OVER MARX dp naar de dag van verzoening EEN EILANDJE VAN PIJN uit het frans nieuw werk van willem g. van maaneu PZC/ zaterdagkrant GEBOa ZATERDAG 18 APRIL 1981 In vergelijking tot het werk van Kola- kowski zijn de hier te signaleren brieven - hoe interessa ook - en de bio grafie van Berlin van aanvullende be tekenis. Kolakowski omschrijft zijn werk als „een handboek" en het lijkt me. dat niemand die zich «net het mar xisme wil bezighouden er omheen kan - wie zijn kennis wil verdiepen even min als wie er kennis mee wil maken. Zonder een weerbarstige passage hier en daar is het onlangs verschenen eer ste deel van zijn .Geschiedenis' niet, maar ook voor de geïnteresseerde leek blijft de taal van Kolakowski door gaans toegankelijk en verstaanbaar. Het is om meerdere redenen relevant de positie van de auteur wat nader aan te duiden. Kolakowski - in 1927 geboren - studeerde filosofie in Lodz. werkte on der meer aan het partij-instituut voor de vorming van wetenschappelijke ka ders in Warschau en was onder meer hoogleraar in de geschiedenis van de moderne filosofie. In 1966 werd hij als lid van de communistische partij Polen geroyeerd. Twee jaar later zette hij een stap. die hem tot dissident maakte; hij koos tijdens de studentenopstand van 1968 de kant. die een grotere vrijheid van meningsuiting voorstond en moest de universitait verlaten. Daarna was hij - als balling - onder meer gasthoogle raar in Montreal. Berkely en sinds tien jaar is Kolakowski verbonden aan het All Souls College te Oxford. In de perio de van de studentenopstand zei hij over de Poolse censuur onder meer ..We zijn op dit ogenblik in de beschamende si tuatie beland, dat alle werken van de wereldliteratuur toespelingen en kri tiek blijken te bevatten op toestanden in de Poolse volksrepubliek Deze aanduidingen lijken me in relatie tot de „Geschiedenis van het marxis me" om twee redenen zinvol. De hou ding van Kolakowski tegenover zijn .onderwerp' is er één. die betrokken heid paart aan afstandelijkheid. En het tweede element is van praktische aard: Kolakowski signaleert in zijn voorwoord, dat hij het eerste deel kon schrijven in 1968, „in de vrije tijd waarover ik kon beschikken, nadat ik ontslagen was", en dat de beide andere delen alleen konden ontstaan, „dank zij de privileges die het lidmaatschap van All Souls College in Oxford mij bood". De „beoefenaar van ideeëngeschiede nis" Kolakowski kiest bij de behande ling van het marxisme déze uitgangs positie hij meent dat het niet gaat om de .botsing' van het wezenlijke van een bepaald idee met haar bestaan in de praktijk"in de vorm van verschillende maatschappelijke stromingen We moeten ons veeleer afvragen." formu leert hij. „hoe en onder welke omstan digheden het oorspronkelijke idee uit gangspunt kon zijn van zoveel en zo ver schillende. elkaar wederzijds bestrij dende krachten". Voor iemand die de geschiedenis van ideeën bestudeert noemt Kolakowski de vraag „Wie was een authentieker Christen Calvijn. Er asmus. Bellarminus of Loyala0" van geen betekenis. „De vraag hoe het mar xisme van Marx zich verhoudt tot het marxisme van de marxisten is ge rechtvaardigd. maar de vraag wie een .waarachteiger' marxist is niet. Paulus - zegt Kolakowski is niet verantwoorde lijk voor de Roomse Kerk aan het eind van de vijftiende eeuw en voor de inqui sitie. Maar men moet zich afvragen oj de woorden van Paulus niet iets bevat ten dat ats steun voor laagheden, en misdaden had kunnen dienen. De vra gen aan het adres van Marx en het mar- kees cijsouw De dag. waarop „Alle Menschen Brüder werden", staat op de kalender nog altijd niet exact aangekruist, maar soms kan een mens weieens denken er een glimp van op te vangen. Toen Karl Marx in 1849 te Keulen hoofdredacteur was van de 'Neuc Rheinische Zeitung' en de Pruisi sche regering het parlement ontbond, steunde hij in zijn blad krachtig de reactie van dat parle ment: het onwettig verklaren van alle belastingen, die de regering had opgelegd. Zijn oproep aan het volk zich tegen inning te verzetten, leidde tot een verschijningsverbod voor de krant en tot zijn arrestatie, op beschuldiging van „volksopruiing". Voor een Keulse jury moest hij terecht staan en van die gelegenheid maakte Marx gebruik een uitvoerige analyse te geven van de politieke en maatschappelijke toestand in Duitsland en daarbuiten. Parijs bijvoorbeeld, sinds 1848. In zijn onlangs opnieuw verschenen biografie over Marx noteert Isaiah Ber lin over de zitting.Met resultaat was verrassend, de voorman van de jury deelde mee dat de beklaagde was vrij gesproken en bedankte deze namens zichzelf en de gehele jury voor zijn onge woon heldere en belangwekkende uit eenzetting. waar zij allen veel van had den opgestoken" Een aardig succesje, een glimpje van een mooie toekomst, zou men zeggen, maar Marx stond er niet lang bij stil: in de verzameling brieven - nu voor het eerst uitgegeven in Nederlandse verta ling - wordt er met geen woord over ge rept. Marx wordt vrij snel na het proces het land uitgezet, gaat naar Parijs en vertrekt in 1849 nog naar Londen. Zijn brieven aan Engels uit die tijd spreken over hun inbreng in een nieuwe Neue Rheinische Zeitung'. met over de te loorgang van de oude Marx beschouwingen hebben intussen - zoals bekend - niet alleen de aandacht getrokken van een Keulse jury. De belangstelling voor achtergronden en drijfveren van het marxisme is breed en onverflauwd: en in dat kader kan men zowel de heruitgave zien van Ber lins Marx-biografie (veertig jaar gele den voor het eerst verschenen en nu ruim bewerkt terug in een vertaling van Elise Marijns via de Synopsis-reeks van de Arbeiderspers) als de publicatie in het Nederlands van een grote groep van zijn brieven; daarbij gaat het om de keuze, die de Amerikaan Saul K. Pa- dover in 1979 maakte en inleidde, en waarvan het eerste deel een keuze be vat uit de brieven van de jaren 1837- 1870 en het tweede deel als hoofdmoot de brieven uit de periode 1870-januari 1883 biedt. Men kan uit die brede be langstelling voor Marx en het marxis me wellicht ook de Nederlandse verta ling verklaren van een derde, en zelfs het meest belangwekkende boek van het tno: „Geschiedenis van het marxis me". eerste deel. van de Poolse filosoof Leszek Kolakowski. xisme moeten analoog zijn. en in die zin is dit werk niet alleen geschiedschrij ving. maar ook een poging tot reflexie over de wonderlijke lotgevallen van een idee. dat begon met het promethei- sche humanisme en eindigde met de gruweldaden van de stalinistische ti- Mct die .beginselverklaring' reikt Ko lakowski verder dan alleen het eerste deel van zijn .Geschiedenis', hij duidt er ook de beide volgende, nog te ver schijnen delen mee aan, die de periode tussen de dood van Engels en de over- winning van de bolsjewistische revo lutie in Rusland en (derde deel) de lot gevallen van de marxistische stromin gen sinds 1917 zullen behandelen. Nu gaat het om - grofweg de grondsla gen van het Marxisme, waarover Marx in 1852 - nog voor hij Das Kapital schreef - in een brief aan Joseph Weyde- meyer in New York handzaam schreef: f „Het nieuwe aan wat ik deed was liaan te tonen dat het bestaan van klassen alleen aan bepaalde historische ont wikkelingsfasen van de produktie ge bonden is. 2) dat de klassenstrijd nood zakelijkerwijze tot de dictatuur van het proletariaat leidt; 3) dat deze dictatuur zelf slechts de overgang vormt naar de opheffing van alle klassen en naar een klasseloze maatschappij". Het gaat in het eerste deel van Kola kowski echter over veel meer. Hij si tueert zijn geschiedenis van het mar xisme in een brede bedding: „Het denken van Marx zou van haar inhoud worden ontdaan wanneer het niet zou worden ingebed in de hele ge schiedenis van de Europese geestescul tuur'En dus gaat het ook over de vra gen naar en over het menselijk bestaan, zoals die in de filosofie zijn opgeworpen, van Plotinus tot aan het Christendom, van de Verlichting tot Hegel. Er zijn be schouwingen over de verschillende po litieke en filosofische geschriften van Marx (en Engels), over het kapitalisme als „ontmenselijkte werkelijkheid", over de socialistische ideeën, die in het midden van de negentiende eeuw te- genovver die van Marx stonden, over de tegenspraken van het kapitalisme en de opheffing ervan, de beweegkrachten van het historisch proces en de dialec tiek van de natuur. Een niet geringe verdienste van de auteur is, dat de zorg vuldige ordening van zaken binnen die bedding voorkomt, dat de lezer hulpe loos en zonder uitzicht op een oever m de informatiestroom komt te staan. Tot de doordachte opzet van dit eerste deel hoort ook, dat Kolakowski zijn ei gen samenvattingen en beschouwingen scheidt van de geschiedenis, die hfi schrijft. Hij stelt ..een grote mate van consistentie" in het denken van Marx vast en ziet in ,Das Kapital' niet het resultaat van een .adicale geestelijke omwenteling', die anderen hebben ge concludeerd. Als uitgangspunt van Marx noemtKolakowski de vraag- ...Hoe kan de verzoening van de mens met zichzelf worden bereikt?".een vraag, die ook in de latere werken hei kenbaar is In aansluiting daarop kiest de auteur niet voor het vrij gangbare gebruik de marxistische leer te verklaren uit de bronnen van de Duitse dialectiek, het socialistische denken in Frankrijk en de Engelse politieke i Nee, hij geelt drie andere hoofdmotie ven van het marxisme aan. In de eerste plaats is dat de aanduiding van Marx als „erfgenaam van de romantiek- ".„Zijn vervreemdingstheorie en de geldtheone, zijn geloof in een toekom stige eenheid waarin het individu zijn eigen krachten als sociale krachten ziet, zijn een voortzetting van de ro mantische conservatieve kritiek op de industriële maatschappij Een basis kenmerk van zijn toekomstbeeld is dat alle bemiddeling tussen individu en- menselijke soort afgeschaft zal wor den". formuleert Kolakowski. Dat .ro mantische ergoed' werd begrensd - zegt hij - door een tweede kenmerk het promelhisch-faustiaans motief Jiet geloof aan de onbeperkte mogelijkhe den van een mens. die zichzelf schept Kolakowski. Marx was er zeker van dat het proleta riaat als een collectieve Prometheus in zijn alles en idereen bevrijdende revo lutie de tegenspraak zou opheffen, die de ontwikkeling van de mensheid onop houdelijk had gekenmerkt: de tegen spraak lussen het individuele belang en het belang van de soort". De zichzelf scheppende mens is - naar het verleden toe - aan grenzen gebon den en in relatie daarmee ziet Kola kowski als derde motief in het marxis me het element van de verlichting, van de rationali teit: „Het verleden oefent nog steeds druk uit op ons bestaan, maar spoedig zal dat werkelijk verle den tijd ziin". Met Marx en onder de banieren van de Romantiek. Prm Prometheus en de Verlichting óp naar de dag der verzoe ning. zo kan men Kolakowski's beeld van het marxisme samenvatten. In een van de inleidinkjes bij de in pe rioden gegroepeerde briefverzameling wordt het journalistieke werk van Marx „stevige politieke en economische kost" genoemd. Zo kan men ook het werk van Kolakowski aanduiden: stevi ge kost. Maar althans deze lezer is wat Kolakowski betreft geneigd te zeggen wat die Keulse jury indertijd over Marx analyse zei: je kunt er veel van opste ken. De biografie van Berlin, de door Pa- dover verzamelde brieven, de .ge schiedenis' van Kolakowski: ze vullen elkaar en het beeld van Marx op een opmerkelijke manier aan. Eigenlijk zou men ze alle drie bij de hand moeten houden: Berlin bij wijze van algemene introductie, Kolakowski ter verdie ping van de kennis, de brievenbundels terwillc van het tijdsbeeld, Marx toe lichtingen en vooral ook: om een in druk te krijgen van Marx thuis en door-deweek. Men kan daarbij een opvallende kloof signaleren tussen Marx-de-filosoof en Marx-hetgezinshoofd. Ze geven name lijk niet alleen een beeld van Marx als „strijdbaar intellectueel maar ook als vader en gezinshoofd, levend in een niet zelden „verstikkende armoede Kolakowski signaleert als een van de „meest karakterestieke. maar minst opgemerkte" elementen in het marxis tische wereldbeeld de afwezigheid van de menselijke natuur. „Evidente feiten dat mensen geboren worden en dood gaan, dat ze jong zijn of bejaard, dat er erfelijke ongelijkheid bestaat en dat, al deze factoren invloed kunnen uitoefe nen op de sociale ontwikkeling en de menselijke plannen voor vervolmaking in de weg kunnenaan, krijgen binnen het marxisme nauwelijks een plaats." schrijft hfj. Toch waren die beperkende factoren er in het gezin Marx in over vloed. Zonder de financiële steun van Engels bijvoorbeeld zou het gezin vrij wel verhongerd zijn in de Londense ja ren Maar ook afgezien van zijn licha melijke lijden in de laatste jaren, tonen de brieven van Marx zoveel uitingen van tegenslag en ellende dat de afwezig heid van „het lichamelijke en de dood" als elementen vande menselijke natuur in zijn wereldbeeld moeilijk te vatten is. Twee voorbeelden, vrij willekeurig ge kozen. In september 1852 schrijft Marx in een huis vol zieke familieleden, aan Engels „Het beste en meest verkieslijke zou wellicht zijn dat de huisbazin mij op straat zou zetten Dan was ik tenminste van een schuld van '22 af. Maar dat ge noegen zal ze me wel niet gunnen. Bo vendien moet ik de bakker, de melk boer. de theehandelaar, de groenteboer en een oude slagersrekening vetalen. Hoe kom ik van al die rotzooi af? Ten slotte - dat is nog het beroerdste, maar er was geen andere uitweg, wilde ik niet creperen - heb ik de laatste acht tot tien dagen een paar shillings en pennies van werklui geleend". En in november 1850 schrijft Marx En gels een zéér kort briefje. Dit „Ik schrijf je slechts enkele woor den. Vanochten om tien uur is onze klei ne buskruitverrader Föxchen gestor ven (Marx' vierde kind. eén jaar oud. geboren op Guy Fawkes Day. dat daar om de bijnaam Vosje kreeg -C Opeens, door een van de krampen die hij wel vaker had. Een paar minuten daarvoor lachte en stoeide hij nog. Het gebeurde allemaal heel onverwacht. Je kunt je voorstellen hoe het er hier uitziet. Nu jij er niet bent zijn we juist op dit moment erg eenzaam." Marx voegde er dit PS aan toe Als je toevallig in de stemming ben schrijf een paar woorden aan mijn vrouw Ze is totaal overstuur" iGesignaleerde uitgaven „Karl Marx - zijn leven en werk Isaiah Berlin, vertaling Elise Margns. Synopsis-reeks Arbeiderspers 39.50. Leszek Kolakowski Geschiedenis van het marxisme", deel I. Aula. Het Spectrum, ver- taalddoorS Bialek.A. Breunis. E 'tHart.A. Langeveld. M. Korzec. I K Philips. S Tol rn M Vijfsehagt. Jl 65: Saul K. Padover „De brieven van Karl Marx". twee delen, samen Jl. 65. vertaald door Hans W. Bakx en J agues Fermin Vogelaar, uitgeverij De Haan. Haar- Henry de Montherlant werd gebo ren in 1896 en hij pleegde in 1972 zelfmoord. Zijn romantrilogie 'Les leunes-filles'. enkele van zijn toneel stukken en bundels met essays beho ren tot de hoogtepunten van de Fran se literatuur in deze eeuw Monther- land had er bewust voor gekozen, een buitenstaander te zijn: hij hield zich afzijdig van het literaire leven en zijn ideeen waren niet aan heersende mo des onderhevig Hoe Montherlant dacht kan men lezen in 'Spelen met stof 1224 pag 32.50. Privédomein De Arbeiderspers. Amsterdam i dat door Ed Jongma werd vertaald en samengesteld. De bundel bevat uit spraken. aforismen zo men wil. uit Carnets'. 'Va jouer avec cette pous- siere (waaraan dus de titel voor de Nederlandse uitgave werd ontleend). 'La marée du soir' en Tous feux éteints'. Hoe iemand is ol" geweest is valt na tuurlijk nooit helemaal te achterha len; toch blijken er in dit boek wel constanten te zijn, zoals de reeds ge noemde afkeer van het literaire le ven; eigenlijk de afkeer van alles wat hem van zijn werk afhield, en de op vattingen over zelfmoord. Een paar uitspraken 'Wie mij een bezoek brengt doet mij eer. Wie mij geen be zoek brengt doet mij een genoegen' 'Wil je je van iemand ontdoen? Leen hem geld Hij zal het niet terug willen geven, en geeft geen teken van leven meer. Een zeker middel, negen van de tien keren'. Over zelfmoord schreef hij vaak. onder meer is er een stukje uit mei 1972: 'Voor bepaalde mensen is het feit. dat ze geen zelf moord plegen op gevorderde leeftijd een waarachtige afwijking. De afna me van je vermogens, de ziektes, soms het lijden, de last die men is voor zichzelf en die men anderen op legt. het geld dat dat jou en de ande ren kost. en dat zonder enige hoop op iets plezierigs in de toekomst1'. Vier maanden later vond hij dat bij zich zelf de negatieve kanten van het le ven begonnen te overheersen over de positieve, en hij trok dapper de con sequentie. Van Emile Ajar, wiens debuut 'Een heel leven voor je' zeer de moeite waard was, verscheen een tweede boek, getiteld 'De luimen van koning Salomo' (L'angoisse du roi Salomon, vert. Jenny Tuin. 272 pag, 36.50, De Arbeiderspers. Amsterdam). Hoofd figuur is een steenrijke joodse man die zich in de oorlog voor de Duitsers heeft moeten verbergen m Parijs. Het meisje Cora dat door hem aanbeden wordt loopt naar de bezetters over maar verraadt ziin schuilplaats niet. Na de oorlog gaat de eenzame, op het eind van het verhaal hoogbejaard ge worden Salomon voor filantroop spe len. Spionage is het onderwerp van het door Vladimir Volkoff geschreven 'Dubbelen' (Le Retournement, vert. C Jongenburger, 430 pag. Elsevier, Amsterdam), een gewone doorsnee detective van behoorlijk peil. Catherine Rihoit publiceerde 'Het debutantenbal' (Le bal des débutan tes, vert Sonja Pos, 22 pag, 24,50, Elsevier, Amsterdam) Een jonge vrouw wordt benoemd als lerares Ita liaans in een provinciestad in Noord- Frankrijk. Het lesgeven bevredigt haar niet, daarom gaat ze aan een proefschrift werken. Aandeud teit raakt ze bevriend met^ docent, die zich eerst opwerptJ soort grote broer, maar als») krachtiger gaat optredens minnaar wordt Deze liefdena ste aspect van de inwijdifJj butantenbal. dat de hoofdfel dergaat In de tweede plaats-J betrokken bij het studentemj daardoor ontdekt ze zichz«tt| Vrouwen ontdekken acha. Een bed voor jezelf HJn lita J Tia Kloots. 260 pag i Amsterdami van EvelynelTJ Het boek bevat interna» vrouwen wier hoop Is gemj, de afbraak van het geari gaat een idioot verhaaltje m menselijk gezinsleven dat mond van een buitenaards! wordt gelegd: achteraf onta zelfde figuur het zogezegd biL woon gezegende land der Ami In de tussentijd zijn er dusvro op-weg-naar-haar-bevrijdlnga woord, vrouwen als Mane-H Dominique en' Franchise cl? maal schoon genoeg hebben v mannenmaatschappij Zeken bewijzen hoe slim vrouwen zn r ze de verbazingwekkendste t ken. Schandalig vinden ze: voorbeeld (pag 2'23i dal erwt gische onrechtvaardigheid vrouwen bestaat. Wat n lintwormen, de goudvissen: huismussen dan veel te kls« ben l: bel Extreme erotische fantas* meest excessieve verbei T::.: genge obscene droom va:: verseel lupanar! Dat zijn kifi de flaptekst van Sylvia Btv 'De liefde is een feest' iL Am use! une fête, vert M. Mimer, IJ 25,-De Arbeiderspers, Amste Ook wordt nog vermeld dall i porno-star is, zelfs zou z«b gestudeerd. Voor bepaalden zal dit aanleiding zijn om mei i™1 gespannen verwachtingen n boek te beginnen. De vooraji het omslag, waarop - wie m schrijfster goeddeels naakt i 'aantrekkelijke pose'wordtge JJ°7 zal daar zeker toe bijdragen.K bladzij uit dit boek leest za merken dat onze porno-star a komt boven een irritante, gerlijke en banale geestes Ze beschrijft haar levensverti cliché s, haar filosofie is tr;.i ting en zelfs de erotiek is ri gedurfd of opwindend b maar benepen. Een tnest ai wordt bereikt in de SM-s -r- op pag 157. Een soortgelijk boekje is nuelle van top tot teen (Tod manuelle. vert T. T. de Haan Arbeiderspers. Amsterdami dl met dit soort dubieuze wrrla roemd geworden Emmanudk Jc san. Ook hier kan men oph een bloot vrouwspersoon ren dat met overgave haar eesl 11113 deel ligt te masseren. De huist wijsheden over feminisme en sex zijn weer niet van de luchtfl manuelle heeft een paar heuif dichten geschreven ae- ■':t ëki Jpm Het leven lijkt soms op zo'n Hon gaarse kubus met kleurige vak jes, die in de correcte stand gedraaid willen worden, iets wat sommige mensen lukt en anderen niet. mij in elk geval niet. Net zo min als sommige mensen precies weten hoe ze moeten leven, iets wat ik altijd evenzeer een onoplosbaar probleem heb gevonden. Maar er zijn ook boeken die op zo'n kubus lijken. Boeken, die de lezer een veelheid aan kleurige vakjes in han den geven, met de opdracht er net zo lang mee te draaien tot ze in de juiste stand staan. Het verschrikkelijke is nu dat ik met zulke boeken al net zo min raad weet als met die kubus Ik kan eindeloos draaien met alle ge gevens en motieven, die in zo'n boek worden aangedragen, maar ik vind de oplossing niet. Een dergelijk boek is Een eilandje van pijn van Willem G van Maanen (Querido). Een hoogst origineel boek. dit om te beginnen Het 'verhaal' van deze ro man staat afgedrukt op de rechterpa gina's. aan de linkerkant vindt men een doorlopende reeks aantekenin gen, die soms wel en soms niet met het verhaal in relatie staan. vierhoek Dit verhaal behelst de geschiedenis van Kwint, een Amsterdamse restau ratie-architect. die in een erotische vierhoek leeft: hij heeft een vrouw die zwanger is, hij heeft een oudere vrien din die in de oorlog haar man heeft verloren en hij heeft een vriend, die hem met zijn vrouw heeft bedrogen: het kind dat zij verwacht, is van hem. Dit is al een ingewikkelde situatie, maar als we nu in de notities lezen, dat de schrijver tijdens de oorlog op soort gelijke wijze door een bij hem onderge doken vriend is bedrogen, dan wordt de situatie nog veel gecompliceerder Dan krijgt die erotische vierhoek er een dimensie bij en wordt aldus tot een erotische kubus, waarin de verwikke lingen van het leven en de literatuur zodanig zijn ondergebracht, dat de le zer met een onoplosbare puzzel in han den zit. Trouwens, Van Maanen stelt ons voor nog meer raadsels 'Roman' staat met grote letters op het omslag. Slaat dit alleen op het verhaal aan de rechter kant, of ook op de notities ter linkerzij de0 Die notities maken vaak de indruk echte dagboekaantekeningen te zijn, dus geen roman. Maar behoort dit niet tot de legitieme kunstgrepen waarmee de romancier zyn verdichtsels voor ons samenweeft? van het verhaal kwam pas de volgende avond aan de beurt. Achteraf geloof ik met dat dit de optimale methode is. maar men heeft zichzelf als lezer niet steeds in de hand. De notities deden mij af en toe uit de verte denken aan het dagboek dat An dre Gide bijhield toen hij zijn roman Les Faux-Monnayeurs schreef en dat later ook is uitgegeven - afzonderlijk1 Ook daarin treft men opheldering aan omtrent bepaalde personnages en twijfels over de wijze waarop het boek moet worden voortgezet. Maar bij Gide weet men tenminste met stelligheid dat dit Journal des Faux-Monnayeurs geen deel uitmaakt van zijn roman, terwijl ik bij Van Maa nen toch telkens denk: is deze 'ik het schrijvers-ik of een roman-ik0 tect een man van het concrete Hij heeft een hekel aan symboliek. Dit doet ietwat komisch aan, omdat het verhaal nogal opzichtig coquetteert met diverse symbolen, zoals het speel goedkonijn dat Kwint bij zijn vriendin aantreft, 'de glazen knopjes in de kop eerder tranen dan ogen'. Ook de teunisbloem en de sofa hebben uitgesproken symbolische betekenis, de teunisbloem vertegenwoordigt het mysterieuze element, de sofa de ero tiek. kind associaties krijgt aan de tageroman. gelieve te bedenkoC Van Maanen hier een parallei a met het toneelstuk Andorra van! ii» ïbes Frisch. waarin op oww»v6„u.„ een joods kind tussen een met joo officier Maar het konijn v vult een veel ver- Trans van straten gescheiden Ik heb de neiging beide delen van het boek als twee gescheiden helften te zien. Maar hoe moet je dit boek eigen lijk lezen? Is hel de bedoeling dat de lezer telkens als hij een stukje verhaal heeft gelezen, even terugbladert en dan de tegenoverliggende notities tot zich neemt? Zelf heb ik het anders gedaan ik heb eerst een stuk van het verhaal gelezen, toen bén ik aan de notities begonnen en raakte hierdoor zo geboeid, dat ik ze achter elkaar heb uitgelezen. De rest kwint Soortgelijke onzekerheid bekruipt mij als ik de relatie naga tussen de 'Kwint' uil het verhaal en de 'ik' uit de notities. De schrijver heeft veel van zijn eigen levenservaring overgedra gen aan Kwint. Is hij Kwint? Ik weet wel dat je volgens een moderne school van literatuuronderzoekers deze vraag niet mag stellen, maar dit is een ander geval, dit is een type roman waarin de literatuurwetenschap niet voorziet. Kwint heeft enkele karaktertrekken die hem duidelijk van de ik' uit de no tities onderscheiden. Hij is als archi der gaande rol in hel verhaal. Het dier blijkt in de oorlog gebruikt te zijn om een huissleutel naar beneden te gooi en, telkens als Edna's geliefde Jac ques zich meldt. Tot op een avond een Duitse officier het dier oppakt, in ge vecht raakt met Jacques en hem dood schiet. Later ontdekt Kwint dat de Duitser in zijn geboorteplaats (in Spessart. be kend uit een roman van Wilhelm Hauffi Is getrouwd met Edna - nota bene: een joodse onderduikster! - en dat zij daar een kind ter wereld heeft gebracht waarvan niet de Duitser, maar Jacques de vader is. De lezer, die bij dit ondergeschoven bevolking terecht komt groeit. Het boek is opgedragen se Zwitserse schrijver, die onder and een reeks TagebUcher heeft gep"1 ceerd, dood Een eilandje van pijn (de titel is« ï„v leend aan een zinsnede uit eenbn van Freud) is een bock waarin bij egea alle personnages doodgaan: de' demoeder.de broer en hel kind' schrijver; Edna (die in de notitw' Cïel da heet), haar vriend Jacquestnhj zoon Axel die zij in Spessartheefl^ tergelaten. Kwint houdt tieh l« r met restauraties, maar kan niet w komen dat het huis waarin n»< belangrijke episode uit zijn - e heeft afgespeeld, opeens onderdes pershamer valt. Zo staan in deze roman tal van: tegenover elkaar geboorte "W symboliek en anti-symboliek. tax ra tie en verval Het is een boek n* r®, de schrijver alles wateen mensen*1 kan bepalen, te pas heelt gebrad» tge ben geneigd het als Van Maanens» istel te. want meest intrigerende boekje' i-; j schouwen, en ik vraag mij al01 komt doordat ik maar eindeloos®) draaien met die kubus, omalle in de correcte stand te krijgen Ut

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1981 | | pagina 18