TOEN 'als je buik maar vol was, meer verlangde je niet' hé, je hebt het overhemd van jan van de dominee aan VRIJDAG 31 DECEMBER 1982 PZC/oud/nieuw-'82/'83 14 der van het gesticht geven". Hij zegt het hoofdschuddend: „Wat een tijd, hè?". Zijn handen plat op het tafelkleed. Aan de muur boven de secretaire twee por tretten. Z'n moeder: een vrouw met een vriendelijk bolrond gezicht, het haar strak naar achteren gevangen in een knot. Zijn vader: krulsnor, de oogop slag van een man die geen tegenspraak duldt. „Mijn moeder, dat was een echte zakenvrouw, die zag direct als er ergens een dubbeltje winst te halen was. Mijn vader niet. dat was een echte werkman die kon niet tegen dat gezemel" „Wij hebben", zegt meneer Vermunt „sober moeten leven, heel sober. Maar willem j. van dam we hebben altijd kunnen eten. Alleen snoep en weeldeartikelen, dat was er niet bij. Mijn vrouw, die heeft de crisis op de boerderij meegemaakt. Ze was zo'n zogenaamde rijke boerendochter, waar tegenop gekeken werd. Maar de melk was niks waard, de kaas bracht niks op. Op die boerderij waren negen kinderen en die zaten 's morgens om half vier onder de koeien". Mevrouw Vermunt: „Als wc om hall twaalf uit school kwamen, dan kregen we een halve babbelaar. Dat was ons snoep. En leren, dat was voor ons niet weggelegd - je moest werken, klaar, Mijn zuster, die kon 20 goed leren dat de Vervolg zie volgende pagina 5? 5? Gesprekken. Met Zeeuwen die de jaren dertig zeer bewust hebben meege maakt; huisvrouwen, een werkloze fa brieksarbeider, een fruitkweker, een landarbeider, een dorpsonderwijzer. Verhalen. Over 'het overhemd van Jan van de dominee'. Over de Robinsons op afbetaling Over oude mannen die met hun blote handen het gras tussen de straatstenen vandaan moesten pulken. Over de dagelijkse halve babbelaar. Over het halve pondje spek, dat ze met hun achten moesten delen. De tijd heeft gaten in hun geheugen ge schoten. Details kunnen ze zich slechts vaag herinneren, het is immers al zo lang geleden. Soms spreken ze zichzelf tegen, halen ze gebeurtenissen door el kaar. Maar één ding weten ze heel goed: de jaren dertig, een tijd om nooit naar terug te verlangen. taart Ongeveer twee maanden geleden vier den meneer en mevrouw Adriaansen hun zeventig-jarige bruiloft. Een druk ke receptie in 'De Huifkar', heel gezel lig allemaal. De koningin had zelfs een heerlijke taart laten sturen. En dan al die gelukstelegrammen en bloemen. Groot feest dus. Meneer Adriaansen liet al die drukte gelaten over zich heen gaan, snapte niet zo goed wat er om hem heen gebeurde. Borreltje in de hand. de ingevallen kaken in een ver wonderd glimlachje gevouwen, ogen die onbegrip uitstraalden. wordt verzocht bij deze koude toch vooral eens de aandacht te willen vesti gen op de groote waarde van couranten als verwarmingsmiddel. Als men cou ranten met grote steken aan elkander naait en deze dan tusschen de kleeren of dekens legt. zal men ondervinden hoezeer zij de warmte helpen bewaren en de koude tegenhouden Bovendien is het een middel dat geen geld kost" Mevrouw Adriaansen Armoe, ja. dat was het. armoe. Je moest overal op be zuinigen. Vooral op kleren natuurlijk hè - alles verstellen en vermaken Waar de oudsten uitgegroeid waren, dat ge bruikte je weer voor de jongeren" „Honger, echt honger, dat hebben we gelukkig nooit gehad. We hadden een kennis, daar kregen we nogal eens goedkope groente van. Op de arbeids beurs, daar werd wel 's groente wegge geven aan werklozen. Maar dat was meestal verlept enzo, dus daar gingen we haast nooit om. In november als de aardappelen werden gelost, dan bleven er nogal eens veel op de Kaai liggen, daar gingen we om - een grote zak achterop de flets. Dan hadden we soms voor een hele winter aardappelen. Die hoefden we dus niet te kopen, dat scheelde enorm. Een half pond spek, daar moesten we soms met z'n achten van eten". ZEELAND IN DE JAREN DERTIG „Het nieuws aangaande het New York- se beursdebacle van donderdag 24 ok tober 1929 maakte op de Zeeuwse be volking geen diepere indruk dan be richten over een aardbeving in een ver land plegen te veroorzaken. Tussen het Brouwershavense Gat en de Belgi sche grens leefden de mensen met hun eigen problemen, die lagen in de terug lopende opbrengst van akkers en wei den. De gulden jaren voor de agrariërs waren voorbij nog eer de ramp zich in Wallstreet voltrokken had", schreef wij len L. W. de Bree in het boek Zeeland 40-45. Grote en kleine boeren, veehou ders, landbouwers, fruitkwekers; ze maakten zorgelijke tijden door In no vember 1930 lieten ze een massaal pro test horen op een crisisvergadering in Goes, waar zestienhonderd boeren schreeuwden om overheidsmaatrege len. eb en vloed Een foto. Op pagina 32 van het boekje 'Kent U ze nog, de Zierikzeeénaren'. Een foto van de 'Vereeniging van Oud- Leerlingen van Tuinbouwcursussen'. Genomen in een tent op het Haven plein. Ter gelegenheid van een ten toonstelling of iets dergelijks. Achten twintig september 1938. Johannes Franciscus Vermunt (staand, derde van links) blikt met een schuchter glimlachje in de lens. In z'11 zondagse pak, een nauwkeurige scheiding in het haar. Drieëndertig jaar is hij daar. De wijsvinger van meneer Vermunt (78) glijdt over al die gezichten op hel glan zende papier. „Die is dood, die ook en die „Ik weet het nog goed - ik zat een jaar of wat terug met m'n jongens te praten. Ik hoor het mezelf nog zeggen, alsof 't gis teren was. 'Jongens', zei ik, 'waardeer de tijd waarin jullie leven. Jullie leven op het ogenblik in een weeldetijd. Maar net zo vast en zeker als er eb en vloed is in de zee. heb je tijden van welvaart en armoede'. 'Ooohhh', riepen ze. 'daar heb je pa weer met z'n zeven vette en z'n zeven magere jaren. Maak je nou maar niet ongerust, dat hebben ze tegen woordig allemaal in de hand hoor'. Maar ik moet nog zien dat ze 't in de hand houden. Ik geloof er niks van. 't Kraakt over heel de wereld. Als ik alle dingen om me heen zie gebeuren, dan zeg ik: we,gaan eenzelfde tijd tegemoet als voor het uitbreken van de eerste en de tweede wereldoorlog". Een aardig huisje aan de Hoge Molen straat in het centrum van Zierikzee. Het grenst aan wat nu nog rest van de kwekerij die hij destijds van z'n vader overnam. Vlakbij het Paardenstraatje, waar vroeger het stempellokaal was. Dat beeld zal hem altijd bijblijven - de rijen werklozen op de stoep, soms veer tig of vijftig man. Het 'soep'uus' aan de Lange Nobelstraat. En hij ziet ze nog staan, de mannen die in het kader van de werkverschaffing sloten stonden te dempen. „Voor zeven gulden in de week. En daar moesten ze alles van be talen: huur, kleding, verwarming, eten". Hij zal niet gauw vergeten hoe zijn vader in blinde woede ontstak, toen die zag dat de bewoners van het 'oude mannenhuis' de straten moesten schoonmaken, met hun blote handen het gras tussen de straatstenen van daan moesten pulken. „Daar kregen ze dan - ik noem maar wat - een gulden voor. Maar die gulden mochten ze niet zelf houden, die moesten ze aan de va Ze wonen m een arbeiderswijk in Mid delburg. Vlakbij het voetbalveld, in de Prins Mauritsstraat. Daar wonen ze al heel lang, sinds 1922. Meneer C B. E. Adriaansen (89) is dement aan het wor den Mevrouw W. C. Adriaansen - Abra- hamse (87) kan zowel geestelijk als li chamelijk nog heel behoorlijk uit de voeten. Alleen haar ogen zijn niet meer wat ze geweest zijn. En ze is een beetje hardhorend, hetgeen tijdens het ge sprek herhaaldelijk tot komische mis verstanden leidt, waar ze zelf verschrik kelijk om moet lachen. In de jaren zes tig liep ze samen met haar man en twee kleinkinderen vooraan in een demon stratie tegen de oorlog in Vietnam. Haar vader werkte bij de gemeentelijke plantsoenendienst, was daarnaast on bezoldigd veldwachter. Praten over de jaren dertig is praten over armoede. De Blauwe Steen in Goes Gemeentearchief Goes) De werkverschaffing. Sneeuwruimen, bomen kappen of sloten dempen (Zeeus documentatiecentrum). DE JAREN DERTIG. De economie is dolgedraaid. De ineenstorting van de New Yorkse effecten beurs heeft catastrofale gevolgen. De recessie slaat meedogenloos toe. Ook in Nederland. Een teruglopende export. De winsten van ondernemers kelderen. De prijsdalingen brengen veel boe ren dicht bij een faillissement. In de industrie moet het ene bedrijf na het andere noodgedwongen de productie inkrimpen. Fabrieken sluiten. Tienduizenden ontslagen. Schrijnende armoede in ontelbare gezinnen; schandalig lage lonen, kinderarbeid, de stempellokalen en de gaarkeukens. De armenzorg en de crisiscomités 'voor hen die thans moeten leven van de kruimelen welke op de tafelen der overigen achterblijven' (Vlissingsche Courant, zaterdag 9 januari 1932). De werkver schaffing - sneeuw ruimen, sloten dempen, bomen kappen. De werklozen eten genadebrood. De steun is geen recht maar een gunst; en wie zich niet aan de regels houdt, heeft pech gehad. Wee de werkloze, die naar de opvattingen van de Dorknopers uit die tijd al te lichtzinnig met zijn geld omspringt. Een steuntrekker dient zich nu eenmaal niet te vaak in een café te vertonen, hij mag geen radio kopen, hij mag niet naar de bioscoop. En doet-ie dat toch, dan loopt hij het risico dat zijn uitkering verlaagd of zelfs ingetrokken wordt. Eigen schuld, zo simpel ligt dat. Arbeidsonlus- ten. Hitier. De opkomst van de NSB. Het gebroken geweertje. DE JAREN TACHTIG. De economie is ziek. 'Onze samenleving is in de winter terecht gekomen' (minister-president Lubbers). Grote bedrijven wankelen. Het aantal faillissementen is angstwek kend hoog. De werkloosheid neemt schrikbarend toe. In Detroit (Amerika) worden noodmaatregelen genomen om te voorkomen dat werklozen omkomen van honger en kou. De Nederlandse rijksbegroting vertoont ongekende te korten. Sociale onrust De uitkeringen gaan omlaag. Janmaat in de tweede ka mer, spandoeken met hakenkruizen in de voetbalstadions. Koude oorlog. De vredesbeweging. Terug naar de jaren dertig? De vergelij king tussen toen en nu wordt steeds va ker getrokken. Het aantal werklozen is de zeshonderdduizend gepasseerd En het werkloosheidscijfer zal, zo hebben sombere zieners voorspeld, binnen en kele jaren zijn opgelopen tot negenhon derdduizend. In de donkerste dagen van de crisisjaren (1936) stonden vol gens opgave van het Centraal Bureau voor de Statistieken zo'n vierhonderd- vijftienduizend werklozen geregi streerd. Ze vertelt. Meneer Adriaansen was zandvormer bij de ijzergieterij van Bod- daert. Z'n loon: twaalf gulden in de week. Als ze het een beetje voorzichtig aan deden, konden ze het er net mee redden. Tot hij in het begin van de jaren dertig werkloos werd. Zoals zoveel mannen in de buurt. Afhankelijk van de steun, het betekende een forse achter uitgang. Stempelen, iedere dag weer, voor acht armzalige guldens. Meneer Adriaansen ging met een ijskarretje van 'de Italiaan' langs de deuren, stond in een friteskraam op de Markt Om toch nog maar iets bij te kunnen verdie nen. Een schijntje weliswaar, maar alle beetjes hielpen. „Jongens van de arbeidersstand, die moesten vaak van hun ouders de straat op, als loopjongen. Maar wij wilden dat niet. Wij hebben altijd gezegd: 'hoe het gaat, gaat het, maar een vak moeten ze leren. Dus als ze de kans kregen moes ten ze direct naar een baas, ook al kre gen ze maar een krats". couranten Schoenen op afbetaling, twee kwartjes in de week van die stevige Kobinsons, drie gulden vijftig kostten die. Als het flink gewaaid had, gingen de jongens de deur uit. Op zoek naar afgewaaide boomtakken om de kachel te kunnen stoken. Een praktische tip uit de Vlissingsche Courant van 11 januari 1934 „Ons i 1 r. - ft 1 1-* 1 1 de werkverschaffing sloten stonden te dempen (Zeeuws Vermunt ziet ze nog staan, de mannen die in het kader documentatiecent rum).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1982 | | pagina 14