OUDE GLORIE IS NOG STRIJDLUSTIG Peet van de Wege: afscheid pijnlijk Klaas Woudstra: zonder handbal aan de drank? Huib Poortvliet: een veteraan(37) als debutant Lou Wisse gaat ook in de bergen tot op de bodem JÉRDAG 20 MAART 1982 PZC/sport 23 JAARTJE OUDER IUSSINGEN - Een licht accent en het 'stra' aan het einde van jjinaam verraden een Friese afkomst. Klaas Woudstra, vieren- Ifintig jaar in Zeeland nu, maar de oorsprong nog niet vergeten. Bj verhaalt boeiend, maar sober over zijn geboorteland. De Jfetedentocht, het kaatsen en zijn escapades bij dageraad, op ptk naar het eerste kievitsei. Een harde jeugd, want hij leerde tl vroeg wat werken was. Eenenvijftig is-ie nu, maar Woudstra keft aan vitaliteit nog niets ingeboet. Een kleine twee weken (deden stond hij als invaller nog in het doel bij Olympus I tijdens de handbalderby met Walcheren. Die wedstrijd zit hem Mg steeds niet helemaal lekker. De ballen vlogen hem bij wijze finspreken aan alle kanten rond de oren. „Normaal pak ik alles lit de hoek en toen had ik niet een bal. Dan lach ik wel, maar in I'D binnenste., trouwen mee begonnen. „Er waren nog wat sigaren en sigaretten over van de bruiloft". Maar de zware shag miste zijn uitwerking niet. Vooral tijdens het sporten eiste het zijn tol. „Ik kon het merken, maar ik wilde mee blijven doen. Daarom ben ik gestopt". Na het verloren duel tegen Walcheren rookte hij voor het eerst weer een sigaar. Theevisite Klaas Woudstra Huib Poortvliet tót was hfi turnkampioen van de kring d, ooit reed hij ook twee Elfste- ïntochten. Toch zijn dat zaken die (Kilts terloops in zijn relaas aan de or- li komen. Hij is geen man van trots. Be gebeurtenissen horen gewoon in verhaal thuis. Zoals de Elfsteden- Khten van '54 en '55. Volgens het prin ce „Niet zeuren, schaatsen onder en jjen". Beide keren reed'hij de tocht ft De eerste keer had hfi er zo'n der voor nodig, de tweede maal jtetwas een barre tocht") gleed hij na Igeveer veertienenhalf uur over de fi fth. .Jk had er niet speciaal voor ge- aad Je komt jezelf twee of drie keer sen onderweg, maar ik kan nu een- mi slecht tegen m'n verlies. Daar trek tnu misschien nog profijt van" blenzakken hdoordouwersmentaliteit werd hem vtjongsaf aan al toegemeten. „Ik liep |a'n veertiende al met kolenzakken en. Maar de tijden waren toen oiere", verontschuldigt hij zich bijna. om te leren was er niet. Er moest nod op de plank. Daarom frustreert Woudstra des te meer dat hfi nu al kleine anderhalf jaar zonder werk i Als chauffeur werkte hij zo'n acht pi bjj het Vlissingse reisbureau Van tassen. „Maar op een gegeven mo at Is er tegen me gezegd dat ik te iuurwerd. Daar sta je dan", spreekt hij óïbekende TV-spot bijna na. „De eer- «tefijdishetwel moeilijk. Later denk je (is 'Waar zal ik me ook druk om ma- in"1. Illusies om ooit nog eens aan de ttk te komen zijn er nauwelijks. „Als ik Mi weet, ga ik er achteraan, maar op oijn leeftijd word je toch zo afgewezen. It nemen liever jonge knapen, die zijn wl goedkoper. Ik kon nog wel terugko- Van Fraassen, maar dan voor Bhonderd gulden, bruto, minder in de Daar staan ze dan met acht of sgenman voor in de rij". Gtcs werk dus. Daarom vormt het kudbal in sterke mate een uitlaatklep nwdeOIympus-veteraan. „Ik doe ook Kg wat in het project voor mensen «ader baan in Middelburg. Een beetje Wpen, af en toe kleine dingetjes doen. rijn nu bezig met het dierenasiel in ttdddburg. Verder ben ik vaak weg Brtdf twee honden en als m'n vrouw «f is, ga ik een beetje stofzuigen of Maar de sport neemt toch een be- kapijke plaats in in zijn leven. „Ik W mezelf uit in het handbal", zegt 'oodstra, die zonder uitzondering free keer in de week traint. „Dat is een «inulans voor me. Dat heb ik nodig. Ik kep nog rustig met die jonge gasten me". Vorig jaar stopte hij zelfs nog net roken. Daar was hij de dag na zijn In de oorlog ontmoette Klaas Woudstra in Friesland zijn latere vrouw. „Zij komt van hier, maar was toen in Fries land geëvacueerd. Ik dacht: "Voor mij bakken ze overal brood' en daar na ben ik mee naar Zeeland gegaan". Maar Friesland blijft herinneringen oproe pen. Zeker in de winter als het halve noorden al op de schaats staat en de Zeeuwse wateren nog slechts bedekt zijn met een flinterdun laagje ijs. En als er dan geschaatst kan worden, is het maar mondjesmaat. „Want het ijs is dan zo stukgereden". Ook het zoeken naar eieren dateert uit lang vervlogen tijden. Woudstra vond eens het eerste kievitsei, maar de theevisite bij hare majesteit liep hij mis. „Omdat er op de zelfde dag in Holland een ei werd gevon den". Het zoeken naar het eerste kievitsei was een sport op zich. Voor dag en dauw toog Woudstra vaak met de "pols' (stok, red) het land in op speurtocht. „Soms was je 's morgens om vier uur al op pad. Als je dan een paartje zag zit ten, kon je aan de bewegingen zien dat het aan de leg was. Dat eerste ei dat ik vond, heb ik nog aan een poelier kun nen verkopen voor zevenenhalve gul den. Hij heeft het toen in de etalage gelegd". Drank „Wat ze vroeger sport noemden. Dat is het nu niet meer. Ik trainde altijd vijf keer in de week. Nu zeggen ze na een uurtje al: 'Ik heb het wel gezien'. Daar erger ik me wel eens aan. Ze verklaren mij voor...wat zal ik zeggen. Dat ik bij voorbeeld te fanatiek ben. Maar ik kan mezelf nu niet meer veranderen. Niet iedereen is zoals ik en ik zou willen dat iedereen zijn best deed zoals ik. Ik moet me gewoon afreageren. Als ik dit niet zou doen, dan zou ik misschien aan de drank zijn. Ik zie wel eens mensen uit het veld komen zonder zweet op hun voorhoofd. Dat kan ik me niet voorstel len. Datje het veld uitstapt zonder een nat voorhoofd. Dan denken ze mis schien: 'Je bent getikt ouwe zak. Wat doe je nog in het veld', maar ze zijn ge lukkig allemaal aan de voorzichtige kant. Ik zou gauw oud zijn als ik zou stoppen. Ik ben er mee grootgebracht" De portier van het dienstencentrum voor bejaarden kijkt verstoord op uit zijn ochtendblad ..We komen om ome Dirk verduidelijkt een jongeman in trainingspak..want onze kee per is ziek geworden De portier legt zijn krantje neer en schiet in de lach. ,Je treft het niet", zegt hij proestend. .Jiij speelt net een potje biljart met Sjaak in de sociëteit. En je weet hoe dat gaat als-ie eenmaal achter die tafel staat. Niet te houden". De jongen in het trainingspak fronst de wenkbrauwen. Plot seling een heldere ingeving. ,Js ome Piet er misschien", pro beert hij opnieuw. De portier loopt rood aan. Even is het stil, maar dan buldert hij .ftee, die is er met. Jullie tegenstander is hem net komen halen Zo erg is hel natuurlijk nog niet met de topsport in Zeeland. Maai steeds nadrukkelijker traden de laatste weken de oud jes op de voorgrond. Als 37-jarige debuteren in het eerste van Arnemuiden, op je 40-ste met pijn in je lijf beslissen om met handballen te stoppen, als 51-jarige frivool onder de lat staan in de derde divisie zaalhandbal of als 36-jarige nog in het eerste van de korfbalclub. Waar moet dat heen met de sport in Zeeland. PZC-sportver- slaggever Koen Mijnheer zocht ze op, de oude rotten die niet kapot te krijgen zijn. Peet van de Wege GISSINGEN - Peet van de Wege verdient zijn - goed belegde - boterham voornamelijk onder de Mterspiegel. Al blijft het kwik ver onder het nulpunt steken, keer op keer plonst de Vlissingse Handballer het water in. Van de Wege is duiker. In dienst van Rijkswaterstaat vertoeft hij (,,'s Winters nog meer dan in de zomer") regelmatig in het rijk der weekdieren. Conditie is een eerste vereiste om onder water te werken, terwijl op het droge via slangen kunstmatig leven in je Jtpompt wordt. Bij de handbalvereniging Walcheren ondervindt de eerste selectie week in, week oitdat het met het uithoudingsvermogen van de veertigjarige veteraan wel snor zit. Want Van de Wege veegt zijn voorhoofd vaak al af als zijn ploeggenoten zwoegend het laatste gedeelte van een wnditietraining afwerken. Waarschijnlijk omdat de golven daar opgeleverd. Meestal houdt het op honderd vijftig dagen per jaar ligt WlvandeWege in het water. Dancon- ®tert hij de sluizen bij Vlissingen. we of Katsof verricht hij oeveronder- Win diverse Zeeuwse wateren. „Inde JSter is het meer sluizenwerk omdat er Jn minder scheepvaart is" Van de «ge realiseert zich dat er flink wat ge- iren aan zijn beroep verbonden zijn. fiheb er wel eens eentje zien gaan", ttnij zonder een spoor van emotie, ghebwel eens een week in de Oostzee !®ten in een onderwaterlaborato- ®a- Wij deden daar met een groep pfoeven met het lassen en lijmen van *"1 ra beton onder water. Er zat daar ®«ra kennis van mij als bemanntngs- fj-Een halfjaar later liggen ze met dat «voor de kust van Canada. Ze zaten weken onder water en daarna zou- «nzeeruft mogen. Dat was al een dag %steld omdat het zulk slecht weer •JiToen die knul een dag later boven J*8® en hij zich aan een ketting van "Oei vasthield, is hij overleden. wel vier meter hoog waren" De Vlissingse duiker kroop zelf ook ai eens door het oog van de naald. Hij werkte toen bij het Vlissingse ber gingsbedrijf Van den Akker. In de Wa terweg moet een door midden gebro ken kustvaarder worden onderzocht. Toen Van de Wege het sein gaf dat hij weer opgehaald kon worden, raakte tijdens die manoeuvre zijn lnchtslang bekneld. „In zo'n vak moet je gewoon rekening houden met allerlei factoren. Het is gauw funest. Maar je gaat nooit voor je tijd. Je moet altijd op je qui vive zijn. Je duikt ook bijna altijd in donker water", verklaart hij. Gezond zijn is belangrijk. „Want je krijgt toch flink voor je broek. Je beenderen kun nen bijvoorbeeld aangetast worden". Welletjes Maar de strenge medische controle die jaarlijks wordt uitgevoerd, heeft de Walcheren-speler nog nooit problemen rond je veertigste, maar Peet van de Wege rekent erop dat hij nog wel een jaar of tien 'meekan'. „Datschuifik nog een eind voor me uit". Ook het moment van afscheid bij de handbalvereniging Walcheren heeft hij jarenlang uitge steld Nu vindt hfi het zo langzamer hand welletjes Een kwart eeuw maakte Van de Wege deel uit van het eerste team van Walcheren. „Nu is het de beurt aan de jongeren", zegt hij. Een topper is Van de Wege nooit ge weest. Wel een constante speler, die al tijd deed wat er van hem verwacht werd. Altijd alles uit de kast spelen, luidde zijn devies. „Maar ik ben nooit zo op roem uitgeweest. Ik heb nog wel in het Zeeuws veldhandbalteam ge speeld, maar dat zijn toch niet zulke hoogtepunten geweest vind ik". Betere herinneringen bewaart hij aan de 'romantiek' van vroeger. Glimlachend blikt hij terug. „Er was meer sfeer, er kwamen nog veel meer mensen kijken. Het handbal was echt in opbouw. We speelden vroeger tussen de kisten in de veilinghal in Middelburg. Het was er wel eens behoorlijk 'spekkerig' als de vloer nat was geweest. Of er in het handbal zelf veel veranderd is. weet ik niet. Het hele maatschappelijke bestel is eigenlijk veranderd". Tien jaar terug was er al sprake van dat Peet van de Wege zijn carrière in het eerste team van Walcheren zou afslui ten. Onder leiding van Guus Schouten was er een jonge herenploeg gefor meerd. ..Zij wilden ook met een jonge ploeg verder. Han Hamers en ik waren de oudstenHet kwam er op neer dat wij maar moesten verdwijnen. Tijdens een vergadering zeiden ze dat ook tegen ons. Toen heb ik gevraagd: Waarom. Kunnen Jullie beter spelen, kunnen jul lie harder lopen. Toen heb ik aan ze ge vraagd hoelang ze nog bij Walcheren dachten te spelen. Het gros wist het niet. Dat is nu tien jaar geleden en ik geloof dat er nog twee spelers over zijn van die ploeg". Wilskracht „Ik zeg het met spijt dat ik stop. Het is toch jammer. Je sluit een deel van je leven af. Ik stop ook omdat ik perse te goed wil zijn. Ik geloof dat ik te veel wilskracht heb. Ik loop door als ik een blessure heb. Aan het begin van de competitie had ik een scheurtje in m'n hand. Toen heb ik vijf wedstrijden met een verband om m'n hand gespeeld. Een ander zou misschien niet spelen op zo'n moment". Het vertrek - uit eigen beweging - van Peet van de Wege Is echter een teken aan de wand. Een veertigjarige, die zich moeiteloos beweegt tussen spelers, die een generatie jonger zijn „Armoede", geeft Van de Wege toe. „Die jongens hadden mij er toch op conditie uit moe ten ploffen Als dat was gebeurd, zou den we ook in dezelfde klas als EMM gespeeld hebben. Ze proberen gewoon het vuur niet na aan je schenen te leg gen. Deze Jongens doen hun best wel, maar als ze moe zijn, houden ze er mee op en ik ga door Ik train nu pupillen. Daar ben ik keihard voor volgens de huidige nonnen. Maar ze vinden het leuk Ik durf er gerust een een schop onder z'n kont te geven Dat mag na tuurlijk nooit, maar als ik ze train, zijn ze wel met handbal bezig". Zelfs Ton Kienhuis. die toch niet kin derachtig traint bij Walcheren, vindt Van de Wege nog 'te lief. „Hij is nog te aardig. Hij geeft een erg leuke training en goed ook. maar ik zou soms tegen sommige jongens zeggen: 'Flikker maar op'. Hij is naar mijn smaak te gauw tevreden. Het niveau gaat niet omhoog. Ik word niet beter, maar de anderen zien met hun jeugd, geen kans om mij in te haien. Ik vermoed ook dat een lager team me een beetje te genstaat. Dat zie ik niet zo zitten. Ik denk dat ik maar rustig af ga trainen en op zondag een duurloopje pak of zo of naar de handbal ga kijken". ARNEMUIDEN - Op een zaterdagmorgen rinkelt de telefoon in huize Poortvliet te Arnemuiden. Het is kwart voor tien en aan de andere kant van de lijn is de stem van Piet Slabber te horen, de secretaris van de voetbalvereniging Arnemui den. „Wil je vanmiddag met het eerste mee Huib?", luidt het verzoek van Slab ber. „Nee, dat kan niet, want we moeten vanmiddag met het vierde tegen Vee re voor de beker", antwoordt Huib Poortvliet. „Die wedstrijd is uitgesteld", laat Slabber weten. „Dan is het goed", zegt Poortvliet. Diezelfde middag debuteert de 37-jarige doelman in competitieverband in het eerste van Arnemuiden. Aan het begin van dit seizoen had Als je prestaties wil, dan moetje er ook Poortvliet al een keer met ae equipe van Van Maris meegedaan in het vriendschappelijke duel met Kloetin- ge. Dat liep niet best af: 5-3-verlies. Ook de ontmoeting met WHS, twee weken terug, leverde een nederlaag op 0-1. „Ik stond toch niet zo lekker op m'n be nen", zegt Huib Poortvliet, die normaal gesproken zijn kunsten vertoont in het vierde van Arnemuiden. ..Aan zo'n vriendschappelijke wedstrijd, als tegen Kloetinge. til je niet zo zwaar. Maar nu ging het echt om de punten", zegt Poortvliet, een oom van PS V-speler J an Poortvliet Sinds het vertrek van Bennie Meul- meester uit het eerste team, heeft Arne muiden wat problemen gehad met de positie van doelverdediger. Eerst raak te de tweede doelman Peter Pouwer ge blesseerd en vervolgens moest de derde doelman Jaap Meerman aantreden. Meerman trad de dag voor het duel met WHS echter in het huwelijk, Pouwer durfde nog niet best en Meulmeester bleef bij zijn besluit om niet meer in het eerste te keepen. Zodoende mocht Huib Poortvliet zijn opwachting maken. ,Het viel me mee hoe weinig werk je eigenlijk krijgt. In het vierde heb ik al tijd veel meer te doen". Huib Poortvliet speelde in de wedstrijd tegen WHS zelf de nog een belangrijke rol. Hij veroor zaakte een penalty voor WHS, maar van zijn onschuld is hij nog steeds over tuigd. „Ik kreeg eerst een overtreding van een een tegenstander. Die penalty was niet terecht". Hoewel het spelen in het eerste team een leuke ervaring voor hem was, heeft Huib Poortvliet het toch beter naar zijn zin in het vierde team. „Dat is een gezel lige ploeg. Joost de Ridder speelt bij ons en hij schopt ze er nog steeds in. Ik heb trouwens de kwaliteiten ook niet voor het eerste. Ik train praktisch niet. Dat heb je als keeper niet zo nodig vind ik. Ik ben ook niet zo prestatiebewust. twee keer in de week tegenaan. Ik ben niet zo'n mannetje die de dwang heeft om hogerop te komen. Als je dat wilt, moet je er iets tegenover stellen. Mis schien ben ik wel een soort buitenbeen tje. Mijn broer (Klaas, red.) heeft er alles voor over", zegt Poortvliet, die in het dagelijks leven timmerman is. Huib Poortvliet was al drieëntwintig toen hij zich bij Arnemuiden meldde. Als A-junior was hij al wel in actie ge weest, maar omdat hij op zaterdag bij een groenteboer werkte, was er daarna een voetballoze periode van een jaar of zes. „Voetballen kwam er gewoon niet van". Poortvliet kwam al snel op doel terecht „Want het voetballen zelf lag me niet zo. Ik was gauw geneigd een tegenstander een zetje te geven. Daar heb ik nu als keeper voordeel van. Veel grote blessures heb ik nog niet gehad. Tegen VCK is m'n oorlel er eens afge schopt en ik heb ook wel eens een schouderblessure gehad. Je moet ook niet bang zijn". Reclameren De Amemuiden-doelman is dan mis schien niet erg prestatiegericht, hij wil wel altijd winnen. Dat levert nog wel eens heftige discussie met de heren scheidsrechters op. „Ik ga meestal wel gauw reclameren. Maar er lopen ook scheidsrechters tussen.... Ik ga er altijd van uit dat een scheidsrechter zelf ge voetbald moet hebben, maar je hebt er ook bij, die voor de gekste flauwekul affluiten. Het verschil met scheidsrech ters. die wel gevoetbald hebben is goed te zien. „Serieus overwogen om te stoppen heb ik nog niet. Er is ook nog geen over schot aan spelers. Op dit moment staan ze nog niet te dringen. We hebben niet zo gek veel senioren meer. Het tennis is in Arnemuiden in opmars. Vroeger had je alleen voetbal en korfbal. Het tafel tennis is er ook nog niet zo lang". WESTKAPELLE - Het gezin Wisse bewoont een schitterend pand in Westkapel- le. Grotendeels op eigen kracht uit de grond gestampt met gebruik van oude bakstenen en balken, die voor een erg sfeervol geheel zorgen. „Je bent alleen nooit klaar met zo'n huis. Deurtjes, paneeltjes, je bent altijd wel ergens mee bezig", zegt Lou Wisse de 36-jarige speler van de korfbalvereniging Ondo nit Sint-Laurens. Hij is de club ook na de verhuizing altijd trouw gebleven. „Als je al twintig jaar bij een vereniging zit, dan ga je niet zomaar naar een andere club. Bovendien ben ik zo in Sint-Laurens. Je pakt de auto en voor je het weet, ben je er Het afgelopen microseizoen heeft Wisse laten lopen. Op het veld loopt hfi al drie jaar rond met de gedachte om er een punt achter te zetten. „Maar als het sei zoen klaar is en je bent een paar maan den vrij. dan loop je jezelf toch te zoe ken. Ik kan me ook herinneren dat er vaak Nederlandse topspelers zijn ge weest. die pas half in de dertig op hun top waren. Als je er maar voldoende voor traint, is het best op te brengen". Toch gaat zfin leeftfid hem al parten spelen. „Ik merk dat ik er meer voor moet doen. Ik train twee keer per week en tussendoor ga ik nog eens de duinen in. Als je dat geregeld doet is dat goed te merken. Als ik tien kilometer loop met gasten van twintig jaar kan ik ze niet bijhouden, maar ik kan nog wel tegen ze sprinten". Wisse vervolgt:Als je niet fanatiek ge noeg bent en niet alles er voor over hebt. dan hoor je niet in het eerste thuis. In februari waren mijn vrouw en mijn broer op dezelfde dag jarig. Dat was een zaterdag Mijn vrouw heeft haar ver jaardag vrfidag gevierd en mijn broer op zondag. Voor de korfbal gaat alles opzij. Het eerste team is de vaandeldra ger van je vereniging. Je moet wel fana tiek zfin, anders doe je het geen twintig jaar. Bergbeklimmen Lou Wisse kent niet zo gek veel rust. Als de tijd daar is. trekt hij met het gezin naar Zwitserland. Daar, tijdens zijn vakantie, gaat hij eveneens tot op de bodem. Bergbeklimmen is een pas sie van de Ondo-speler. „Op een gege ven moment wil je wal meer dan alleen maar heuvel op en heuvel af. Ik doe het nu drie jaar. Af en toe gaan we tot vier duizend meter. Wie weet hoe dat ver der gaat. Echt alpinisme is het nog niet. maar het is wel erg zwaar. Het zijn uitputtende vakanties. Echt ris kant is het niet. Af en toe kijk je wel eens over een richel zo'n zes- of zeven honderd meter naar beneden, maar meestal zitten we toch aan de gemak kelijke kant van een berg. Soms ben je wel twaalf uur per dag onder weg". Sinds hfi als vijftierfiarige voor Ondo koos, heeft Lou Wisse nog geen moment spijt gehad van die beslissing „Het was in die tijd voetbal of korfbal. Daar heb ik een tfid lang tussen gehangen, maar op een gegeven moment heb ik de knoop doorgehakt We zijn nu altijd met vrienden van Ondo onder elkaar. In de zomer zitten we wel met twintig, vijfentwintig man op strand. Of we gaan tennissen. Dan huren we een baan. „Twee jaar geleden was het zo, als er iemand jarig was. gingen we met een man of vijfentwintig op de koffie plus alle aanhang. Dat wend een beetje te gek natuurlijk. Maar het is nu eenmaal een vriendenkring. Maar op een gege ven moment ging dat niet meer. Je kan moeilijk bfi iedereen met zo'n groep op de koffie komen. Het is wat verwaterd, maar ik denk dat iedereen blij was, dat het voorbij was". In het veld staat Lou Wisse niet be paald als een lieverdje bekend.„Ik ben niet zo lief, maar ik heb nog nooit een waarschuwing gehad vaq een scheids rechter. Ik durf best een duwtje te ge ven. Een scheidsrechter moet tenslotte bepalen boe of wat. Ik doe niet mee aan vuiligheid. Als iemand erdoor is geef ik geen snok aan z'n arm. In Spijkenis- se hebben we vaak moeilijkheden. Als iemand een overtreding begaat, zeg ik de eerste keer: Dat kan. De tweede keer kan je nog zeggen dat het ccn vergis sing was, maar als het dan voor de der de keer gebeurt is het niet meer per ongeluk. Ik heb een keer een klap op m'n oog gehad. Een maand lang heb ik dubbel gezien. Daar ben ik mee naar de oogarts geweest. Dat grapje kostte me achthonderd gulden", zegt Wisse, die als uitvoerder bij de Walcherse Bouwunie werkt. Botsingen met de jeugd zijn even lo gisch als hevig. De huidige mentaliteit is op een nieuwe leest geschoeid en dat leidt herhaaldelijk tot conflicten met de mensen van de oude stempel. „Ik heb al gehoord dat er mensen afzegden omdat ze krant jes moesten bezorgen of een nieuwe jurk moesten kopen. Datgaater bij mij niet In, Als ik klaar ben met m'n werk op vrijdag, begint de training om half zes. Dan zijn we om vijf uur met een stel mensen vaak al bezig. Alles van je af gooien, dat vind ik heerlijk". Maar als jeugdtrainer stootte Wisse ook al eens z'n neus. „Dan probeer je alles goed te doen en heb je een uur of anderhalf uur nodig om een training voor te bereiden. Dan reken je op twaalf man en dan staan er zes. Dat is jammer, want met goede junioren moet je toch je eerste team opbouwen. Dat zou niets voor mfi zijn om niet te komen. Ik ben wel fana tiek Ik zou ook geen recreatiespeler zijn. Ik heb ooit eens met het tweede meegedaan, maar toen speelde ik een stuk slechter", zegt hfi tussen twee slokken wijn door. „Dat laat ik er toch niet voor staan. Ik rook niet, maar iets drinken doe ik graag. Als dat niet meer mocht, zou het een trieste boel zijn na de wedstrijd"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1982 | | pagina 23