CHARTA-77
dubbel karwei voor romeinse ambtenaren
'vrijheid kan alleen van
de mensen zelf komen,
niet van de koude oorlog'
WOENSDAG 3 FEBRUARI 1982
PZC/opinie en achtergrond
(Van onze medewerker
De dramatische onderdrukking van de vrije vakbond Solidariteit in Polen staat internationaal
in de belangstelling. Ook in andere Oosteuropese landen waar de oppositie op hardhandige
wijze wordt onderdrukt. Vaclav Maly, woordvoerder van het Tsjechoslowaakse Charta-77, kan
daarover meepraten. Maly is al enige tijd woordvoerder van Charta en ondertekenaar van enkele
Charta-publikaties. Hij zat zeven maanden in een gevangenis en heeft de laatste tijd opnieuw te
maken met een hard repressief optreden. Maly vertelt daar liever niet over, maar van anderen
hoorde ik dat hij om de paar weken opgepakt wordt. Tijdens de verhoren wordt hij geschopt en
geslagen. Laatst dreigde men hem van een brug af te gooien als hij niet bekende, maar Maly bleef
weigeren.
ment. al is dat een te veel op zichzelf
staand voorbeeld, goed is gelukt. Kijk,
we kunnen niet alleen blijven zeggen
dat de gevangenen vrijgelaten moeten
worden en dat er vrijheid van menings-
uitingmioet zijn. De meeste mensen in
teresseren zich veel meer voor een aan
tal sociale problemen; de prijsverhogin
gen waar ik over sprak, de lage pensioe
nen en de slechte medische verzor
ging".
We zitten in een donker keukentje er
gens in een buitenwijk van Praag. Hij
ziet er moe uit, maar vertelt vol vuur
omdat hij het ontzettend belangrijk
vindt dat de activiteiten van Charta in
het Westen bekend worden.
Maly: „Voordat we verder praten wil ik
eerst iets over de positie van Charta-77
zeggen. We worden vaak omschreven
als een oppositiegroep, maar eigenlijk
moet men Charta niet zo zien. Een op
positiegroep of partij heeft een politiek
programma met daarin een aantal ei
sen die haaks staan op het heersende
beleid van de machthebbers. In deze zin
is Charta geen oppositie. We zijn een
vrije groep van mensen, die nu al enige
jaren opkomt voor een naleving van de
mensenrechten in Tsjechoslowakije.
Rechten die hier behoren te gelden, om
dat de regering zich daar, ook interna
tionaal, aan heeft gebonden. We probe
ren een ruimte te creëren waarin de
mensen in vrijheid kunnen kiezen en op
zijn minst hun mening kunnen uitspre
ken".
politiek
- Ik begrijp dat Charta zich bezighoudt
met het verwezenlijken van een aantal
voorwaarden hiervoor?
,4a. Charta heeft geen oppositioneel
programma, maar het probleem is dat
we worden bestempeld als een politie
ke oppositie. De machthebbers voelen
zich door Charta bedreigd, omdat men
begrijpt dat de consequente invoering
van een aantal burgerrechten hun
machtsuitoefeningen aantast".
- Toch komt Charta ook met een aan
tal eisen. Jullie hebben geen politiek
programma, maar de politiek van
Charta is toch heel duidelijk?
„Ja. Charta heeft natuurlijk politieke
invloed. Vanaf het begin hebben we de
regering opgeroepen tot een dialoog. In
deze zin is Charta politiek bezig. We be-
soort beslissingen in overleg met de be
volking genomen moeten worden. We
hebben ons onlangs uitgesproken over
het milieuprobleem. De vervuiling in
Tsjechoslowakije neemt zeer ernstige
vormen aan. We publiceren onze opvat
tingen over ontspanningspolitiek en de
westerse vredesbeweging. Daarin staat
centraal dat de ontspanningspolitiek
samen moet gaan met mensenrechten
politiek en dat deze twee nooit los van
elkaar mogen komen te staan. Iets dat
je in de reacties op de gebeurtenissen in
Polen wel ziet gebeuren. Natuurlijk blij
ven we ons ook bezighouden met de ver
volgden in ons land. Dat blijf onvermin
derd doorgaan. Van daaruit is Charta
ontstaan. We kunnen ons niet laten iso
leren door arrestaties".
intellect
- Ik denk dat Charta in het Westen
vooral gezien wordt als een groep van
oppositionele intellectuelen?
„Misschien zijn we dat ook wel een
beetje, maar vanaf het begin waren het
toch ook arbeiders die op de voorgrond
traden. Het is zelfs zo dat op dit mo
ment onze verklaringen vooral door
arbeiders ondertekend worden. Onder
de eerste groep van 240 onderteke
naars in 1977 waren veel intellectue
len. Inmiddels is het aantal onderteke
naars gegroeid tot 1100 en de meesten
daarvan zijn arbeiders".
- Is jullie situatie te vergelijken met die
van KOR, de illegale oppositiegroep die
vóór het bestaan van Solidariteit in Po
len het verzet organiseerde? Zij werkte
in het begin nogal geisoleerd, maar wist
aan het eind van de jaren '70 de bevol
king toch voor te bereiden op het ont
staan van een grote sociale beweging?
„Dat zit bij ons gecompliceerder in el
kaar. Er bestaat bij ons een kloof tussen
intellectuelen en arbeiders. Dat is een
groot probleem. De machthebbers pro-
conflicten
Worden erop dit moment sociale con
flicten uitgevochten, misschien ook los
van Charta?
„Die conflicten zijn er wel, maar die
informatie daarover blijft schaars. Er
zijn bijvoorbeeld problemen bij de
mijnwerkers. Zij eisen betere werkom
standigheden en willen een hogere be
loning voor hun ongezonde en gevaar
lijke werk. Zij hebben georganiseerde
acties gevoerd. Onafhankelijk van
Charta, omdat we weinig contacten in
bedrijven hebben. Veel Charta-onder
tekenaars werken zeer geisoleerd. In
stookkelders of als nachtwachten. De
machthebbers weten heel goed dat on
ze invloed zich anders snel uit zou brei
den".
- Het organiseren van een sociale be
weging verloopt dus erg moeizaam?
„Ja. en de vergelijkingen met Polen
gaan voorlopig niet op. In Polen was
sprake van een andere situatie. Bijna
alle Polen zijn katholiek en het katholi
cisme was nauw verbonden met het
Poolse nationalisme. Daardoor leefden
bijna alle Polen op gespannen voet met
de officiële ideologie. Dit verbindende
element is er bij ons niet. Wat de men
sen hier verbindt is de slechte economi
sche situatie en de onvrijheid, maar dat
moet meer gearticuleerd worden. Daar
uit moet een programma voortkomen
waarin velen zich kunnen vinden, al
blijft het natuurlijk zo. dat er op zeer
uiteenlopende manieren op de proble
men gereageerd kan worden".
- In Polen waren het vooral sociaal
democratisch getinte ideeën die als ba
sis dienden voor het programma van de
oppositie?
„Hier heerst bij de meeste mensen een
primitief anti-communisme; wat de
Bolsjewieken doen is slecht".
- Er worden geen duidelijke ideeën te
genover gezet?
„Door de meeste mensen niet. Het gaat
ze vooral om een verbetering van de le
vensstandaard, om een materiële ver
goeding van de situatie. De vrijheidsi-
Vaclav Maly
dealen leven wel onder de bevolking,
maar als gevolg van de repressie ont
breekt het geloof daarin".
-Een gedwongen „eerst komt het eten
en dan de moraal"?
„Tot nu toe wordt de bevolking in Tsje
choslowakije door middel van materië
le beloften aan het lijntje gehouden. De
Poolse arbeiders zagen zoiets goed in en
kwamen erachter dat nationaal gezien
een groot deel van de macht in hun han
den lag. De mensen wachten hier op een
vrijheid die van buiten komt. Ze ver
wachten iets van de internationale si
tuatie. Dat de Verenigde Staten de
Sowjet-Unie kan dwingen hun politiek
te veranderen. Dat lijkt me een foute
beoordeling zonder perspectief. De te
genstellingen worden er door aange
wakkerd. De vrijheid zal alleen van de
Tsjechoslowaken zelf kunnen komen".
- Hoe werd er hier op Polen gerea
geerd?
„Na de machtsgreep waren de mensen
erg teleurgesteld, want de Poolse si
tuatie bracht hoop. Het was immers
voor het eerst dat een volksbeweging
in Oost-Europa de machthebbers tot
vergaande concessies dwong. Die hoop
is nu natuurlijk vervlogen. De mach
thebbers reageerden vanaf het begin
zeer negatief op de activiteiten van So
lidariteit. De repressie breidde zich uit
en men probeerde de bevolking te la
ten geloven dat er tien miljoen luie
contra-revolutionairen aan het werk
waren".
- Kan je iets zeggen over de perspectie
ven in Tsjechoslowakije en de ideeën
die daar in Charta over leven?
„Het debacle in Polen heeft die perspec
tieven er niet rooskleuriger op ge
maakt. Klaarblijkelijk is het tot op dit
moment onmogelijk om de machts
vraag in Oost-Europa aan de orde te
stellen. Daar hebben we rekening mee
te houden. Toch denk ik dat een politie
ke pluriformiteit de enige garantie is
voor sociale veranderingen in Tsjecho
slowakije. Charta zal dus op moeten ko
men voor die pluriformiteit. En tegelij
kertijd zelf ook antwoorden moeten for
muleren op de politieke en sociale pro
blemen. We zullen met een heel duide
lijk programma moeten komen, geba
seerd op de ideeën die er bij de bevol
king leven. Charta en andere kritische
groeperingen zijn daarom gedwongen
uit te groeien tot volksbewegingen.
Maar het zal lang kunnen duren en zon
der twijfel persoonlijke offers vragen.
Het spijt me, nu ik mezelf zo hoor pra
ten, dat ik niet duidelijker kan zijn. Dat
brengt de situatie nu eenmaal met zich
mee".
„Tot slot wil ik zeggen dat onze activi
teiten en de reacties daarop geen aan
leidingen mogen geven tot nieuwe
Oost-West-conflicten. We zullen uitein
delijk een ontspannende invloed moe
ten hebben, en nieuwe dynamische
ideeën over de Oost-West-verhoudin-
gen moeten oproepen, want nieuwe
koude oorlogen brengen ook hier de
vrijheid niet!
moeien ons met het klimaat waarin hier beren deze kloof te verdiepen, omdat ta
geleefd en gewerkt wordt. Charta pro
beert de omstandigheden te creëren
waarin het voor de mensen mogelijk
wordt om hun meningen duidelijk naar
voren te brengen. Onder de bevolking
leven oppositionele ideeèn, maar die
kunnen tot nu toe alleen heimelijk
geuit worden. Men klaagt en spot tij
dens het bierdrinken, maar in de open
baarheid is het nog steeds Charta die
voor de mensen spreken moet".
- Wat zijn op dit moment jullie belang
rijkste eisen?
„Op dit moment interesseren de men
sen zich vooral voor de verhoging van
de prijzen van eerste levensbehoeften.
Charta legt er de nadruk op dat dit
begrijpen dat een coalitie tussen deze
twee groepen, iets dat in Polen wel luk
te. wel eens heel bedreigend voor ze zou
kunnen zijn. In Polen lukte het die kloof
te overbruggen, en dat is op dit moment
de hoofdopgave voor Charta. We zullen
onder de mensen moeten komen te
werken. En ondanks de repressie zullen
de mensen toch moeten leren hun
ideeën uit te spreken. In de documen
ten die we uitgeven zullen we. meer dan
dat tot nog toe het geval is geweest, de
wensen van de arbeiders uit moeten
drukken. Hun taal spreken. Dat ont
breekt er nog wel eens aan".
- Zijn daar al voorbeelden van?
„Ik denk dat het ons bij het milieudocu-
Van onze correspondent Anton Koene
Blijft de kerk in Polen op eigen ter
rein of pleegt zij overspel met de
politiek? Heeft de Poolse kerk, zoals de
Oostenrijkse bondskanselier dr. Bru
no Kreisky vorig week heeft gezegd en
wat bij de hoogste Oostenrijkse kerke
lijke autoriteiten en de Oostenrijkse
christen-democratische oppositie al
gemeen verontwaardiging wekte, de
arbeiders in Polen in eerste instantie
opgehitst om ze nu in deze moeilijke
tijden te laten vallen? Of is de kerk in
Polen, zoals hun kerkelijke verdedi
gers buiten het Oostblok beweren, al
leen bezig te doen wat het evangelie
eist?
Als vaststaand kan worden aangeno
men dat de Poolse rooms-katholieke
kerk met volledige instemming van Ro
me in volle vaart tegen het militaire re
gime is ingegaan over de schending van
de mensenrechten. Van meet af aan
hebben de Poolse bisschoppen twee ei
sen op tafel gelegd. De eerste is de on
middellijke vrijlating van de geinter-
neerden en de tweede is het normaal
laten functioneren van de vrije vakor
ganisatie.
De eisen zijn zondag na het uitroepen
van de staat van oorlog (noodtoestand)
op 13 december 1981 in alle kerken
schriftelijk onder de gelovigen ver
spreid. De bisschoppen stellen nu ook
dat alle Polen de beperkingen van hun
vrijheid als pijnlijk en onrechtvaardig
ervaren. Zij hebben gewaarschuwd dat
dergelijke beperkingen alleen maar
kunnen leiden tot protesten, oproer, re
bellie en misschien zelfs tot een burger
oorlog.
De bisschoppen hebben nog eens extra
benadrukt dat de arbeiders recht heb
ben op een vnje vakbeweging met een
eigen bestuur en dat deze vorm zoals
die van voor de 13e december wordt
hersteld en dat bovendien de jeugd het
recht krijgt een eigen onafhankelijke
organisatie op te richten. De studenten
vakbond 'Solidariteit' is de enige die tot
nu toe officieel verboden is en ontbon
den.
Na deze sterke taal op papier klonk
de preek van aartsbisschop Josef
Glemp, die rechtstreeks via de Poolse
radio werd uitgezonden, wat zwakjes.
Maar een nadere analyse van de kan
selrede leert anders. De Poolse pri
maat weet beter dan wellicht wie ook
aan welke zijden draad het recht van
de kerk op welk radioprogramma dan
ook hangt.
En het is een niet te verwaarlozen teken
van hoeveel gewicht de Poolse militaire
regering aan goede betrekkingen met
de kerk hecht, dat zij de kerkelijke uit
zendingen op zijn minst via de radio na
het uitroepen van de oorlogstoestand
heeft hersteld en zelfs enige mate heb
ben uitgebreid.
Iedereen, zei Glemp. heeft onder deze
bmstandigheden een bijzondere
christelijke plicht. Iedereen heeft in de
turbulente periode sinds augustus 1980
fouten gemaakt en zich aan het maken
van zonden schuldig gemaakt.
Wat Glemp in wezen van de over
weldigende rooms-katholieke
meerderheid in Polen eist, is dat zij
niet meer tegen haar geweten handelt
en dat de gelovigen niet meer liegen.
Dat zij namelijk niet meer hun lid
maatschap van de vakbond opzeggen
omdat ze bang zijn hun baan te verlie
zen. Dat ze niet meer liegen tegen hun
bazen of in het andere geval tegenover
hun ondergeschikten over hoe hun op
vatting is over de staat van oorlog.
Geen compromis meer, heeft Glemp
over de hoofden van de gelovigen aan
het militaire regime laten weten.
De media zowel in binnen- als buiten
land, zo heeft de primaat in zijn predi
katie geëist, moeten eerlijke informatie
krijgen over de stand van zaken in het
land. Mensen die hun vrijheid kwijt zijn
of hun baan verloren hebben, hebben
ook het recht te weten waarom dat is
gebeurd en waarom zij op deze manier
gestraft zijn.
Het kruis, aldus de primaat, heeft zijn
plaats op het werk en in het klaslokaal.
Hij refereerde verder aan onderhande
lingen met de regering. Eenheid, zei hij,
is alleen te bereiken door dialoog en
dialoog moet berusten op waarheid.
Uit uitlatingen van Poolse bisschop
pen evenals die van aartsbisschop
Glemp kan worden afgeleid dat de
rooms-katholieke kerk een harde
koers vaart al is de indruk naar buiten
anders. De gesprekken tussen kerk en
staat hebben tot nu toe tot concessies
geleid die per millimeter vast te stel
len zijn. zoals betere omstandigheden
voor geïnterneerden en het recht van
kerkelijke autoriteifèn hen te bezoe
ken.
Het probleem van de Poolse rooms-ka
tholieke kerk is hoever zij de zaak op
de spits kan drijven zonder dat het tot
geweld of tot een burgeroorlog komt.
(Van onze correspondent Hein ten Kor-
tenaar)
Een bar in de binnenstad van Rome,
die bij voorkeur door buitenlandse
journalisten wordt bezocht, werd tot
voor enkele jaren gedreven door een
ambtenaar van het ministerie van
landbouw. Wat daar precies zijn func
tie was, is nooit geheel duidelijk ge
worden. Kennelijk was hij een soort
manusje van alles, met verstand van
electriciteit en telefoons. Af en toe
stond hij 's morgens achter zijn toog
met een wat verfrommeld uiterlijk,
waarvoor hij dan als verklaring gaf
dat hij "nachtdienst" had gedaan.
In ieder geval besteedde hij niet meer
dan een fractie van zijn tijd aan zijn
openbare fünctie. Wanneer hij daarvoor
een paar uur afwezig moest zijn. liet hij
zich vervangen door een schoonzoon,
werkzaam op het ministerie van bin
nenlandse zaken. Geen van belden
maakte ooit een geheim van deze dub
bele en officieel grotendeels gelijktijdi
ge werkzaamheden. De schoonvader
geniet nu al enkele jaren van zijn amb-
tenarenpensioen. dat hem kennelijk
ook in staat stelde afscheid te nemen
van zjjn taplokaal.
Het aardige van deze situatie was de
volslagen openheid en vanzelfspre
kendheid waarmee dit alles gebeurde.
Italiaanse ambtenaren behoren tot de
slechtst betaalde groepen in het land,
maar niettemin heeft de overheids
dienst altijd een grote aantrekkings
kracht uitgeoefend. In feite is het een
soort openbare werkverschaffing; bij
voorkeur gebruikt door politici om er
hun beschermelingen in onder te bren
gen. Het is dan ook geen wonder dat
een onevenredig groot aantal ambte
naren voortkomt uit achtergebleven
gebieden als Sicilië, Calabrië en Na
pels.
Zij huizen in de troosteloze en verwaar
loosde gebouwen die ln zuidelijke lan
den onafscheidelijk met overheidsdien
sten verbonden zijn. De ongastvrijheid
van deze onderkomens weerspiegelt de
geest van hen die er werken. Zij wensen
zo weinig mogelijk van doen te hebben
met het publiek en behandelen dege
nen die tot hen weten door te dringen
als lastige onderdanen, die zo spoedig
mogelijk en onder welk voorwendsel
dan ook verwijderd dienen te worden.
Aan hun lage salarissen en weinig aan
trekkelijke werkomgeving ontlenen
zij een aantal voorrechten: langdurige
bezoeken aan het in ieder overheidsge
bouw gevestigde café; het uitvoerig
doornemen van de ochtenbladen; het
boodschappen doen in kantoortijd; het
opnemen naast - en meestal in aanslui
ting op - de normale vakantie, van een
jaarlijks ziekteverlof.
Ook hun werktijden zijn aangepast aan
een rustig leven. Vaak tot grote veront
waardiging van zakenlieden uit Milaan
of Turijn, die aan een 'noordelijker'
tempo gewend zijn, wordt er op Ro
meinse ministeries slechts van half ne-
gen 's morgens tot twee uur's middags
(overigens wel zes dagen per week) ge
werkt. Wie na afloop van de middag-
siesta nog enkele uurtjes op kantoor wil
doorbrengen, krijgt daarvoor overuren
betaald en laat zich in geen geval door
het publiek storen.
Het hier beschreven schema geldt voor
de plichtsgetrouwe ambtenaar. Maar
aangezien de controle miniem placht te
zijn, werd er ook op grote schaal de
hand mee gelicht. Wie ook maar enigs
zins te maken heeft met ministeries en
andere overheidsdiensten, kent het
standaardantwoord; „Meneer zus en zo
is met op zijn kamer". En een van de
redenen van de aantrekkingskracht
van de overheidsdienst was dat wie er
eenmaal in zat. ook praktisch niet meer
ontslagen kon worden.
in bed
In het afgelopen jaar begon het Ro
meinse dagblad II Messaggero een uit
gebreide enqu'te over het 'absentisme'
op overheidksanooren. De uitkomst
was opzienbarend. Tenslotte begon
een officier van justitie in Rome zich
ermee te bemoeien en de eerste politie
controles brachten al merkwaardige
zaken aan het licht. Zo bleken bij de
postsortering op het internationale
vliegveld Fiuraicino van de 42 ambte
naren die in de nacht dienst geregi
streerd stonden, er vier aanwezig. De
rest lag rustig thuis in bed.
In de afgelopen weken volgden de eer
ste arrestaties. Een ambtenaar die het
vorig jaar 150 dagen met ziekteverlof
was geweest, had in die tijd dienst ge
daan als portier in een Romeins hotel.
Een ander bleek, met behoud van zijn
ambtenarensalaris uit Rome. een café
te drijven in Palmi, in het uiterste zuid
puntje van Italië. Een personeelschef,
die weliswaar iedere dag controleerde
of iedereen wel op kantoor was, had
daarvoor het laatste halfjaar zelf nooit
langer dan anderhalf uur per dag aan
zijn bureau gezeten. Ook werd proces
verbaal opgemaakt tegen de artsen die
lichtvaardig ziekteverklaringen had
den uitgeschreven.
gewoonterecht
De verontwaardiging op de ministe
ries was groot. Hoe haalde de justitie
het in haar hoofd zich te gaan be
moeien met zaken die al sinds mensen
heugenis tot het gewoonterecht be
hoorden? De vakbonden reageerden
schuchter. Natuurlijk moest misbruik
bestreden worden, maar men diende
ervoor te waken een karikaturaal
beeld van de ambtenarij aan de publie
ke opinie te presenteren.
Het justitie-onderzoek gaat intussen
door en heeft een begrijpelijke paniek
onder de ambtenaren verspreid. Op alle
ministeries zijn strenge maatregelen af-
gekondig om de aanwezigheid van alle
ambtenaren te garanderen. De gevol
gen zijn overal merkbaar. Zo is het ie
dereen opgevallen dat het chaotische
ochtendverkeer in Rome plotseling on
gewoon rustig is geworden. Bij alle
scholen staan 's middags om half een
bosjes hulpeloze kinderen, die niet lan
ger door papa of mama van het ministe
rie afgehaald mogen worden.
Op de overheidskantoren daarentegen
is de chaos compleet. In geen enkel
kantoor zijn genoeg lessenaars be
schikbaar door de ongewone tGeloop
van werkwilligen. Door alle gangen
waren, als schimmen, wanhopige amb
tenaren op zoek naar iemand die hun
werk kan verschaffen. De hervorming
van de overheidsdienst, die in zijn hui
dige organisatie nog uit de rustiger tij
den van Italië's eenwording (1860)
stamt, staat al sinds de Tweede We
reldoorlog op het programma van alle
opeenvolgende regeringen, maar tot
nu toe heeft men het altijd te druk ge
had met andere, schijnbaar dringen
der zaken. Misschien zal de een
mansactie van de Roemeinse officier
van justitie regering en parlement
dwingen er nu eindelijk de nodige aan
dacht aan te besteden.
Zeg eens eerlijk: vond u het érg
smakeloos? Of alleen maar een
beetje saai? Dat laatste lag dan
niet aan Hier en Nu van de NCRV,
want die had er nog twintig minu
ten uitgeknipt, zodat de resterende
veertig minuten van,f,et Poland be
Poland" een beetje meer vaart had
den gekregen. Omdat ik wel eens
wilde weten wat er zoal was uitge
knipt, heb ik Hier en Nu gebeld en
mij het rijtje laten voorlezen: beel
den van demonstraties in Japan.
Rome en Lissabon; de toespraken
van de premiers van Japan, Noor
wegen, IJsland, Australië, Portu
gal, Spanje, Luxemburg, Canada
en Italië; de heren O'Neül, Baker
en Ruraz, van wie de identiteit niet
zo snel achterhaalbaar bleek; de
Poolse jazzpianist Adam Makowicz
en de Poolse Nobelprijswinnaar
voor literatuur 1980, Czeslaw Mi-
losz (Charles Wiek, de organisator
van Let Poland be Poland, had eer
der op de avond in BGTV tegen
over Emile Fallaux niet zonder
trots de culturele medewerkers
aan zijn programma opgesomd,
onder wie de Polen Czeslaw en Mi-
losz...)
tijdwinst
Waarom, vroëü ik Renê Eybersen
verbaasd, is uitgerekend de be
roemdste Pool, die een door hem
geschreven gedicht over de op
stand in Gdansk had voorgedra
gen, eruit geknipt, terwijl alle Ame
rikaanse filmsterren erin gebleven
zijn: Frank Sinatra, Orson Welles,
Henry Fonda, Bob Hope, Kirk
Douglas. Twee Poolse artisten, alle
twee geknipt! Vreemde keus, als je
bent gaan knippen omdat je het
zo'n typisch Amerikaanse, onge
paste glittershow vond!
Het was, antwoordde René Eyber
sen, in eerste instantie natuurlijk
een Amerikaanse shoio voor de Po
len, bovendien zat er al een flink
brok cultuur in en hij moest tijd
zien te winnen.
Tja, wat heet tijd winnen? Of ik nou
om 5 over 12 naar bed kon of om 10
over 12, dat maakte me niet zoveel
uit, heb ik geantwoord. Je haalt
toch niet uitgerekend de Poolse No
belprijswinnaar voor literatuur
met een gedicht over Gdansk uit
een progamma dat ,J.aat Polen Po
len zijn" heet?
brand
Bovendien, waaraan werd de tijd
besteed die met het weglaten van
Czeslaw Milosz werd gewonnen?
Aan Arbatow, de alomaanwezige
woordvoerder van de Sowjetrussi-
sche regering! Over smakeloos ge
sproken. In het huis van de gehan
gene spreekt men niet over de beul,
maar je interviewt hem nog wel
even, terwïlle van de heilige objecti
viteit. Ik vond dat net zo smakeloos
als het IKON-programma over de
herdenking van Boedapest-1956,
waarin Nederlande communisten
mochten namopperen over de rui
ten die toen bij De Waarheid en Pe
gasus waren ingegooid. Michel
Korzec, die gelukkig ook nog om
commentaar was gevraagd na
mens de Polen, zei verbaasd te zijn
over de drukte rond de ,J*olen-
show". Het was, zei hij, alsof ie
mand bij een uitslaande brand niet
de brandweer belde, maar de poli
tie om te klagen over burenge
rucht!
smakeloos
Of is het soms niet smakeloos om
een programma over de ellende in
Polen te beginnen met even ellendi
ge beelden uit El Salvador en Tur
kije? Vanwaar die plotselinge be
hoefte aan tegengas? Afghanistan
en de Russische concentratiekam
pen werden toch ook niet getoond?
Je hoeft op je spandoek tegen Ar
gentinië toch ook niet op de achter-
kant tegen Tsjechoslowakije te
protesteren, op straffe van onge
loofwaardigheid? Toen we tegen de
oorlog in Vietnam demonstreer
den, dus tegen Amerika, is de tele-
visie vóór het tonen van de beelden
toch ook niet koortsachtig op zoek
gegaan naar kwalijke activiteiten
van de Soujet-Unie? Let Poland be
Poland, zou ik zeggen. Nu wordt er
even gepoold, straks gaan we tur-
kijen, zoals we in het verleden heb
ben gechili'd en gehongarijd. Alles
op zijn beurt, er is nog genoeg te
doen!
stel dat
In maart 1939 bezette Duitschland
Tsjechoslowakije. Televisie was er
toen nog niet, behalve als mogelijk- I
heid, maar er was wel radio. Stel, I
dat iemandinEngeland op het idee
was gekomen een internationaal
radioprogramma te maken over de I
bezetting van Tsjechoslowakije, en
daarvoor politici uit een vijftiental
landen had weten te strikken, nog
afgezien van bekende filmsterren f
als Vivian Leigh en Laurence Oli
vier. En dat onder de uitgenodigde I
premiers ook die van Nederland
was, dat een nogal dubieus kolo-
maal bewind voerde in Indiè en Su
riname. Ofisu dat niet erg genoeg,
vergeleken met Turkije? Zoudt u
het dan een goed idee van de Deen- I
se radio hebben gevonden dat zij,
alvorens die „show" voor Tsjecho
slowakije uit te zenden, eerst nog
even de woordvoerder van Hitier
zijn bedenkingen had laten spuien
Ik niet.