vogeltentoonstelling 'HET IS MOEILIJK HOOR; DE STAART IS MOEILIJK Schouweit®öuiveland Extra DONDERDAG 13 NOVEMBER 1980 Nummer 144. Hoofdgroep 7: kleurkanaries vetstof met rood. De keurmeesters; met een haviksblik turen ze ingespannen naar de levende have achter de tralies. het hele zooitje weer mee. Ik wil niet graag voor schande staan". Adrïanus is pas gepensioneerd. „M'n collega's vroegen: 'zul je je niet vervelen?'. Nou, ik niet hoor. Die vogeltjes zijn m'n lust en m'n leven. En daar heb ik nu alle tijd voor. Maar ja, je krijgt er wel 's moei lijkheden door met de vrouw, want die zegt: 'je bent nooit meer thuis'. De keurmeesters (zes in getal, stofjas sen met bondsembleem) turen inge spannen met een haviksblik naar de fladderende levende have achter de tra lies. Frans Begijn en Louis Steur maken driftig aantekeningen op de keurlijsten. Tweeennegentig punten, dat is wel zo'n beetje het maximum dat een vogel kan halen. „Dit is een flodder", luidt het meedogenloze oordeel van Frans over een schattig oranje rood kanariepietje. „Ja, voor jou zien ze er zeker allemaal hetzelfde uit", zegt keurmeester Steur enigszins geringschattend tegen de ver slaggever. „Maar kijk", doceert hij, „de vleugelpennen, je ziet toch zeker wel dat ze niet volledig doorkleuren. En in het rugdek laat 'ie nog iets wazigheid zien. Hij kan nog dieper van kleur zijn". Juist ja. lijdensweg De keurmeesters. Alleen tegen een reisvergoeding en een stapeltje con sumptiebonnen reizen ze heel wat vo geltentoonstellingen af. Een moeilijk werkje? „Ja", zegt keurmeester Steur. „Of moeilijk; het is moeilijk om er de beste uit te halen". Keurmeester Be gijn: „D'r zijn kwekers, die werken er het hele jaar aan, en je breekt hun lief hebberij af als je 't verkeerd doet". De keurmeesters letten niet alleen op za ken als de houding, de grootte, de vorm, de bevedering en de conditie van de vogeltjes. De kooien dienen ook pico bello in orde te zijn. Steur: „Als die kooi niet goed verzorgd is, vuil is, wordt zo'n vogel automatisch vuil. Tenminste, die kans zit er vlot in. En dan wordt zo'n vogel toch ergens ge straft op z'n conditie. Als zo'n kooi - plat uitgedrukt - onder de stront zit, en zo'n vogel zit met die strontpoten op stok, jaHoe word je dat nou, keur meester? Steur: Ik doe het nu al een jaar of vijftien. Vroeger kregen we een kleurentest en ging het via zelfstudie. Maar tegenwoordig worden ze door de bond begeleid. Maar dat kun je beter aan Frans vragen, want die is pas ge slaagd". Frans Begijn: „Je moet een cursus van drie jaar volgen en maande lijks naar Tilburg toe. Daar werken ze je bij: theorie, erfelijkheidsleer, cel- leer, vederstructuur en de praktische kant natuurlijk. Het is een lijdensweg, dat kan ik je verzekeren. We zijn des tijds met een stuk of dertig man ge start, en ik geloof dat er maar zeven overgebleven zijn". protesten Een kooi of driehonderd verderop is keurmeester Veit druk doende met de beoordeling der grasparkietachtigen. „Erg warm op z'n borst, te weinig balk- tekening en iets te klein", horen we hem zeggen. „Ik heb nog geen raszuive re vogel gezien. We denken het altijd beter te weten dan de natuur hè. Dan gaan ze diverse soorten door mekaar zitten rommelen". Officiële protesten tijdens de wedstrij den in de 'kanariehouderij' komen slechts sporadisch voor. Keurmeester Velt heeft het een keer meegemaakt: „D'r kwam een vent met een vogeltje naar een tentoonstelling, ik keur dat beestje en geef tachtig punten. De voor zitter komt op me af en zegt 'Meneer Velt, met die vogel, daar krijg je heibel mee'. Wat bleek nou, de eigenaar had die vogel voor twaalfhonderd gulden verkocht en tegen de koper gezegd: 'dat vogeltje is perfect en krijgt minstens achtentachtig punten. Voor iedere punt minder gaat er honderd gulden van de prijs af. NB. Voor de statistici: de Schouwen- Duivelandtrofee ging - evenals het vo rig jaar - naar N. van Burg uit Zierik- zee. Jan en Theo vielen ook in de prij zen. De naam vanAdnanus van de Vel de konden we zo in de gauwigheid niet op de officiële lijst van prijswinnaars ontdekken. Adnanus van der Velde (r.)...plankenkoorts... Op Schouwen-Duiveland zijn er - het is een beetje natte vingerwerk - ongeveer driehonderd vogelliefhebbers; driehonderd kwekers van alle mogelijke soorten kanariepietjes, parkieten yyj en tropische vogeltjes. Ze zijn lid van verenigingen als ODW 'De Nachtegaal', 'Zang en Kleur', 'De Schouwse Zanger', 'De Kolibri' en 'Ons Genoegen'. En net als in iedere andere sport - want als zodanig beschouwen zij hun hobby - houden ook de vogelliefhebbers wedstrijden. Compleet met Rad van Avontuur. Dat gebeurt dan meestal in het plaatselijke dorpshuis of in het achterzaaltje van een horeca-etablissement. Een bericht vanuit de volière; over kleur- en postuurkanaries, de harzers, bordertjes, glosters, waterslagers, rijstvogeltjes, het oranjekaakje, de zwartmasker, de bleekrug, de grijsvleugel en de rood schimmel, zebravinkjes en parkieten; maar vooral over hun en de keurmeesters. Goed voorbeeld doet volgen. Al gerui me tijd geleden hebben de voetbalver enigingen op Schouwen-Duiveland een toernooi opgezet waarbij het gaat om het eilandelijke kampioenschap. „Zoiets moesten wij ook maar eens doen", dachten de vogelliefhebbers. Zo gezegd, zo gedaan. Eind vorige week mocht het bestuur van 'De Nachtegaal' uit Bruinisse in 't Dorps'uus een regio- fjjj nale tentoonstelling organiseren. De in zet: de in kringen van vogelliefhebbers /0lg felbegeerde Schouwen-Duivelandtro- fee, een glanzende beker van maar liefst bijna een meter hoog. Het is duidelijk, 'het gaat om een evenement, waar tallo ze vogeltjeskwekers op het voormalige U 'eiland reikhalzend naar uitkijken; het absolute hoogtepunt van de - wat we .gemakshalve maar even zullen aandui den als - Schouwse 'kanariehouderij'. .Eigenlijk was dit jaar de eer voor het Zierikzeese 'Zang en Kleur' weggelegd om de organisatie - beslist geen sinecu- V re, verzekeren de kenners -van de strijd 1, om de Schouwen-Duivelandtrofee voor v!/ haar rekening te nemen. Maar ze zaten daar in Zierikzee een beetje moeilijk met de zaalruimte. Vandaar. Om maar met het slechte nieuws te be- („i gmnen: twee eilandelijke verenigingen V van vogeltjesliefhebbers zijn van deel name uitgesloten. Dat zit een beetje moeilijk in mekaar. 'Ons Genoegen' bij voorbeeld is aangesloten bij de - van origine katholieke - algemene bond en kan 'dus' niet meedoen aan activiteiten van vogelliefhebbers die hun hobby on der de paraplu van de Nederlandse bond beoefenen. Met 'De Kolibri' ligt dat weer een ietsje anders. Een beetje tere kwestie eigenlijk. D'r is destijds wat heibel geweest en dientengevolge kunnen leden van 'De Kolibri' evenmin inschrijven voor het eilandelijke kam- 'kanarieboer' Pakweg een week voordat het gebeu ren zou plaatsgrijpen dwarrelde er op de redactieburelen een beleefd briefje neder: in de 'Extra' wordt zoveel ge schreven over de meest uiteenlopende sporten, of het daarom ook niet eens aardig zou zijn enige aandacht te be steden aan de 'kanariehouderij' op Schouwen. Ach, waarom ook niet? En dus repten we ons naar de afzender. Theo heeft er een collega 'kanarieboer' - heet dat nu eenmaal - bijgehaald. Want Jan heeft er nog véél meer ver stand van. J an heeft zeker zo'n honderd kananèpietjes, in de voliere in de ach- lèrtuin van Theo huizen ongeveer twin tig van die vogeltjes. Jan en Theo heb ben veel met elkaar' gemeen: ze zijn alle- beikantoorbediende van beroep, zesen- ™jntig jaar, lid van 'De Nachtegaal' en helemaal verslingerd aan hun liefheb berij. Alleen op één essentieel punt ver schillen beide heren van elkaar: Theo is de man van 'postuurkanaries'. Jan «bekt het meer in de richting van kleurkanaries'. Dit vereist enige uitleg. Theo doet ijverig z'n best om z'n kana rtes een een zo goed mogelijke vorm en houding mee te geven. Jan tracht z'n Pietjes een zo fraai mogelijke kleur te bezorgen. jjhn: „Ja, je krijgt zoiets mee van thuis hè?Tenminste ik wel. Bij ons thuis had den ze kanarietjes. Dus ja, als kleine longen loopje met Pa de tentoonstellin gen langs. En zo rol je d'r in. Kijk. ik ben hou toevallig een kanarieboer, en Theo ■seen kanarieboer. Wij geven geen zak om een Troop. Die interesseren je niet. B'rzijn mensen die zeggen: 'een Troop heeft een prachtige kleur, en parkieten Jfln nog mooier van kleur'Maar ik vind het donderse schreeuwlelijken". Theo 'ehlgszins vergoelijkend): „Ja. maar hoor staat natuurlijk wel weer tegen- dat een kanarie een ontzettende Een logische vraag: wat maakt iemand tot een kampioen-vogeltjeskweker? „Ja, dat is niet zo 7e7en twee drie te vertellen", zegt Theo. „Het beste is om gewoon maar een goed boek te kopen". Jan: „Als je leuk kan voetballen, maar je traint niet, dan kom je nooit in het eerste. Zo is dat toch? Nou, zo ligt dat bij ons ook. Je zult er zelf heel wat aan moeten doen. D'r zijn er, die hebben er zoveel verstand van, die zetten zich d'r helemaal voor in. Een vakantie of zoiets, dat zit er voor die mannen hele maal niet in. Dat zijn de echte liefheb bers, die kijken ook niet op een cent. Maar als het zo moet, nou, dan hoeft het voor mij niet. Eigenlijk mag je het niet zeggen, maar de beste kwekers dat zijn de WW-ers, WAO-ers en AOW-ers; die kunnen zich de hele dag met hun vogel tjes bezighouden". schimmelwaas Even dreigt het gesprek in allerlei technische details te verzanden. Theo doet verslag van alle problemen die om de hoek komen kijken bij het kwe ken van een kwaliteits-postuurkana- rie. „Als de staart bijvoorbeeld te lang is, dan zou je een mannetje met een lange staart kunnen gaan koppelen met een vrouwtje met korte staart. Maar het is moeilijk hoor, de staart is moeilijk". Jan: „Ja goed, nu praten we over het postuur. Maar moet je de kleur 's nemen: je heb vaak genoeg dat ze te melig in de rug zijn. Dat betekent dan dat 'ie een klein beetje schimmel waas op z'n nek heeft. En dat is d'r moeilijk uit te krijgen. Neem je pig ment, dan kan de bestreping vaak te grof zijn. Nou, dan moet je er een fijne re streep tegenan zetten. En dan is je pigment misschien goed, maar dan is je bijkleur weer te flets". Enzovoorts enzovoorts. Onmiddellijk welt de volgende vraag naar de lippen: wat is moeilijker, het kweken van kleurkanaries of de kweek van postuurkanaries? Theo: „Ik heb wel 's gehoord dat ze zeggen: een pos tuurkweker is een mislukte kleurkwe- ker. Dat wordt gezegd". Jan (de vrede bewarend): „Ach, dat zijn natuurlijk een paar steken onder water. Het is na tuurlijk allemaal even moeilijk. Want als ik kampioen van Nederland zou kunnen worden met een postuurkana rie, als dat zo makkelijk zou wezen, dan ging ik toch direct postuurkanaries kweken? Het is uiteindelijk toch het vo geltje dat het moet doen". Duivenhouders willen nog wel eens for se sommen gelds neerleggen voor een kampioenduif. Maar zulke grote bedra gen gaan in de 'kanariehouderij' niet om, horen we van Theo en J an. Voor een paartientjes heb je al een redelijke ka nariepiet. En van allerlei foefjes, zoals die een enkele keer nog wel eens in de duivensport worden uitgehaald, is in de 'kanariehouderij' nauwelijks sprake. Jan: „Een duif moet natuurlijk een prestatie leveren. En om die prestaties een beetje op te schroeven zijn er mis schien allerlei middeltjes. Maar een ka narie hoeft geen prestatie te verrichten. Die moet z'n eigen alleen maar sho wen". Theo: „Maar het gebeurt natuur lijk wel 's dat ze bijgekleurd worden hè". Jan: „Ja, een rooie kanarie; als je die niet bijvoert dan wordt 'ie nooit kampioen. Dat komt dan uit een potje, zonder meer. En datje een wit vogeltje onder de kraan gaat houden om 'm nog witter te maken.... Misschien zijn d'r jongens die 'm een chemisch bad geven, die heb je er natuurlijk ook bij. En ik heb al 's gehoord van een zebravinkje, die hebben zo'n rood snaveltje weet je wel, daar waren ze met nagellak over heen geweest. Maar dat soort dingen ziet een keurmeester gauw genoeg". Theo: „Ik heb wel 's gelezen dat ze soms met een of andere speciale behandeling bespoten of geschilderd worden. Of er wordt met de ringen geknoeid, om de leeftijd te verdoezelen". Maar dit soort praktijken zijn - zo moeten we zeer be slist noteren - hoge uitzonderingen. voor schande Een dag later. Het dorpshuis in Brui nisse. De keuringen. Met z'n handen diep in z'n zakken slentert Adrianus van der Velde door de nauwe gangetjes tussen de hoge stellingen volgepropt met vogelkooitjes. Op het revers van z'n ondefinieerbaar bruinige visgraat colbert prijkt een clubspeldje. Er zijn zo'n vijfhonderd vogels ingestuurd. Zes daarvan zijn van Adrianus. Een verdwaalde koolmees fladdert een beetje angstig door de met slingers en ballonnen versierde ruimte. Adrianus lijdt aan plankenkoorts. Gespannen wacht hij het oordeel van de keurmees ters af. Het is voor de allereerste keer dat hij met z'n vogeltjes aan een ten toonstelling meedoet, en diep in z'n hart is hij bang een modderfiguur te slaan. „Weet je", zegt hij, „ik ben eigen lijk nog een beetje leek op dit gebied. Maar als ik heel laag zit, dan neem ik zo Keurmeester Velt: lmet die vogel, daar krijg je heibel mee...

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 39