woonoordbeheerder
DELTAWERKEN
MENSENWERK
NAGETEKEND
'ZE ZIJN TOCH
HET LIEFST THUIS'
utrechtse grafoloog ontdekt
vervalste brief van rembrandt
él
2
yfl
■pve medewerker van Dosbouw met de fraaiste dienstwoning is ongetwijfeld H. M. Alsema. Hij
Uhoudt verblijf in het voormalige koetshuis op het landgoed van Slot Moermond bij Renesse.
Een riante en rustige woonstee, omgeven door bomen waaronder trotse pauwen en ander pluim
vee rondstappen. Alsema huist dichtbij zijn werk. Hij beheert het woonoord dat rijkswaterstaat
voor een deel van de bouwers van de stormvloedkering op het landgoed heeft neergezet. Ook heeft
hij de leiding over de gang van zaken in het Slot Moermond zelf. Het kasteeltje is in gebruik bij
rijkswaterstaat en Dosbouw als studie- en vergadercentrum en als ruimte waarin belangrijke
gasten kunnen worden ontvangen.
PZC/zaterdagkrant 19
%ï<&^JM*:ï-te:<:ri$j'&W.'i;sf<MtM(iWlÊmÊÊÊiÊÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊÊimÊÊÊmÊ^^.
ZATERDAG 18 DECEMBER 1982
H. Af. Alsema
Zoals vele medewerkers die direct of in-
direct bij de bouw van de pijlerdam zijn
betrokken, is ook Alsema (51) een des
kundige op een bijzonder terrein. Zijn
specialisme is de voorbereiding, de
bouw en het beheer van woonoorden,
waar een bedrijf personeel onderbrengt
dat niet in de onmiddellijke omgeving
woont. „Een uitstervend beroep", vindt
hij zelf. „Door de huidige stand van za-
ken in de economie zijn dit soort woon-
oorden nu niet meer nodig. Dit is zowat
het laatste dat er nog is. Het is maar
goed dat ik straks, als het werk hier
H klaar is, al aardig naar de 65 loop".
Oorspronkelijk komt de Moermond-be-
heerder uit de reiswereld. Hij leidde in
de jaren vijftig samen met zijn vrouw in
Oostenrijk, Zwitserland en Italië ho
tels, die door reisbureaus compleet wer
den gehuurd. Dat leverde Alsema twee
vaardigheden op die hem in 1961 een
baanbezorgden bij een textielfabriek in
Twente: zijn kennis van de Italiaanse
taal en van het huishouden in het groot.
De textielfabriek wilde Italiaanse gast
arbeiders in dienst nemen, om te begin
nen honderdvijftig man, en stond voor
de vraag: hoe organiseer je zoiets. Met
deze organisatie belastte Alsema zich.
Eerst bracht hij de gastarbeiders onder
in een opgeknapt bestaand gebouw,
maar later begon hij speciale woonoor
den te stichten. Op den duur werden
dat verscheidene complexen met in to
taal achthonderd bedden.
Met die ervaring was Alsema de aange
wezen man voor de bouw en het beheer
van het woonoord dat rijkswaterstaat
en Dosbouw nodig hadden in verband
met de bouw van de stormvloedkering.
Rijkswaterstaat pachtte in 1978 het
landgoed Moermond en nog in dat zelf
de jaar kwam Alsema naar de Schouw-
se Westhoek. Het was de bedoeling dat
het woonoord onderdak zou bieden aan
zeshonderd tot achthonderd medewer
kers van de aannemerscombinatie die
de pijlerdam maakt. Het complex is
evenwel minder groot geworden. Mo
menteel biedt het plaats aan ongeveer
tweehonderdvijftig bewoners. In tegen
stelling tot wat aanvankelijk was ver
wacht. konden toch vrij veel medewer
kers in Zeeland en West-Brabant wor
den geworven. Zij rijden iedere dag van
en naar huis, zodat voor minder perso
neel dan was gedacht onderdak moest
worden gemaakt.
privacy
Het woonoord Moermond is bewust als
een soort hotel opgezet, waarbij ge
tracht is te voorkomen dat het com
plex een massaal karakter zou krijgen.
Er zijn behalve het hoofdgebouw met
de keukens en het restaurant vier
slaappavil joens, die allemaal voorzien
zijn van enkele recreatieruimten of
huiskamers. Alle bewoners hebben de
beschikking over een eigen kamer,
compleet met zoals dat heet een natte
cel. Alsema: „Dat deed ik ook al in
Twente. Een man op een kamer. Dat
was toen nog iets progressiefs. Je kunt,
vind ik, niet zomaar wat mensen bij
elkaar in een kamer stoppen. Iedereen
heeft behoefte aan en recht op priva
cy". Een stuk of zestig kamers worden
door twee personen gebruikt. Dat kan
omdat bijvoorbeeld op de matlenleg-
ger Cardium in vier-ploegendiensten
wordt gewerkt. Twee ploegen hebben
gedurende een week dag- en nacht
dienst en de andere twee zijn die week
vrij. Zo kunnen de kamers worden ge
wisseld.
Veertien Dosbouwmedewerkers zorgen
voor de verzorging van de gasten in het
woonoord. Van 's morgens 04.00 tot
08.30 uur kan er worden ontbeten. En
het avondeten wotdt geserveerd tussen
18.00 en 19.30 uur. Slechts een enkeling
luncht in het woonoord. De meesten
eten tussen de middsg in de kantines op
het werkeiland of aan boord van de
werkschepen. Voor de ontspanning zijn
in woonoord Moermond een tiental te
levisietoestellen, enkele biljarts en ta
feltennistafels en een bar beschikbaar.
Bovendien organiseert een medewer
ker van het ministerie van sociale za
ken op gezette tijden allerlei uiteenlo
pende activiteiten. Een complete ver
zorging dus. „Maar hoe goed ze het hier
ook hebben, iedereen is toch het liefst
thuis", aldus Alsema. „Da's ook lo
gisch, want het is hier uiteindelijk een
kunstmatig geheel. De mensen leven
hier in het woonoord volgens een heel
ander patroon dan thuis. Het is hier
toch eigenlijk werk. Vooral de mensen
in de ploegendienst komen hier in feite
alleen maar om te slapen en te eten. Zij
werken twaalf uur per dag. De meesten
slapen acht uur. Dan blijft er maar wei
nig tijd over voor iets anders".
rustig
Het is doorgaans heel rustig in het
woonoord, 's Avonds wordt er wat gebil
jart of gekaart en natuurlijk staan de
verschillende ontspanningsruimten de
televisies aan. Sommige bewoners dui
ken nog even met hun neus in de papie
ren die ze van hun werk meenemen en
anderen gaan eens op bezoek bij colle
ga's die in de buurt wonen. Alsema: „We
proberen bewust niet om er geforceerd
een gezellige club van te maken". Een
dolle boel wordt het ook nooit in het
woonoord. Problemen met wangedrag
hebben zich niet voorgedaan. Dat ver
baast de beheerder niet. „Zeker als je in
de ploegendienst zit, is er weinig tijd om
uit de band te springen. Je kunt 't je
gewoon niet permitteren, wantje moet
zorgen datje de volgende dag fit genoeg
bent om weer twaalf uur bezig te zijn.
Daarbij komt nog dat hier totaal ver
schillende groepen verblijven. Dat is
trouwens prima zo, want ik heb in de
loop der jaren wel geleerd: hoe gemé-
leerder het gezelschap, des te minder
kans op uitspattingen".
In het Slot Moermond zelf hebben de
afgelopen jaren de ontwerpers van de
stormvloedkering zich menigmaal de
hersenen gepijnigd om oplossingen te
vinden voor problemen die bij het uit
werken van de plannen kwamen op
duiken. Het kasteel is een geliefde
plaats voor vergaderingen, mede om
dat de deelnemers aan dergelijke bij-
eenkomste er moeilijk kunnen worden
bereikt. Het gevolg: geen storende tele
foontjes.
Ook voor het houden van ontvangsten
leent het historische slot zich prima.
Dan ontpopt Alsema zich als een waar
kasteelheer. Hij heeft zich terdege ver
diept in de geschiedenis van Moermond
en zijn bewoners. Alsema weet dan ook
op de meeste vragen over het slot ant
woord te geven. „Ik maak dan graag
een grapje", vertelt hij. „Als de bezoe
kers hier komen, zijn ze meestal onder
de indruk van wat ze op het werkeiland
hebben gezien. Dan zegik wel eens: ach,
die stormvloedkering, die moet maar
twee-of driehonderd jaar meegaan. Dat
is toch niks. Delen van dit kasteel stam
men al uit 1300".
rinus antonisse
ben jansen
Foto: Wim Riemens
Heere van Wijk
Behalve valse schilderijen van Rembrandt blijkt er ook min
stens één vervalste brief van hem in omloop te zijn. Dit is
dezer dagen ontdekt door de Utrechtse grafoloog Heere van
Wijk. De brief staat afgedrukt in een boek dat al 45 jaar geleden
is verschenen, zonder dat iemand op het idee kwam dat het hier
een vervalsing betrof.
Heere van Wijk, die blijkens zijn brief
hoofd gediplomeerd üd is van de sectie
orde van praktiserende grafologen van
de Nederlandse Vereniging van Grafo
logie en Schriftexpertise, oefent zijn be
roep uit sinds 1947.
-Grafologie houdt zich bezig met het
opsporen van karaktereigenschappen
in het handschrift", zo legt hij uit. „Ik
werk voornamelijk voor grote bedrij
ven, niet voor particulieren. Die bedrij
ven stellen mij sollicitatiebrieven ter
hand, die door mij worden gesorteerd in
drie stapeltjes. De ongeschikten en de
minder geschikten haal ik er uit en van
de overblijvende zeg ik: laat die maar
eens komen. Eventueel maak ik daarna
van het handschrift van de geselecteer
de kandidaten een analyse".
studie
.Met de studie van dit vak ben ik be
gonnen in 1937. Ik gebruikte daarbij het
toen pas verschenen 'Leerboek der
Graphologie' van dr. J. Schrijver, een
arts. Dat boek ken ik uit mijn hoofd. In
dit boek staat ook die brief van Rem
brandt afgedrukt. Nee, Schrijver analy
seert dit handschrift niet, hij geeft het
alleen als voorbeeld, zoals hij ook brie
ven afdrukt van Vondel en Michiel
Adriaensz de Ruyter".
.Schrijven is gestolde beweging. Het is
ou de kunst die beweging terug te vin
den, zeg maar zoals een Indiaan uit een
gebroken takje ook van alles kan aflei
den. Handschrift is eenmalig. Geen
twee handtekeningen zijn hetzelfde.
Toch zijn ze altijd te herkennen als af
komstig van een en dezelfde persoon".
Naast de grafologie houdt Heere van
Wijk zich ook bezig met onderzoek naar
de echtheid van handschriften. Hij ge
bruikt daarbij gespecialiseerde appara
tuur. zoals een reductie-passer. Dit on
derdeel van het vak heet grafometrie.
kwitanties
Hij vertelt het verhaal van een man die
bij een bedrijf in dienst kwam, hoewel
hij grote schulden had: Er werd een
regeling getroffen, elke maand zou hij
een deel van zijn salaris gebruiken om
die schulden af te lossen. De kwitan
ties zou hij dan bij het bedrijf inlcve-
Er rees echter verdenking tegen hem.
hans van straten
De kwitanties werden aan Van Wijk op
gestuurd en hij constateerde dat de
handtekeningen op die kwitanties wa
ren gezet door de man die ze betaald
zou hebben.
De stukken komen op tafel: een sterk
vergroot voorbeeld van 's mens eigen
handtekening en van de handtekening
op een van de kwitanties. Hoewel het
hier uiteraard twee verschillende na
men betrof, kon de grafoloog toch aan
de hand van bepaalde verhoudingen de
vervalsing vaststellen.
„Kijkt u maar: de streep onder beide
handtekeningen is dezelfde. De drie-
uu» tuc deze streep vormt met het
hoogste punt van de handtekening is in
beide gevallen identiek".
De overeenkomst is inderdaad verbluf
fend.
aangevreten
- Hoe kun je in het algemeen een valse
handtekening herkennen?
„Een echte handtekening wordt spon
taan gezet, in één beweging. Een valse
handtekening wordt daarentegen niet
snel gezet, die wordt als het ware gete
kend. Als je er een sterk vergrootglas bij
neemt, zie je dat de lijnen niet vloeiend
zijn. maar aangevreten, gerafeld".
„Mijn belangstelling voor Rembrandt
werd gewekt toen ik onlangs op de tele
visie een uitzending zag over dat nieu
we boek, waarin de echtheid van een
aantal schilderijen werd aangevochten.
In die uitzending waren ook een paar
letters te zien. Van een bevriende rela
tie kreeg ik toen een boek te leen 'Se
ven letters by Rembrandt' van dr H.
Gerson, een publikatie van het Rijks
bureau voor Kunsthistorische Docu
mentatie uit 1961. Daarin staan alle
brieven van Rembrandt afgebeeld. Er
zijn er niet meer dan zeven bekend".
„Ik herinnerde mij nu de brief die in het
boek van dr. Schrijver staat afgedrukt.
Die heb ik naast het handschrift in de
'Seven Letters' gelegd. Er was geen
twijfel mogelijk: de brief die Schrijver
afdrukt, is een vervalsing. Iemand heeft
het origineel onder ogen gehad, of een
afdruk daarvan, en is die brief toen zo
nauwkeurig mogelijk gaan namaken".
zwierig
Heere van Wijk legt de twee handschrif
ten naast elkaar en wijst op enkele de
tails Alles wat bij Rembrandt sierlijk
en zwierig is, dat is in de andere brief
nagedaan, nageknoeid. Vergroting laat
letters zien die inderdaad 'aangevreten'
zijn.
Er blijven natuurlijk een heleboel vra
gen over. Wie is de vervalser geweest?
Wat waren zijn bedoelingen? Wanneer
is de brief nagemaakt? Waar is het ver
valste handschrift gebleven? Hoe
kwam dr. Schrijver er aan? Vragen
waarop Heere van Wijk het antwoord
schuldig moet blijven. En aan dr.
Schrijver kunnen we het niet meer vra
gen, want die is al jaren d,ood.
Voor wie nu ook de inhoud van de brief
wil kennen, geven wij hier de transcrip
tie door Isabella H. van Eeghen. Daar
bij bedenke men dat 'lijsensij' ücentie
betekent, ofwel verlof, dat 'ue' betekent
U Edele, 'sijt' moet gelezen worden als
'zij het' en 'meerijteeren' betekent 'me-
riteren' ofwel waard zijn.
duizend gulden
Rembrandt stuurde deze brief aan een
opdrachtgever, met twee schilderijen
waarvoor hij duizend gulden per stuk
vroeg, tenzij die opdrachtgever van me
ning was dat ze dit niet waard waren. In
dat geval liet de schilder de prijs over
aan diens discretie 'discreesij') en daar
mee zou hij zich 'contenteren', tevreden
stellen.
Hier volgt de tekst:
Mijnheer,
Soo ist dan dat ick met lijsensij ue de-
sen 2 stucken toesende die ick meen dat
soodaenich sullen bevonden werden
dat sijn Hoocheijt nu selfs mij niet min
als dusent gulden voor ider toeleggen
sal. Doch soa sijn Hoocheijt dunckt dat
sijt niet en meerijteeren sal naar sijn
eijgen believen minder geeven mij ver-
laetenden op sijn Hoocheijts kennis en
discreesij. Sals mij danckbaerlick daer
met laten contenteren ende blijvenden
neffens mijne groetenissen sijnen DW
en geneegen dienaer Rembrandt.
Het tghene ick aen de lijsten ende kas
verschooten hebb is 44 guldens in alles.
O «v4 -i 4
"-*»• Li*~r
t
,-pu «-*4
/VU
De Vervalsing: pijltjes wijzen de verraderlijke punten aan.