OVER
MARX
dp naar de dag
van verzoening
EEN EILANDJE VAN PIJN
uit het frans
nieuw werk van willem g. van maaneu
PZC/ zaterdagkrant
GEBOa
ZATERDAG 18 APRIL 1981
In vergelijking tot het werk van Kola-
kowski zijn de hier te signaleren
brieven - hoe interessa ook - en de bio
grafie van Berlin van aanvullende be
tekenis. Kolakowski omschrijft zijn
werk als „een handboek" en het lijkt
me. dat niemand die zich «net het mar
xisme wil bezighouden er omheen kan
- wie zijn kennis wil verdiepen even
min als wie er kennis mee wil maken.
Zonder een weerbarstige passage hier
en daar is het onlangs verschenen eer
ste deel van zijn .Geschiedenis' niet,
maar ook voor de geïnteresseerde leek
blijft de taal van Kolakowski door
gaans toegankelijk en verstaanbaar.
Het is om meerdere redenen relevant de
positie van de auteur wat nader aan te
duiden. Kolakowski - in 1927 geboren -
studeerde filosofie in Lodz. werkte on
der meer aan het partij-instituut voor
de vorming van wetenschappelijke ka
ders in Warschau en was onder meer
hoogleraar in de geschiedenis van de
moderne filosofie. In 1966 werd hij als
lid van de communistische partij Polen
geroyeerd. Twee jaar later zette hij een
stap. die hem tot dissident maakte; hij
koos tijdens de studentenopstand van
1968 de kant. die een grotere vrijheid
van meningsuiting voorstond en moest
de universitait verlaten. Daarna was hij
- als balling - onder meer gasthoogle
raar in Montreal. Berkely en sinds tien
jaar is Kolakowski verbonden aan het
All Souls College te Oxford. In de perio
de van de studentenopstand zei hij over
de Poolse censuur onder meer ..We zijn
op dit ogenblik in de beschamende si
tuatie beland, dat alle werken van de
wereldliteratuur toespelingen en kri
tiek blijken te bevatten op toestanden
in de Poolse volksrepubliek
Deze aanduidingen lijken me in relatie
tot de „Geschiedenis van het marxis
me" om twee redenen zinvol. De hou
ding van Kolakowski tegenover zijn
.onderwerp' is er één. die betrokken
heid paart aan afstandelijkheid. En
het tweede element is van praktische
aard: Kolakowski signaleert in zijn
voorwoord, dat hij het eerste deel kon
schrijven in 1968, „in de vrije tijd
waarover ik kon beschikken, nadat ik
ontslagen was", en dat de beide andere
delen alleen konden ontstaan, „dank
zij de privileges die het lidmaatschap
van All Souls College in Oxford mij
bood".
De „beoefenaar van ideeëngeschiede
nis" Kolakowski kiest bij de behande
ling van het marxisme déze uitgangs
positie hij meent dat het niet gaat om
de .botsing' van het wezenlijke van een
bepaald idee met haar bestaan in de
praktijk"in de vorm van verschillende
maatschappelijke stromingen We
moeten ons veeleer afvragen." formu
leert hij. „hoe en onder welke omstan
digheden het oorspronkelijke idee uit
gangspunt kon zijn van zoveel en zo ver
schillende. elkaar wederzijds bestrij
dende krachten". Voor iemand die de
geschiedenis van ideeën bestudeert
noemt Kolakowski de vraag „Wie was
een authentieker Christen Calvijn. Er
asmus. Bellarminus of Loyala0" van
geen betekenis. „De vraag hoe het mar
xisme van Marx zich verhoudt tot het
marxisme van de marxisten is ge
rechtvaardigd. maar de vraag wie een
.waarachteiger' marxist is niet. Paulus -
zegt Kolakowski is niet verantwoorde
lijk voor de Roomse Kerk aan het eind
van de vijftiende eeuw en voor de inqui
sitie. Maar men moet zich afvragen oj
de woorden van Paulus niet iets bevat
ten dat ats steun voor laagheden, en
misdaden had kunnen dienen. De vra
gen aan het adres van Marx en het mar-
kees cijsouw
De dag. waarop „Alle Menschen Brüder werden", staat op de kalender nog altijd niet exact
aangekruist, maar soms kan een mens weieens denken er een glimp van op te vangen. Toen
Karl Marx in 1849 te Keulen hoofdredacteur was van de 'Neuc Rheinische Zeitung' en de Pruisi
sche regering het parlement ontbond, steunde hij in zijn blad krachtig de reactie van dat parle
ment: het onwettig verklaren van alle belastingen, die de regering had opgelegd. Zijn oproep aan
het volk zich tegen inning te verzetten, leidde tot een verschijningsverbod voor de krant en tot
zijn arrestatie, op beschuldiging van „volksopruiing". Voor een Keulse jury moest hij terecht
staan en van die gelegenheid maakte Marx gebruik een uitvoerige analyse te geven van de
politieke en maatschappelijke toestand in Duitsland en daarbuiten. Parijs bijvoorbeeld, sinds
1848.
In zijn onlangs opnieuw verschenen
biografie over Marx noteert Isaiah Ber
lin over de zitting.Met resultaat was
verrassend, de voorman van de jury
deelde mee dat de beklaagde was vrij
gesproken en bedankte deze namens
zichzelf en de gehele jury voor zijn onge
woon heldere en belangwekkende uit
eenzetting. waar zij allen veel van had
den opgestoken"
Een aardig succesje, een glimpje van
een mooie toekomst, zou men zeggen,
maar Marx stond er niet lang bij stil: in
de verzameling brieven - nu voor het
eerst uitgegeven in Nederlandse verta
ling - wordt er met geen woord over ge
rept. Marx wordt vrij snel na het proces
het land uitgezet, gaat naar Parijs en
vertrekt in 1849 nog naar Londen. Zijn
brieven aan Engels uit die tijd spreken
over hun inbreng in een nieuwe Neue
Rheinische Zeitung'. met over de te
loorgang van de oude
Marx beschouwingen hebben intussen
- zoals bekend - niet alleen de aandacht
getrokken van een Keulse jury.
De belangstelling voor achtergronden
en drijfveren van het marxisme is breed
en onverflauwd: en in dat kader kan
men zowel de heruitgave zien van Ber
lins Marx-biografie (veertig jaar gele
den voor het eerst verschenen en nu
ruim bewerkt terug in een vertaling van
Elise Marijns via de Synopsis-reeks van
de Arbeiderspers) als de publicatie in
het Nederlands van een grote groep van
zijn brieven; daarbij gaat het om de
keuze, die de Amerikaan Saul K. Pa-
dover in 1979 maakte en inleidde, en
waarvan het eerste deel een keuze be
vat uit de brieven van de jaren 1837-
1870 en het tweede deel als hoofdmoot
de brieven uit de periode 1870-januari
1883 biedt. Men kan uit die brede be
langstelling voor Marx en het marxis
me wellicht ook de Nederlandse verta
ling verklaren van een derde, en zelfs
het meest belangwekkende boek van
het tno: „Geschiedenis van het marxis
me". eerste deel. van de Poolse filosoof
Leszek Kolakowski.
xisme moeten analoog zijn. en in die zin
is dit werk niet alleen geschiedschrij
ving. maar ook een poging tot reflexie
over de wonderlijke lotgevallen van
een idee. dat begon met het promethei-
sche humanisme en eindigde met de
gruweldaden van de stalinistische ti-
Mct die .beginselverklaring' reikt Ko
lakowski verder dan alleen het eerste
deel van zijn .Geschiedenis', hij duidt
er ook de beide volgende, nog te ver
schijnen delen mee aan, die de periode
tussen de dood van Engels en de over-
winning van de bolsjewistische revo
lutie in Rusland en (derde deel) de lot
gevallen van de marxistische stromin
gen sinds 1917 zullen behandelen.
Nu gaat het om - grofweg de grondsla
gen van het Marxisme, waarover Marx
in 1852 - nog voor hij Das Kapital
schreef - in een brief aan Joseph Weyde-
meyer in New York handzaam schreef:
f „Het nieuwe aan wat ik deed was liaan
te tonen dat het bestaan van klassen
alleen aan bepaalde historische ont
wikkelingsfasen van de produktie ge
bonden is. 2) dat de klassenstrijd nood
zakelijkerwijze tot de dictatuur van het
proletariaat leidt; 3) dat deze dictatuur
zelf slechts de overgang vormt naar de
opheffing van alle klassen en naar een
klasseloze maatschappij".
Het gaat in het eerste deel van Kola
kowski echter over veel meer. Hij si
tueert zijn geschiedenis van het mar
xisme in een brede bedding:
„Het denken van Marx zou van haar
inhoud worden ontdaan wanneer het
niet zou worden ingebed in de hele ge
schiedenis van de Europese geestescul
tuur'En dus gaat het ook over de vra
gen naar en over het menselijk bestaan,
zoals die in de filosofie zijn opgeworpen,
van Plotinus tot aan het Christendom,
van de Verlichting tot Hegel. Er zijn be
schouwingen over de verschillende po
litieke en filosofische geschriften van
Marx (en Engels), over het kapitalisme
als „ontmenselijkte werkelijkheid",
over de socialistische ideeën, die in het
midden van de negentiende eeuw te-
genovver die van Marx stonden, over de
tegenspraken van het kapitalisme en
de opheffing ervan, de beweegkrachten
van het historisch proces en de dialec
tiek van de natuur. Een niet geringe
verdienste van de auteur is, dat de zorg
vuldige ordening van zaken binnen die
bedding voorkomt, dat de lezer hulpe
loos en zonder uitzicht op een oever m
de informatiestroom komt te staan.
Tot de doordachte opzet van dit eerste
deel hoort ook, dat Kolakowski zijn ei
gen samenvattingen en beschouwingen
scheidt van de geschiedenis, die hfi
schrijft. Hij stelt ..een grote mate van
consistentie" in het denken van Marx
vast en ziet in ,Das Kapital' niet het
resultaat van een .adicale geestelijke
omwenteling', die anderen hebben ge
concludeerd. Als uitgangspunt van
Marx noemtKolakowski de vraag-
...Hoe kan de verzoening van de mens
met zichzelf worden bereikt?".een
vraag, die ook in de latere werken hei
kenbaar is
In aansluiting daarop kiest de auteur
niet voor het vrij gangbare gebruik de
marxistische leer te verklaren uit de
bronnen van de Duitse dialectiek, het
socialistische denken in Frankrijk en
de Engelse politieke i
Nee, hij geelt drie andere hoofdmotie
ven van het marxisme aan. In de eerste
plaats is dat de aanduiding van Marx
als „erfgenaam van de romantiek-
".„Zijn vervreemdingstheorie en de
geldtheone, zijn geloof in een toekom
stige eenheid waarin het individu zijn
eigen krachten als sociale krachten
ziet, zijn een voortzetting van de ro
mantische conservatieve kritiek op de
industriële maatschappij Een basis
kenmerk van zijn toekomstbeeld is dat
alle bemiddeling tussen individu en-
menselijke soort afgeschaft zal wor
den". formuleert Kolakowski. Dat .ro
mantische ergoed' werd begrensd - zegt
hij - door een tweede kenmerk het
promelhisch-faustiaans motief Jiet
geloof aan de onbeperkte mogelijkhe
den van een mens. die zichzelf schept
Kolakowski.
Marx was er zeker van dat het proleta
riaat als een collectieve Prometheus in
zijn alles en idereen bevrijdende revo
lutie de tegenspraak zou opheffen, die
de ontwikkeling van de mensheid onop
houdelijk had gekenmerkt: de tegen
spraak lussen het individuele belang
en het belang van de soort".
De zichzelf scheppende mens is - naar
het verleden toe - aan grenzen gebon
den en in relatie daarmee ziet Kola
kowski als derde motief in het marxis
me het element van de verlichting, van
de rationali teit: „Het verleden oefent
nog steeds druk uit op ons bestaan,
maar spoedig zal dat werkelijk verle
den tijd ziin".
Met Marx en onder de banieren van de
Romantiek. Prm Prometheus en de
Verlichting óp naar de dag der verzoe
ning. zo kan men Kolakowski's beeld
van het marxisme samenvatten.
In een van de inleidinkjes bij de in pe
rioden gegroepeerde briefverzameling
wordt het journalistieke werk van Marx
„stevige politieke en economische
kost" genoemd. Zo kan men ook het
werk van Kolakowski aanduiden: stevi
ge kost. Maar althans deze lezer is wat
Kolakowski betreft geneigd te zeggen
wat die Keulse jury indertijd over Marx
analyse zei: je kunt er veel van opste
ken.
De biografie van Berlin, de door Pa-
dover verzamelde brieven, de .ge
schiedenis' van Kolakowski: ze vullen
elkaar en het beeld van Marx op een
opmerkelijke manier aan. Eigenlijk
zou men ze alle drie bij de hand moeten
houden: Berlin bij wijze van algemene
introductie, Kolakowski ter verdie
ping van de kennis, de brievenbundels
terwillc van het tijdsbeeld, Marx toe
lichtingen en vooral ook: om een in
druk te krijgen van Marx thuis en
door-deweek.
Men kan daarbij een opvallende kloof
signaleren tussen Marx-de-filosoof en
Marx-hetgezinshoofd. Ze geven name
lijk niet alleen een beeld van Marx als
„strijdbaar intellectueel maar ook als
vader en gezinshoofd, levend in een niet
zelden „verstikkende armoede
Kolakowski signaleert als een van de
„meest karakterestieke. maar minst
opgemerkte" elementen in het marxis
tische wereldbeeld de afwezigheid van
de menselijke natuur. „Evidente feiten
dat mensen geboren worden en dood
gaan, dat ze jong zijn of bejaard, dat er
erfelijke ongelijkheid bestaat en dat, al
deze factoren invloed kunnen uitoefe
nen op de sociale ontwikkeling en de
menselijke plannen voor vervolmaking
in de weg kunnenaan, krijgen binnen
het marxisme nauwelijks een plaats."
schrijft hfj. Toch waren die beperkende
factoren er in het gezin Marx in over
vloed. Zonder de financiële steun van
Engels bijvoorbeeld zou het gezin vrij
wel verhongerd zijn in de Londense ja
ren Maar ook afgezien van zijn licha
melijke lijden in de laatste jaren, tonen
de brieven van Marx zoveel uitingen
van tegenslag en ellende dat de afwezig
heid van „het lichamelijke en de dood"
als elementen vande menselijke natuur
in zijn wereldbeeld moeilijk te vatten is.
Twee voorbeelden, vrij willekeurig ge
kozen.
In september 1852 schrijft Marx in een
huis vol zieke familieleden, aan Engels
„Het beste en meest verkieslijke zou
wellicht zijn dat de huisbazin mij op
straat zou zetten Dan was ik tenminste
van een schuld van '22 af. Maar dat ge
noegen zal ze me wel niet gunnen. Bo
vendien moet ik de bakker, de melk
boer. de theehandelaar, de groenteboer
en een oude slagersrekening vetalen.
Hoe kom ik van al die rotzooi af? Ten
slotte - dat is nog het beroerdste, maar
er was geen andere uitweg, wilde ik niet
creperen - heb ik de laatste acht tot tien
dagen een paar shillings en pennies van
werklui geleend".
En in november 1850 schrijft Marx En
gels een zéér kort briefje.
Dit „Ik schrijf je slechts enkele woor
den. Vanochten om tien uur is onze klei
ne buskruitverrader Föxchen gestor
ven (Marx' vierde kind. eén jaar oud.
geboren op Guy Fawkes Day. dat daar
om de bijnaam Vosje kreeg -C Opeens,
door een van de krampen die hij wel
vaker had. Een paar minuten daarvoor
lachte en stoeide hij nog. Het gebeurde
allemaal heel onverwacht. Je kunt je
voorstellen hoe het er hier uitziet. Nu jij
er niet bent zijn we juist op dit moment
erg eenzaam." Marx voegde er dit PS
aan toe Als je toevallig in de stemming
ben schrijf een paar woorden aan mijn
vrouw Ze is totaal overstuur"
iGesignaleerde uitgaven „Karl Marx - zijn
leven en werk Isaiah Berlin, vertaling Elise
Margns. Synopsis-reeks Arbeiderspers 39.50.
Leszek Kolakowski Geschiedenis van het
marxisme", deel I. Aula. Het Spectrum, ver-
taalddoorS Bialek.A. Breunis. E 'tHart.A.
Langeveld. M. Korzec. I K Philips. S Tol rn
M Vijfsehagt. Jl 65: Saul K. Padover „De
brieven van Karl Marx". twee delen, samen
Jl. 65. vertaald door Hans W. Bakx en J agues
Fermin Vogelaar, uitgeverij De Haan. Haar-
Henry de Montherlant werd gebo
ren in 1896 en hij pleegde in 1972
zelfmoord. Zijn romantrilogie 'Les
leunes-filles'. enkele van zijn toneel
stukken en bundels met essays beho
ren tot de hoogtepunten van de Fran
se literatuur in deze eeuw Monther-
land had er bewust voor gekozen, een
buitenstaander te zijn: hij hield zich
afzijdig van het literaire leven en zijn
ideeen waren niet aan heersende mo
des onderhevig Hoe Montherlant
dacht kan men lezen in 'Spelen met
stof 1224 pag 32.50. Privédomein
De Arbeiderspers. Amsterdam i dat
door Ed Jongma werd vertaald en
samengesteld. De bundel bevat uit
spraken. aforismen zo men wil. uit
Carnets'. 'Va jouer avec cette pous-
siere (waaraan dus de titel voor de
Nederlandse uitgave werd ontleend).
'La marée du soir' en Tous feux
éteints'.
Hoe iemand is ol" geweest is valt na
tuurlijk nooit helemaal te achterha
len; toch blijken er in dit boek wel
constanten te zijn, zoals de reeds ge
noemde afkeer van het literaire le
ven; eigenlijk de afkeer van alles wat
hem van zijn werk afhield, en de op
vattingen over zelfmoord. Een paar
uitspraken 'Wie mij een bezoek
brengt doet mij eer. Wie mij geen be
zoek brengt doet mij een genoegen'
'Wil je je van iemand ontdoen? Leen
hem geld Hij zal het niet terug willen
geven, en geeft geen teken van leven
meer. Een zeker middel, negen van
de tien keren'. Over zelfmoord
schreef hij vaak. onder meer is er een
stukje uit mei 1972: 'Voor bepaalde
mensen is het feit. dat ze geen zelf
moord plegen op gevorderde leeftijd
een waarachtige afwijking. De afna
me van je vermogens, de ziektes,
soms het lijden, de last die men is
voor zichzelf en die men anderen op
legt. het geld dat dat jou en de ande
ren kost. en dat zonder enige hoop op
iets plezierigs in de toekomst1'. Vier
maanden later vond hij dat bij zich
zelf de negatieve kanten van het le
ven begonnen te overheersen over de
positieve, en hij trok dapper de con
sequentie.
Van Emile Ajar, wiens debuut 'Een
heel leven voor je' zeer de moeite
waard was, verscheen een tweede
boek, getiteld 'De luimen van koning
Salomo' (L'angoisse du roi Salomon,
vert. Jenny Tuin. 272 pag, 36.50, De
Arbeiderspers. Amsterdam). Hoofd
figuur is een steenrijke joodse man
die zich in de oorlog voor de Duitsers
heeft moeten verbergen m Parijs. Het
meisje Cora dat door hem aanbeden
wordt loopt naar de bezetters over
maar verraadt ziin schuilplaats niet.
Na de oorlog gaat de eenzame, op het
eind van het verhaal hoogbejaard ge
worden Salomon voor filantroop spe
len.
Spionage is het onderwerp van het
door Vladimir Volkoff geschreven
'Dubbelen' (Le Retournement, vert.
C Jongenburger, 430 pag. Elsevier,
Amsterdam), een gewone doorsnee
detective van behoorlijk peil.
Catherine Rihoit publiceerde 'Het
debutantenbal' (Le bal des débutan
tes, vert Sonja Pos, 22 pag, 24,50,
Elsevier, Amsterdam) Een jonge
vrouw wordt benoemd als lerares Ita
liaans in een provinciestad in Noord-
Frankrijk. Het lesgeven bevredigt
haar niet, daarom gaat ze aan een
proefschrift werken. Aandeud
teit raakt ze bevriend met^
docent, die zich eerst opwerptJ
soort grote broer, maar als»)
krachtiger gaat optredens
minnaar wordt Deze liefdena
ste aspect van de inwijdifJj
butantenbal. dat de hoofdfel
dergaat In de tweede plaats-J
betrokken bij het studentemj
daardoor ontdekt ze zichz«tt|
Vrouwen ontdekken acha.
Een bed voor jezelf HJn lita J
Tia Kloots. 260 pag i
Amsterdami van EvelynelTJ
Het boek bevat interna»
vrouwen wier hoop Is gemj,
de afbraak van het geari
gaat een idioot verhaaltje m
menselijk gezinsleven dat
mond van een buitenaards!
wordt gelegd: achteraf onta
zelfde figuur het zogezegd biL
woon gezegende land der Ami
In de tussentijd zijn er dusvro
op-weg-naar-haar-bevrijdlnga
woord, vrouwen als Mane-H
Dominique en' Franchise cl?
maal schoon genoeg hebben v
mannenmaatschappij Zeken
bewijzen hoe slim vrouwen zn r
ze de verbazingwekkendste t
ken. Schandalig vinden ze:
voorbeeld (pag 2'23i dal erwt
gische onrechtvaardigheid
vrouwen bestaat. Wat n
lintwormen, de goudvissen:
huismussen dan veel te kls«
ben
l:
bel
Extreme erotische fantas*
meest excessieve verbei T::.:
genge obscene droom va::
verseel lupanar! Dat zijn kifi
de flaptekst van Sylvia Btv
'De liefde is een feest' iL Am use!
une fête, vert M. Mimer, IJ
25,-De Arbeiderspers, Amste
Ook wordt nog vermeld dall
i porno-star is, zelfs zou z«b
gestudeerd. Voor bepaalden
zal dit aanleiding zijn om mei i™1
gespannen verwachtingen n
boek te beginnen. De vooraji
het omslag, waarop - wie m
schrijfster goeddeels naakt i
'aantrekkelijke pose'wordtge JJ°7
zal daar zeker toe bijdragen.K
bladzij uit dit boek leest za
merken dat onze porno-star a
komt boven een irritante,
gerlijke en banale geestes
Ze beschrijft haar levensverti
cliché s, haar filosofie is tr;.i
ting en zelfs de erotiek is ri
gedurfd of opwindend b
maar benepen. Een tnest ai
wordt bereikt in de SM-s -r-
op pag 157.
Een soortgelijk boekje is
nuelle van top tot teen (Tod
manuelle. vert T. T. de Haan
Arbeiderspers. Amsterdami dl
met dit soort dubieuze wrrla
roemd geworden Emmanudk Jc
san. Ook hier kan men oph
een bloot vrouwspersoon
ren dat met overgave haar eesl 11113
deel ligt te masseren. De huist
wijsheden over feminisme en
sex zijn weer niet van de luchtfl
manuelle heeft een paar heuif
dichten geschreven
ae-
■':t
ëki
Jpm
Het leven lijkt soms op zo'n Hon
gaarse kubus met kleurige vak
jes, die in de correcte stand gedraaid
willen worden, iets wat sommige
mensen lukt en anderen niet. mij in
elk geval niet. Net zo min als sommige
mensen precies weten hoe ze moeten
leven, iets wat ik altijd evenzeer een
onoplosbaar probleem heb gevonden.
Maar er zijn ook boeken die op zo'n
kubus lijken. Boeken, die de lezer een
veelheid aan kleurige vakjes in han
den geven, met de opdracht er net zo
lang mee te draaien tot ze in de juiste
stand staan. Het verschrikkelijke is nu
dat ik met zulke boeken al net zo min
raad weet als met die kubus
Ik kan eindeloos draaien met alle ge
gevens en motieven, die in zo'n boek
worden aangedragen, maar ik vind de
oplossing niet. Een dergelijk boek is
Een eilandje van pijn van Willem G
van Maanen (Querido).
Een hoogst origineel boek. dit om te
beginnen Het 'verhaal' van deze ro
man staat afgedrukt op de rechterpa
gina's. aan de linkerkant vindt men
een doorlopende reeks aantekenin
gen, die soms wel en soms niet met het
verhaal in relatie staan.
vierhoek
Dit verhaal behelst de geschiedenis
van Kwint, een Amsterdamse restau
ratie-architect. die in een erotische
vierhoek leeft: hij heeft een vrouw die
zwanger is, hij heeft een oudere vrien
din die in de oorlog haar man heeft
verloren en hij heeft een vriend, die
hem met zijn vrouw heeft bedrogen:
het kind dat zij verwacht, is van hem.
Dit is al een ingewikkelde situatie,
maar als we nu in de notities lezen, dat
de schrijver tijdens de oorlog op soort
gelijke wijze door een bij hem onderge
doken vriend is bedrogen, dan wordt
de situatie nog veel gecompliceerder
Dan krijgt die erotische vierhoek er
een dimensie bij en wordt aldus tot een
erotische kubus, waarin de verwikke
lingen van het leven en de literatuur
zodanig zijn ondergebracht, dat de le
zer met een onoplosbare puzzel in han
den zit.
Trouwens, Van Maanen stelt ons voor
nog meer raadsels 'Roman' staat met
grote letters op het omslag. Slaat dit
alleen op het verhaal aan de rechter
kant, of ook op de notities ter linkerzij
de0 Die notities maken vaak de indruk
echte dagboekaantekeningen te zijn,
dus geen roman. Maar behoort dit niet
tot de legitieme kunstgrepen waarmee
de romancier zyn verdichtsels voor
ons samenweeft?
van het verhaal kwam pas de volgende
avond aan de beurt. Achteraf geloof ik
met dat dit de optimale methode is.
maar men heeft zichzelf als lezer niet
steeds in de hand.
De notities deden mij af en toe uit de
verte denken aan het dagboek dat An
dre Gide bijhield toen hij zijn roman
Les Faux-Monnayeurs schreef en dat
later ook is uitgegeven - afzonderlijk1
Ook daarin treft men opheldering aan
omtrent bepaalde personnages en
twijfels over de wijze waarop het boek
moet worden voortgezet.
Maar bij Gide weet men tenminste
met stelligheid dat dit Journal des
Faux-Monnayeurs geen deel uitmaakt
van zijn roman, terwijl ik bij Van Maa
nen toch telkens denk: is deze 'ik het
schrijvers-ik of een roman-ik0
tect een man van het concrete Hij
heeft een hekel aan symboliek. Dit
doet ietwat komisch aan, omdat het
verhaal nogal opzichtig coquetteert
met diverse symbolen, zoals het speel
goedkonijn dat Kwint bij zijn vriendin
aantreft, 'de glazen knopjes in de kop
eerder tranen dan ogen'.
Ook de teunisbloem en de sofa hebben
uitgesproken symbolische betekenis,
de teunisbloem vertegenwoordigt het
mysterieuze element, de sofa de ero
tiek.
kind associaties krijgt aan de
tageroman. gelieve te bedenkoC
Van Maanen hier een parallei a
met het toneelstuk Andorra van!
ii»
ïbes
Frisch. waarin op oww»v6„u.„
een joods kind tussen een met joo
officier
Maar het konijn v
vult een veel ver-
Trans van straten
gescheiden
Ik heb de neiging beide delen van het
boek als twee gescheiden helften te
zien. Maar hoe moet je dit boek eigen
lijk lezen? Is hel de bedoeling dat de
lezer telkens als hij een stukje verhaal
heeft gelezen, even terugbladert en
dan de tegenoverliggende notities tot
zich neemt?
Zelf heb ik het anders gedaan ik heb
eerst een stuk van het verhaal gelezen,
toen bén ik aan de notities begonnen
en raakte hierdoor zo geboeid, dat ik ze
achter elkaar heb uitgelezen. De rest
kwint
Soortgelijke onzekerheid bekruipt
mij als ik de relatie naga tussen de
'Kwint' uil het verhaal en de 'ik' uit de
notities. De schrijver heeft veel van
zijn eigen levenservaring overgedra
gen aan Kwint. Is hij Kwint? Ik weet
wel dat je volgens een moderne school
van literatuuronderzoekers deze
vraag niet mag stellen, maar dit is een
ander geval, dit is een type roman
waarin de literatuurwetenschap niet
voorziet.
Kwint heeft enkele karaktertrekken
die hem duidelijk van de ik' uit de no
tities onderscheiden. Hij is als archi
der gaande rol in hel verhaal. Het dier
blijkt in de oorlog gebruikt te zijn om
een huissleutel naar beneden te gooi
en, telkens als Edna's geliefde Jac
ques zich meldt. Tot op een avond een
Duitse officier het dier oppakt, in ge
vecht raakt met Jacques en hem dood
schiet.
Later ontdekt Kwint dat de Duitser in
zijn geboorteplaats (in Spessart. be
kend uit een roman van Wilhelm
Hauffi Is getrouwd met Edna - nota
bene: een joodse onderduikster! - en
dat zij daar een kind ter wereld heeft
gebracht waarvan niet de Duitser,
maar Jacques de vader is.
De lezer, die bij dit ondergeschoven
bevolking terecht komt
groeit. Het boek is opgedragen se
Zwitserse schrijver, die onder and
een reeks TagebUcher heeft gep"1
ceerd,
dood
Een eilandje van pijn (de titel is« ï„v
leend aan een zinsnede uit eenbn
van Freud) is een bock waarin bij egea
alle personnages doodgaan: de'
demoeder.de broer en hel kind'
schrijver; Edna (die in de notitw' Cïel
da heet), haar vriend Jacquestnhj
zoon Axel die zij in Spessartheefl^
tergelaten. Kwint houdt tieh l« r
met restauraties, maar kan niet w
komen dat het huis waarin n»<
belangrijke episode uit zijn - e
heeft afgespeeld, opeens onderdes
pershamer valt.
Zo staan in deze roman tal van:
tegenover elkaar geboorte "W
symboliek en anti-symboliek. tax
ra tie en verval Het is een boek n* r®,
de schrijver alles wateen mensen*1
kan bepalen, te pas heelt gebrad» tge
ben geneigd het als Van Maanens» istel
te. want meest intrigerende boekje' i-; j
schouwen, en ik vraag mij al01
komt doordat ik maar eindeloos®)
draaien met die kubus, omalle
in de correcte stand te krijgen
Ut