LEVEN OP DE STERRE
de zwakzinnige bestaat niet
Redactie en administratie.
Terneuzen, Nieuwstraat 22,
tel. 01150-94457.
Hulst, Steenstraat 6, tel. 01140-4058.
VRIJDAG 26 NOVEMBER 1982
mc
Zeeuwsch-Vlaanderen Extra
Dé zwakzinnige bestaat
niet. Dat is de stellige over
tuiging van directeur drs. A. T.
J. Krol van het zwakzinnige
ninstituut 'De Sterre' in Clin-
ge. „Het zijn allemaal verschil
lende mensen. We hebben hier
pupillen met een verstandelijk
vermogen, dat niet eens meet
baar is, zo laag is het. Maar aan
de andere kant zitten hier ook
mensen, die functioneren op
het niveau van een kind van de
derde, vierde klas en zelfs nog
wat kunnen lezen en schrij
ven". Krol meent zelfs dat er
tussen de bewoners van 'De
Sterre' grotere verschillen be
staan, dan men in de maat
schappij kan aantreffen.
„Daarom is individualisering
zoveel mogelijk nodig", zegt
hij. En dat maakt het werken
op 'De Sterre' met z'n tweehon
derdvijftig bewoners wel tot
een zeer complexe aangelegen
heid.
„Ik wou dat de mensen dat maar eens
wilden begrijpen", verzucht Krol. „Dan
zouden ze wellicht geen vragen stellen
als: waarom hebben jullie nu nog een
kinderboerderij nodig. Jullie hebben al
zoveel. Een beetje vreemd, want ik zou
me ook kunnen afvragen waarom er in
Nederland bijvoorbeeld zoveel verschil
lende scholen, van lts tot technische ho
geschool. zijn. De diversiteit op 'De
Sterre' is enorm groot. Een zwakzinnige
van 60 jaar heeft totaal andere behoef
ten dan een van tien jaar, ook al hebben
ze hetzelfde niveau. Die van zestig heeft
namelijk al een heel leven achter de rug
en functioneert daarom anders". Ze zijn
echt heel verschillend, de bewoners van
'De Sterre', vertelt Krol nogmaals. „De
ene pakt vol trots en nog altijd met ple
zier voor de achthonderdste keer die
dag een speelgoedtelefoontje in, terwijl
een ander weer veel creatiever is. En
daar proberen we zo goed mogelijk een
antwoord op te geven", vertelt Krol.
Die individuele aanpak, die 'De Sterre'
voorstaat is mogelijk dankzij het feit
dat het zwakzinnigeninstituut 250 per
soneelsleden telt. Dat is één werknemer
op één pupil. Bijzonder is dat niet; het is
de gebruikelijke norm, die de overheid
hanteert.
"De Sterre' probeert, een leefgemeen
schap te zijn. „Daar zit alles in", vertelt
Krol, „leven, activiteiten, de zorg voor
de gezondheid. Net als in de maat
schappij. Hier wordt een vervangend
milieu geboden, maatschappij vervan
gend, maar niet maatschappij-isole
rend". steld de 'Sterre'-dlrecteur met
nadruk.
Het leven op 'De Sterre' valt uiteen in
drie 'sferen': het wonen, de dagactivitei
ten als bezigheid, arbeid en recreatie,
en op het gebied van de gezondheids
zorg de behandel- en onderzoeksfunctie
van 'De Sterre'.
basis
Op 'De Sterre' zijn in totaal 24 leefgroe
pen van acht tot twaalf pupillen en met
een eigen, vaste groepsleiding. Krol
noemt die leefgroepen de basis, het
meest fundamentele van het leven op
'De Sterre'. „Het is van groot belang dat
iemand, die heel z'n leven op 'De Sterre'
verblijft relaties opbouwt die een stuk
vertrouwen geven. De primaire functie
van de groep, als in een gezin. Daarom
mogen die groepen niet te groot zijn.
Het liefst zou ik ze nog kleiner willen
hebben, maar dat is financieel niet
haalbaar", vertelt Krol.
Driekwart van zijn tijd bevindt de 'Ster-
rebewoner' zich in die woonsituatie.
„Daar grijpt het meeste plaats in het
emotionele. Het beste is daarom dat
daar vaste medewerkers zijn. Helaas is
een stagesysteem noodzakelijk. De
groepsleiding bestaat veel uit jonge
mensen en die vertrekken na verloop
van tijd. Medewerker of medewerkster,
het is geen technisch werk. Er wordt
door de 'Sterrebewoners' een appèl op
je diepste persoon gedaan. Een goede
relatie met de bewoners is nodig, maar
als groepsleidster moetje altijd wat af
stand bewaren. Je moet in het achter
hoofd houden dat je op een dag 'De
Sterre' verlaat, maar de pupil moet dan
wel verder kunnen. Bij een te innige
band zouden problemen kunnen ont
staan. Dit is gewoon zwaar, die midden
weg zien te bewandelen", zegt Krol.
'De Sterre' is geen behandelings- of
ontwikkelingsinstituut. Het is niet zo
dat voor elke 'Sterrebewoner' een
strak dagprogramma klaarligt. Deson
danks zegt Krol: „Een zwakzinnige is
iemand, die in principe 'ontwikkcl-
baar' is. Zwakzinnigheid valt niet te
behandelen, maar het is wel zo dat je in
iemand mogelijkheden ontdekt en
daar probeer je iets aan te doen. Zelfs
bij de laagste niveaus".
De dagactiviteiten voor de zwakzinni
gen worden in principe verzorgd door
de groepsleidingen van de verschillen
de leefgroepen. Dan worden dingen ge
daan, die ook in een normaal gezinsle
ven gebeuren. Daarnaast is er het be
zigheids- en ontwikkelingscentrum en
de arbeidsafdeling, omdat voor be
paalde activiteiten speciale kennis en
ruimten nodig zijn. Het b- en o-cen-
trum is gloednieuw. Ruim een maand
geleden werd de nieuwe huisvesting
officiéél in gebruik genomen. Voor
heen was het b- en o-centrum onderge
bracht bij de arbeidsafdeling en had
daar twee lokalen, waar verschillende
activiteiten worden ontplooid, die af
gestemd zijn op de pupillen afzonder
lijk. Er is een speelleerklas, als voorbe
reiding op het bezoek aan de ZMLK-
school in Hulst, een huishoudgroep,
waarin volwassen pupillen eenvoudi
ge huishoudelijke activiteiten worden
aangeleerd voor een zelfstandiger
functioneren, het activeren van pupil
len door middel van spel, muziek,
handvaardigheid en zelfs werkelijk
heidsvorming voor jongvolwassen pu
pillen van een beter niveau. Men houdt
zich dan bezig met wereldoriëntatie,
projectwerk en zelfs actualiteit. „Niets
moet. het welzijn van de pupil staat
voorop", zegt Miriam van het b- en o-
centrum nadrukkelijk. Het is een ge
luid dat op alle afdelingen van 'De
Sterre' te beluisteren valt en waar de
medewerkers zonder uitzondering de
nadruk opleggen.
soepel programma
Pupillen die niet naar school gaan, de
arbeidsafdeling of het b- en o-centrum
gaan hebben een zeer soepel dagpro
gramma. Vaste punten daarin zijn het
koffiedrinken en het middageten. Pun
ten, die volgens hoofd verpleegdienst
Aad van Schie door de pupillen zeer op
prijs worden gesteld. Vooral aan het
eten wordt veel waarde gehecht. Het is
volgens Van Schie een centraal punt in
het groepsleven. Daarvoor wordt dan
ook veel tijd uitgetrokken. „Een zeer
arbeidsintensief moment" vertelt Van
Schie, „waarbij geprobeerd wordt de
pupil te leren zelf te eten". Ook Van
Schie stelt nadrukkelijk dat hierin het
welzijn van de pupil voorop staat. „Le
ren gebeurt dan wel methodisch, maar
niet schools. We willen ze niet kost wat
het kost leren eten".
Op de arbeidsafdeling, die qua ruimte
sinds de verhuizing van het b- en o-
centrum meer lucht heeft gekregen,
zijn ongeveer negentig 'Sterrebewo
ners' bezig. Er wordt licht-industrieel
werk verricht als het in elkaar zetten
van speelgoedtelefoontjes en licht-am-
bachtelijk werk met hout, textiel en
klei. Er worden bijvoorbeeld potlood-
kisten van Bruijnzeel gerepareerd.
Waarnemend hoofd Piet Bogaart zegt:
„Arbeidsafdeling, dat woord klinkt
akelig in de oren. Maar deze afdeling is
niet produktiegericht. Zinvol bezig
zijn staat voorop. De pupil moet zich
lekker voelen. Vaak denken de men
sen, die op excursie langs de arbeidsaf
deling lopen; nou, die moeten er ook
flink tegen aan. Maar iedereen werkt
hier in zijn eigen tempo en naar eigen
kunnen. Als ze er tegenaan willen, nou
dan kan dat, maar als een pupil z'n dag
niet heeft, komt er nauwelijks werk uit
z'n handen. Het overkomt iedereen
weieens dat-ie geen zin heeft, maar dan
doe je toch je werk. Een zwakzinnige is
daar doodeerlijk in. Heeft-ie geen zin,
dan doet-ie geen klap. En dat geeft
niets". Sommige pupillen krijgen re
gelmatig ander werk. Anderen doen
lange tijd afchtereen hetzelfde werk.
„Dat ligt er maar aan waar ze behoefte
aan hebben", zegt Piet Boogaart.
fysiotherapie
Ongeveer eenderde van de 'Sterrebe-
volking' komt in aanmerking voor fy
siotherapie. Billy Barnaart, één van de
twee full-time fysiotherapeuten, legt
uit dat zwakzinnigheid wordt veroor
zaakt door een hersenbeschadiging,
die vaak gepaard gaat met lichamelij
ke afwijkingen, als vergroeiingen en
motorische storingen als spasticiteit.
De fysiotherapie-afdeling heeft een om
vangrijk werkterrein. Er wordt samen
gewerkt met twee bewegingsagogen, de
afdeling heeft de zorg voor de 40 rol-
stoelpatiènten en voor het schoeisel
van de 'Sterrebevolking'. „Vaak be
staat ons werk uit het ervoor zorgen dat
de lichamelijke toestand van de pupil
len niet verslechterd. In de meeste ge
vallen kunnen we niet meer doen. Hoe
wel de tweede kracht die er vorig jaar is
bijgekomen al een hele verbetering is.
kunnen we de pupillen niet die aan
dacht geven, die we wenselijk vinden.
Te weinig mankracht eigenlijk.
Eén van de belangrijkste facetten van
zijn werk vindt Bamaart het ontwikke
lingsgerichte werken met jonge kinde
ren. „We hebben al wat kinderen tot lo
pen kunnen brengen, zodat ze nu een
groter 'bereik' hebben". Daarnaast
wordt er corrigerend gewerkt. „Zwak
zinnigen hebben veel minder gevoel
voor houding, zodat ze al erg snel met
een scheve rug en dergelijke zitten",
merkt Bamaart op. De therapieën wor
den op een speelse manier gedaan. Er
wordt een dusdanige situatie ge
creëerd, dat de pupillen de oefeningen
met plezier doen Veel van de oefenin
gen worden in een spel ingebouwd. „We
komen er steeds meer van terug fysio
therapie te geven onder 'dwang' Tenzij
je er niet meer onderuit kimt. Ik zie lie
ver een happy pupil in gebogen hou
ding, dan één die kaarsrecht loopt maar
zich door die fysiotheraptue doodonge
lukkig voelt. Je leert in dit vak wel rela
tiveren", merkt Billy glimlachend op.
„Ik doe dit werk met veel plezier en dat
is maar goed ook, want anders zou het
niet vol te houden zijn Het is soms zo
frustrerend. Je wilt een kind leren lo
pen, je ziet dat het de lichamely ke capa
citeiten ervoor heeft, maar kan het
geestelijk niet bolwerken".
Een probleem dat in de toekomst meer
en meer zal gaan spelen is de vergrij
zing van de 'Sterrebevolking'. Dit zal
meer werk met zich meebrengen. „We
krijgen nu al oudere vrouwen met
rugklachten, een slechte bloedsom
loop". Billy Barnaart is zeer blij met de
hydrotherapie (een soort zwembad
waarin oefeningen gedaan kunnen
worden), die het komend jaar wordt
gebouwd. „Dan kunnen we ouder
domskwalen met een gerichte aanpak
tegengaan".
In de Kerkstraat in Clinge heeft 'De
Sterre' onlangs een fasehuis gebouwd.
Vijf jongens en drie meisjes zijn daar
gehuisvest. De 'Sterrepupillen' leiden
daar een vrij zelfstandig bestaan, met
de hulp van vijf begeleiders. De bedoe
ling is de zwakzinnigen te laten mee
draaien in de maatschappij en zo de in
tegratie te bevorderen. Geert-Jan is één
van die begeleiders. „Het komt lang
zaam van de grond. Een goede begelei
ding van de pupil is wel nodig en in feite
ook een begeleiding van de buurtbewo
ners. De contacten zijn prima". In het
fasehuis wordt zelf gekookt, gewassen,
gestreken, kortom alle huishoudelijke
karweitjes opgeknapt. De pupillen
doen zelf boodschappen en krijgen zak
geld om voor zichzelf spulletjes voor
hun kamers te kopen. „Zo worden ze
zich bewust van het geld. Ze leren de
waarde kennen. Risico's? Ach. die moet
je soms durven nemen, anders kom je er
nooit achter of ze bepaalde dingen kun
nen of niet. Natuurlijk zyn die risico's
goed afgewogen". Volgens Geert-Jan
zijn de pupillen in het fasehuis veel ge
lukkiger. „Op 'De Sterre' was het mooi,
maar toch wat beperkt. Dit is beter".