OUDE GLORIE IS
NOG STRIJDLUSTIG
Peet van de Wege: afscheid pijnlijk
Klaas Woudstra:
zonder handbal
aan de drank?
Huib Poortvliet:
een veteraan(37)
als debutant
Lou Wisse gaat
ook in de bergen
tot op de bodem
JÉRDAG 20 MAART 1982
PZC/sport
23
JAARTJE OUDER
IUSSINGEN - Een licht accent en het 'stra' aan het einde van
jjinaam verraden een Friese afkomst. Klaas Woudstra, vieren-
Ifintig jaar in Zeeland nu, maar de oorsprong nog niet vergeten.
Bj verhaalt boeiend, maar sober over zijn geboorteland. De
Jfetedentocht, het kaatsen en zijn escapades bij dageraad, op
ptk naar het eerste kievitsei. Een harde jeugd, want hij leerde
tl vroeg wat werken was. Eenenvijftig is-ie nu, maar Woudstra
keft aan vitaliteit nog niets ingeboet. Een kleine twee weken
(deden stond hij als invaller nog in het doel bij Olympus I
tijdens de handbalderby met Walcheren. Die wedstrijd zit hem
Mg steeds niet helemaal lekker. De ballen vlogen hem bij wijze
finspreken aan alle kanten rond de oren. „Normaal pak ik alles
lit de hoek en toen had ik niet een bal. Dan lach ik wel, maar in
I'D binnenste.,
trouwen mee begonnen. „Er waren nog
wat sigaren en sigaretten over van de
bruiloft". Maar de zware shag miste
zijn uitwerking niet. Vooral tijdens het
sporten eiste het zijn tol. „Ik kon het
merken, maar ik wilde mee blijven
doen. Daarom ben ik gestopt". Na het
verloren duel tegen Walcheren rookte
hij voor het eerst weer een sigaar.
Theevisite
Klaas Woudstra
Huib Poortvliet
tót was hfi turnkampioen van de kring
d, ooit reed hij ook twee Elfste-
ïntochten. Toch zijn dat zaken die
(Kilts terloops in zijn relaas aan de or-
li komen. Hij is geen man van trots.
Be gebeurtenissen horen gewoon in
verhaal thuis. Zoals de Elfsteden-
Khten van '54 en '55. Volgens het prin
ce „Niet zeuren, schaatsen onder en
jjen". Beide keren reed'hij de tocht
ft De eerste keer had hfi er zo'n der
voor nodig, de tweede maal
jtetwas een barre tocht") gleed hij na
Igeveer veertienenhalf uur over de fi
fth. .Jk had er niet speciaal voor ge-
aad Je komt jezelf twee of drie keer
sen onderweg, maar ik kan nu een-
mi slecht tegen m'n verlies. Daar trek
tnu misschien nog profijt van"
blenzakken
hdoordouwersmentaliteit werd hem
vtjongsaf aan al toegemeten. „Ik liep
|a'n veertiende al met kolenzakken
en. Maar de tijden waren toen
oiere", verontschuldigt hij zich bijna.
om te leren was er niet. Er moest
nod op de plank. Daarom frustreert
Woudstra des te meer dat hfi nu al
kleine anderhalf jaar zonder werk
i Als chauffeur werkte hij zo'n acht
pi bjj het Vlissingse reisbureau Van
tassen. „Maar op een gegeven mo
at Is er tegen me gezegd dat ik te
iuurwerd. Daar sta je dan", spreekt hij
óïbekende TV-spot bijna na. „De eer-
«tefijdishetwel moeilijk. Later denk je
(is 'Waar zal ik me ook druk om ma-
in"1. Illusies om ooit nog eens aan de
ttk te komen zijn er nauwelijks. „Als ik
Mi weet, ga ik er achteraan, maar op
oijn leeftijd word je toch zo afgewezen.
It nemen liever jonge knapen, die zijn
wl goedkoper. Ik kon nog wel terugko-
Van Fraassen, maar dan voor
Bhonderd gulden, bruto, minder in de
Daar staan ze dan met acht of
sgenman voor in de rij".
Gtcs werk dus. Daarom vormt het
kudbal in sterke mate een uitlaatklep
nwdeOIympus-veteraan. „Ik doe ook
Kg wat in het project voor mensen
«ader baan in Middelburg. Een beetje
Wpen, af en toe kleine dingetjes doen.
rijn nu bezig met het dierenasiel in
ttdddburg. Verder ben ik vaak weg
Brtdf twee honden en als m'n vrouw
«f is, ga ik een beetje stofzuigen of
Maar de sport neemt toch een be-
kapijke plaats in in zijn leven. „Ik
W mezelf uit in het handbal", zegt
'oodstra, die zonder uitzondering
free keer in de week traint. „Dat is een
«inulans voor me. Dat heb ik nodig. Ik
kep nog rustig met die jonge gasten
me". Vorig jaar stopte hij zelfs nog
net roken. Daar was hij de dag na zijn
In de oorlog ontmoette Klaas Woudstra
in Friesland zijn latere vrouw. „Zij
komt van hier, maar was toen in Fries
land geëvacueerd. Ik dacht: "Voor mij
bakken ze overal brood' en daar na ben
ik mee naar Zeeland gegaan". Maar
Friesland blijft herinneringen oproe
pen. Zeker in de winter als het halve
noorden al op de schaats staat en de
Zeeuwse wateren nog slechts bedekt
zijn met een flinterdun laagje ijs. En als
er dan geschaatst kan worden, is het
maar mondjesmaat. „Want het ijs is
dan zo stukgereden". Ook het zoeken
naar eieren dateert uit lang vervlogen
tijden. Woudstra vond eens het eerste
kievitsei, maar de theevisite bij hare
majesteit liep hij mis. „Omdat er op de
zelfde dag in Holland een ei werd gevon
den".
Het zoeken naar het eerste kievitsei
was een sport op zich. Voor dag en
dauw toog Woudstra vaak met de "pols'
(stok, red) het land in op speurtocht.
„Soms was je 's morgens om vier uur al
op pad. Als je dan een paartje zag zit
ten, kon je aan de bewegingen zien dat
het aan de leg was. Dat eerste ei dat ik
vond, heb ik nog aan een poelier kun
nen verkopen voor zevenenhalve gul
den. Hij heeft het toen in de etalage
gelegd".
Drank
„Wat ze vroeger sport noemden. Dat is
het nu niet meer. Ik trainde altijd vijf
keer in de week. Nu zeggen ze na een
uurtje al: 'Ik heb het wel gezien'. Daar
erger ik me wel eens aan. Ze verklaren
mij voor...wat zal ik zeggen. Dat ik bij
voorbeeld te fanatiek ben. Maar ik kan
mezelf nu niet meer veranderen. Niet
iedereen is zoals ik en ik zou willen dat
iedereen zijn best deed zoals ik. Ik moet
me gewoon afreageren. Als ik dit niet
zou doen, dan zou ik misschien aan de
drank zijn. Ik zie wel eens mensen uit
het veld komen zonder zweet op hun
voorhoofd. Dat kan ik me niet voorstel
len. Datje het veld uitstapt zonder een
nat voorhoofd. Dan denken ze mis
schien: 'Je bent getikt ouwe zak. Wat
doe je nog in het veld', maar ze zijn ge
lukkig allemaal aan de voorzichtige
kant. Ik zou gauw oud zijn als ik zou
stoppen. Ik ben er mee grootgebracht"
De portier van het dienstencentrum voor bejaarden kijkt
verstoord op uit zijn ochtendblad ..We komen om ome Dirk
verduidelijkt een jongeman in trainingspak..want onze kee
per is ziek geworden De portier legt zijn krantje neer en
schiet in de lach. ,Je treft het niet", zegt hij proestend. .Jiij
speelt net een potje biljart met Sjaak in de sociëteit. En je
weet hoe dat gaat als-ie eenmaal achter die tafel staat. Niet
te houden".
De jongen in het trainingspak fronst de wenkbrauwen. Plot
seling een heldere ingeving. ,Js ome Piet er misschien", pro
beert hij opnieuw. De portier loopt rood aan. Even is het stil,
maar dan buldert hij .ftee, die is er met. Jullie tegenstander
is hem net komen halen
Zo erg is hel natuurlijk nog niet met de topsport in Zeeland.
Maai steeds nadrukkelijker traden de laatste weken de oud
jes op de voorgrond. Als 37-jarige debuteren in het eerste van
Arnemuiden, op je 40-ste met pijn in je lijf beslissen om met
handballen te stoppen, als 51-jarige frivool onder de lat
staan in de derde divisie zaalhandbal of als 36-jarige nog in
het eerste van de korfbalclub.
Waar moet dat heen met de sport in Zeeland. PZC-sportver-
slaggever Koen Mijnheer zocht ze op, de oude rotten die niet
kapot te krijgen zijn.
Peet van de Wege
GISSINGEN - Peet van de Wege verdient zijn - goed belegde - boterham voornamelijk onder de
Mterspiegel. Al blijft het kwik ver onder het nulpunt steken, keer op keer plonst de Vlissingse
Handballer het water in. Van de Wege is duiker. In dienst van Rijkswaterstaat vertoeft hij (,,'s
Winters nog meer dan in de zomer") regelmatig in het rijk der weekdieren. Conditie is een eerste
vereiste om onder water te werken, terwijl op het droge via slangen kunstmatig leven in je
Jtpompt wordt. Bij de handbalvereniging Walcheren ondervindt de eerste selectie week in, week
oitdat het met het uithoudingsvermogen van de veertigjarige veteraan wel snor zit. Want Van de
Wege veegt zijn voorhoofd vaak al af als zijn ploeggenoten zwoegend het laatste gedeelte van een
wnditietraining afwerken.
Waarschijnlijk omdat de golven daar opgeleverd. Meestal houdt het op
honderd vijftig dagen per jaar ligt
WlvandeWege in het water. Dancon-
®tert hij de sluizen bij Vlissingen.
we of Katsof verricht hij oeveronder-
Win diverse Zeeuwse wateren. „Inde
JSter is het meer sluizenwerk omdat er
Jn minder scheepvaart is" Van de
«ge realiseert zich dat er flink wat ge-
iren aan zijn beroep verbonden zijn.
fiheb er wel eens eentje zien gaan",
ttnij zonder een spoor van emotie,
ghebwel eens een week in de Oostzee
!®ten in een onderwaterlaborato-
®a- Wij deden daar met een groep
pfoeven met het lassen en lijmen van
*"1 ra beton onder water. Er zat daar
®«ra kennis van mij als bemanntngs-
fj-Een halfjaar later liggen ze met dat
«voor de kust van Canada. Ze zaten
weken onder water en daarna zou-
«nzeeruft mogen. Dat was al een dag
%steld omdat het zulk slecht weer
•JiToen die knul een dag later boven
J*8® en hij zich aan een ketting van
"Oei vasthield, is hij overleden.
wel vier meter hoog waren"
De Vlissingse duiker kroop zelf ook ai
eens door het oog van de naald. Hij
werkte toen bij het Vlissingse ber
gingsbedrijf Van den Akker. In de Wa
terweg moet een door midden gebro
ken kustvaarder worden onderzocht.
Toen Van de Wege het sein gaf dat hij
weer opgehaald kon worden, raakte
tijdens die manoeuvre zijn lnchtslang
bekneld. „In zo'n vak moet je gewoon
rekening houden met allerlei factoren.
Het is gauw funest. Maar je gaat nooit
voor je tijd. Je moet altijd op je qui
vive zijn. Je duikt ook bijna altijd in
donker water", verklaart hij. Gezond
zijn is belangrijk. „Want je krijgt toch
flink voor je broek. Je beenderen kun
nen bijvoorbeeld aangetast worden".
Welletjes
Maar de strenge medische controle die
jaarlijks wordt uitgevoerd, heeft de
Walcheren-speler nog nooit problemen
rond je veertigste, maar Peet van de
Wege rekent erop dat hij nog wel een
jaar of tien 'meekan'. „Datschuifik nog
een eind voor me uit". Ook het moment
van afscheid bij de handbalvereniging
Walcheren heeft hij jarenlang uitge
steld Nu vindt hfi het zo langzamer
hand welletjes Een kwart eeuw maakte
Van de Wege deel uit van het eerste
team van Walcheren. „Nu is het de
beurt aan de jongeren", zegt hij.
Een topper is Van de Wege nooit ge
weest. Wel een constante speler, die al
tijd deed wat er van hem verwacht
werd. Altijd alles uit de kast spelen,
luidde zijn devies. „Maar ik ben nooit
zo op roem uitgeweest. Ik heb nog wel
in het Zeeuws veldhandbalteam ge
speeld, maar dat zijn toch niet zulke
hoogtepunten geweest vind ik". Betere
herinneringen bewaart hij aan de
'romantiek' van vroeger. Glimlachend
blikt hij terug. „Er was meer sfeer, er
kwamen nog veel meer mensen kijken.
Het handbal was echt in opbouw. We
speelden vroeger tussen de kisten in de
veilinghal in Middelburg. Het was er
wel eens behoorlijk 'spekkerig' als de
vloer nat was geweest. Of er in het
handbal zelf veel veranderd is. weet ik
niet. Het hele maatschappelijke bestel
is eigenlijk veranderd".
Tien jaar terug was er al sprake van dat
Peet van de Wege zijn carrière in het
eerste team van Walcheren zou afslui
ten. Onder leiding van Guus Schouten
was er een jonge herenploeg gefor
meerd. ..Zij wilden ook met een jonge
ploeg verder. Han Hamers en ik waren
de oudstenHet kwam er op neer dat wij
maar moesten verdwijnen. Tijdens een
vergadering zeiden ze dat ook tegen
ons. Toen heb ik gevraagd: Waarom.
Kunnen Jullie beter spelen, kunnen jul
lie harder lopen. Toen heb ik aan ze ge
vraagd hoelang ze nog bij Walcheren
dachten te spelen. Het gros wist het
niet. Dat is nu tien jaar geleden en ik
geloof dat er nog twee spelers over zijn
van die ploeg".
Wilskracht
„Ik zeg het met spijt dat ik stop. Het is
toch jammer. Je sluit een deel van je
leven af. Ik stop ook omdat ik perse te
goed wil zijn. Ik geloof dat ik te veel
wilskracht heb. Ik loop door als ik een
blessure heb. Aan het begin van de
competitie had ik een scheurtje in m'n
hand. Toen heb ik vijf wedstrijden met
een verband om m'n hand gespeeld.
Een ander zou misschien niet spelen op
zo'n moment".
Het vertrek - uit eigen beweging - van
Peet van de Wege Is echter een teken
aan de wand. Een veertigjarige, die zich
moeiteloos beweegt tussen spelers, die
een generatie jonger zijn „Armoede",
geeft Van de Wege toe. „Die jongens
hadden mij er toch op conditie uit moe
ten ploffen Als dat was gebeurd, zou
den we ook in dezelfde klas als EMM
gespeeld hebben. Ze proberen gewoon
het vuur niet na aan je schenen te leg
gen. Deze Jongens doen hun best wel,
maar als ze moe zijn, houden ze er mee
op en ik ga door Ik train nu pupillen.
Daar ben ik keihard voor volgens de
huidige nonnen. Maar ze vinden het
leuk Ik durf er gerust een een schop
onder z'n kont te geven Dat mag na
tuurlijk nooit, maar als ik ze train, zijn
ze wel met handbal bezig".
Zelfs Ton Kienhuis. die toch niet kin
derachtig traint bij Walcheren, vindt
Van de Wege nog 'te lief. „Hij is nog te
aardig. Hij geeft een erg leuke training
en goed ook. maar ik zou soms tegen
sommige jongens zeggen: 'Flikker
maar op'. Hij is naar mijn smaak te
gauw tevreden. Het niveau gaat niet
omhoog. Ik word niet beter, maar de
anderen zien met hun jeugd, geen kans
om mij in te haien. Ik vermoed ook dat
een lager team me een beetje te
genstaat. Dat zie ik niet zo zitten. Ik
denk dat ik maar rustig af ga trainen
en op zondag een duurloopje pak of zo
of naar de handbal ga kijken".
ARNEMUIDEN - Op een zaterdagmorgen rinkelt de telefoon in huize Poortvliet
te Arnemuiden. Het is kwart voor tien en aan de andere kant van de lijn is de
stem van Piet Slabber te horen, de secretaris van de voetbalvereniging Arnemui
den. „Wil je vanmiddag met het eerste mee Huib?", luidt het verzoek van Slab
ber. „Nee, dat kan niet, want we moeten vanmiddag met het vierde tegen Vee re
voor de beker", antwoordt Huib Poortvliet. „Die wedstrijd is uitgesteld", laat
Slabber weten. „Dan is het goed", zegt Poortvliet. Diezelfde middag debuteert de
37-jarige doelman in competitieverband in het eerste van Arnemuiden.
Aan het begin van dit seizoen had Als je prestaties wil, dan moetje er ook
Poortvliet al een keer met ae equipe
van Van Maris meegedaan in het
vriendschappelijke duel met Kloetin-
ge. Dat liep niet best af: 5-3-verlies. Ook
de ontmoeting met WHS, twee weken
terug, leverde een nederlaag op 0-1. „Ik
stond toch niet zo lekker op m'n be
nen", zegt Huib Poortvliet, die normaal
gesproken zijn kunsten vertoont in het
vierde van Arnemuiden. ..Aan zo'n
vriendschappelijke wedstrijd, als tegen
Kloetinge. til je niet zo zwaar. Maar nu
ging het echt om de punten", zegt
Poortvliet, een oom van PS V-speler J an
Poortvliet
Sinds het vertrek van Bennie Meul-
meester uit het eerste team, heeft Arne
muiden wat problemen gehad met de
positie van doelverdediger. Eerst raak
te de tweede doelman Peter Pouwer ge
blesseerd en vervolgens moest de derde
doelman Jaap Meerman aantreden.
Meerman trad de dag voor het duel met
WHS echter in het huwelijk, Pouwer
durfde nog niet best en Meulmeester
bleef bij zijn besluit om niet meer in het
eerste te keepen. Zodoende mocht Huib
Poortvliet zijn opwachting maken.
,Het viel me mee hoe weinig werk je
eigenlijk krijgt. In het vierde heb ik al
tijd veel meer te doen". Huib Poortvliet
speelde in de wedstrijd tegen WHS zelf
de nog een belangrijke rol. Hij veroor
zaakte een penalty voor WHS, maar
van zijn onschuld is hij nog steeds over
tuigd. „Ik kreeg eerst een overtreding
van een een tegenstander. Die penalty
was niet terecht".
Hoewel het spelen in het eerste team
een leuke ervaring voor hem was, heeft
Huib Poortvliet het toch beter naar zijn
zin in het vierde team. „Dat is een gezel
lige ploeg. Joost de Ridder speelt bij
ons en hij schopt ze er nog steeds in. Ik
heb trouwens de kwaliteiten ook niet
voor het eerste. Ik train praktisch niet.
Dat heb je als keeper niet zo nodig vind
ik. Ik ben ook niet zo prestatiebewust.
twee keer in de week tegenaan. Ik ben
niet zo'n mannetje die de dwang heeft
om hogerop te komen. Als je dat wilt,
moet je er iets tegenover stellen. Mis
schien ben ik wel een soort buitenbeen
tje. Mijn broer (Klaas, red.) heeft er alles
voor over", zegt Poortvliet, die in het
dagelijks leven timmerman is.
Huib Poortvliet was al drieëntwintig
toen hij zich bij Arnemuiden meldde.
Als A-junior was hij al wel in actie ge
weest, maar omdat hij op zaterdag bij
een groenteboer werkte, was er daarna
een voetballoze periode van een jaar of
zes. „Voetballen kwam er gewoon niet
van". Poortvliet kwam al snel op doel
terecht „Want het voetballen zelf lag
me niet zo. Ik was gauw geneigd een
tegenstander een zetje te geven. Daar
heb ik nu als keeper voordeel van. Veel
grote blessures heb ik nog niet gehad.
Tegen VCK is m'n oorlel er eens afge
schopt en ik heb ook wel eens een
schouderblessure gehad. Je moet ook
niet bang zijn".
Reclameren
De Amemuiden-doelman is dan mis
schien niet erg prestatiegericht, hij wil
wel altijd winnen. Dat levert nog wel
eens heftige discussie met de heren
scheidsrechters op. „Ik ga meestal wel
gauw reclameren. Maar er lopen ook
scheidsrechters tussen.... Ik ga er altijd
van uit dat een scheidsrechter zelf ge
voetbald moet hebben, maar je hebt er
ook bij, die voor de gekste flauwekul
affluiten. Het verschil met scheidsrech
ters. die wel gevoetbald hebben is goed
te zien.
„Serieus overwogen om te stoppen heb
ik nog niet. Er is ook nog geen over
schot aan spelers. Op dit moment staan
ze nog niet te dringen. We hebben niet
zo gek veel senioren meer. Het tennis is
in Arnemuiden in opmars. Vroeger had
je alleen voetbal en korfbal. Het tafel
tennis is er ook nog niet zo lang".
WESTKAPELLE - Het gezin Wisse bewoont een schitterend pand in Westkapel-
le. Grotendeels op eigen kracht uit de grond gestampt met gebruik van oude
bakstenen en balken, die voor een erg sfeervol geheel zorgen. „Je bent alleen
nooit klaar met zo'n huis. Deurtjes, paneeltjes, je bent altijd wel ergens mee
bezig", zegt Lou Wisse de 36-jarige speler van de korfbalvereniging Ondo nit
Sint-Laurens. Hij is de club ook na de verhuizing altijd trouw gebleven. „Als je al
twintig jaar bij een vereniging zit, dan ga je niet zomaar naar een andere club.
Bovendien ben ik zo in Sint-Laurens. Je pakt de auto en voor je het weet, ben je er
Het afgelopen microseizoen heeft Wisse
laten lopen. Op het veld loopt hfi al drie
jaar rond met de gedachte om er een
punt achter te zetten. „Maar als het sei
zoen klaar is en je bent een paar maan
den vrij. dan loop je jezelf toch te zoe
ken. Ik kan me ook herinneren dat er
vaak Nederlandse topspelers zijn ge
weest. die pas half in de dertig op hun
top waren. Als je er maar voldoende
voor traint, is het best op te brengen".
Toch gaat zfin leeftfid hem al parten
spelen. „Ik merk dat ik er meer voor
moet doen. Ik train twee keer per week
en tussendoor ga ik nog eens de duinen
in. Als je dat geregeld doet is dat goed te
merken. Als ik tien kilometer loop met
gasten van twintig jaar kan ik ze niet
bijhouden, maar ik kan nog wel tegen ze
sprinten".
Wisse vervolgt:Als je niet fanatiek ge
noeg bent en niet alles er voor over
hebt. dan hoor je niet in het eerste thuis.
In februari waren mijn vrouw en mijn
broer op dezelfde dag jarig. Dat was een
zaterdag Mijn vrouw heeft haar ver
jaardag vrfidag gevierd en mijn broer
op zondag. Voor de korfbal gaat alles
opzij. Het eerste team is de vaandeldra
ger van je vereniging. Je moet wel fana
tiek zfin, anders doe je het geen twintig
jaar.
Bergbeklimmen
Lou Wisse kent niet zo gek veel rust.
Als de tijd daar is. trekt hij met het
gezin naar Zwitserland. Daar, tijdens
zijn vakantie, gaat hij eveneens tot op
de bodem. Bergbeklimmen is een pas
sie van de Ondo-speler. „Op een gege
ven moment wil je wal meer dan alleen
maar heuvel op en heuvel af. Ik doe het
nu drie jaar. Af en toe gaan we tot vier
duizend meter. Wie weet hoe dat ver
der gaat. Echt alpinisme is het nog
niet. maar het is wel erg zwaar. Het
zijn uitputtende vakanties. Echt ris
kant is het niet. Af en toe kijk je wel
eens over een richel zo'n zes- of zeven
honderd meter naar beneden, maar
meestal zitten we toch aan de gemak
kelijke kant van een berg. Soms ben je
wel twaalf uur per dag onder weg".
Sinds hfi als vijftierfiarige voor Ondo
koos, heeft Lou Wisse nog geen moment
spijt gehad van die beslissing „Het was
in die tijd voetbal of korfbal. Daar heb
ik een tfid lang tussen gehangen, maar
op een gegeven moment heb ik de
knoop doorgehakt We zijn nu altijd
met vrienden van Ondo onder elkaar.
In de zomer zitten we wel met twintig,
vijfentwintig man op strand. Of we
gaan tennissen. Dan huren we een
baan.
„Twee jaar geleden was het zo, als er
iemand jarig was. gingen we met een
man of vijfentwintig op de koffie plus
alle aanhang. Dat wend een beetje te
gek natuurlijk. Maar het is nu eenmaal
een vriendenkring. Maar op een gege
ven moment ging dat niet meer. Je kan
moeilijk bfi iedereen met zo'n groep op
de koffie komen. Het is wat verwaterd,
maar ik denk dat iedereen blij was, dat
het voorbij was".
In het veld staat Lou Wisse niet be
paald als een lieverdje bekend.„Ik ben
niet zo lief, maar ik heb nog nooit een
waarschuwing gehad vaq een scheids
rechter. Ik durf best een duwtje te ge
ven. Een scheidsrechter moet tenslotte
bepalen boe of wat. Ik doe niet mee aan
vuiligheid. Als iemand erdoor is geef
ik geen snok aan z'n arm. In Spijkenis-
se hebben we vaak moeilijkheden. Als
iemand een overtreding begaat, zeg ik
de eerste keer: Dat kan. De tweede keer
kan je nog zeggen dat het ccn vergis
sing was, maar als het dan voor de der
de keer gebeurt is het niet meer per
ongeluk. Ik heb een keer een klap op
m'n oog gehad. Een maand lang heb ik
dubbel gezien. Daar ben ik mee naar de
oogarts geweest. Dat grapje kostte me
achthonderd gulden", zegt Wisse, die
als uitvoerder bij de Walcherse
Bouwunie werkt.
Botsingen met de jeugd zijn even lo
gisch als hevig. De huidige mentaliteit
is op een nieuwe leest geschoeid en dat
leidt herhaaldelijk tot conflicten met de
mensen van de oude stempel. „Ik heb al
gehoord dat er mensen afzegden omdat
ze krant jes moesten bezorgen of een
nieuwe jurk moesten kopen. Datgaater
bij mij niet In, Als ik klaar ben met m'n
werk op vrijdag, begint de training om
half zes. Dan zijn we om vijf uur met een
stel mensen vaak al bezig. Alles van je
af gooien, dat vind ik heerlijk". Maar als
jeugdtrainer stootte Wisse ook al eens
z'n neus. „Dan probeer je alles goed te
doen en heb je een uur of anderhalf uur
nodig om een training voor te bereiden.
Dan reken je op twaalf man en dan
staan er zes. Dat is jammer, want met
goede junioren moet je toch je eerste
team opbouwen. Dat zou niets voor mfi
zijn om niet te komen. Ik ben wel fana
tiek Ik zou ook geen recreatiespeler
zijn. Ik heb ooit eens met het tweede
meegedaan, maar toen speelde ik een
stuk slechter", zegt hfi tussen twee
slokken wijn door. „Dat laat ik er toch
niet voor staan. Ik rook niet, maar iets
drinken doe ik graag. Als dat niet meer
mocht, zou het een trieste boel zijn na
de wedstrijd"