hoofdschipper
DELTAWERKEN
MENSENWERK
introduktiecursus
'ER VARING IS
HEEL BELANGRIJK'
COMPUTER BETROUWBARE BONDGENOOT.
PZC/ zaterdagkrant
ZATERDAG 15 JANUARI 1983
F. Kraaijeveld
Het is Flip Kraaijeveld nog niet eens tegengevallen. Eind vorig jaar zijn twee funderingsmat-
ten voor de stormvloedkering op de bodem van de Oosterschelde afgerold. Dat was meer dan
waarop hij had gerekend: „Ik voor mij had niet gedacht dat we voor de Kerst al matten zouden
afzinken". Kraaijeveld is zich ervan bewust dat het mattenleggen achter loopt op het schema voor
de bouw van de pijlerdam. Hij maakt zich er niet druk om. „Ik denk dat we die achterstand wel
weer kunnen inlopen", verwacht hij. „Er is steeds van uitgegaan dat we gemiddeld 1,1 mat per
week zouden kunnen leggen. Maar ik denk dat we op den duur wel op een gemiddelde van 1,4 of
misschien zelfs 1,8 zullen kunnen komen".
gv V 's'
'•••sta;'-•>-
-.V
WI0&
De mattenlegponton Cardium vormt
wel een heel duidelijke uitzondering op
de regel dat een schip slechts één kapi
tein kan hebben. In totaal zijn er zeven
tien schippers voor aangetrokken. De
Cardium is dan ook een bijzonder vaar
tuig. Het beweegt zich voort met be
hulp van lieren en kabels, het baggert
de Oosterschelde-bodem op de juiste
diepte en het rolt de funderingsmatten
af. Voor elk van die drie functies is een
schipper aan boord: een verhaalschip-
per. een baggerschipper en een afzink-
schipper. Een hoofdschipper leidt de
werkzaamheden. Omdat op de Car
dium in vier-ploegendienst wordt ge
werkt, zijn er zestien schippers voor de
bediening van de ponton. Kraaijeveld
isde zeventiende. Hij is een soort opper-
hoofdschipper. Een benaming waar hij
het zelf niet mee eens is, maar hij weet
zo snel ook geen betere. „Zet maar
hoofdschipper. Ik coördineer de boel
zo'n beetje". De vier Cardium-beman-
ningen tellen elk dertig personeelsle
den.
Kraaijeveld (31) kent de Oosterschelde-
monding zo langzamerhand op zijn
duimpje. Hij werkt al zes-en-een-half
jaar bij Dosbouw, de aannemerscombi
natie die de stormvloedkering bouwt.
Vier jaar heeft hij gewerkt aan boord
van de blokkenmattenlegger Dos I,
eerst als tweede schipper en later als
schipper Die Dos I heeft ongeveer vier-
en-een-half miljoen vierkante meter bo
dembescherming in de Oosterschelde
gelegd. Kraaijeveld weet er nu dan ook
aardig de weg. Hij is in een vroeg sta
dium gevraagd hoofdschipper van de
Cardium te worden. Zo vroeg dat hij bij
de bouw van de mattenlegger is betrok
ken. In augustus 1981'kwam hij al aan
boord van de toen nog kale ponton,
Als een van de weinige opvarenden van
de Cardium draait Kraaijeveld in be
ginsel alleen dagdienst. Maar wanneer
in verband met een gunstig tij 's nachts
een mat moet worden afgerold, dan is
hij ook van de partij. Alleen 's zondags
zullen ze het zonder Flip Kraaijeveld
moeten stellen. Dan werkt hij niet, om
principiële redenen. Hij woont in Slie-
drecht. Door de week verblijft hij in het
woonoord Moermond bij Renesse. Een
en ander betekent dat hij niet vaak
thuis is. „Tja, de opvoeding van de kin
deren komt voor een groot deel voor
rekening van mijn vrouw. Zo is 't nu
eenmaal. We zijn het trouwens eigenlijk
niet anders gewend. Mijn vader en de
vader van mijn vrouw hebben ook m
het baggerwerk gezeten. Die waren ook
altijd van huis. Daar groei je dan wel
in".
'kietelig bedrijf
De mattenleggerij in de Oosterschelde
is, zo omschrijft Kraaijeveld het, een
'kietelig bedrijf, De stroming en het
weer hebben er een grote invloed op.
Die bepalen in belangrijke mate het
moment van afrollen. Daarmee moet
een begin worden gemaakt wanneer
bij eb de waterstand zestig centimeter
boven laagwater is gekomen. Het af
zinken moet zijn voltooid zodra het
weer opkomend water een stand van
vijftig centimeter boven laagwater
heeft bereikt. Voordat het afrollen kan
beginnen, moet eerst de bodem op de
juiste diepte worden gebracht. Dat
doet de Cardium met zijn zuigmond.
Terwijl het vaartuig zich met zijn lie
ren over de plaats trekt waar de mat
moet komen te liggen, baggert die zuig
mond het zand weg. Afhankelijk van
het feit of gewerkt wordt in een aan-
zandings- of in een erosiegebied moe
ten meer of minder baggerslagen wor
den gemaakt. Kraaijeveld verwacht,
dat het maximum ongeveer twaalf zal
zijn en het minimum vier. Iedere bag-
gerslag moet worden gevolgd door een
inpeilslag om na te gaan of de bodem
mooi vlak is geworden. In totaal vergt
het leggen van de mat ongeveer dertig
slagen. Alles bij elkaar is dat een ope
ratie die ongeveer honderd uur duurt.
De taak van Kraaijeveld op de Cardium
is ervoor te zorgen dat alles en iedereen
steeds weer gereed is om aan een nieu
we afrol-procedure te beginnen. De be
slissing om met het afzinken te begin
nen. neemt hij niet. Dat doet een gezel
schap dat inmiddels al 'de club van zes-
aan-tafel' wordt genoemd, drie mede
werkers van rijkswaterstaat en drie van
Dosbouw. Kraaijeveld is ook de verbin
dingsschakel tussen deze beslissers en
de uitvoerders van de mattenleggenj
Voor de hoofdschipper is de Cardium
eigenlijk geen schip maar een fabriek.
„Het is het modernste materiaal waar
we hier mee werken. Wat dat betreft
ging het er op de Dos I een stuk eenvou
diger aan toe. Daar moesten we enkel
een matje afrollen. Dat gebeurde bij wij
ze van spreken grotendeels met de
hand. Maar op de Cardium moeten we
baggeren, afrollen, verdichten en me
ten En daar hebben we allerlei appara
tuur voor".
Het afrollen is tot nu toe zowel bij de
proefmatten als bij de twee definitieve
funderingsmatten in het sluitgat Ham
men goed verlopen. Het schoonzuigen
van de matten levert evenwel nog pro
blemen op. Een proefmat en de eerste
Hammen-mat zijn daarbij beschadigd.
Kraaijeveld haalt er zijn schouders
over op: .Jammer, maar ik lig er niet
van wakker. Dat klinkt misschien non
chalant. Maar je moet, vind ik, gewoon
nuchter zijn en proberen te voorkomen
dat 't nog eens gebeurt". Ondanks zijn
onbewogenheid is de hoofdschipper
van de Cardium toch wel blij dat de
tweede beschadiging niet een gevolg
was van een menselijke fout, maar van
een mechanisch feilen.
Kraaijeveld is ervan overtuigd dat het
mattenleggen een stuk sneller kan ver
lopen. „Als iedereen eerst maar op el
kaar en op de apparatuur is ingespeeld.
Je kunt nu wel tegen iemand zeggen: je
kunt beter daar gaan staan, maar pas in
de praktijk komt die man daar zelf ach
ter De ervaring is heel belangrijk".
Om snel te kunnen werken moeten dan
wel alle vier Cardium-bemanningen de
nodige ervaring op kunnen doen. In
theorie is het heel goed mogelijk dat
steeds dezelfde ploegen de gunstige
omstandigheden treffen en matten
kunnen afzinken, zodat het maanden
kan duren voordat een andere aan het
afrollen van de eerste mat toekomt. Dat
brengt de gekozen werkwijze met zich
mee. In totaal moet de Cardium zesen
zestig onder- en zesenzestig bovenmat
ten leggen. ..Je zult 't zien", voorspelt
Kraaijeveld. „Zo omstreeks de vijftig
ste loopt 't allemaal op rolletjes".
rinus antonisse
ben jansen
Foto: Wim Riemens
Computers hebben iets onnavolgbaars, geheimzinnigs, en voor velen een element van bedrei
ging, gebaseerd op een vage angst dat 'de machine' op een slechte dag het heft in handen zal
nemen en de mens degradeert tot een kwetsbaar verlengstuk, of een ondergeschikte.
Van die onbenoemde emoties bij zijn
werknemers is Dow Chemical in Ter-
neuzen zich terdege bewust.
Het ding is zo mystiek gemaakt", zegt
Bert Visser, trainingssupervisor bij het
bedffjf en verantwoordelijk voor de
technische opleidingen. „Dat heeft ge
leid tot een kloof met de mensen".
Rolf Knijff. hoofd van de afdeling oplei
dingen bij Dow, vult aan: „Ons voor
naamste doel is om die kloof weg te ha
len. Mensen moeten leren een computer
te zien als een stuk gereedschap waar ze
de baas over blijven".
'Demystificatie' noemt hij het. „Oude-
•ren voelen dat nog niet zo direct aan.
Die hebben iets van dat ontzag, die va
ge schrik. Maar bij kinderen zie je dat ze
zoiets spelenderwijs leren, het omgaan
met, computers".
Om de kloof tussen de Dow-werkne-
mers en de computer te dichten heeft
Bert Visser in samenwerking met Dirk-
senElectronica-opleidingen in Arnhem
een introduktiecursus opgezet die in
principe voor iedereen bestemd - en be
grijpelijk - is: de cursus 'Computero-
néntatie voor Operators'. „De rode
draad", zegt Visser, „is het scheppen
fan een vertrouwensband met de com
puter Daar gaat het eigenlijk om". De
cursus ging in februari van het vorig
jaar van start. Tot op heden hebben
nnm 700 Dow-employé's de driedaagse
kennismaking ondergaan. Knijff en
Visser zijn tevreden. De respons was erg
bevredigend. Meer dan de helft van de
cursisten wilde na afloop méér weten
over het wezen en gebruik van de com
puter. Dat kan, want de introduktiecur
sus- feitelijk het aap-noot-mies van de
computer - heeft binnen het bedrijf ver
scheidene vervolgmogelijkheden. Ope
rators gaan met de kennismaking ach
ter de kiezen verder m op 'toepassing en
bediening' van het apparaat, waarna
»og een programmeercursus mogelijk
De introduktiecursus - een unicum in
Nederland - kreeg gestalte na 'signalen
uit het veld', zoals Visser het uitdrukt.
Vroeger kregen operators meteen een
cursus toepassing en bediening. Ze leer
den ermee om te springen, kortom.
„Maar", zegt Visser, „de mensen misten
iets om er echt vertrouwd mee te raken.
De kennismaking werd overgeslagen.
Vragen als: hoe werkt zo'n ding, wat
voor gevolgen heeft het voor mijn werk.
wat gaat het apparaat met mijn job
doen Antwoorden op die vragen zijn
voor de werknemers erg belangrijk.
Vanuit praktisch oogpunt, maar ook op
geestelijk vlak. Vandaar de nadruk op
het vertrouwd-maken".
Knijff: „Een operator werkt in een om
geving waarin hij erg alert moet zijn.
Het is een verantwoordelijke baan, die
man moet weten en voelen dat zijn com
puter een betrouwbare bondgenoot is".
De samenwerking van mens en geavan
ceerde machine luistert volgens Knijff
erg nauw. „Als dat met lukt ontstaan er
eerder fouten. Daarom is die ïnge-
speeldheid ook zo belangrijk"
zenuwbotje
Een zekere basiskennis voor die sa
menwerking is volgens de twee dan
ook onontbeerlijk. De cursus duurt
drie dagen. Het voornaamste doel is
het vertrouwd-maken van werkne
mers met begrippen uit de computer
wereld in de procesindustrie. Daar
naast wordt inzicht gegeven in wat de
computer is: namelijk een hulpmiddel.
Er wordt bovendien vaardigheid opge
daan in het werken met terminals en
het gebruik van programma's, die pro
gramma's worden enigszins uitgelegd
en tenslotte heeft de cursus als doel om
de mogelijkheden van procesautoma
tisering met computers binnen het be
drijf te laten zien.
Dat gebeurt in verscheidene, voorzich
tige stappen, uitgesmeerd over drie da
gen. De eerste twee staan in het teken
van de algemene kennismaking. Het
opleidingsinstituut Dirksen is groten
deels verantwoordelijk voor dit deel
van de cursus. De derde dag komen de
computertoepassingen in de procesbe
sturing aan bod. Bert Visser zorgde gro
tendeels voor dit gedeelte, vooral ook
omdat het speciaal is toegesneden op
Dow Chemical.
De directe aanleiding tot deze cursus is
de supersnelle opkomst van de compu
ter in de procesindustrie van Dow.
De computer was al een bekende ver
schijning in sectoren als administratie,
boekhouding, archief en dergelijke. De
gebruiksmogelijkheden in deze 'infor-
matica'-sector zijn al wijd bekend.
Maar de opkomst van de computer als
'regelaar', als bestuurder van chemi
sche processen is nog vrij recent
Visser: De komst van de computer als
bestuurder heeft veel invloed op de
werkwijze in het bedrijf. Het apparaat
geeft niet alleen informatie, maar gaat
die ook zelfstandig gebruiken. In de
vorm van adviezen - een zoemertje of
een oplichtend lampje bijvoorbeeld -.
Dat is nog tamelijk onschuldig, want de
operator kan die adviezen accepteren
of niet; hij kan er dus rechtstreeks op
reageren. Maar de computer grijpt nu
ook rechtstreeks in op de besturing zelf.
hij geeft niet alleen adviezen, maai' te
gelijkertijd bevelen. 'Direct control'
heet dat. Vergelijk het maar met de
thermostaat van de centrale verwar
ming. Die geeft met alleen de tempera
tuur aan. maar schakelt ook de kachel
meteen uit als de gewenste warmte is
bereikt".
Vooral dat directe ingrijpen in de pro
cesgang heeft bij operators een zenuw
botje geraakt. Daar komt nog bij dat de
computertechniek het aangezicht van
de controlekamer totaal heeft veran
derd. En dat heeft bij de operators weer
geleid tot een onbestemd gevoel van
'geen greep meer hebben op het proces'.
Bert Visser: „Bij het oude systeem van
controleren hadden operators een
totaaloverzicht over alle besturingen,
ook in hun onderlinge samenhang. Nu
is dat overzicht-in-éen-oogopslag enigs
zins weg. Dat geeft een ander gevoel".
In de oude opzet besloegen de rege
laars, knoppen en kaartrollen een tota
le wand in de controlekamer. De nieuwe
apparatuur staat in de vorm van kleine
televisieschermen of een 'graphic sys
tem' opgesteld. Op de schermen is in
principe alle informatie terug te vinden
maar er is méér voor nodig De gege
vens zijn in stukjes en brokjes 'op te
roepen' via toetsenpanelen
Visser „Het is er voor de operator niet
gemakkelijker op geworden Zijn direc
te overzicht is beperkter, al heeft hij al
les binnen handbereik. Dat zijn binnen
het bedrijf heel snelle en ingrijpende
veranderingen geweest voor de betrok
kenen"
Rolf Knijff Het is er allemaal nog wel
maar dc operator ziet het met meer. Hij
verliest zijn directe greep, hy hoeft niet
meer aan een knopje te draaien of zo De
directe voeling met het proces wordt
kleiner. Vroeger hadden ze méér de
hand aan het roer. Dat oude gevoel is er
niet meer. In plaats van een kraan die
opengedraaid moet worden, doet de
computer dat nu zelf al. En de operator
moet er vertrouwen in hebben dat het
goed gebeurt. De mensen moeten hun
feeling met een aantal controle- en be
sturingshandelingen dan ook herzien"
Via de computer kijkt de operator naar
'zijn' produktieproces. legt Rolf uit,
„Het is zijn venster op het proces. En
dal glas moet helder zijn"
Een driedaagse cursus, die ln totaal
zo'n 1500 mensen bij Dow dient te berei
ken, kan die feeling niet zomaar bij
brengen, maar Knijff en Visser zijn er
zich in leder geval terdege van bewust,
dat de omschakeling naar de compu
ters in de procestechniek niet alleen
een technische, maar ook een emotio
nele zaak is.
„We hebben dit benaderd als didactici,
als opleiders en niet als technici'bena
drukken ze. „Het psychologische as
pect overheerst. Bij de meeste bedrij
ven beginnen ze met mensen te leren
programmeren. Daarmee slaan ze feite
lijk één belangrijke stap over: die van
de gewenning, de introduktie".
logisch denken
Achter die psychologische benadering
ligt een aantal duidelijke en prakti
sche oogmerken: het verbeteren van
het produktierendement, de veiligheid
en de kwaliteit.
De cursus is het begin. Als de 'didactici'
die ze zijn, willen Knijff en Visser straks
ook iets gaan doen aan het 'logisch den
ken' van de operators. Dat zal de laatste
stap worden in het trainingsproces Een
computer zit volstrekt logisch in el
kaar „Dat willen we duidelijk maken",
zegt Visser „Een operator dient op een
bepaalde, logische manier te denken
om goed te kunnen werken. Hij moet
eigenlijk meer'ingeschaald worden op
het denkpatroon van de computer
Daardoor zal de mens beter met het ap
paraat overweg kunnen".
Voorlopig ligt het accent nog op de in
troduktiecursus. die in het afgelopen
jaar het bedrijf twee ton kostte Maar
dat geld speelt geen rol, benadrukt
Knijff, „Het is Immers een gegeven dat
de computer over pakweg tien jaar een
cruciale rol zal spelen in de procesbe
sturing. De ontwikkelingen gaan erg
snel Ik heb het idee dat Dow Chemical
wat dit betreft nu aardig in de pas loopt
En om in de pas te lopen moet je erg
hard rennen tegenwoor dig"
Een blik in een controlekamer. Op de achtergrond is het ouderwetse controlepa
neel zichtbaar, met kaartrollen, knopjes en lampjes. Op de voorgrond werkt een
operator mei de meuioste apparatuur computers, beeldschermen en toetsenbor
den. lfotoDow Chemicali
Bert Visser /links* en Rolf Knijff i rechts) van Trainingop het terrein van Dou
Chemical, (foto: Dow Chemical)