straatcabaret op de weekmarkt I vandaag 1lust je rauwkost? nee? toch zie je d'r goed uit 18 SEPTEMBER 1982 zaterdagkrant tti. f hermans In de Letterkundige Kroniek aandacht voor de novelle Geyerstein's Dynamiek van Willem Frederik Hermans. Hans Warren over de oneven redigheid tussen nieuw werk van Hermans en de kritiek daarop. Pagina 18. wijnfeesten Willem J. van Dam ging op zoek naar het genot van Wein, Wieb und Gesang bij de Duitse wijnfeesten. Hij kwam bedrogen uit. Pagina 19. bewustwording Leren de eigen problemen op plaatselijk niveau op te los sen. Een leven waarin mate rialisme niet alles is. De visie van Sietz Leeflang, gids naar een mens- en milieuvriende lijke leefwijze, wordt op pagi na 21 geregistreerd door Rien van Reems. adrie koster PSV in Zeeland zonder Adrie Koster. De blonde voetballer ziet het door hem getoonde doorzettingsvermogen bij het herstel van blessures nog steeds niet beloond. Koen Mijnheer op pagina 23. gouden leeuw Feest en anti-climax rond de toekenning van de Gouden Leeuw, de onderscheiding voor het beste filmdebuut op het festival van Venetië. Pie- ter van Lierop in gesprek met prijswinnaar Orlow Seunke. Pagina 26 verkoop ik dit apparaat met. Want je moet er mee werken. Hele luie moeders halen dat spul gesneden. Juist bij ome Albert. Ken je 'm? Ome Albert. Die snijdt de rode kool ook. Met stronken. Weegt lekker mee. Heb-ie een buiten huis van gekocht. In Blaricum. Waar Pietje Menten heeft gewoond. Pietje woont daar niet meer. Die zit nu in Scheveningen. In Blaricum had ie 28 kamers. Nu maar eentje. Vier bij vier". jacques cats Bertus de Regt haalt glunderend de ro de kool langs de groenteschaaf. „Kan ook met savoyekool. witte kool spits kool". maakt hij duidelijk. „Vorige week vroeg een Limburger het nog aan me: steenkool ook? Nee. gaat niet" oud beroep Standwerker: het is een oud beroep. Vroeger kwam die maar een keer op een jaar ergens op de markt. Zo'n man trok door het hele land. Had een abon nement op de trein, reisde met een kof fertje de plaatsen af waar misschien iets te verdienen viel. Standwerkers waren over het algemeen nogal goed van innemen. Tegenwoordig zijn er nog wel enkelen bij. Die moeten eerst zes. zeven borrels hebben voor ze kun nen werken. Bertus de Regt is geen standwerker van het oude stempeL Ten eerste is hij pas 45 en verder is hij eerst in een later stadium als zodanig in actie gekomen. „Voor ik er twaalf jaar geleden mee be gon, werkte ik in Belgiè als cafébaas", vertelt hij. „Maar dat hield op toen ik het land werd uitgezet. In België mag je alles. Het is een fantastisch land. Alleen een ding: ik werkte met buffetjuffrouws en tijdens mijn vakantie ging er eentje met klanten naar boven. En dat gele genheid geven rekenen ze in Belgie erg zwaar aan. Ja, ik had niks gegeven, want ik zat in Spanje met vakantie. Maar toen ik terug kwam zat er wel een slot op de deur". Terug in Nederland hoorde Bertus het van kennissen: jij bent geknipt voor de markt. En zo is het allemaal gekomen. „Een prima vak", prijst Bertus zijn ei gen beroep „Ik ben het eigenlijk veel te laat gaan doen. Het is veel mooier dan cafébaas zijn. Dan zitje vaak met verve lende mensen. Met dronken mensen ook". In de Dikke van Dale staat het vak van Bertus de Regt anders weinig compli menteus beschreven. „Iemand die in weekmarkt in Et ten gesteld aan een met een persje belegd cafetafeltje. valt er even een stilte waardoor enig gebral aan de nabije tap wat duidelijker door komt. Bertus rekt de pauze nog wat door even een slokje van zijn mineraal watertje te nemen. Dan zegt hij: „Je moet zelf geloven in je eigen artikelen. En in het presenteren van jezelf. Wat ik in Etten over dat komkommerplakje zeg. zeg ik in Den Haag weer anders. En die Belg die over de Middelburgse markt loopt, wil graag horen dat wij gie rig zijn. Dat vinden ze prachtig. Ze la chen me wel uit. Maar ondertussen vliegen de franken me om de oren" Als het even kan betrekt De Regt zijn publiek bij zyn conference. „Houdt u van rauwkost mevrouw", vraagt hij een aandachtig toeluisterende mevrouw. „Nee", zegt die, enigszins geschrokken, nu ze voelt dat ze 'in beeld' is. „Toch ziet u er goed uit", pareert Bertus snel. Schuddebuikende toeschouwers. Even later heeft hij het over babyvoe ding „Heb je ook kinders". informeert de standwerker by een opgeschoten jongeman. „Nee", reageert die bedremmeld. „Blyven trainen, jongen", adviseert Bertus hem. „Ik laat de mensen graag meedoen", zal De Regt later uitleggen. „Bij my is het straatcabaret Kunnende mensen mee praten. Niet praten tegen elkaar hoor. Nee, tegen mij. Dan heb ik contact. En dan verkoop ik. Op de markt is dal con tact maken nog mogelijk Klachten de poneren, idem dito. Ga maar eens naar een warenhuis met een klacht. Die komt het eerst by het meisje van vak zoveel Dan moet de chef geroepen wor den En die zegt: geeft u uw naam en adres maar op. dan zoeken we het uit. Dan blykt vervolgens datje van dat pas gekochte apparaat alleen het garantie- bewy's kunt overleggen. Maar daar hoort ook nog een kasbon bij. Die je natuuriyk al lang hebt weggegooid. Kijk, dat zakehjke. die harde business heb je bij my niet. By anderen op de weekmarkt tref je dat ook niet. Komt er iemand by de groentekraam: vorige week kocht ik by jou sinaasappelen. Maar er was er wel een met een plekkie Als het dan een goeie groenteboer is zegt-ie: mevrouw neem me niet kwalyk. hier heb je twee sinaasappelen. Dat meisje by Albert Heyn mag geen twee sinaasappelen geven. Want daar heeft ze geen opdracht voor. Die sinaasappe len zitten trouwens verpakt. In een netje. Ze kan er niet eens by". geen demonstrateur Onder zijn luifel showt Bertus een an der onderdeel van zijn schaafset. De monstreren is hier het goede woord niet. „Een standwerker is geen demon strateur". zal hij later verkondigen. „Een demonstrateur is iemand die een cassettebandje heeft opgegeten. En die raffelt dat dan af. Als er iets gezegd wordt door het publiek is-ie z'n tekst kwijt Moet hij weer opnieuw begin nen" Er komt een vervaarlyk uitziende fri- tessnyder in beeld. Zo eentje waarby je op een handle moet hangen om de aard appel door een verdeelraampje te kun nen drukken. „Excuses, maar meneer Brabantia maakt misbruik van uw pro vincie". zo houdt de standwerker de Etr tenaren voor. „Dit apparaat is gemaakt voor hem. Maar niet voor moeder, want die krijgt zo'n aardappel er niet in. Moet je eerst karate voor leren. Anton Gee- sink. Ruska. Ik heb mijn vrouw hiermee frites horen snyden. Dacht dat ze de keuken aan het verbouwen was. Moetje toch kijken", roept iüj honend uit, „de fritesaardappel kan er niet eens in. Ge maakt door een ingenieur, dat ding Vraag me wel af waar die vent heb ge studeerd. Mijn apparaat kan trouwens meer Ja ik hoor jullie denken. En je hebt gelijk. Ik heb een kleine afwyking. Maar ik ben gelukkig. Standwerkers hebben allemaal een tik. Ik ken een ca baretier. Die ken je ook. Toon Hermans. Die man heb ook een afwijking. Zyn tik: een kwartier ouwehoeren over een ou we koffergrammofoon. Ik over een groentesnijer. Hy is rijk. Ik ben onder weg". Bertus pakt een winterpeen, steekt 'm omhoog, waarby hy ondeugend in het rond kykt. In een oogwenk laat hy met gebruikmaking van zyn schaaf de peen in een hoopje fijnkost veranderen. „Juf frouw Hero heeft diezelfde winterpeen in een potje gefrommeld", laat Bertus weten. „Vraagt ze nog 1.49 voor. Ze woont nu in een chalet aan het Meer van Genéve Zou u hier blijven wonen als u 1.49 voor een winterpeen kon vangen?" Er protesteert niemand. ik praatte teveel Het driedelig snijapparaat - „denk er om deel drie hoeft niet op de voorruit" - biedt ook de mogelijkheid tot het aanmaken van mini-frietjes. „Als zondag in een Frans restaurant gaat eten. noemen ze die daar pommes alu- mettes", weet De Regt te melden. „Pommes alumettes. Ik heb nooit be- sefd wat dat was. Komt vanwege m'n twee jaar lagere school, denk ik. Daar van heb ik nog negen maanden op de gang gestaan. Ik praatte teveel. Ik hoor het de onderwijzer nog zeggen: van jou komt niks terecht. Vorige week zag ik die sukkel nog rijden, in z'n Lelijke Eend. Ik erachter. In m'n 300-dieseI. Tuutuut. Er wordt veel gelachen. En goed ver kocht De briefjes van 25 vliegen over tafel. Bertus pakt er een en houdt die tegen het licht. „Weet je hoe je kunt zien dat-ie vals is", vraagt hy, opnieuw gui tig rondkykend Moet je dit doen, zegt hy En tegelijker tijd wappert hij flink met het bankbil jet. „Als de figuur die er op staat z'n haar door mekaar zit. is het goed Zit alles nog netjes, dan is het bankbiyet vals" (Foto's: Ruben Oreel) ^ns toont De Regt de werking 11® mensnyder. „De haringman Scheveningen heeft wat afge- weethy. „Niet van de uien. maar !l»troering. Die man heeft twintig 'Mtz'n giechel op de broodplank W-Eindelijk heeft-ie nu een appa- uien te snyden zonder burenge- Ter Illustratie haalt hy er een t-'jchüg alternatief by. een zoge- ^blitshakker. „Blitst veel. hakt Hj, licht de standwerker toe. ^n»r Afrika", zegt hy stevig op paraat rammend. „Kunnen ze u als telefoon gebruiken". „Hier wommer snyden. Verdikken of ver- door te draaien met een tafel- "1 Je graag dikke plakken, die hier in Brabant. Woont u in 'Haag. Dan mot-ie naar beneden, 'vijgje dit", zegt De Regt. flinter- Plakjes schavend. „Schuif ze ^■'®der de deur deur U wilt er meer »M^?ewoon ^een en weer en op en ws p. En wat blijft er over". Bertus, een onooglyk komkom- rjwnipje tonend „Precies wat me- F'anAgt, bedoelde toen hy zei: we L n bezuinigen 't Is voor de Hollan- gemaakt, zeggen de Belgen. Een r*apparaat. Aan luie huismoeders dienst van zakkenrollers, oploopjes ver oorzaakt". zo staat er letterUjk. Bertus laat me weten dat die formulering nog moet dateren uit de tyd toen er nog kwakzalvers op de markt stonden, die water uit de gracht als wondermiddel verkochten. Van wat recentere datum is het verhaal van de vrouwelyke stand werker die voor aanvang van de markt even een paar emmertjes water over haar rollen stofjes heen kieperde om vervolgens het materiaal als een water schadeparty aan de man te brengen. Verkoop uit failliete boedels, was ook een term die er goed in ging. De Regt herinnert zich verder nog het verhaal van een standwerker die breedsprakig scheermesjes probeerde te shjten. Voor de introductie hield hy zelf een tiental kwalitatief goede pakjes met mesjes achter de hand. De rest was bandyzer. Komt er op een dag een mevrouw kla gen. Wat meneer toch had verkocht. „M'n man ziet er gewoon niet uit". Zegt de standwerker- „Wat heb-ie ge daan dan? Gevochten soms?" „Nee", reageert de vrouw boos. „Hy heeft zich alleen maar geschoren met die mesjes van jou". De standwerker, quasi-onthutst. „Heeft ie zich ermee geschoren? Daar waren ze met voor. Die mesjes zyn om verf af te krabben stiekum ruiten Bertus de Regt gaat volgens enigszins andere maatstaven te werk als hierbo ven staat omschreven. „In je werk moet je proberen zo min mogelijk te jokken", zegt hij. „Want je komt op de duur jezelf tegen. Kapotte schaven kunnen ze overigens altijd komen in ruilen. Nou moet je niet denken dat ik zelf weer nieuwe schaven krijg voor die oude. Dat is een verhaaltje. Maar wat je er allemaal mee goed doet! Dat zie je nergens. Kijk ik heb niet graag dat ze bij mij thuis - ik woon tijdelijk in Zeeland - komen ruilen. In Rotter dam komt trouwens niemand ruilen. Ze nemen daar gewoon een nieuwe. Ik krijg nergens zoveel schaven terug als in Zeeland. Want je hebt dat beloofd. En dat doe ik dan ook. Maar dan heb ik er wel graag de revenuen van. Dan heb ik ook liever dat zo'n mens komt ruilen als ik driehonderd man bij m'n handel heb staan. Dus niet zoals ze in Zeeland gewend zijn: een beetje stiekum dat ding ruilen. Want een Zeeuw wil nie mand pijn doen. Die denkt: als ik dat in het bijzijn van zoveel mensen doe stoot ik die man voor het hoofd. Maar het tegendeel is waar. Als er iemand na drie jaar een groenteschaaf komt rui len en ik geef zonder commentaar een nieuwe, dan is dat uniek". Hoe verklaart Bertus de Regt zijn eigen sukses? Na deze vraag, na afloop van de tentie', staat er in niet geheel onberispelijk Nederlands geschreven op een kartonnetje, dat js opgehangen in de kraam van een fruithandelaar op de weekmarkt in Breda. 'Atentie, geen valse briefjes'. Niet alleen op papier is de man van de kraam een grappenmaker. Met nrrestem probeert hij de aandacht van het langsschuifelend publiek te trekken. „Kom jon- i",krast hij, „een beetje aanvallen asjeblieft. D'r is genoeg. Ik heb zelfs vandaag een intematio- ikraam. Met Yoegoslavische druiven. Voor zieken en gezonden. Geef er maar een riks voor. tooi? Een gulden, moederke. Goeiekoop, hè. Ja, is het al niet erg genoeg dat prins Claus ïen is?" mderop staat een bloemenkoop- t dadelijk hoorbaar te ontluiken. o.bé, die plant", beveelt hy warm Dj enkele dames. „Bloeit dag en SU wilt er twee? Pak ik ze gelijk SIL Zo, ik zet ze lekker dicht tegen bar. Hebt u er straks misschien drie teen tydje onderweg bent". [Mer kreten dragen bij tot een ge- eddijksfeertje op die Bredase week- r. Maar ik mis die van de man, voor linur die Bourgondische stad ben tón: standwerker Bertus de Regt o-mgen. Al jaren kwetterend over Beschaven, ondertussen driftig wend in pryzen behaald tijdens drakerswedstrijden. Vorige week l«rd hy tweede tydens een natio- i concours in Leeuwarden. Maar Mswerdal eerder, in 1980, Europees pioen. Niet de eerste de beste dus. Segt laat het die morgen afweten, 's nis krijg ik'm aan de lijn. „Ja sorry frcrontschuldigt hy zich. „Ik heb >-«dag naar myn autosleutels lo- «ken. Maar morgen sta ik in Et- Iw". tinkel' van Bertus is die andere filot gevonden tussen de kramen Itmarktin Etten. Het publiek staat njaidlkrond de luifel, die de handel iDeRegt tegen de uitbundig stra it septemberzon beschermt, raak heb ik", zegt Bertus even daarbij wyzend op de schamele Kaisvan drie klaptafeltjes en een Pddosen, „zelf van de grond af opge ld" De kleine man met de onaf- Wslljke witte pet met daaronder guitig-brutaal voorkomen, is zo- lijn voorstelling begonnen. Staguhieriets voor een prijs waar- "JKgt: hoe kan die man dat, hoe is mogelijk. Nou ik kan dat royaal - nnt dit apparaat is voor my het ^stekeukenmachien van Europa. «st-Europa. Oost-Europa weet ik '- Mag ik niet komen. Als er iemand "rag is die denkt my te kunnen •aren met een apparaat buiten dit Jfom.dan ontvangt die contant dui- d pilden. En belt u maar rustig aan B®er Philips, ik heb nog nooit ver-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1982 | | pagina 17