HONDURAS
leger loert naar
stembusuitslag
rechtbank breda trekt maand uit voor uniser-proces
WIJNPAKHUIS
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1981
PZC/opinie en achtergrond
Honduras lijkt uitverkoren tot een soort van Noordamerikaanse gendarme in
Midden-Amerika. Sinds de val van Washingtóns sterke man in het gebied, dictator
Somoza van Nicaragua, hebben de Verenigde Staten tientallen militaire advi
seurs naar Honduras gestuurd en de hulp aan het leger is opgeschroefd tot 10
miljoen dollar.
Zondag 29 november worden erin Honduras voor het eerst sinds 1963 presidents-
verkiezingen gehouden, maar de democratisering van het bewind ivordt bedreigd
door een militaire coup.
Volgens onze correspondent in Latijns-Amerika. Rob Sprenkels, hebben maar
weinig Hondurese officieren zin om hun handen te binden aan de wil van burgerlij
ke politici.
Door Rob Sprenkels)
In Honduras zijn we anders", zo schalde het de afgelopen maanden voortdurend door de
Hondurese ether. Dat anders-zijn ten opzichte van de door politiek geweld verscheurde
buurlanden El Salvador en Guatemala zal zondag moeten worden bewaarheid. Voor het eerst
sinds 18 jaar vinden er dan presidentsverkiezingen plaats. Maar al maanden wemelt het in
Honduras van geruchten over een militaire staatsgreep. In de hoofdstad Tegucigalpa heet het
spottend dat het leger op de stembus zit, klaar om in te grijpen.
"het Hondurese leger als met de huidige
militaire regeerders de vloer aanveeg-
Aan de verkiezingen nemen slechts vier
partijen deel. De Nationale Partij, die
dè huidige president, generaal Policar-
po Paz Garcia, op haar ledenlijst heeft
staan, gooit de conservatief-gezinde Ri-
cardo Zuniga in de presidentiële strijd.
De Liberale Partij komt met de grote
overwinnaar van de verkiezingen voor
een grondwetgevende raad van vorig
jaar april, Roberto Suazo Cordova. PI-
NU, de club van Nationale Eenheid en
Vernieuwing, is onder leiding van Mi
guel Andoni Fernandez vrijwel kans
loos. De christen-democraten hopen
daarentegen op een verrassing met
Hernan Corrales Padilla.
De opinies in het 130.000 inwoners tel
lende Tegucigalpa zijn vrijwel eenslui
dend. Een grootscheepse fraude ten
gunste van Zuniga wordt over het alge
meen uitgesloten. De liberale Suazo zal
daarom waarschijnlijk alleen nog kun
nen worden belaagd door Corrales, de
christen-democraat. Maar de gevaar
lijkste opponent voor beide kandidaten
zal het Hondurese leger zijn. Conserva
tieve top-officieren geloven dat de
christen-democraten aan het bewind te
veel vragen zullen stellen en Suazo,
wiens Liberale Partij zich in de grond
wetgevende raad dan wel door de mili
tair-gezinde Nationale Partij heeft la
ten inpakken, heeft wantrouwen ge
kweekt vanwege zijn scherpe verkie
zingstoespraken, waarin hij zowel met
ADVERTENTIE
rsïëë 1
GRANDE CUISINE
I BIEB SAVOY
j Hier vindt U het professionele kook- en I
I serveergerei voor thuis. Met alle goede I
eigenschappen die kookgerei uit de
I beste Zwitserse hotelkeuken kenmerken.
de.
„In Honduras zijn we anders". Op zich
is die officiële publiciteitscampagne
nogal' demagogisch, zij het dan dat de
basis - het ontbreken van politiek ge
weld op grote schaal in Honduras - be
slist waar is. Maar demagogisch omdat
de Hondurese realiteit eigenlijk alle in
grediënten bezit voor het uitbreken van
een burgeroorlog, zoals die op dit ogen
blik in El Salvador wordt beslecht.
De gemiddelde Hondurees verdient per
dag hoogstens zes gulden. Van de 3.2
miljoen koppige bevolking kan 40 pro
cent niet lezen of schrijven. De helft van
de Hondurese beroepsbevolking is ge
heel of gedeeltelijk werkloos. Bijna alle
Hondurese industrieën zijn in handen
van buitenlands kapitaal. De meeste
Hondurezen ontbreekt het aan voedsel,
een fatsoenlijke "woning, stromend wa
ter, elektriciteit, onderwijs, medische
bijstand en noem maar op. De armoede
in Honduras is schrijnend, zelfs voor
Midden-Amerika.
wakker geschud
Het Hondurese volk lijkt langzaam
maar zeker te worden wakker eesnhnd
door de gebeurtenissen in de buurlan
den, door de sandinistische revolutie in
Nicaragua, door de burgeroorlog in El
Salvador en door het snel groeiende ge
wapende verzet in Guatemala
De toe
nemende onvrede in Honduras heeft de
afgelopen twee jaar gestalte gekregen
in de vorm van een lange reeks van sta
kingen. En linkse studenten hebben in
middels twee guerrillagroeperingen op
gericht: de Cinchoneros en het FMLH,
het Morazanistische Front voor de Be
vrijding van Honduras.
Hoewel de revolutionaire beweging in
ADVERTENTIE
QUARTZWEKKER OP MINI FORMAAT
CtWfcTZ
Deze 10 mm dunne en 10 cm korte HR 5277 (bruto adviesprijs f65,-) is slechts één
in die bijzondere Philips klokken/wekkers. D.m.v. deze bon leert u ze allemaal kennen
Postkode/plaats:..
PHILIPS
Adres..
0
Honduras dus nog maar mper in de kin
derschoenen staat, hebben steeds min
der Hondurese militairen er erg veel zin
in om hun handen te binden aan de wil
van burgerlijke politici. Dat de verkie
zingen desalniettemin waarschijnlijk
toch plaats zullen vinden lijkt het werk
van president Policarpo Paz. Maar dat
hij niet erg sterk staat bleek vorige
maand overduidelijk. De Cosufa, de uit
29 kolonels en generaals bestaande op-
perraad van het leger, zond toen een
brief aan Washington, waarin werd
voorspeld dat een eventueel burgerbe
wind het nog geen jaar zal uithouden.
In de hoofdstad Tegucigalpa vermoe
den veel mensen dat de verkiezingen
van zondag aan de invloedrijke conser
vatieve officieren eén ideale gelegen
heid zullen bieden om de staatsgreep te
plegen. Een dergelijke coup zou kunnen
rekenen op steun van Washington.
„Want ons leger zal zich dan samen met
dat van Guatemala direct met de Sal-
vadoriaanse burgeroorlog kunnen gaan
bemoeien en wellicht ook met Nicara
gua". zo legt men uit.
Een Hondurese journalist wijst in dat
verband op de verviervoudiging van
de militaire hulp uit de Verenigde Sta
ten, van 2,5 naar 10 miljoen dollar, en
de opvallende aanwezigheid van 51
"Amerikaanse oorlogsspecialisten in
Honduras. „Honduras is uitverkoren
tot Washingtóns gendarme in Midden-
Amerik", zo gelooft hij.
tdoor Rienko Wilton)
De twaalfde Arabische topconferen
tie van staatshoofden en regerings
leiders begint vandaag in Marokko. Al
le 22 leden van de Arabische Liga, mi
nus Egypte, zijn in Fez vertegenwoor
digd. Echter niet alle door hun staats
hoofd; dit laatste uit protest tegen he
centrale thema dat de conferentie zal
beheersen: het Saoedische vredesplan
voor het Midden-Oosten.
Dit Saoedische vredesplan komt ter
discussie bij punt 2 van de agenda, het
Palestijnse probleem. Andere agenda
punten, die zijn voorbereid in Fez door
de Arabische ministers van buitenland
se zaken, zijn: de Libanese kwestie, In-
terarabische betrekkingen en relaties
tussen de Arabische landen en „de rest
van de wereld". In het kader van dit
laatste punt zal Europese deelname
aan de internationale politiemacht
voor de Sinaiwoestijn - waar in Fez veel.
verzet tegen bestaat - door de Arabie
ren besproken worden.
De twaalfde Arabische top is de eerste
Panarabische bijeenkomst op het
hoogste niveau na de moord op de
Egyptische president Sadat begin ok
tober. Het daarop volgend politieke
veranderingsproces in het Midden-Oos
ten wordt gesymboliseerd door het Sa
oedische vredesplan, dat pretendeert
drie vliegen in een klap te kunnen
slaan:
- Verzoening van Egypte met de rest
van de Arabische wereld nadat Israël
zich in april '82 definitief uit de Sinai
heeft teruggetrokken en Cairo wat
meer diplomatieke speelruimte krijgt.
- Vervanging van het nu toch echt wel
doodverklaarde Camp-Davidconcept
van Palestijnse „autonomie" door het
Saoedische voorstel van een onafhan
kelijke Palestijnse mini-staat,
- Impliciete erkenning door de Arabie
ren van de staat Israël binnen de gren
zen van '67.
Vooral dit laatste punt - punt 7 van het
Saoedische vredesplan - is het hete
hangijzer niet alleen in Fez dezer dagen,
maar al weken ervoor in elk politiek de
bat, officieel en in de pers, overal in de
Arabische wereld. Alle Arabische lan-
den kunnen zich verenigen met alle twijfelaars
acht punten van het Saoedische vre
desvoorstel, met uitzondering van punt
7. Over eventuele erkenning van Israël
zijn de meningen sterk verdeeld.
sche vijand" inhoudt. Ook Irak is prin
cipieel tegen en dat is. gezien de vrij
hartelijke Iraaks-Saoedische relaties,
een behoorlijke tegenslag voor Riaad.
De Libische leider Ghadaffi is helemaal
niet in Fez komen opdagen omdat vol
gens hem het gehele Saoedische vre
desplan een „verlenging van Camp Da
vid" is en erkenning van de „zionisti-
De grote twijfelaars inzake het Saoedi
sche vredesplan zijn de Palestijnen en
de Syriërs. Radicale Palestijnse splin
tergroepen zijn fel tegen, maar PLO-
chef Yasser Arafat, die de gematigde
meerderheidslijn vertegenwoordigt
binnen de Palestijnse beweging, staat
positief tegenover de Saoedische vre
desvoorstellen. Zijn tweede man in Fa
tah, Aboe laad, evenwel vertolkt het
best de Palestijnse bedenkingen: vol
gens hem gaat het er niet zozeer om of
de Arabieren het Saoedische vredes
plan onderschrijven, maar of Amerika
en Israël daartoe bereid zijn.
Met andere woorden: „Coëxistentie
met Israel" (punt 7 van het Saoedische
vredesplan) is op zich niet onaanvaard
baar voor de Arabieren c.q. Palestijnen,
maar kan pas in overweging genomen
worden nadat Amerika en Israël punt 1
tot en met 8 van het Saoedische vredes
plan (de creatie van een onafhankelijke
Palestijnse staat) hebben geaccep
teerd.
De Syriërs hebben het Saoedische vre
desplan niet officieel verworpen, maar
staan er afwijzend tegenover omdat
volgens Damascus de politieke machts
verhoudingen in het Midden-Oosten -
nu nog sterk in het voordeel van Israël -
een Arabische vredesinitiatief inoppor
tuun maken: de Arabieren moeten zich
eerst militair versterken, de „strategi
sche balans" in het Midden-Oosten her
stellen, alvorens vanuit een positie van
kracht met Israël te onderhandelen.
Een vreedzame regeling is ook onmoge
lijk volgens de Syriërs omdat de relaties
tussen Moskou (Damascus' bondge
noot) en Washington gespannen zijn. en
de Arabieren hopeloos verdeeld.
De overige' 15 landen in Fez - een be
hoorlijke meerderheid dus - menen
daarentegen dat het Saoedische vre
desplan juist de ideale basis voor Ara
bische solidariteit op weg naar vrede
in heel het Midden-Oosten kan bieden.
Verwacht wordt dat, om de tegenstan
ders en twijfelaars tegemoet te komen,
een compromisformule inzake het Sa
oedische vredesplan in Fez uitgedok
terd zal worden. De vraag is alleen dan
wel wat er over zal blijven van het om
streden punt 7: de impliciete erken
ning van IsraëL
Emigratie-adviseurs beleven
drukke tijden. Ze hebben volle
agenda's, ze trekken volle zalen op
allerlei voorlichtingsavonden.
Het is opvallend dat er de laatste
jaren weer zoveel belangstelling
voor emigratie is, met name naar
de traditionele emigratielanden
(Canada, Australië en Nieuw-Zee-
land). In 1980 meldden zo'n 9.000
man zich aan als emigrant, in 1978
waren er dat nog 3.700 en in 1975 de
helft van dit laatste getal. Lang
niet iedereen die zich aanmeldt
wordt overigens ook toegelaten in
het land van zijn keuze - de immi
gratielanden voeren een zoge
naamd restrictief bëleid, ze zijn
dus erg kieskeurig wie ze willen
toelaten.
Vanuit de agrarische sector consta
teer ik ook nogal wat belangstel
ling om te gaan boeren in het bui
tenland- Datmerk je bij lezingen en
via telefoontjes, gesprekken en vra
gen naar (emigratie) deskundigen.
Het zijn niet alleen privé-ervarin-
gen van schrij ver dezes die een nog
al sterk toenemende belangstelling
onder boeren constateert voor emi
gratie; verscheidene collega's heb
ben dezelfde ervaringen. In alle
landbouwbladen die in Nederland
circuleren lees je sinds enige tijd
nogal wat over geëmigreerde boe
ren en tuinders. Hele reportages
tref je regelmatig aan, afgewisseld
door adviezen van emigratiecen
trales. Te stellen dat publicatie
door de landbouwpers geforceerd
wordt is ook niet juist. Het is veel
eerder zo dat leden en abonnee's
verzoeken om veel informatie over
de (on)mogelijkheden van emigre
ren. Sinds vorig jaar krijg ik. even
als mijn collega's in andere organi
saties. brieven en bezoeken van
mensen uit Canada die beroepsma
tig werkzaam zijn om emigrerende
boeren daar aan een bedrijf te hel
pen. Farm Business Consultant
noemen die mannen zich een soort
kruising voor mijn gevoel van agra
risch makelaar en bedrijfsecono
misch adviseur. Deze mensen zijn
bezig met een ronde van voorlich
tingsbijeenkomsten door heel Ne
derland om te vertellen ovér de
aankoop van boerderijen in Cana
da. Allemaal signalen die erop wij
zen dat de belangstelling bij ons
voor het boeren buitengaats toe
neemt.
Als beleidsorganisatie vraag je
je natuurlijk af waar die hevi
ge belangstelling zo vandaan
komt. D'r zijn, dacht ik. een aantal
oorzaken voor-te noemen. Het ver
schil in welvaart tussen hier en
bijvoorbeeld Australië of Canada
is nauwelijks aanwezig en speelt
ook m.i. een zeer geringe rol. Veel
belangrijker is het zoeken van de
boer naar ruimte om zich te ont
plooien.
De druk op het agrarisch grondare-
aal in ons land is drukkend groot.
Minstens 12.000 hectare land moet
de agrarische stand afstaan per
jaar aan wegenbouw, woningbouw
en recreatie-voorzieningen. Die be
dragen worden nog jaarlijks groter
en ingrijpender. Onze bedrijven
zijn toch al aan de kleine kant en
met zo'n verlies per jaar wordt ver
groting wel erg moeilijk. Zeker als
je daar de hoge grondprijzen nog
aan toevoegt, Daar en in vele lan
den om ons heen of heèl ver weg nog
plenty ruimte is, is het ook een na
tuurlijke zaak om verder te kijken
dan je eigen landje klein is. D'r
komt nog bij dat de overheidsplan-
nen tot verdere beperking of ont
trekking van agrarische gronden
dit jaar verder gestalte gaat aanne
men - de uitwerking van een aantal
beheersovereenkomsten is een feit.
Het boeren op grond waar tal van
beperkende bepalingen op van
kracht zijn, is tal van agrariërs met
ambitieuze toekomstplannen een
doom in het oog. Om nog maar niet
te spreken van de aankoop door de
overheid van grote gebieden be
stemd voor reservaat of nieuwe bo-
saanplant.
Een andere oorzaak die de lust tot
emigreren stimuleert is het
groeiende bos van vergunningen,
regelingen en verorden ingen die
het leven van de boer in toenemen
de mate veronaangenamen.
Als je eens een lijstje maakt van het
aantal nieuwe regels dat is uitge
dokterd door slim bedisselende
ambtenaren en bestuurders gedu
rende de laatste tien jaar voor de
boeren- en tuindersstand, dan slaat
de schrik je om het hart. Een ieder
begrijpt echter wel datje levend in
een eivol land wat meer ordenend
moet optreden dan in de grote Sa-
hara-woestijn waar drie kamelen
en twee bedoeïnen rondscharrelen,
maar toch ware een zekere breide
ling van het wel erg sterk toene
mend woud van regels en regeltjes
ten onzent wenselijk. Begrijpelijk
is het in ieder geval dat een boer
omringd door talloze verordenin
gen en verboden, zo af en toe op
standig wordt, Maar nog steeds
groeien de regels die de bedrijfsuit-
terzake
oefening moeilijker maken - toren
silo's moeten lager worden, dam
men mogen niet zo maar verbreed
worden, bomen niet meer gerooid,
schuren niet meer veranderd, gron
den niet vereffend, schadelijke vo
gels niet gejaagd.
De belangrijkste oorzaak die de
lust tot emigreren doet toene
men is het groeiend besef dat een
verdere ontwikkeling bij ons er
momenteel nauwelijks inzit voor
het gros van de bedrijven. De
stand-still van het Europese land
bouwbeleid is zo ongeveer een feit,
Er zijn voorraadsituaties in ver
schillende sectoren die zonder
maatregelen een beetje te veel con
tinuïteit krijgen. Gezamenlijk af
remmen door middel van quote
ring, contingentering of anders
zins voor een aantal agrarische
produkten lijkt eerder geboden
dan het verder ontwikkelen en/of
uitbreiden.
De Nederlandse boer of tuinder
heeft echter een mentaliteit - ge
lukkig - die gericht is op expansie
en uitdieping van zijn mogelijkhe
den, hij staat bekend als een driftig
ondernemer. Hij "wil zijn vleugels
uitslaan, zijn bedrijf uitbreiden.
Kan het hier niet, dan maar elders.
De wereld is zo groot. Wat in de ja
ren vijftig gebeurd is: tienduizen
den boeren die elders een bestaan
opbouwden, kan weer. Zo denken
nogal wat agrariërs, is mijn erva
ring. Het is een hard feit dat het ook
in andere landen met meer ruimte
en minder regels bepaald niet alles
koek en ei is. Dat ook daar soms te
veel aan produkten is en dat ook
daar de overheid enigszins rege
lend optreedt ten opzichte van de
landbouw (vooral in de USA en Ca
nada). Maar toch de ruimte, letter
lijk en figuurlijk, is daar veel groter
dan hier. Op zich is dat reden ge
noeg om de belangstelling bij boe
ren voor emigratie, dat wil zeggen
bedrijfsontwikkeling buiten de ei
gen grenzen, op te stuwen.
mr Gerard W. Smallegange.
iADVERTENTIE
ER IS VAST OOK EEN
JAC. HERMANS
BIJ U IN DE BUURT!
Denk eraan Gerard, je hebt een
dochtertje. Daarmee zou best
ééns iets kunnen gebeuren". Dal kreeg
volgens de dagvaarding in het Uniser-
proces een van de chef-operators van
het Moerdijkse afvalwerkverwer-
kingsbedrijf toegevoegd toen hij sput
terde over het vernietigen van bewijs
materiaal voor politie en justitie. De
chef-operator volgde de „goede raad"
van zijn directeur, de 40-jarige Magnus
S., uit Dordrecht op en verbrandde be
lastende papieren. Desondanks staan
donderdag de topmannen van Uniser
in Breda terecht voor het grootste mi
lieuschandaal dal Nederland tot dus
ver heeft gekend.
Een maand heeft dc
rechtbank uitgetrokken voor behande
ling van deze gigantische affaire. Het
is echter nog maar de vraag of het bin
nen dit tijdsbestek zal lukken.
De vlotte zakenlieden van Uniser in
Moerdijk - de holding bestond uit de
Recycling terminal Moerdijk (RTM).
Drisolco en de Exploitatiemaatschap-
pij Krimpen (EMK) - zitten vanaf me
dio augustus achter tralies. De vijf die
nu terecht staan worden verdacht van
een ongekende serie misdrijven tegen
het milieu en tegen collega-zakenlie
den.
Uit de dagvaarding tegen de drie ex-
directeuren en twee uitvoerende chefs
blijkt dat het onmogelijke bij Uniser
heel goed mogelijk was. De heren zagen
er volgens de dagvaarding geen been in
om op grote schaal de milieuwetgeving
aan de laars te lappen en de normale
gedragingen in het zakenverkeer tot
een farce te maken. Contracten voor
duizenden guldens werden opgemaakt
maar nooit uitgevoerd.
Ex-technisch-directeur Magnus S. bij
voorbeeld zal verantwoordelijk wor
den gesteld voor het „verdwijnen van
een lading (1050 ton) gechloreerde
koolwaterstoffen van het Hamburgse
bedrijf Mabahaft. De milieudeskundi
ge van de Duitse onderneming kreeg
zelfs een rondleiding over het bedrijf
en kon de installaties bekijken.
Het Duitse bedrijf betaalde f87,50 per
tón voor de veilige verwerking. In het
contract was afgesproken dat het spul
op open zee zou worden verbrand om
dat verbranding op het vaste land een
gevaar voor de volksgezondheid bete
kende. Mabahaft kreeg een pittige reke
ning hiervoor gepresenteerd. Maar de
Uniser-bedrijven verkochten de partij
door als licht verontreinigde olie die
alsnog elders op het vaste land is ver
brand.
Een andere methode van de Uniser-top
was het verwerven van een contract
voor de veilige verwerking van che
misch afval en vervolgens de lozing
daarvan in open water. Bij Shell-Moer-
djjk bijvoorbeeld kwamen forse hoe
veelheden afvalloog vrij die op een veili
ge manier moesten worden verwerkt.
RTM kreeg de opdrecht ervoor te zor
gen dat uit het afvalloog minerale olie
voortkwam en daarnaast het overblij
vende residu zou worden ontgift. Pas
daarna kon het op de afvalwaterperslei-
ding worden gestort terwijl de vaste
stoffen naar een depot in Duitsland
moesten.
Contractueel kwamen Shell en RTM
overeen dat de olie nooit en te nimmer
mocht worden verkocht aan de klein
verbruikers. De olie werd er door RTM
uitgehaald en via via doorverkocht aan
vooral Belgische tuinders. Dus, de
kleinverbruikers. Het giftig afvalwater
werd „zonder enige vorm van bewer
king in de Hollandse IJssel geloosd.
Tapijtfabriek Van den Brink en Camp-
man bijvoorbeeld werd op een heel an
dere wijze slachtoffer van de Uniser-
praktijken. Het bedrijf nam volgens het
contract „halfzware stookolie van goe
de kwaliteit" af bij de Uniser-bedrijven.
Jammergenoeg wilde het spul lang niet
zo goed branden als halfzware stooko
lie. De ellende voor de tapijtfabrikant
werd zo groot dat verschillende keren
het produktieproces tot stilstand
kwam Van Uniser-zijde werd telkens
gezegd dat het kwam door de slechte
kwaliteit van de brander van de stoom
ketel of dat er per vergissing een ver
keerde partij was afgeleverd. Van den
Brink en Campman betaalden echter
trouw voor de levcraties.
Officier van justitie mr. W. Koops en het
team van de rijkspolitie technische mi
lieudienst Drechtsteden, de rijksac
countantsdienst. de FIOD en het minis
terie van volksgezondheid en milieuhy
giëne hebben meters dikke dossiers no
dig om de omvang van de zaken aan te
geven. Directie-leden en hun directe as
sistenten worden ervan beschuldigd op
grote schaal valsheid in geschrifte te
hebben gepleegd. Oplichting was „nor
male zaak" bij Uniser.
Daarnaast komt dan nog de grove over
treding van bijvoorbeeld de Wet chemi
sche Afvalstoffen. De heren zagen er im
mers geen been m bij het ministerie van
vólksgezondheid te melden dat een be
paalde partij landbouwbestrijdings-
middelen (onder meer met het uiterst
giftige parathion) naar een officieel de
pot in Duitsland ging terwijl de troep
werd gemengd met olie of kolen (in
Maastricht) en vervolgens als brandstof
werd doorverkocht. In hoeverre bij deze
affaire slachtoffers zijn gemaakt blijkt
niet uit de dagvaarding. Wel is duidelijk
dat het mengen van allerlei uiterst gifti
ge afvalstoffen met brandstof grote risi
co's inhielden voor met name de Belgi
sche tuinders die de Uniser-partijen op
stookten.
De Bredase rechtbank krijgt er een he
le kluif aan. Het wordt de grootste zaak
die ooit in Breda voor de rechtbank is
gekomen. Er is een maand voor de be
handeling uitgetrokken maar hel is
nog maar de vraag of dit verwachting
wordt waargemaakt. De verdachten
moeten over talrijke zaken worden ge
hoord. Uit de dagvaarding blijkt in ie
der geval dat de uitspraak van een po
litiewoordvoerder eerder klopt: Uni
ser is tot dusver het grootste milieu
schandaal van de eeuw.