van groen laken naar wit tapijt ZELFKRITIEK KAREL DELLEBEKE ALS PIONIER NAAR NK SKIËN IN OOSTENRIJK het sterkste wapen van schaker john van der wiel PZC/zaterdagkrant ZATERDAG 15 JANUARI 1983 21 Wat onnozel tuurt een argeloze strandwandelaar in de richting van de zee. In de verte doemt een aantal gekleurde stippen op. Zeilboten, zoals even later blijkt. Een hele Armada trekt zich aan het oog voorbij. Een voorbijganger merkt de vragende blik van de man op en zegt: „Het Oostenrijks kampioenschap zeezeilen". Een glimlach, die ongeloof verraadt, speelt over 's mans gezicht en plotseling klinkt een schaterlach als een droge echo over het strand. „Nee, serieus. Die Oostenrijkers zijn speciaal daarvoor naar Zeeland gekomen", verduidelijkt de passant. De beide mannen keuvelen nog wat en kiezen vervolgens hun eigen weg. Nog een keer laat de man zijn blik glijden over het water. Hij versnelt zijn pas. „Leuk verhaal voor bij de koffie", denkt hij. Zo moet een Oostenrijker ongeveer reageren op het Nederlands kampioenschap skiën in zijn eigen land. Toch wordt die titelstrijd al sinds jaar en dag gehouden. Dit jaar met een Zeeuwse deelnemer. De Vlissinger Karei Dellebeke komt begin februari in actie in het Oostenrijkse Uttendorf, onder Kitzbühel. Dellebeke is vast van plan zich op het onderdeel afdaling als een lawine naar beneden te storten. Vergelijkingen met de Spaanse schaatscrack Gomez dringen zich al snel op. De moedige bewoner van het Iberisch schiereiland zette mensen menigten op hun kop met zijn ijverig gekrabbel. Het „Gomez, Gomez" galmt nu nog na in de diverse schaatssta- dions De Nederlandse ski vereniging wil echter geen 'lachertjes' afvaardigen naar wereldbekerwedstrijden. In het blad 'Ski' (het orgaan van de Neder landse skivereniging) schrijft Jan Piet van der Meer, de voorzitter van de alpi necommissie „Misschien dat sommi gen ons gebrek aan realiteitszin verwij ten, best mogelijk, maar zo lang de mo gelijkheid er is. dat een Nederlandse wedstrijdskiër de top kan halen voelt de alpinecommissie zich verplicht op de Ingeslagen weg voort te gaan". Het pad waarop de Nederlandse wed strijdskiërs zich bevinden is behoor lijk professioneel geplaveid. Daarbij vergeleken is Karei Dellebeke maar een avonturier. Een fanatiek winter sporter. De 20-jarige computer-operator bij de PZEM in Middelburg stond tien jaar geleden voor het eerst op ski's. In de loop van het achterliggende decen nium skiede hij alles bij elkaar zo'n zestien weken. Echt skiën, van 's mor gens \Toeg tot de invallende duister nis. „Ik ga voor de sport. Leuk hoor, dat après-ski, maar 's morgens op de baan moeten er toch weer prestaties gele verd worden. De mensen moeten het zelf weten als ze voor hun ontspanning gaan, maar ik hoef in Oostenrijk niet naar een disco. Daar kan ik vijftig we ken in een jaar naar toe. Ik ga, als ik op wintersport ben, 's avonds vroeg naar bed", vertelt Dellebeke. Terwijl het après-skl bij de meesten nog doordondert in de schedelpan en het gros met kleine oogjes op de piste ver schijnt heeft Karei Dellebeke 's mor gens al flink wat kilometers m de benen. Skiën geeft hem een geweldige 'kick' en elk jaar rond deze tijd krijgt hij de krie bels weer in het bloed. „Het is mijn grootste hobby", zegt hij. Het is boven dien zijn enige verslaving, want roken en drinken is er niet bijDellebeke start te vijf maanden geleden al met rijn voorbereiding op het Nederlands kam pioenschap (7-11 februari) en de laatste weken traint hij dagelijks op het strand tossen Vlissingen en Dishoek. Hij wil niet afgaan tussen de - voor Nederland se begrippen - erg snelle jongens, „In principe is het natuurlijk mogelijk dat je afgaat, maar dat wil ik met Daarom tram ik nu al maanden". Looptrainingen langs een winderige duinenrij. Het blijft behelpen, maar zo 'ang de gedachte aan een zonovergoten alpenhelling in het achterhoofd speelt is de motivatie niet zo moeilijk op te brengen. Het blijft voor de jeugdige Vlissinger echter een duik in het diepe. Vorig jaar ging hij diverse krachtme tingen aan met Oostenrijkse jongelui. In Seefeld, waar hij tot op heden elk jaar kwam, pakte hij 's middags vaak de laatste lift naar de top met zijn Oos tenrijkse maatjes. Eenmaal boven werd het verstand op nul gedraaid en de blik op oneindig geschakeld met maar een doel: zo snel mogelijk weer naar beneden. „Ik ben nogal een lief hebber van hard naar beneden knallen en het viel me op dat ik, ondanks dat ik maar veertien dagen skie in een jaar, bijna al die jonge gasten voor bleef. Daar kwam het toch aan op veel lef en pure snelheid", verklaart hij nu. Lef en fanatisme brachten hem ertoe in te schrijven voor de Nederlandse kam pioenschappen Vroeger voetbalde hij bij RCS maar rijn fanatieke optreden bracht hem nogal eens in moeilijkhe den. „Ik heb daarom voor een indivi dualistische sport gekozen", verduide lijkt hij. Dellebeke werd lid van de Sou- burgse biljartvereniging VEGABV. Van het witte tapijt naar het groene la ken. Met succes, want vorig jaar werd de Vlissinger kampioen in de derde klas van het biljartdistrict Walcheren/De Bevelanden in het libre „Ik wil graag winnen en bij biijarten ligt het aan jezelf als je niet wint". Maar een ereplaats bij de Nederlandse ski-kampioenschappen kan Karei Del lebeke wel vergeten. De leden van de Nederlandse kernploeg beschikken over het beste materiaal en trainen bo vendien vele weken per jaar. Toch ziet hij het wedstrijdskiën helemaal zitten. De Nederlandse titelstrijd moet een soort test worden. „Als Karei Dellebe ke daar vijftigste wordt, dan heeft het geen zin om door te gaan. Maar stel dan je bij de eerste twintig eindigt. Dan ben ik wel zo'n streber, dat ik er vol gend jaar extra hard tegenaan ga. Dan maar niet op vakantie in de zomer". circus Toch is zijn deelname ln Uttendorf nog niet honderd procent zeker. Vooraf gaand aan de wedstrijd staan twee trai ningen gepland. „Aan de hand van de tijden, die je daar realiseert, wordt be paald of je mee mag doen. Vroeger gin gen ze tljdeas de afdaling nog wel eens in slalom naar beneden. Dan deden ze er vijf minuten over of zo. Nu willen ze voorkomen dat het een circus wordt". Ter acclimatisering reist Dellebeke een week voor de kampioenschappen al af naar Oostenrijk. Een trainingsweek, maar bovendien moet hij in het Salz- burgerland nog op zoek naar het juiste materiaal. De Zeeuwse deelnemer be schikt zelf over mid-ski's met een lengte van 1.85 meter. Voor een afdaling is ech ter een minder brede alpine-ski met een lengte van meer dan twee meter nood zaak. Dellebeke is de sportzaken in zijn omgeving inmiddels langsgeweest, maar dergelijke wedstrijdski's worden wegens een gebrek aan vraag niet ver huurd in Nederland. „Ik ga het nu in Oostenrijk proberen", laat Dellebeke weten. „De eerste twee dagen modder ik een beetje aan op mijn eigen ski's en dan wil ik de rest van de week op gehuurde ski's aan het werk. Ik kan best begrijpen dat ze die alpine-ski's hier niet verhuren. Ik hoop dat ik een Oostenrijker kan charteren voor een paar goede ski's. Als je een pionier bent, dan moet je het toch zelf een beetje uitzoeken. Helmen verhu ren ze hier ook niet en het is toch ver plicht om zo'n ding tijdens een wed strijd op te hebben. Daarom neem ik nu in eerste instantie een motorhelm mee, die een beetje gestroomlijnd is. Mis schien dat ik in Oostenrijk nog wel een andere helm te pakken kan krijgen. Het schijnt dat de bevolking daar nog al meeleeft". eindeloos Hij bladert wat in 'Ski' en vervolgens een stukje voor uit een interview met de Amerikaan Steve McKinney, die vier jaar geleden het wereldsnelheidsrecord op ski's in handen had met een gemid delde snelheid van ruim 200 kilometer per uur. „Het begint zo rond de 160 kilo meter per uur Je ski's raken de sneeuw nog amper goed en met je kanten kun je niet meer goed sturen. Met je hele li chaam doe je dat dan en daarbij moetje je balans houden. Een verkeerde bewe ging en het is over en sluiten maar. In derdaad. boven de 160 kilometer wordt het een heel aparte ervaring. Alles wordt rustig en stil om je heen. Je ge dachten staan stil. tot het weer tijd is om af tc gaan remmen. Heerlijk, einde loos". Snelheid boeit Dellebeke. „Ik heb eens uitgerekend dat die afdaling in Seefeid ongeveer met 70 kilometer per uur ging. Dat is zo maar een gok, want pre cies weet je het natuurlijk nooit. Het was natuurlijk geen echte afdaling. Je ging daar gewoon 'knal' naar beneden. Ik vind het geweldig om dat te doen. Op een gegeven moment krijg je tranen in je ogen. De hobbels in de sneeuw zie je'niet meer, zo hard ga je toch en dat is niet misselijk. Tijdens een wedstrij dafdaling hoef je nooit op andere skiërs te letten. Zo, op een normale pis te, is het toch wel een gevaarlijk zaak je. Als je het laat in de middag doet, dan heb je toch al heel de dag op de ski's gestaan. Je hebt dan de macht en de kracht niet meer. Ik heb mensen zien vallen. Verschrikkelijk. En ik ben zelf ook wel eens met een niet geringe snelheid tegen de grond gegaan. Ik ben wel eens uit de bocht gevlogen. Ik ging recht op zo'n sneeuwwal af. M'n ski's bleven erin staan en ik werd zo onge veer afgevuurd". nachtmerries Nachtmerries heeft hij er niet aan over gehouden. „En tot nu toe heb ik nog niets gebroken", zegt hij, terwijl hij met zijn vingers op de tafel klopt. „M'n broer stond een keer stil op ski's toen hij om viel. Daarbij scheurde hij iets in z'n schouder. Je kan daar toch niets van zeggen. Nee. bang ben ik niet. Mis schien als je eens een keer echt klapt. Kijk, op tv lijkt het wel aardig, maar je moet zelf eens op ski's gaan staan. Dat is niet te vergelijken. Je riet echt niets meer, alleen een witte massa. Verder hoor je alleen het ruisen in je oren", ver telt hij. Dellebeke wordt bevangen door een lichte vrees als hij aan de naderende titelstrijd denkt. Toch angst voor het onbekende. De Vlissingse deelnemer weet nog bijna niets van wat hem te wachten staat. „Ik ben niet bang om af te gaan. Er is maar een weg en die gaat naar beneden. Ik heb geen illusies, dat ik kemploegleden eruit skie, maar het gros van de deelnemers moet zich toch net zo voorbereiden als lk. Dat moet toch een open strijd zijn", praat hij zich zelf moed in. Dellebeke trainde de afge lopen maanden zelfs zo hard, dat hij zichzelf blesseerde. Na zijn herstel koos koen mijnheer hij bewust voor looptraining op het strand. ..Het is slecht om op beton te lopen. Op het strand krijg je met het gevoel dat het zo bonst. De laatste acht, negen weken heb ik nergens meer last van". Naast de looptraining („steeds acht kilometer in 32 minuten"! doet Dellebeke ook allerlei oefeningen, die op het skiën gericht rijn. „Ik wil in goe de conditie zijn. Meer kan je niet doen. Als je geen goede conditie hebt, dan lukt het je ook niet om twee minuten lang in de ei-houding (houding waarin skiërs de minste luchtweerstand onder vinden, red.) te staan. Dat moet je vol kunnen houden als je mee wilt doen. Zo'n afdaling betekent een verschrik kelijke aanslag op je knieën en Je en kels". kunstskibaan Op ski's heeft hij niet een keer ge traind. Op dit moment heeft Dellebeke er geen extra greep uit de schatkist voor over om langer dan twee weken per jaar in Oostenrijk te vertoeven en een bezoek aan een van de kunstskiba nen iu Nederland ziet hij niet zitten. „Zo'n kunstbaan is veel te klein om voor een afdaling te trainen. Je gaat boven staan, je buigt je voorover en je bent beneden. Ik geloof niet, dat je daar qua training wat mee opschiet. Als het budget het toelaat, dan zou je je weken lang voor kunnen bereiden, maar voorlopig hou ik het maar bij droogtraining. Als ik naar Oostenrijk ga, dan kan ik 29 januari voor het eerst op de latten staan en de eerste afdaling staat pas op 8 februari. Dan heb ik nog wel wat tijd om wat tc wennen". De 64 kilo zware en 1.83 meter lange Dellebeke wil zo min mogelijk aan het toeval overlaten. Hij heeft zich daarom Karei Dellebeke (fotoRuben Oreel) ook verdiept ln de achtergronden van het skiën. „Qua lengte en gewicht heb ik de goede lichaamsbouw voor een af daler", vertelt hij. „Verder gaat m'n moeder mee naar Oostenrijk om een goede pot te koken. Skiën kost je heel veel koolhydraten. Dat merkje ook wel als je een hele dag bezig geweest bent. Om tien uur 's avonds vallen je ogen dicht. Zeker als je eerst nog een warm bad genomen hebt en als je dan nog in de sauna geweest bent zoals wij dat al tijd deden in Oostenrijk. Met dat wed- strijdskién zal het wel niet anders rijn. Daarom moet je dingen eten als maca roni, spaghetti, brood en druivesuiker". Angstvallig houdt de PZEM-medewer- ker de laatste tijd de weersomstandig heden in Oostenrijk in de gaten. Sneeuw is schaars deze winter. „Er mag de komende weken nog wel een pak vallen", realiseert Dellebeke zich dan ook. Zijn voorbereiding Iaat hij door sombere berichten echter niet verstoren. Er mag niets fout gaan. Toch stelt hij zichzelf de vraag „of een Nederlander wel perfect kan leren skiën. Ik heb vier jaar lang les geno men. Daarna niet meer. Als je jong bent en je hebt een beetje aanleg, dan lukt het toch wel. Ik had het wel bekeken met dat lesnemen". zenuwen In Seefeld kende Karei Dellebeke het afdalingsparkoers op zijn duimpje („dat kan ik wel dromen") „Maar nu zal het wel vreemd rijn. Het is de bedoeling dat ik wat op dat afdalingsparkoers ga trai nen, maar als ik eenmaal in dat poortje stadan zal ik wel last hebben v an zenu wen. Toen ik vorig jaar de finale moest spelen bij het biljarten heb ik eerst vijf minuten op de wc gezeten met m'n hoofd in m'n handen. Ik trilde hele maal. Zenuwen moetje toch hebben als je je goed wilt concentreren. Als ik een maal hard naar beneden zeil, dan heb je weinig tijd om te denken: „Ho, Ho, wat ben ik zenwuachtig". Kijk, ik heb er toch bewust voor getraind. Het moet goed gaan die tweeënhalve minuut". „Wat de wintersport aangaat ben ik ei genlijk in het verkeerde land geboren. Daar ben ik helemaal gek van. Nu het wat slechter gaat denk ik dat winter sport wel weer een wat meer elitaire sport zal worden. Dat is natuurlijk hardstikke jammer. Dit jaar rijn er. ge loof ik, 300.000 Nederlanders minder naar de wintersport gegaan. Ik woon zelf nog thuis en ik verdien een goede boterham bij de PZEM. maar stel. datje alleen woont Ik kan me goed voorstel len dat het dan niet meer te betalen is. Dat lijkt me een zware dobber. Ik kan me indenken dat mensen zelfs een le ning afsluiten om te gaan skiën. Als je een echte liefhebber bent, dan is de ver leiding om zoiets te doen groot. Het wordt in advertenties vaak aantrekke lijker gemaakt, dan het in feite is". flesje drank Dellebeke behoeft in leder op dit mo ment nog geen stapje terug te doen. „Als het een beetje lukt tijdens de kam pioenschappen, dan ga ik volgend jaar misschien wel wat langer weg. De sport blijft dan weJ voorop staan. „Ik zie ze soms op de piste met flesjes drank staan. Dat snap ik nou niet. Die dingen gaan niet samen. Ook al doe je het rustig aan. dat is gevaarlijk. Als je met veertig kilometer per uur tegen een boom vliegt, dan is het met je ge beurd". Zelfkritiek is volgens Jan Tim man een van de eigenschappen waaraan zijn collega-schaker John van der Wiel diens opvallende pro gressie te danken heeft. De 23-jari- ge Leidenaar onderschrijft die stelling in een gesprek vooral als hij tot de conclusie komt dat hij het afgelopen jaar met enig geluk grootmeester is geworden. Zowel in Wijk aan Zee als in Novi Sad waar hij de resultaten boekte die hem dezelfde titel opleverde als Euwe, Donner, Timman. Sosonko en Ree heeft hij, zo is zijn stellige overtuiging, overwinningen te danken gehad aan blunders van te genstanders. „Voor Wijk aan Zee geldt dat ster ker dan voor Novi Sad. In Joegosla vië won ik een keer door fouten van Ribli. Daartegenover staat dat ik driemaal beter heb gestaan en toch niet verder ben gekomen dan remi se. In Wijk aan Zee heb ik twee par tijen gewonnen vanuit een verloren stelling. Dat was tegen Ree en Chandler. Had ik die partijen verlo ren dan was ik in de middenmoot geëindigd en niet als derde zoals nu is gebeurd. De moet het vaak heb ben van partijen waarin ik heel slecht sta en plotseling kans krijg. Ik ben niet gauw aangeslagen. Je hebt nog wel eens spelers die in el kaar klappen als ze zien dat ze iets fout hebben gedaan. Zo ben ik niet. Ik geef het niet gauw op". Het zou echter te ver voeren om Van der Wiel als een omhoog geval len grootmeester af te schilderen. Daarvoor heeft hij vorig jaar te goed gepresteerd. Niet alleen in Wijk aan Zee en Novi Sad, maar ook in het Spaanse Marbella waar hij gedeeld eerste werd ln het zone- toernooi en in Luzem waar hij met zeven uit elf de hoogste score be haalde van de Nederlanders tijdens de olympiade. Daartegenover stond echter een teleurstellende vierde plaats in het Nederlands kampioenschap en een elfde posi tie in september in Moskou tijdens het interaonetoemooi. „De start daar was rampzalig. Ik verloor de eerste vier partijen. Dat waren alle maal marathons. Iedere partij werd afgebroken. Het liep helemaal niet. Ik kon niet in mijn ritme komen. Ik had met mijn secondant Gert Lig- terink wel veel voorbereid. Ander halve maand heb ik geen toernooi gespeeld. Misschien was het beter geweest als ik juist wel wat ge speeld had". top vijftig Ondanks de mislukte expeditie naar de Russische hoofdstad waar hij met name door Kasparov en Tal van het bord werd geveegd, be schouwt Van der Wiel 1982 als het jaar van de doorbraak. „Het vorige topjaar was voor mij 1979. Ik werd toen Europees jeugdkampioen, vierde in het Nederlands kam pioenschap, tweede in de groot- mees tergroep van het IBM-toer- nooi en open kampioen van Neder land in Dieren. In 1982 is alles ech ter veel sneller gegaan dan ik had verwacht. In januari heb ik het eerste grootmeesterresultaat ge boekt en nog in hetzelfde jaar ben ik grootmeester geworden. Mijn rating is met 60 punten gestegen, van 2470 naar 2530, waardoor ik nu bij de top-vijft ig v an de wereld sta. Het voordeel is dat ik nu al meer uitnodigingen heb gekregen en dat ik ook meer kan vragen. Het scheelt al gauw 500 a 1000 gulden". Met de nodige zelfkritiek („ik twij fel nog vaak of het allemaal goed is wat ik doe"), een flinke dosis eer zucht, een voor schakers ongewoon sportieve instelling en een in de loop der jaren aangepaste stijl hoopt John van der Wiel de op gaande lijn verder te kunnen door trekken. „Het zal nu extra moeilijk worden om hoger te komen dan die vijftigste plaats omdat ik nu met erg goede schakers te maken krijg. Ik weet echter dat ik nog beter kan worden. Mijn spel is de laatste jaren breder geworden, maar kan nog completer. Vroeger speelde ik al leen tactisch scherpe partijen met veel risico. Het was attractief en agressief spel. Niet slecht, maar af en toe is het beter om wat meer bo dy aan je spel te geven. Ik zorg daarom nu voor wat meer veilig heid waardoor de opzet van het spel gezonder is, zodat ik na een mislukte aanval niet meteen een ruïne overhoudt". „Ik heb wat boeken gelezen ,van Russische grootmeesters. Van Smislov van vroeger en van Kar- pov toen die wat jonger was. Het viel me daarbij op dat zij ook veel zekerheden inbouwen. Daarnaast heb ik mijn openingenrepertoire uitgebreid. Tot drie jaar geleden beheerste ik een paar varianten van het Siciliaans. Die probeer ik altijd op het bord te krijgen, maar daarmee kun je het natuurlijk niet volhouden. Vandaar dat ik meer dere openingen goed ben gaan be studeren". coopertest Van die studie is de afgelopen week echter niets terecht gekomen om dat hij midden in een verhuizing zat en bovendien „aan rust toe was": „Vorig jaar heb ik erg veel gespeeld Negen toernooien, terwijl een schaker normaal zes a zeven toernooien afwerkt. Dan Is het wel eens goed om het schaakbord even aan de kant te schuiven. Voor het Hoogovens toernooi (dat vrijdag begint - red.) heb ik wel aan mijn lichamelijke conditie gewerkt. Ik heb een aantal keren de coopertest gedaan. Twaalf minuten constant hardlopen. Vorige week maandag heb ik 2850 meter afgelegd. Voor een schaker is dat een goede af stand. Ik zou het best tegen de hele Nederlandse top durven opnemen. Ik denk dat alleen Bohm van mij zou winnen. Dat hardlopen scheelt wel. Je merkt het goed tijdens het schaken, vooral in het vijfde uur. De helderheid die je dan nog nodig hebt kan groter zijn dan wanneer je verder niet aan sport doet". Dat Van der Wiel sportief is inge steld bewees hij in januari vorig jaar. Voor het toernooi in Wijk aan Zee sloot hij een weddenschap aL Als hij een grootmeesterresultaat zou boeken dan zou hij een duik in zee nemen. Toen hij de benodige 7,5 punten had binnengehaald liep hij ook inderdaad het ijskoude water in. „Dat wil ik nu weer doen. Als ik het toernooi win. De kans is daar door zo goed als uitgesloten dat ik weer zo'n duik moet nemen. On danks het wegvallen van de Russen wegens de deelneming van Kortsj- noi is het toernooi nog sterk bezet. Want ook al ben lk nu grootmees ter. als Je naar de ratings van alle spelers kijkt, sta ik nog bij de on derste helf. Ik vind het wel schan dalig wat de Russen hebben ge daan. Het Is daarom goed dat KNSB en de toemooiorganlsatle protest hebben aangetekend bij de wereldschaakbond Niet dat het veel helpt. Kortsjnoi heeft destijds op de Filippijnen laten blijken dat hij geen hoge pet op heeft van Cam- pomanes die toen dat duel tegen Karpov organiseerde. Nu Campo- manes president is van de FIDE zal het protest dan ook wel worden af gewezen. maar dat geeft niet. Dan kan in ieder geval de hele wereld zien hoe Campomanes is". aanval Van der Wiel opende al eerder een aanval op de Russen. Tijdens de olympiade in Luzern droeg hij in zijn partij tegen de Rus Joesoepov een shirtje met het opschrift „Goelko". De Leidenaar protes teerde op die manier tegen de be handeling van de Russische groot meester Boris Goelko die in hon gerstaking was omdat hij het land niet mocht veriaten. „Ik geloof niet dat die actie consequenties voor me zal hebben en dat ik Rus land niet nieer zal binnen mogen. Ik december zou ik in Sotsji spe len. De laatste dag van de olympia de kwam Poloegajevski naar me toe en vroeg me of ik nog wilde meedoen. Ik zei nee omdat ik al had besloten om in december vrij te willen zijn, maar kennelijk kan ik Rusland nog wei in. Maar stel dat ik geweigerd word. dan zal ik geen spijt hebben van mijn actie. Ik zou het zonder meer weer doen. Het ging om iemand die in honger staking was en eventueel zou kun nen sterven. Als je dan zo'n klein gebaar van collegialiteit kan ma ken moet je dat niet laten. Ik ben niet zo'n actievoerder, maar in dit geval moest het gewoon". John van der Wiel

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 23