijke vertegenwoordigers of 'zetba zen' van de pauselijke macht, die van zelfsprekend verplicht waren aan hun superieur verantwoording af te leggen van hun bestuur. Het Tweede Vaticaan se Concilie (1962-1965), met zijn prachti ge theorie van de 'bisschoppelijke colle gialiteit', bracht hierin geen wezenlijke verandering, ook al wordt er nu mo dieus over gesproken als 'broederlijke ontmoetingen'. Hoe weinig er in wezen veranderd was, merkten de Nederlandse bisschoppen, van allen het meest naief overtuigd van de 'verandering', toen zij van Pau- lus VI een vernietigende brandbrief ontvingen, nadat zij op bet pastoraal concilie in Noordwijkerhout er alleen maar in hadden toegestemd het niet door hen gedeelde meerderheidsstand punt over het priestercelibaat aan Ro me over te brengen. Met Johannes Paulus n werd de kristal lisering van het Vaticaans Concilie defi nitief een feit en zoals de Nederlandse kerk in de voorgaande jaren, terecht of ten onrechte, overal was beschouwd als een voorhoede in de toepassing van de conciliebeginselen, zo werd zij nu het eerste mikpunt in de reactie tegen de in veler ogen gevaarlijke ontwikkelingen van na het concilie. Met name in Oost-Europa heerste grote verontrusting over wat men beschouw de als de degeneratie en verwereldlij king van de kerk in het westen. Ook de voormalige Poolse kardinaal Karol Wojtyla had uitgesproken ideëen over wat er met de Westeuropese, en met na me de Nederlandse, kerk aan de hand was en hij talmde niet lang met het naar zin mening uiterst urgente ingrijpen. Er was nauwelijks een jaar verlopen na zijn pauskeuze, toen hij zijn Neder landse ambtsbroeders op het matje riep of, in het nieuwe spraakgebruik van na het concilie, uitnodigde voor een 'bijzondere synode'. De broederlij ke genegenheid en eensgezindheid die toen (januari 1980) in Rome aan de dag werd gelegd, hield na terugkomst in Nederland niet lang stand en de syno debesluiten, bedoeld om definitief or de op zaken te stellen in de Nederland se kerk, bleken niet de ingrijpende ge volgen te hebben die men ervan had verwacht. Een jaar later sprak de paus daar in een brief aan de bisschoppen milde teleur stelling over uit: „Ik heb mij reken schap kunnen geven van uw bezorgd heid alstherders over een aantal moei lijkheden van structurele en psycholo gische aard, die de snelle en samenhan gende uitvoering van de synodebeslui ten in de weg staan. Wegens de bijzon dere belangstelling en genegenheid waarmee ik het leven van de kerk in uw land volg en wegens het feit dat ik slechtys haar welzijn op het oog heb, kan ik uw zorg alleen maar delen. Staat u mij toe u broederlijk aan te moedigen om vastbesloten op de ingeslagen weg verder te gaan". elDezelfde teleurstelling viel afgelopen zomer te beluisteren, toen de paus op zijn buitenverblijf in Castel Gandolfo een groep Nederlandse studenten on der leiding van mgr. Bar, de hulpbis schop van Rotterdam ontving. Hij vroeg hen hem nu toch eens uit te leg gen hoe het kwam dat de Nederlandse kerk, die hij bij een bezoek in 1948 zo had bewonderd, zo anders was dan die van nu. De 'Osservatore Romano', die de vraag registreerde, wist helaas het antwoord niet te melden. beleid Het is wel zeker dat de uitvoering van de synodebesluiten een belangrijk on derdeel zal vormen van de besprekin gen die de Nederlandse bisschoppen volgende week met de paus zullen heb ben. Het ls zijn gewoonte om na afloop van zijn afzonderlijke ontmoetingen met de bisschoppen van een bepaalde kerk provincie de hele groep gezamenlijk te ontvangen en toe te spreken. Hij zal dat ongetwijfeld volgende week ook doen met de Nederlandse bisschoppen en uit zijn redevoering bij die gelegenheid val len belangrijke aanwijzingen te ver wachten voor zijn toekomstig beleid ten aanzien van de Nederlandse kerk, en misschien zelfs de aankondiging van een pauseijk bezoek aan ons land, waar voor de paus al enige tijd Nederlands aan het leren is en waarvoor de voorbe reidingen in een vergevorderd stadium schijnen te verkeren. Steeds terugkerende punten in de toe spraken van Johannes Paulus II tot an dere bisschoppenconferenties zijn: K gebrek aan priesterroepingen en noodzaak van de adequate priesterop leiding, de huwelijks- en gezinsmora»! en de christelijke opvoeding van jeugd. In zijn rede tot de Zwitserse 1» schoppen, op 9 juli van het vorig jaa stipte hij een probleem aan waarrafi' ook him Nederlandse collega's sindsjs- ren te kampen hebben: „Uit uw laai komen steeds meer brieven naar M Vaticaan, waarin diep bezorgde christr nen klagen over onverantwoorde 1 thurgische experimenten, eenzijdig prediking in hun parochies en liefdelö kritiek in katolieke tijdschriften en c? theologische bijeenkomsten". De bisschoppen moeten er reken# mee houden dat een deel van de Vafr caanse informatie over hun digcesenfc' komstig is van zulke 'diep bezorg» christenen', die zich achter hun rug<£ rechtstreeks tot het Vaticaan wend» en daar vaak een maar al te gewillig»' vinden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4