HONDURAS leger loert naar stembusuitslag rechtbank breda trekt maand uit voor uniser-proces WIJNPAKHUIS WOENSDAG 25 NOVEMBER 1981 PZC/opinie en achtergrond Honduras lijkt uitverkoren tot een soort van Noordamerikaanse gendarme in Midden-Amerika. Sinds de val van Washingtóns sterke man in het gebied, dictator Somoza van Nicaragua, hebben de Verenigde Staten tientallen militaire advi seurs naar Honduras gestuurd en de hulp aan het leger is opgeschroefd tot 10 miljoen dollar. Zondag 29 november worden erin Honduras voor het eerst sinds 1963 presidents- verkiezingen gehouden, maar de democratisering van het bewind ivordt bedreigd door een militaire coup. Volgens onze correspondent in Latijns-Amerika. Rob Sprenkels, hebben maar weinig Hondurese officieren zin om hun handen te binden aan de wil van burgerlij ke politici. Door Rob Sprenkels) In Honduras zijn we anders", zo schalde het de afgelopen maanden voortdurend door de Hondurese ether. Dat anders-zijn ten opzichte van de door politiek geweld verscheurde buurlanden El Salvador en Guatemala zal zondag moeten worden bewaarheid. Voor het eerst sinds 18 jaar vinden er dan presidentsverkiezingen plaats. Maar al maanden wemelt het in Honduras van geruchten over een militaire staatsgreep. In de hoofdstad Tegucigalpa heet het spottend dat het leger op de stembus zit, klaar om in te grijpen. "het Hondurese leger als met de huidige militaire regeerders de vloer aanveeg- Aan de verkiezingen nemen slechts vier partijen deel. De Nationale Partij, die dè huidige president, generaal Policar- po Paz Garcia, op haar ledenlijst heeft staan, gooit de conservatief-gezinde Ri- cardo Zuniga in de presidentiële strijd. De Liberale Partij komt met de grote overwinnaar van de verkiezingen voor een grondwetgevende raad van vorig jaar april, Roberto Suazo Cordova. PI- NU, de club van Nationale Eenheid en Vernieuwing, is onder leiding van Mi guel Andoni Fernandez vrijwel kans loos. De christen-democraten hopen daarentegen op een verrassing met Hernan Corrales Padilla. De opinies in het 130.000 inwoners tel lende Tegucigalpa zijn vrijwel eenslui dend. Een grootscheepse fraude ten gunste van Zuniga wordt over het alge meen uitgesloten. De liberale Suazo zal daarom waarschijnlijk alleen nog kun nen worden belaagd door Corrales, de christen-democraat. Maar de gevaar lijkste opponent voor beide kandidaten zal het Hondurese leger zijn. Conserva tieve top-officieren geloven dat de christen-democraten aan het bewind te veel vragen zullen stellen en Suazo, wiens Liberale Partij zich in de grond wetgevende raad dan wel door de mili tair-gezinde Nationale Partij heeft la ten inpakken, heeft wantrouwen ge kweekt vanwege zijn scherpe verkie zingstoespraken, waarin hij zowel met ADVERTENTIE rsïëë 1 GRANDE CUISINE I BIEB SAVOY j Hier vindt U het professionele kook- en I I serveergerei voor thuis. Met alle goede I eigenschappen die kookgerei uit de I beste Zwitserse hotelkeuken kenmerken. de. „In Honduras zijn we anders". Op zich is die officiële publiciteitscampagne nogal' demagogisch, zij het dan dat de basis - het ontbreken van politiek ge weld op grote schaal in Honduras - be slist waar is. Maar demagogisch omdat de Hondurese realiteit eigenlijk alle in grediënten bezit voor het uitbreken van een burgeroorlog, zoals die op dit ogen blik in El Salvador wordt beslecht. De gemiddelde Hondurees verdient per dag hoogstens zes gulden. Van de 3.2 miljoen koppige bevolking kan 40 pro cent niet lezen of schrijven. De helft van de Hondurese beroepsbevolking is ge heel of gedeeltelijk werkloos. Bijna alle Hondurese industrieën zijn in handen van buitenlands kapitaal. De meeste Hondurezen ontbreekt het aan voedsel, een fatsoenlijke "woning, stromend wa ter, elektriciteit, onderwijs, medische bijstand en noem maar op. De armoede in Honduras is schrijnend, zelfs voor Midden-Amerika. wakker geschud Het Hondurese volk lijkt langzaam maar zeker te worden wakker eesnhnd door de gebeurtenissen in de buurlan den, door de sandinistische revolutie in Nicaragua, door de burgeroorlog in El Salvador en door het snel groeiende ge wapende verzet in Guatemala De toe nemende onvrede in Honduras heeft de afgelopen twee jaar gestalte gekregen in de vorm van een lange reeks van sta kingen. En linkse studenten hebben in middels twee guerrillagroeperingen op gericht: de Cinchoneros en het FMLH, het Morazanistische Front voor de Be vrijding van Honduras. Hoewel de revolutionaire beweging in ADVERTENTIE QUARTZWEKKER OP MINI FORMAAT CtWfcTZ Deze 10 mm dunne en 10 cm korte HR 5277 (bruto adviesprijs f65,-) is slechts één in die bijzondere Philips klokken/wekkers. D.m.v. deze bon leert u ze allemaal kennen Postkode/plaats:.. PHILIPS Adres.. 0 Honduras dus nog maar mper in de kin derschoenen staat, hebben steeds min der Hondurese militairen er erg veel zin in om hun handen te binden aan de wil van burgerlijke politici. Dat de verkie zingen desalniettemin waarschijnlijk toch plaats zullen vinden lijkt het werk van president Policarpo Paz. Maar dat hij niet erg sterk staat bleek vorige maand overduidelijk. De Cosufa, de uit 29 kolonels en generaals bestaande op- perraad van het leger, zond toen een brief aan Washington, waarin werd voorspeld dat een eventueel burgerbe wind het nog geen jaar zal uithouden. In de hoofdstad Tegucigalpa vermoe den veel mensen dat de verkiezingen van zondag aan de invloedrijke conser vatieve officieren eén ideale gelegen heid zullen bieden om de staatsgreep te plegen. Een dergelijke coup zou kunnen rekenen op steun van Washington. „Want ons leger zal zich dan samen met dat van Guatemala direct met de Sal- vadoriaanse burgeroorlog kunnen gaan bemoeien en wellicht ook met Nicara gua". zo legt men uit. Een Hondurese journalist wijst in dat verband op de verviervoudiging van de militaire hulp uit de Verenigde Sta ten, van 2,5 naar 10 miljoen dollar, en de opvallende aanwezigheid van 51 "Amerikaanse oorlogsspecialisten in Honduras. „Honduras is uitverkoren tot Washingtóns gendarme in Midden- Amerik", zo gelooft hij. tdoor Rienko Wilton) De twaalfde Arabische topconferen tie van staatshoofden en regerings leiders begint vandaag in Marokko. Al le 22 leden van de Arabische Liga, mi nus Egypte, zijn in Fez vertegenwoor digd. Echter niet alle door hun staats hoofd; dit laatste uit protest tegen he centrale thema dat de conferentie zal beheersen: het Saoedische vredesplan voor het Midden-Oosten. Dit Saoedische vredesplan komt ter discussie bij punt 2 van de agenda, het Palestijnse probleem. Andere agenda punten, die zijn voorbereid in Fez door de Arabische ministers van buitenland se zaken, zijn: de Libanese kwestie, In- terarabische betrekkingen en relaties tussen de Arabische landen en „de rest van de wereld". In het kader van dit laatste punt zal Europese deelname aan de internationale politiemacht voor de Sinaiwoestijn - waar in Fez veel. verzet tegen bestaat - door de Arabie ren besproken worden. De twaalfde Arabische top is de eerste Panarabische bijeenkomst op het hoogste niveau na de moord op de Egyptische president Sadat begin ok tober. Het daarop volgend politieke veranderingsproces in het Midden-Oos ten wordt gesymboliseerd door het Sa oedische vredesplan, dat pretendeert drie vliegen in een klap te kunnen slaan: - Verzoening van Egypte met de rest van de Arabische wereld nadat Israël zich in april '82 definitief uit de Sinai heeft teruggetrokken en Cairo wat meer diplomatieke speelruimte krijgt. - Vervanging van het nu toch echt wel doodverklaarde Camp-Davidconcept van Palestijnse „autonomie" door het Saoedische voorstel van een onafhan kelijke Palestijnse mini-staat, - Impliciete erkenning door de Arabie ren van de staat Israël binnen de gren zen van '67. Vooral dit laatste punt - punt 7 van het Saoedische vredesplan - is het hete hangijzer niet alleen in Fez dezer dagen, maar al weken ervoor in elk politiek de bat, officieel en in de pers, overal in de Arabische wereld. Alle Arabische lan- den kunnen zich verenigen met alle twijfelaars acht punten van het Saoedische vre desvoorstel, met uitzondering van punt 7. Over eventuele erkenning van Israël zijn de meningen sterk verdeeld. sche vijand" inhoudt. Ook Irak is prin cipieel tegen en dat is. gezien de vrij hartelijke Iraaks-Saoedische relaties, een behoorlijke tegenslag voor Riaad. De Libische leider Ghadaffi is helemaal niet in Fez komen opdagen omdat vol gens hem het gehele Saoedische vre desplan een „verlenging van Camp Da vid" is en erkenning van de „zionisti- De grote twijfelaars inzake het Saoedi sche vredesplan zijn de Palestijnen en de Syriërs. Radicale Palestijnse splin tergroepen zijn fel tegen, maar PLO- chef Yasser Arafat, die de gematigde meerderheidslijn vertegenwoordigt binnen de Palestijnse beweging, staat positief tegenover de Saoedische vre desvoorstellen. Zijn tweede man in Fa tah, Aboe laad, evenwel vertolkt het best de Palestijnse bedenkingen: vol gens hem gaat het er niet zozeer om of de Arabieren het Saoedische vredes plan onderschrijven, maar of Amerika en Israël daartoe bereid zijn. Met andere woorden: „Coëxistentie met Israel" (punt 7 van het Saoedische vredesplan) is op zich niet onaanvaard baar voor de Arabieren c.q. Palestijnen, maar kan pas in overweging genomen worden nadat Amerika en Israël punt 1 tot en met 8 van het Saoedische vredes plan (de creatie van een onafhankelijke Palestijnse staat) hebben geaccep teerd. De Syriërs hebben het Saoedische vre desplan niet officieel verworpen, maar staan er afwijzend tegenover omdat volgens Damascus de politieke machts verhoudingen in het Midden-Oosten - nu nog sterk in het voordeel van Israël - een Arabische vredesinitiatief inoppor tuun maken: de Arabieren moeten zich eerst militair versterken, de „strategi sche balans" in het Midden-Oosten her stellen, alvorens vanuit een positie van kracht met Israël te onderhandelen. Een vreedzame regeling is ook onmoge lijk volgens de Syriërs omdat de relaties tussen Moskou (Damascus' bondge noot) en Washington gespannen zijn. en de Arabieren hopeloos verdeeld. De overige' 15 landen in Fez - een be hoorlijke meerderheid dus - menen daarentegen dat het Saoedische vre desplan juist de ideale basis voor Ara bische solidariteit op weg naar vrede in heel het Midden-Oosten kan bieden. Verwacht wordt dat, om de tegenstan ders en twijfelaars tegemoet te komen, een compromisformule inzake het Sa oedische vredesplan in Fez uitgedok terd zal worden. De vraag is alleen dan wel wat er over zal blijven van het om streden punt 7: de impliciete erken ning van IsraëL Emigratie-adviseurs beleven drukke tijden. Ze hebben volle agenda's, ze trekken volle zalen op allerlei voorlichtingsavonden. Het is opvallend dat er de laatste jaren weer zoveel belangstelling voor emigratie is, met name naar de traditionele emigratielanden (Canada, Australië en Nieuw-Zee- land). In 1980 meldden zo'n 9.000 man zich aan als emigrant, in 1978 waren er dat nog 3.700 en in 1975 de helft van dit laatste getal. Lang niet iedereen die zich aanmeldt wordt overigens ook toegelaten in het land van zijn keuze - de immi gratielanden voeren een zoge naamd restrictief bëleid, ze zijn dus erg kieskeurig wie ze willen toelaten. Vanuit de agrarische sector consta teer ik ook nogal wat belangstel ling om te gaan boeren in het bui tenland- Datmerk je bij lezingen en via telefoontjes, gesprekken en vra gen naar (emigratie) deskundigen. Het zijn niet alleen privé-ervarin- gen van schrij ver dezes die een nog al sterk toenemende belangstelling onder boeren constateert voor emi gratie; verscheidene collega's heb ben dezelfde ervaringen. In alle landbouwbladen die in Nederland circuleren lees je sinds enige tijd nogal wat over geëmigreerde boe ren en tuinders. Hele reportages tref je regelmatig aan, afgewisseld door adviezen van emigratiecen trales. Te stellen dat publicatie door de landbouwpers geforceerd wordt is ook niet juist. Het is veel eerder zo dat leden en abonnee's verzoeken om veel informatie over de (on)mogelijkheden van emigre ren. Sinds vorig jaar krijg ik. even als mijn collega's in andere organi saties. brieven en bezoeken van mensen uit Canada die beroepsma tig werkzaam zijn om emigrerende boeren daar aan een bedrijf te hel pen. Farm Business Consultant noemen die mannen zich een soort kruising voor mijn gevoel van agra risch makelaar en bedrijfsecono misch adviseur. Deze mensen zijn bezig met een ronde van voorlich tingsbijeenkomsten door heel Ne derland om te vertellen ovér de aankoop van boerderijen in Cana da. Allemaal signalen die erop wij zen dat de belangstelling bij ons voor het boeren buitengaats toe neemt. Als beleidsorganisatie vraag je je natuurlijk af waar die hevi ge belangstelling zo vandaan komt. D'r zijn, dacht ik. een aantal oorzaken voor-te noemen. Het ver schil in welvaart tussen hier en bijvoorbeeld Australië of Canada is nauwelijks aanwezig en speelt ook m.i. een zeer geringe rol. Veel belangrijker is het zoeken van de boer naar ruimte om zich te ont plooien. De druk op het agrarisch grondare- aal in ons land is drukkend groot. Minstens 12.000 hectare land moet de agrarische stand afstaan per jaar aan wegenbouw, woningbouw en recreatie-voorzieningen. Die be dragen worden nog jaarlijks groter en ingrijpender. Onze bedrijven zijn toch al aan de kleine kant en met zo'n verlies per jaar wordt ver groting wel erg moeilijk. Zeker als je daar de hoge grondprijzen nog aan toevoegt, Daar en in vele lan den om ons heen of heèl ver weg nog plenty ruimte is, is het ook een na tuurlijke zaak om verder te kijken dan je eigen landje klein is. D'r komt nog bij dat de overheidsplan- nen tot verdere beperking of ont trekking van agrarische gronden dit jaar verder gestalte gaat aanne men - de uitwerking van een aantal beheersovereenkomsten is een feit. Het boeren op grond waar tal van beperkende bepalingen op van kracht zijn, is tal van agrariërs met ambitieuze toekomstplannen een doom in het oog. Om nog maar niet te spreken van de aankoop door de overheid van grote gebieden be stemd voor reservaat of nieuwe bo- saanplant. Een andere oorzaak die de lust tot emigreren stimuleert is het groeiende bos van vergunningen, regelingen en verorden ingen die het leven van de boer in toenemen de mate veronaangenamen. Als je eens een lijstje maakt van het aantal nieuwe regels dat is uitge dokterd door slim bedisselende ambtenaren en bestuurders gedu rende de laatste tien jaar voor de boeren- en tuindersstand, dan slaat de schrik je om het hart. Een ieder begrijpt echter wel datje levend in een eivol land wat meer ordenend moet optreden dan in de grote Sa- hara-woestijn waar drie kamelen en twee bedoeïnen rondscharrelen, maar toch ware een zekere breide ling van het wel erg sterk toene mend woud van regels en regeltjes ten onzent wenselijk. Begrijpelijk is het in ieder geval dat een boer omringd door talloze verordenin gen en verboden, zo af en toe op standig wordt, Maar nog steeds groeien de regels die de bedrijfsuit- terzake oefening moeilijker maken - toren silo's moeten lager worden, dam men mogen niet zo maar verbreed worden, bomen niet meer gerooid, schuren niet meer veranderd, gron den niet vereffend, schadelijke vo gels niet gejaagd. De belangrijkste oorzaak die de lust tot emigreren doet toene men is het groeiend besef dat een verdere ontwikkeling bij ons er momenteel nauwelijks inzit voor het gros van de bedrijven. De stand-still van het Europese land bouwbeleid is zo ongeveer een feit, Er zijn voorraadsituaties in ver schillende sectoren die zonder maatregelen een beetje te veel con tinuïteit krijgen. Gezamenlijk af remmen door middel van quote ring, contingentering of anders zins voor een aantal agrarische produkten lijkt eerder geboden dan het verder ontwikkelen en/of uitbreiden. De Nederlandse boer of tuinder heeft echter een mentaliteit - ge lukkig - die gericht is op expansie en uitdieping van zijn mogelijkhe den, hij staat bekend als een driftig ondernemer. Hij "wil zijn vleugels uitslaan, zijn bedrijf uitbreiden. Kan het hier niet, dan maar elders. De wereld is zo groot. Wat in de ja ren vijftig gebeurd is: tienduizen den boeren die elders een bestaan opbouwden, kan weer. Zo denken nogal wat agrariërs, is mijn erva ring. Het is een hard feit dat het ook in andere landen met meer ruimte en minder regels bepaald niet alles koek en ei is. Dat ook daar soms te veel aan produkten is en dat ook daar de overheid enigszins rege lend optreedt ten opzichte van de landbouw (vooral in de USA en Ca nada). Maar toch de ruimte, letter lijk en figuurlijk, is daar veel groter dan hier. Op zich is dat reden ge noeg om de belangstelling bij boe ren voor emigratie, dat wil zeggen bedrijfsontwikkeling buiten de ei gen grenzen, op te stuwen. mr Gerard W. Smallegange. iADVERTENTIE ER IS VAST OOK EEN JAC. HERMANS BIJ U IN DE BUURT! Denk eraan Gerard, je hebt een dochtertje. Daarmee zou best ééns iets kunnen gebeuren". Dal kreeg volgens de dagvaarding in het Uniser- proces een van de chef-operators van het Moerdijkse afvalwerkverwer- kingsbedrijf toegevoegd toen hij sput terde over het vernietigen van bewijs materiaal voor politie en justitie. De chef-operator volgde de „goede raad" van zijn directeur, de 40-jarige Magnus S., uit Dordrecht op en verbrandde be lastende papieren. Desondanks staan donderdag de topmannen van Uniser in Breda terecht voor het grootste mi lieuschandaal dal Nederland tot dus ver heeft gekend. Een maand heeft dc rechtbank uitgetrokken voor behande ling van deze gigantische affaire. Het is echter nog maar de vraag of het bin nen dit tijdsbestek zal lukken. De vlotte zakenlieden van Uniser in Moerdijk - de holding bestond uit de Recycling terminal Moerdijk (RTM). Drisolco en de Exploitatiemaatschap- pij Krimpen (EMK) - zitten vanaf me dio augustus achter tralies. De vijf die nu terecht staan worden verdacht van een ongekende serie misdrijven tegen het milieu en tegen collega-zakenlie den. Uit de dagvaarding tegen de drie ex- directeuren en twee uitvoerende chefs blijkt dat het onmogelijke bij Uniser heel goed mogelijk was. De heren zagen er volgens de dagvaarding geen been in om op grote schaal de milieuwetgeving aan de laars te lappen en de normale gedragingen in het zakenverkeer tot een farce te maken. Contracten voor duizenden guldens werden opgemaakt maar nooit uitgevoerd. Ex-technisch-directeur Magnus S. bij voorbeeld zal verantwoordelijk wor den gesteld voor het „verdwijnen van een lading (1050 ton) gechloreerde koolwaterstoffen van het Hamburgse bedrijf Mabahaft. De milieudeskundi ge van de Duitse onderneming kreeg zelfs een rondleiding over het bedrijf en kon de installaties bekijken. Het Duitse bedrijf betaalde f87,50 per tón voor de veilige verwerking. In het contract was afgesproken dat het spul op open zee zou worden verbrand om dat verbranding op het vaste land een gevaar voor de volksgezondheid bete kende. Mabahaft kreeg een pittige reke ning hiervoor gepresenteerd. Maar de Uniser-bedrijven verkochten de partij door als licht verontreinigde olie die alsnog elders op het vaste land is ver brand. Een andere methode van de Uniser-top was het verwerven van een contract voor de veilige verwerking van che misch afval en vervolgens de lozing daarvan in open water. Bij Shell-Moer- djjk bijvoorbeeld kwamen forse hoe veelheden afvalloog vrij die op een veili ge manier moesten worden verwerkt. RTM kreeg de opdrecht ervoor te zor gen dat uit het afvalloog minerale olie voortkwam en daarnaast het overblij vende residu zou worden ontgift. Pas daarna kon het op de afvalwaterperslei- ding worden gestort terwijl de vaste stoffen naar een depot in Duitsland moesten. Contractueel kwamen Shell en RTM overeen dat de olie nooit en te nimmer mocht worden verkocht aan de klein verbruikers. De olie werd er door RTM uitgehaald en via via doorverkocht aan vooral Belgische tuinders. Dus, de kleinverbruikers. Het giftig afvalwater werd „zonder enige vorm van bewer king in de Hollandse IJssel geloosd. Tapijtfabriek Van den Brink en Camp- man bijvoorbeeld werd op een heel an dere wijze slachtoffer van de Uniser- praktijken. Het bedrijf nam volgens het contract „halfzware stookolie van goe de kwaliteit" af bij de Uniser-bedrijven. Jammergenoeg wilde het spul lang niet zo goed branden als halfzware stooko lie. De ellende voor de tapijtfabrikant werd zo groot dat verschillende keren het produktieproces tot stilstand kwam Van Uniser-zijde werd telkens gezegd dat het kwam door de slechte kwaliteit van de brander van de stoom ketel of dat er per vergissing een ver keerde partij was afgeleverd. Van den Brink en Campman betaalden echter trouw voor de levcraties. Officier van justitie mr. W. Koops en het team van de rijkspolitie technische mi lieudienst Drechtsteden, de rijksac countantsdienst. de FIOD en het minis terie van volksgezondheid en milieuhy giëne hebben meters dikke dossiers no dig om de omvang van de zaken aan te geven. Directie-leden en hun directe as sistenten worden ervan beschuldigd op grote schaal valsheid in geschrifte te hebben gepleegd. Oplichting was „nor male zaak" bij Uniser. Daarnaast komt dan nog de grove over treding van bijvoorbeeld de Wet chemi sche Afvalstoffen. De heren zagen er im mers geen been m bij het ministerie van vólksgezondheid te melden dat een be paalde partij landbouwbestrijdings- middelen (onder meer met het uiterst giftige parathion) naar een officieel de pot in Duitsland ging terwijl de troep werd gemengd met olie of kolen (in Maastricht) en vervolgens als brandstof werd doorverkocht. In hoeverre bij deze affaire slachtoffers zijn gemaakt blijkt niet uit de dagvaarding. Wel is duidelijk dat het mengen van allerlei uiterst gifti ge afvalstoffen met brandstof grote risi co's inhielden voor met name de Belgi sche tuinders die de Uniser-partijen op stookten. De Bredase rechtbank krijgt er een he le kluif aan. Het wordt de grootste zaak die ooit in Breda voor de rechtbank is gekomen. Er is een maand voor de be handeling uitgetrokken maar hel is nog maar de vraag of dit verwachting wordt waargemaakt. De verdachten moeten over talrijke zaken worden ge hoord. Uit de dagvaarding blijkt in ie der geval dat de uitspraak van een po litiewoordvoerder eerder klopt: Uni ser is tot dusver het grootste milieu schandaal van de eeuw.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1981 | | pagina 4