ARRESTATIE
EN
BEVRIJDING
terug naar het
'gewone' leven
POSTALE HERINNERINGEN (5)
PZC/
VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1980
ZEEUWSCH-VLAANDEREN 5
Prinses Juliana (met plat wit hoedje)op de Markt in Terneuzen.
Op de morgen van 14 juli 1944, stapte ik de kamer binnen op het kantoor, ik moest directeur
Benjaminse vervangen die al enkele dagen wegens ziekte afwezig was. Een van de bestellers komt
binnen en zegt me: 'meneer de Vries, hebt u het al gehoord? de Gestapo heeft vanmorgen vroeg Rob
Coene, die bij zijn ouders thuis was, gearresteerd. Dat vond ik maar een vervelend bericht, maar al
te zeer verontrust was ik nu ook niet. Ik dacht: hij zal zijn mond wel dichthouden. Ik kom tegen
twaalven thuis, mijn vrouw heeft het nieuws ook al vernomen. 'Wat denk je' zegt ze, 'zou dat voor
ons geen gevolgen kunnen hebben?'.
■Niet, als hij maar zwijgt', antwoord ik.
Na het middagmaal neem ik mijn flets
si rij over de Axelsebrug naar een zeke
re Groen, die zwaar in de illegaliteit zit
ecdle me om enkele gegevens heeft ge
raagd. Bij terugkeer via de Heren-
pacht zie ik dokter Breda Vriesman uit
zijn woning komen, geflankeerd door
twee Gestapolieden. Nu wist ik dat hij
zijdelings betrokken was bij de onder-
dulkaffaire Rob Coene. Hij had hem
san een zegeltje op zijn persoonsbewijs
geholpen.
ftals de bliksem naar huis. Natuurlijk
had ik op dit moment rechtsomkeer
kunnen maken om bij een of andere
boer van de vele die ik kende onder te
duiken. Maar dan zou ik mijn vrouw
met de brokken hebben laten zitten en
iouden ze misschien haar hebben gear
resteerd in plaats van mij. Want ik be-
peep wel. dat Coene gekletst had.
Daar kwam nog wat bijTal van bezwa
rend materieel moest met de grootste
spoed de deur uit of verborgen worden.
Het was toen half twee. Thuisgekomen
ra ik mijn vrouw wat ik op de Heren-
pacht had gezien. Dus eerst moest dat
geheime ontvangertje ergens in de
buurt worden ondergebracht, wat on
middellijk lukte. Natuurlijk niet bij
mijn moeder, het lag voor de hand dat
ze daar huiszoeking zouden doen voor
bet geval ze er achter zouden komen
wat bij mü in huis had gestaan. Dan een
hoop getypte vellen met wat ik op de
BBC regelmatig beluisterde. Ondereen
hoopje brandhout in de tuin stopten we
de spullen weg en ze hebben ze nooit
ontdekt
Juils bezoek
Mijn vrouw gaat even langs achteren
uarraijn moeder die zich erg ongerust
maakte. Ik stond op het punt tegen 2
uur naar het kantoor te gaan, toen er
aan de voordeur werd gebeld. Ik zag
door het ruitje (gelukkig van matglas)
ran de voordeur een Duits uniform
schitteren. Onze nieuwe onderduiker,
Johan van de Sande. zoon van een post
ambtenaar in Breskens, vloog haastig
de trap op om zich boven te verbergen.
Ik open de deur en binnen treedt de
Einsatzleiter Schroder.
Even ter verduidelijking het volgende:
vanaf de Duitse bezetting was het tele
foonkantoor in handen van de Duitsers.
Wel waren de telefonisten in dienst ge
bleven als voor en na. Schroder kwam
geregeld op het postkantoor om een of
andere inlichting. Nog juist deze week
had ik hem in mijn kamertje gehad.
Maar dit bezoek was bepaald niet
vriendschappelijk. Nauwelijks binnen
zegt hij: 'Herr De Vries, ich bedaure
sehr, ich musz Sie verhajlen'.
En nu maar verder in onze moers taal
weergegeven zeg ik: 'Herr Schroder
waarom zou U me arresteren?".
Dat weet je best, zegt ie, we hebben
Rob Coene gevat en die zat een tijdlang
bij jou ondergedoken. Ik snapte wel.
dat hij dus zijn mond niet had gehou
den, maar opeens dacht ik aan getypte
vellen met nieuws die ik nog in mijn
portefeul lc had. Ik zeg: 'Herr Schroder,
daar schrik ik van, mag ik even naar de
WC?'. Hij me achterna en jawel hoor,
daar zat ik dan op de WC. haalde als de
bliksem de papieren uit mijn porte
feuille en na een ogenblikje scheurde
ik ze in stukjes, trok door en daar stond
Schroder te wachten.
Ik vroeg of ik even naar mijn moeder
mocht om afscheid te nemen. Waar dat
dan wel was? Hij trok zijn revolver en
komt achter me aan, maar 't was niet
meer nodig, want door het tuinhekje
zag ik mijn vrouw aankomen 'Denk er
aan' zegt Schroder, 'je mag haar niet
vertellen datje gearresteerd bent'.
zakken legen
"Wat is er gaande', vraagt mijn vrouw.
Och, zeg ik. 'ik moet even met Herr
Schroder mee om enige inlichtingen te
geven'. Maar natuurlijk snapte ze wel.
dat ik ook in arrest was genomen. Ik
vroeg Schroder of ik eerst naar het post
kantoor mocht gaan om de sleutels al te
geven en zo mogelijk orde op zaken te
stellen Daar kwam natuurlijk niets van
in_ 'Geef die sleutels maar aan mij' zei
Schroder En daar gingen we dan. ogen
schijnlijk onschuldig als twee goede be
kenden. maar we waren op weg naar het
politiebureau.
Bij aankomst aldaar was het onmiddel -
lijk alle zakken legen. Wat een geluk,
dacht ik dat ik de bezwarende papieren
had kunnen opruimen. Nu ben ik nooit
erg gesteld geweest op de Duitsers,
maar toch heb ik wel eens gedacht, dat
Nu ga ik u over dat kamp niet veel meer
vertellen. Niet over de luizen, die na en
kele dagen bezit van je namen, niet over
de vele narigheden die je ondervond en
zag gebeuren maar wel dient U te we
ten. dat wé eind september met 1.000
man op een avond werden afgeroepen
om naar elders getransporteerd te wor
den. We dachten: dat wordt Duitsland,
maar nee, het werd Zwolle, waar we in
een gebouw de Buitensociteit werden
ondergebracht, voorlopig als varkens
op stro. Later werd dat iets beter. We
werden, maar nog steeds onder militai
re bewaking geleidelijk van gevangene
tot verplicht arbeider bevorderd. We
moesten rondom Zwolle loopgraven
maken die gelukkig in de vaak drassige
omgeving na een paar uur vol water
stonden.
Op zondag werd niet gewerkt, je mocht
dan op het voorplein omringd door een
Wilhelmus aan en hoewel ik nimmer
een verwoed vaderlandse liedjeszan
ger ben geweest, ik zing mee en de tra
nen schoten me in de ogen bij deze een
voudige plechtigheid. Immers bet be
tekende voor ons het uur van de bevrij
ding.
Dan wil je zo gauw mogelijk naar huis,
der en moeder Pöngers. die destijds in
Lekkerkerk bij ons op bezoek waren ge
weest. Nogmaals, ik moet over alle lief
devolle hulp verder zwijgen, maar ver
geten ben ik het niet.
In november krijgen we meer vrijheid.
Nog een kleine mededeling en dan moet
dat het eind van Amersfoort en Zwolle
zyn. Begin november kregen we een
nieuwe kampcommandant, een SA-
man. een zekere Neumann. We vrees
den weer strengere bewaking maar
wonderlijk genoeg gebeurde dat niet.
Hoe het kwam zou ik niet kunnen zeg-
Schroder me een kans heeft gegeven.
De arrestatie door hem zal wel zijn ge
schied om zo weinig mogelijk opschud
ding te verwekken. En daar zaten we
dan. ieder in een eigen cel. Breda Vries
man. Johan de Vries en Rob Coene.
Even nog een kleine toelichting hoe het
kwam, dat Breda Vriesman en ik in de
cel terecht kwamen.
Een dienstdoende politieman vertelde
me dat Coene 's ochtends vroeg bij een
Duits verhoor onmiddellijk aan het
doorslaan ging. na een klap in zijn ge
zicht te hebben gekregen. In zijn inbe-
slaggenomcn portefeuille zaten onder
meer zijn persoonsbewijs en een bij
mij thuis overgetypt stukje uit een ille
gaal blaadje.
'Hoe kwam je aan dat zegeltje?' op je
persoonsbewijs?' Coene: Dat hebik
van dokter Breda Vriesman gekregen'.
Waar heb je dal verhaal getikt?' Coe
ne: 'Bij meneer de Vries op de Schelde-
kade'.
En daarmee, dat begrijpt U, was met
een ons lot beslist.
PDA betekende Polizeiliches Durch-
gangslager Amersfoort. Bij de ont
vangstcommissie aldaar werd ik onder
meer begroet door Kotalla (dat wist ik
natuurlijk op dat moment niet) die. na
dat hij mijn papieren had doorgezien
me toeschreeuwde: Was. du bist beim
Post. Mensch. wie kommst du hier'.
Mijn antwoord bleef uit.
hek wel eens even een luchtje scheppen,
maar ook daar onder bewaking De be
volking van Zwolle was geweldig met
ons begaan, jammer dat ik daar nu niet
verder op kan ingaan.
Ik zie een kleine jongen kort bij het hek
en vraag hem of hij iemand kent die op
het postkantoor werkt. En jawel hoor.
een zekere meneer Hamer: het ventje
zou voor mü een boodschap overbren
gen. En daar stond volgende zondag
Hamer al voor het hek. Via hem kreeg ik
contact met de familie Pongers. de va-
met het postkantoor Zwolle. Ik vroeg
de directeur te spreken, als ik me wel
herinner was zijn naam Dekker. Die
haalde er de hoofdcommies Groenewe-
gen bij. Wij samen naar het arbeidsbu
reau, want commandant Neumann had
goedgekeurd, dat ik naar het postkan
toor zou worden overgeheveld. Het ge
lukte tenslotte, maar het was volstrekt
mijn plan niet in Zwolle te blijven, wat
ze daar op het postkantoor volkomen
begrepen. Vriend Hamer gaf me de fiets
van zijn dochter (zonder banden) en zo
zie je me dan op 20 december op weg,
voorlopig naar Lekkerkerk. later naar
Molenaarsgraaf in Alblasserwaard.
Dan, op de avond van 5 mei wordt be
kend dat de oorlog ten einde is. Ik met
mijn neef Toon (den Boon) naar het
kleine pleintje voor de kerk in Mole
naarsgraaf. waar een kleine menigte
zich heeft verzameld. Ze heffen het
gen. maar ofschoon we allen 'lucht' voor
hem waren, bleek het me toch mogelijk
een onderhoud met hem te verkrijgen
er vandoor
En om nu een heel kort eind te maken
aan deze rotte periode: dank zij zijn be
middeling mocht ik contact opnemen
maar dat bleek niet zo eenvoudig. Ik
bespaar U de details, maar pas de derde
poging.op 27 mei 1945 gelukte het me.
de Merwede over te komen. Dat moest
min of meer clandestien gebeuren,
want veel luidjes die aan de verkeerde
kant hadden gestaan poogden zich in
het zuiden te verstoppen.
terug in Terneuzen
Zo verschijn ik dan op 28 mei 1945 in
Kniiningenhaven. waar een motorbin-
nenscheepje de dienst onderhoudt op
Walsoorden. Mijn vrouw en kennissen
staan met een auto te wachten: ik had
namelijk vanuit het postkantoor Roo
sendaal mijn vrouw per telefoon verwit
tigd. dat ik op komst was. De blijdschap
van het weerzien, zowel bij mijn vrouw,
mijn moeder en mezelf ga ik met be
schrijven
De andere dag grote toeloop van vrien
den, collega's en bestellers; ook direc
teur Benjaminse maakte zijn opwach
ting
Bij het heengaan zegt hu. alsof ik zo
juist van een prettig reisje was terugge
keerd 'Nou. dan morgen maar weer aan
het werk'. Ik zeg 'Meneer Benjaminse,
ik ga morgen eerst naar de dokter'. Ik
was namelijk behoorlijk uit mijn even
wicht geraakt en voelde me niet in staat
direct aan de slag te gaan. De dokter
schref me 14 dagen rust voor en al ging
de heer Benjaminse er niet mee ak
koord. de doktersverklaring was beslis
send.
Enkele dagen na mijn terugkomst ver
zocht de wnd. burgemeester C. Verlinde
me op de Markt te verschijnen. Prinses
Juliana kwam op bezoek zodat ik de eer
en het genoegen had haar de hand te
drukken. En laten we nu terugkeren
naar de postale herinneringen. Er was
nogal het een en ander gebeurd in mijn
afwezigheid, dat op het kantoor grote
beroering teweeg had gebracht-
Directeur Benjaminse had namelijk
moeten verschijnen voor de plaatselij
ke zuiveringscommissie, die de op
dracht had een onderzoek in te stellen
naar de gedragingen van hen. die in de
bezettingsjaren nu niet bepaald een
goede houding hadden aangenomen
Hoe men er toe is gekomen, hem in be
schouwing te nemen weet ik niet Wel
hoorde ik van collega's dat daardoor op
het kantoor grote spanningen waren
ontstaan.
Het leven neemt, voor zover de toenma
lige omstandigheden dit toelieten weer
zijn gang.
Ik was begin 1946 gekozen als raadslid
(PvdA), dat was geen normale verkie
zing. maar een uitverkiezing. Dat
bracht mee, dat ik vergunning moest
aanvragen om deze functie naast mijn
ambt (PTT) te mogen bekleden.
Zachtjes aan bereiken we het jaar 1947.
In 1947 en ook ln 1948 werd ik enkele
malen opgebeld door het hoofdbestuur,
waar mij diverse kantoren werden aan
geboden meest 6e en 5e klasse kanto
ren. Telkenmale liet ik deze aanbiedin
gen aan mij voorbijgaan. Wellicht dat
bij U de vraag opkomtwaarom nam hij
geen enkele aanbieding aan. Welnu, ik
ga dat even toelichten. In 1941 was mijn
vader gestorven en mijn moeder die op
haarzelf woonde, zoals U al weet, vlak in
mijn buurt had toen ik over een of ande
re aanbieding van een kantoor sprak,
gezegd dat ze ons niet zou volgen, onder
geen beding wilde ze Zeeuwsch-VIaan-
deren verlaten. Dat was- voor mij wel
eens moeilijk, maar haar alleen in Ter
neuzen achterlaten kon ik niet.
De oudste zoon op 29-jange leeftijd ge
storven. haar 40-jarige dochter iri 1933
bij een auto ongeluk omgekomen (U
weet dat al), en nu de jongste te zien
heengaan. Dat kon ik haar niet aan
doen. Met dat al maakte ik me toch wel
zorgen. Ik dacht - wellicht ten onrechte
- dat ze straks in Den Haag zouden zeg
gen: die De Vries in Temeuzen behoefje
met na te vragen die weigert toch alles.
Ik besprak deze moeilijkheden met Pol
derman en zei hem. dat ik graag audiën
tie bij de Directeur-Generaal zou willen
aanvragen. Ik zou daar mijn moeilijk
heden willen uiteenzetten. "Nou, schrijf
dan maar een verzoekje' zei Polderman.
Dat gebeurde, natuurlijk via postdis-
trict Middelburg.
audiëntie
Enige tijd daarna kreeg ik bericht dat
mij een audiëntie werd toegestaan. De
juiste datum kan ik me niet meer her
inneren, maar dat doet er niet toe. Op
het Hoofdbestuur aangekomen werd
ik ontvangen door de toenmalige
waarnemend Drg. de heer van Houwe-
lingcn.
'Wel, De Vries', zegt hij wat zijn precies
je moeilijkheden?'. Ik zette hem een en
ander uiteen, waar hij wel begrip voor
had. Nu was de heer van Houwelingen
vele jaren geleden werkzaam geweest
op de Inspectie Middelburg en dus ook
bekend met Zeeuws-Vlaamse situatie.
Er ontstond zodoende een prettig ge
sprek. waarbij de heer Van Houwelin
gen me zei: 'Waarom solliciteer je niet
naar Hulst, dat komt eind 1948 va
cant.'?.
Maar. meneer van Houwelingen. zei ik.
Hulst is een referendariskantoor (3e
klasse) en dus zal er voor mü geen kans
op benoeming zijn'. Nu was er in die tijd
een reorganisatie op komst, waarbij
verschillende 3e klas kantoren werden
teruggebracht naar de 4e klas. De heer
van Houwelingen wees me op de ko
mende reorganisatie, zonder echter
daarbij mee te delen of Hulst hieronder
zou vallen. Wel zei hij: 'Ik zou toch maar
solliciteren, want jij die bekend is met
de Zeeuws-Vlaamse en Zeeuwse situa
tie hoort daar te zitten'.
Ik meende daaruit te mogen afleiden,
dat Hulst wel degelijk tot 4e klas kan
toor zou worden teruggebracht. Toen
ik de volgende ochtend bij directeur
Polderman binnenstapte vroeg hij me
natuurlijk hoe de audiëntie was verlo
pen. Ik vertelde hem het gesprek met
de heer van Houwelingen. 'Wel, de
Vries', zei Polderman 'man, je bent be
noemd' Solliciteer maar zo gauw mo
gelijk naar het kantoor Hulst, zodra dit
wordt vacant gesteld.
Johan de Vries
Amersfoort, tekening van een medegevangene