VADER DREES
woorden zijn niet vrijblijvend in de kerk
'soms mis ik het dat
ik niet meer werk'
nieuwe amerikaanse
defensiestrategie
'alles wordt
anders' bij
franse tv
VRIJDAG 3 JULI 1981
PZC/opinie en achtergrond
Door Frans de Lugti
Dr. Willem Drees sr. wordt zondag 95 jaar. Een fantastische leeftijd voor Nederlands grootste
staatsman van na-de-oorlog. Vader Drees, zo heet hij in de volksmond. En zo zal hij altijd
blijven heten. Over de oude Drees zal vermoedelijk nooit iemand spreken als „die krasse opa".
Op zijn hoge leeftijd is de vroegere minister-president nog immer bij de tijd, net als toen hij op
72-jarige leeftijd een tienjarige periode als leider van diverse kabinetten afsloot.
Zijn verjaardag zal hij niet thuis vieren
in zijn eenvoudige rijtjeshuis aan de
Haagse Beeklaan waar hij sinds de
Tweede Wereldoorlog woont. Als we
hem deze week spreken zegt hij: ,Jk
kan niet thuis blijven op mijn verjaar
dag. want dan krijg ik veel visite, en
dat zou niet gezellig kunnen zijn. Ik
hoor niet goed meer als ik een groepje
mensen om mij heen heb. Met mijn lin
keroor kan ik nog wel iets horen als ik
het apparaatje dat ik daarvoor heb
goed op een duidelijke spreker kan af
stellen Maar dan moet het daarom
heen wel rustig zijn, want anders ver
sta ik het niet door het geroezemoes.
Op mijn verjaardag blijf ik daarom
niet thuis, zo eenvoudig is dat".
Zijn gehoor en zijn slechte gezichtsver
mogen „ik kan nog wel de grote kop
pen in de kranten lezen") zijn de grote
handicaps van zijn leeftijd. Verder
voelt Drees zich prima. ..Mijn leeftijd
in aanmerking genomen is mijn alge
mene constitutie betrekkelijk goed",
zegt hij. „Ik hou me aan een dieet om
dat ik te weinig maagsappen heb.
maar dat is een kwaal die ik al vele
jaren heb. Daar heb ik geen problemen
mee Mijn last is mijn gezicht en ge
hoor".
Voor een man als Drees is dat een han
dicap waar hij het nogal eens moeilijk
mee heeft. Hij wil graag alles wat hem
interesseert lezen, en er zijn tal van
dingen op radio en televisie die hij zou
willen horen. Zijn dochter komt hem
enige keren in de week voorlezen wat
hem interesseert. En zijn zoon, mr.
Jan. die bij hem inwoont, is hem ook
zeer behulpzaam. Maar het voorlezen
kan de dagen onmogelijk voldoende
vullen.
onkreukbaar
Drees zegt: „In zekere zin verveel ik me
soms Vooral omdat ik gewone tekst
nietmeerzelfkanlezen Ikluistervaak
naar gesproken boeken van de blin
denbibliotheek. Maar ik mis het op
sommige uren van de dag wel dat ik
niet meer werk".
Drees' stem klinkt nog even vast en
beheerst als in zijn actieve politieke
jaren Een karakteristiek geluid dat in
elke radio-quiz direct geraden wordt.
Hij formuleert nog even zorgvuldig als
toen hij een van zijn vele regerings
verklaringen aflegde in het parlement
of zoals hij het volk placht toe te spre
ken. Een stipt en sober man. zo kent
Nederland hem. wijs en solide, on
kreukbaar Een man van wie Den Uyl
eens zei: „Bij Drees moetje als het wa
re het geheim van zijn eenvoud ont
dekken".
In de tien jaar dat dr. Willem Drees
vier kabinetten leidde was hij merk
waardig genoeg toch niet bij elke ka
binetsformatie de „vanzelfspreken
de" minister-president. Slechts een
van die vier kabinetten zat de volle
vier jaar uit. maar niet zonder een ka
binetscrisis halverwege de rit. Drees
„regeerde" te midden van geduchte
„tegenstanders" als Romme en Oud.
Hij heeft inmiddels vrijwel alle gro
ten uit die tijd overleefd.
Toen ik hem vier jaar geleden bij hem
thuis mocht interviewen na het overlij
den van de vroegere vice-president
van de Raad van State dr. Beel. vroeg
ik hem of het hem niet triest stemde al
zijn grote tijdgenoten te verliezen. Hij
antwoordde toen: „Ach. als je de leef
tijd van 90 jaar bereikt, dan weetje dat
dit gebeurt. Mijn broers, zusters,
vrouw, vroegere partijgenoten, colle
ga's uit kabinetten, ja zelfs van de ge
neratie na mij heb ik al velen zien ver
trekken. Het is wel triest, maar zo is
het leven. Ik ga niet zover als Schopen
hauer die ooit heeft gezegd: „Het leven
is een vervelende onderbreking van de
eeuwige zalige rust". Ik vind het leven
waard om geleefd te worden".
Een vriendelijk man, die doctor Drees.
In zijn rijke leven is hij mild geworden,
en met humor kan hy relativeren.
Smakelijk kan hij vertellen dat hij het
bejaardentehuis tegenover zijn wo
ning nog geopend heeft maar dat hij m
de gelukkige omstandigheden ver
keert dat hij zelf nooit genoodzaakt is
geworden om daar te gaan wonen.
In de huiselijke rust kan hij zich con
centreren op de dingen waar hij zich
zijn hele leven mee bezig heeft gehou
den: het maatschappelijk gebeuren
Dat volgt hij zo intens als dat gegeven
zijn handicaps mogelijk is. Als minis
ter van staat kon hy zodoende ook in
deze kabinetsformatie koningin Bea
trix van advies dienen. Hij deed dat
schriftelijk, omdat hy dat prettiger
vond dan een persoonlijk bezoek met
alle drukte van dien.
Drees: we zullen niet alleen ons zelf moeten beperken, maar ook hard moeten
werken om betere tijden te krijgen.
Over de problemen waar ons land nu
mee worstelt wil hij ook nog wel iets
zeggen, als hem daarover zijn mening
wordt gevraad „Ik meen dat de poli
tiek in ons land een verkeerde richting
is uitgegaan. Het programma van Den
Uyl heette in 1973 Keerpunt. Men wist
toen niet dat het keerpunt zou zijn dat
we van een periode van hoogconjunc
tuur in een internationale recessie zou
den uitkomen. Men heeft daarna te
veel doorgeleefd alsof we nog steeds in
die hoogconjunctuur verkeerden. Dat
heeft de overheid in financiële moei-
lykheden gebracht en het bedrijfsle
ven in economische problemen.
„We zitten nu", zegt Drees, „in een
dieptepunt van die recessie. Als we
ons zelf veel beperkingen opleggen
kunnen we daar uitkomen. Zou ik de
jaren dertig en de oorlog niet hebben
meegemaakt, dan zou ik nu misschien
mijn twijfels hebben gehad. Maar
daar ik die periode wel heb meege
maakt durf ik nu wel te zeggen dat we
er weer uit kunnen komen".
„Wat de tijd betreft ben ik daarover
niet optimistisch. We zullen niet alleen
ons zelf moeten beperken, maar ook
hard moeten werken om betere tijden
te krijgen Maai' in ons systeem heb
ben we zowel in de vorige als in de deze
eeuw telkens crisissen gekend en tel
kens hebben we met ditzelfde systeem
weer kans gezien om eruit te komen. Ik
verwacht dat dat ook nu weer zal ge
beuren"
self made man
Vijtennegentig jaar wordt hy zondag,
al jaren genietend van een oudedag. al
jaren „trekkend van Drees". zoals dat
heet. Want het was onder zijn kabinet
ten dat de basis werd gelegd voor onze
sociale voorzieningen, die de beste ter
wereld zijn Hij kan terugzien op een
weergaloze politieke loopbaan. Als self
made man (zijn vader was bediende bij
de Twentsche Bank en overleed toen
de jonge Wim vijfjaar wasi bracht hij
het na een driejarige HBS en de Han
delsschool in Amsterdam tot steno
graaf. Drie jaar werkte hij bij dezelfde
bank waar ooit zijn vader had gediend.
Hij bekwaamde zich in de stenografie
en notuleerde veel aandeelhouders
vergaderingen van die bank. die
meestal in Enschede werden gehou
den.
De stenografie bracht hem bij de Ste
nografische Dienst in de Tweede Ka
mer. Zijn politieke betrokkenheid
voerde hem via de Haagse gemeente
raad naar het wethouderschap in de
Haagse raad en daarna naar het lid
maatschap van de Tweede Kamer. Hy
werd fractieleider (van de SDAPt en
was na de oorlog enige jaren minister
van sociale zaken, voordat hij minis
ter-president werd. In die hoedanig
heid kreeg hij (hoewel leider van de
PvdAi het odium boven de partijen te
staan.
Tien jaar geleden verliet hy „zyn" par
ty omdat hij zich niet meer verwant
kon voelen met de wijze waarop die
partij politiek bedreef Hoewel hij sym
pathiseerde met de doelstellingen van
de partij van zijn zonen. DS'70. is hij na
zyn breuk met de PvdA partijloos ge
bleven Den Uyl zocht hem afgelopen
winter, aan de vooravond van het voor
hem zeer moeilijke PvdA-congres. nog
thuis op. Ook voor hem is de oude
Drees wat hij voor velen is: Vader
Drees.
De Amerikaanse minister van
defensie Caspar Weinberger
wil zich op een „dubbele" conven
tionele oorlog met de Sowjets
voorbereiden. Als de Sowjets op
een gebied aanvallen dan moet
Amerika vanuit een ander gebied
kunnen terugslaan, aldus de nieu
we filosofie op het Pentagon. Ame
rika moet dus twee oorlogen tege
lijk kunnen voeren. Door middel
van talloze richtlijnen heeft minis
ter Weinberger dit nieuwe beleid
in het Pentagon uitgestippeld.
Toch zijn de basisprincipes vrij
oud. Niemand minder dan de oude
houwdegen generaal Maxwell Tay
lor verkondigde in 1960 al. dat de
dreiging met totale kernoorlog niet
voldoende afschrikt. Hoewel de
Amerikanen als enigen ter wereld
een atoombom hadden, ontstond
er toch een conflict in Korea Ma
xwell Taylor bedacht dus de leer
van het „aangepaste antwoord".
Iedere aanvaller moet met gelijke
munt terugbetaald worden. Maar
daartoe moet je wel pasmunt in
huis hebben, omdat niemand ge
looft. dat Amerika als antwoord op
een kleine aanval alle kernwapens
de lucht in stuurt
Maxwell Taylor vond daarom, dat
Amerika zich vooral conventioneel
goed moest bewapenen. President
Kennedy's minister van defensie
McNamara kondigde de leer van
het aangepaste antwoord voor
kernwapens af. Er werden kleine
kernwapens gebouwd om kleine
aanvallen af te slaan. Weinberger
heeft nu de leer van het aangepaste
antwoord ook op conventionele
wapens toegepast. Zo had generaal
Maxwell Taylor het ook bedoeld.
Onder Carter werd. voor het eerst
sinds het Vietnam-debacle, over
het voeren van „anderhalve oor
log" gesproken. Toen de Sowjets
Afghanistan waren binnengedron
gen wilde president Carter ook het
Midden-Oosten beter kunnen ver
dedigen. Hals over kop kondigde
hij toen aan, dat er een „Rapid De
ployment Force" moest komen, die
hij binnen korte tijd naar elke ge
wenste plek in de wereld kon stu
ren. Naast een totale oorlog in
West-Europa moest Amerika ook
een halve oorlog elders kunnen be
vechten.
Onder Ronald Reagan is de defen
siebegroting zeer fors gestegen. En
Weinberger heeft Carters anderhal
ve oorlog navenant uitgebreid. De
politiek moeilijke beslissing over
wie de VS het liefst wil verdedigen,
wordt opzettelijk uit de weg ge
gaan. In beginsel staat de VS nu
garant voor alle westerse bondge
noten en vrienden, of die zich nu in
Zuidoost-Aziê. het Midden-Oosten
of West-Europa bevinden. De criti
ci in Washington krabben zich be
denkelijk op het hoofd en vragen
zich af of de VS zulke grote ver
plichtingen wel aankan. Maar ze
krijgen weinig gehoor, want de ge
neraals verkneukelen zich over het
mooie militaire speelgoed, dat ze
door de nieuwe mode in Washing
ton ontvangen.
Goed, de Sowjets hebben de laat
ste tientallen jaren ook veel wa
pens gebouwd, maar volgens veel
defensie-deskundigen dragen al
die dure laserkogels en computer
straaljagers lang niet altijd bij tot
een betere defensie. Want die
verfijnde techniek vooronderstelt
de aanwezigheid van de huidige
geordende samenleving, die ten
tijde van oorlog ver te zoeken is.
De bondgenoten en vrienden moe
ten .ook meewerken. Maar terwijl
de Amerikaanse defensiebegroting
met 7 reële procenten per jaar
stijgt, zweven de meeste Westeuro-
pese landen beneden 3 procent ex
tra per jaar. Het is de vraag of de
Amerikanen het onder die omstan
digheden zullen volhouden. Arme
bondgenoten krijgen onder het
mom van ontwikkelingshulp mili
taire steun van de Reagan-rege-
ring. Turkije, Pakistan en Egypte
zijn er voorbeelden van.
En overal ter wereld zal het Penta
gon munitie opslaan, eventueel
zelfs chemische wapens. Wat kern
wapens betreft moet er niet alleen
genoeg zijn om terug te slaan na
een Sowjet-„strike" maar ook moet
Amerika voldoende conventionele
capaciteit hebben om ook daar
voor vergelding te kunnen zorgen.
De Reagan-regering gaat opzichtig
veel verder dan haar voorgangers.
In de protestantse kerken speelt het
woord een erg belangrijke rol. In de
kerkdiensten staat vooral het gespro
ken woord centraal. Een dienst zon
der woorden - zonder preek - is geen
echte dienst, is als een boek met lege
bladzijden, als een maaltijd zonder
voedsel. Het woord is - ook in de kerk
- middel tot het overdragen van ge
dachten en gevoelens, informatie en
emoties. Zondag op zondag klinken
miljoenen woorden van honderden
kansels. Het stilte-element, waar
woorden zwijgen of worden ingehou
den, blijft moeilijk te plaatsen in de
protestantse eredienst. Waar woor
den uitblijven stokt de communica
tie, zo lijkt het.
Omdat ieder die kan spreken woorden
aaneen kan rijgen lijkt het - ook dat
geldt in de kerk of dat vrijblijvend
kan gebeuren, of er niet op woorden
hoeft te worden gelet: een woord meer
of minder komt er niet zo op aan. Tref
zekerheid in de keuze van woorden
worden gebruikt die ongeveer in de
buurt komen van wat eigenlijk wordt
bedoeld
Overal wordt met woorden geknoeid,
in en buiten de kerk. Er wordt gemorst
met woorden - het schynt vaak dat
voor het spreken, het gebruik van
woorden, geen enkele ethische maat
staf geldL Wie beschouwingen van po
litici - voor en na verkiezingen - hoort
slaat soms de schrik om het hart. Het
zal dikwijls niet bewust gebeuren-het
is daarom des te erger. De 'echte' spre
ker kan woorden zo rangschikken, de
accenten zodanig leggen en de inhoud
zo laden dat mensen in de ban van zijn
betoog komen. Dan zie je gebeuren dat
elk kritisch nadenken over wat wordt
gehoord verdwijnt en mensen dingen
gaan denken (en gaan doen) die zij kort
daarvoor niet voor mogelijk zouden
hebben gehouden.
meer betekenissen
Waarom - zo kan de vraag luiden -
deze algemeenheden over het gebruik
van woorden neergeschreven in een
kerkelijke rubriek? Omdat myns in
ziens de hiervoor beschreven ontwik
keling voor de kerkdeuren geen halt
houdt. £?oms lijkt het of bepaalde
woorden in de kerk niet meer staan
voor wat zij eenmaal waren. Hetzelfde
woord kan bij de één een geheel andere
gedachte oproepen dan bij de ander.
Zelfs in het gebruik van woorden ver
toont zich soms net verschil in visie op
de zaak waar het woord voor zou moe
ten staan. Dit verschijnsel kan niet al
tijd worden verklaard met een verwy-
zmg naar de bewegelijkheid van onze
taal waardoor woorden van vroeger
geleidely k aan een andere inhoud kun
nen krijgen Dat speelt wel een belang
rijke rol, maar er is niet alles mee ge
zegd.
Misschien nog meer in de kerk dan
daarbuiten hebben bepaalde woorden
in de loop van de eeuwen een bepaalde
inhoud, kleur, lading gekregen. Wie ze
gaat vervangen door andere, moderne
woorden, moet dat erg voorzichtig
doen Anders bestaat het risico dat
wordt getwijfeld aan de 'rechte opvat
tingen over hetgeen de kerk leert. Als
woorden de functie hebben van af
spraak. van teken, van symbool, van
'herkenningsmelodie' in relatie tot de
manier waarop mensen geloven, dan
kan het gebeuren dat mensen zich on
zeker gaan voelen als het vertrouwde
geluid, als de door langdurig gebruik
gepolijste woorden worden vervangen
door woorden die zij niet kennen dan
wel beschouwen als uit andere dan de
kerkelijke taal afkomstig.
twee partijen
Waar woorden worden gewisseld zijn
er steeds twee (of meer) partyen. zen
ders en ontvangers. Die zijn er ook in
de kerk. maar daar is er geen tweege
sprek. geen gedachtenwisseling Daar
staat de monoloog, het alleengesprek.
nog altijd voorop Als ontvanger hoef
je niet passief te zijn. luisteren vraagt
grote activiteit, zo wordt dan gezegd
Hetgeen zeer betrekkelijk is. ook als
wordt gedacht aan de samenzang en
het gezamelijk bidden van het 'Onze
Vader'. Een feit is dat zeer essentieel
onderdeel van de protestantse ere
dienst de preek (monoloog) blijft, de
bediening van het Woord doormiddel
van woorden.
Wie jaar in jaar uit elke zondag naar
preken heeft geluisterd zal er reken
schap van geven dat hij of zij ten prooi
is aan 'gemengde gevoelens'. Dat kan
niet anders: ook in de kerk geldt dat
de gaven en talenten niet gelijk zijn
verdeeld en dat de persoonlijkheid
van de prediker, zijn karakter en zijn
opvattingen, een belangrijke factor
vormen. Daarbij komt dat de eén het
zich gemakkelijker - of moeilijker -
maakt dan de ander.
Het ontbreken van prikkelende vra
gen en van navraag naar het wezenlij
ke van wat wordt gezegd kan het risico
van een 'gemakkelyk woordgebruik
met zich meebrengen. Dat 'gemakke
lijk' heeft dan niet alleen betrekking
op een oppervlakkige behandeling
van het onderwerp, maar ook op het
gebruik van de vertrouwde woorden,
omdat men weet dat dan in elk geval
de 'rust m Sion niet wordt verstoord'
en de (meeste) kerkgangers 'gesticht'
naar huis zullen terugkeren. Woorden
zyn tekenen, symbolen, inderdaad.
Maar woorden kunnen ook verstenen,
stollen, worden tot louter klanken.
Dan wordt het tijd ze bij te zetten in
het museum van kerkelijke oudheden
Het is - en dat dient billijkheidshalve
ook te worden gezegd - bijzonder
moeilijk ien lang niet iedereen gege
ven i oude waarheden in nieuwe, dat
wil zeggen, niet-traditionele woorden
door te geven en dat op zó'n manier
dat de ontvangers ze als nieuw in hun
situatie ervaren. Maar wat weten we
eigenlijk van de ontvanger? Luistert
ieder niet op zijn of haar eigen manier?
Dezelfde woorden brengen de een ze
gen en troost, maar roepen bij de ander
ergernis en afkeer op. Zou dit effect
misschien toch nog de voorkeur ver
dienen boven het 'koud noch warm'
worden van de luisteraar?
vaktaal
In het kerkelijk woordgebruik schuilt
nog een ander gevaar. De woorden
kunnen namelijk zo worden gekozen
dat ze slechts voor een select clubje
toegankelijk zijn. Er zijn preken en
kerkelijke toespraken die ontleend lij
ken te zijn aan de moderne gedragswe
tenschappen. Om ze te kunnen volgen
moet de luisteraar op de hoogte zijn
van wat zich op bepaalde vakgebieden
afspeelt. Inhaken op de laatste actua
liteiten komt eveneens voor. Er is ook
een vorm van 'woordkunst' die bestaat
in het gebruik van virtuoze woordspe
lingen. knap gevonden maar moeilijk
te volgen. Vaak wordt ook een oud
woord door een nieuw vervangen: soli
dariteit of medemenselijkheid voor
naastenliefde, bevrijding voor verlos
sing zijn hier enkele voorbeelden van.
Een beschouwing over het gebruik
van woorden in de kerk zou 'eigenlijk'
moeten eindigen met een verwijzing
naar het Woord. Het gaat inderdaad
om dat Woord! Maar daarmee is niet
alles gezegd, hier begint het pas. Vaak
hoor je, als het functioneren van de
kerk en de prediking aan de orde
komt de opmerking maken: als het
Woord maar op de rechte wijze wordt
gebracht zal het goed gaan met de
kerk, zal het geloof bloeien en zal de
wereld God gaan erkennen.
Doorvragen bij zo'n opmerking brengt
al spoedig aan het licht dat met die
'rechte wijze' wordt bedoeld, op de tra
ditionele manier, met alle nadruk op
de betekenis van het Evangelie voor
de individuele gelovige, daarbij veron
derstellend dat dan 'de rest' vanzelf in
orde komt. In de praktijk betekent dit
dat de vragen waar het moderne leven
de mensen voorstelt - en die m belang
rijke mate vragen van de samenleving,
van de inrichting van de maatschappij
zyn - niet aan bod komen, vaak nog
met het argument dat deze vragen be
stemd zijn voor de christelijke organi
saties op verschillend terrein.
Nicolaas Beets heeft - in een overigens
wat vreemde beeld spraak - eens ge
schreven dat een goede preek is als een
goed portret: 'zy kijkt u aan waar ge u
ook nederzet'. De wijsheid van Beets
gaat verder en dieper dan zij op het
eerste gezicht lijkt (en waarschijnlijk
ook door hem werd bedoeld): preken,
woorden die aaneen worden geregen
en als het goed is ontleend zijn aan het
Woord moeten de mensen aankijken
waar zij zich ook bevinden. Vroeger
werd dan gezegd in kerk, in staat en
maatschappij.
J. J. Tevel
Caspar Weinberger
(Door Rudolph Bakker
Het gekwaak in de vijver van de
Franse televisie was nooit van de
lucht, maar deze zomer heeft het de
vorm van een kakofonie aangenomen,
na de overwinning van de socialist in
de verkiezingen. Zowel voor de nieu
we president als voor het nieuwe par
lement, is besloten dat het voorgoed
afgelopen moet zijn met het Franse
televisieprobleem.
Zoals het er nu uit ziet wordt het ene
probleem ingeruild voor een ander.
Werkte de Franse staatstelevisie (en
de Franse staatsradio) de oppositie in
het oude regime constant op de zenu
wen, nu ziet het er steeds meer naar uit
dat de nieuwe machthebbers minstens
even brutaal zullen optreden als de vo
rige. Zoals het satirische weekblad „Le
Canard Enchainée" deze week over de
kwestie schreef: „Het zal wel niet lang
meer duren of de kikkers hebben hun
nieuwe koning".
De staatstelevisie onder president De
Gaulle was niet om aan te zien, die
onder Pompidou toonde tekenen van
enige beterschap, die tijdens Giscard
beloofde wat te worden maar ze werd
het niet. Wie aan de macht is. is wel gek
om zo'n instrument van macht uit
handen te geven, bekent men nu ook
in het linkse kamp.
„Alles wordt anders", riepen de socia
listen in de verkiezingstijd. Dat wordt
het ook. Meteen na de nederlaag van
president Giscard draaiden de tv-
mannen en tv-vrouwen hun vesten en
hun blouses binnenstebuiten en kwam
er bijna rode taal uit hun mond. Maar
daar ging het niet alleen om. Er moest
privé-haat worden gewroken en het ge
volg is dat de koppen die nu vallen niet
alleen ooit „rechtse taal" hadden ge
sproken, maar ook wel eens stukken
beter bleken in hun vak dan de kleine
lieden van de revolutie, die nu aan de
touwtjes trekken.
Het zwarte schaap in de televisie-we
reld was de chef van de nieuwsdienst
van het tweede televisienet, de in dit
land door een ieder gekende 43-jarige
Jean-Pierre Elkabbach. Men dient
zich voor te stellen hoe een heel poli
tiek geïnteresseerd volk aan de scher
men geplakt zat als Elkabbach met
zijn vriend Duhamel tijdens het pro
gramma „Kaarten op tafel" een van de
vier vooraanstaande partijleiders aan
het doorzagen was. Iedereen was het er
over eens: leiders van de regeringspar
tijen werden ondanks de schijn nooit
echt voor het blok gezet: socialisten en
communisten daarentegen werden on
der een spervuur van hinderlijke vra
gen bedolven. Vooral tijdens de debat
ten met de presidents-kandidaten Gis
card en Mitterrand werd dat overdui-,
delijk.
Daar bleef het niet bijBehalve die van
het tweede net van Elkabbach, moes
ten de redacteuren van de beide ande
re tv-nieuwsdiensten altijd opbouwen
de berichten lezen, en werden zaken
als stakingen, werkloosheid en andere
ellende onder tafel gewerkt. De direc
teuren van de drie Franse tv-stations
(en van de radio) waren direct door de
president benoemd. Ondanks zijn goe
de bedoelingen schrok Giscard er niet
voor terug voortdurend aan de tele
foon te hangen om zijn vazallen te zeg
gen hoe ze hem het voordeligst konden
laten uitkomen.
Intussen hebben de directeuren van
de drie tv-netten hun ontslag aangebo
den. Enkelen van hen zijn oude rotten
op hun directeursstoel. nog uit de tijd
van president De Gaulle. De baas van
„Antenne 2" is van huis uit diplomaat.
Hoewel al demissionair, ging hij er
toch nog toe over Elkabbach de laan
uit te zenden. Elkabbach weigerde
ontslag te nemen maar loopt nu toch
in de WW.
Alles begon - en naar men zegt te
vroeg - door de wilde initiatieven van
de nieuwe minister voor „communica
tie" Georges Filioud, die er zeifin 1966
om politieke redenen bij het radiosta
tion „Europe 1" uitgeknikkerd werd.
De uitlatingen van Filioud roken sterk
naar pure wraak en premier Mauroy
moest ingrijpen om het gezicht van de
nog zo pure nieuwe regering schoon te
wassen. Nog voor de zomer wil Filioud
een nieuw statuut voor radio en tv,
maar zo makkelijk is dat niet.
Men moet de Franse tv zien om het te
geloven. Herhaaldelijk treden pijnlij
ke pauzes op tussen de nieuwslezer en
het beeld. Achtergronden hebben niet
zelden geen enkele relatie tot het on
derwerp. De avond wordt gevuld met
eindeloze „discussies", waarbij de ca
mera's de heren recht in het kruis kij
ken, of met films van een schaamtelo
ze oudbakkenheid.
De tv-journalisten die nu het hardst
protesteren, zwegen vroeger het stilst.
Elkabbach echter werd na zijn engage
ment in de mei-opstand van '68 - net
als. de nu overjarige topreporter Leon
Zitrone - enige tijd uit de tv geweerd.
Het mocht hem niet baten. De revolu
tie heeft geoordeeld. Hij moest weg. De
opstandelingen ontdekten deze dagen
de geheime telefoon waarmee men
vanuit de studio - het nummer 61
draaiend - meteen in het presidentieel
paleis belandde. Het toestel werd afge
sloten, maar dat mocht niet in het
nieuws worden vermeld van Pierre Ca-
vada. schreeuwerige chef van het eer
ste net. die hard bezig is op het nipper
tje zijn huid te redden.
Elkabbach was het symbool. De rust
keert terug, zoals ook zijn demissionai
re chef dacht toen hij hem ontsloeg. De
„Canard Enchainée" legt echter nog
een ander accent. Elkabbach is jood en
het anti-joodse element in de schoon
maak dient niet te worden onderschat,
aldus het blad.