BADMEESTER
EN CAISSIÈRE
de polsvliet bij terhole,
van kreek naar
cultuurlandschap
extiA
echtpaar mattelé 25 jaar
aan de rand van het bad
ZEEUWSCH-VLAANDEREN NATUURLIJK
PZC/
VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1980
^watergang, overblijfsel van de Polsvliet, met op de achtergrond Terhole Tekst en foto's: B. M. Grootjans.
Kattedoorn in bloei langs de Noten-
dijk
geval is en het riet besloeg een grotere
oppervlakte. In de winter vervulde de
kreek dikwijls de functie van boezem
kreek, zodat de weilanden nu eens nat
dan weer droog waren, hetgeen een ty
pische plant plantenbegroeiïng met
zich mee bracht.
IN u, in september 1980, is de Pols
vliet nog slechts de laatste rest van
een vrijwel geheel verlande kreek.
Toch zijn er in het midden nog bota
nisch interessante gedeelten waarin
vrijwel alle zoutplanten van de schor
ren nog voorkomen, zoals: zeekraal,
schorrekruid, en zeeweegbree. Ook
onbegaanbare rietvelden met opslag
van wilg en stroken met ruigtekrui
den zoals zeeaster, spiesmelde en
stomp kweldergras zijn gelukkig nog
in het gebied aanwezig, evenals harig
wilgenroos, grote brandnetel en ko-
ninginnekruid. Op de frisgroene wei
den, waar de koeien lopen te grazen
op de verende bodem van het ontwa
terde moeras, blijven hier en daar
bosjes brandnetels staan omdat ze de
ze niet lusten. Langs de randen van de
weiden vinden we ogentroost, ge
knikte vossenstaart en timotheegras.
Dc Notendijk, waar wc ons momenteel
bevinden, is in deze tijd van het jaar
rijk versierd met bloeiende kruiden.
Duizendblad, pastinaak en wilde peen
staan te wiegen in de wind, afgewisseld
door de in gevarieerd rood gekleurde
bloemen van knoopkruid, klaproos en
kattedoorn. Deze kattedoorn breidt
zich steeds meer uit in ons gewest. Het
is een struikachtige plant met stijve
spitse doorns en vlinderbloemen die
roodachtig gekleurd zijn met een lich
te kielpunt.
Vanzelfsprekend lokt zo'n gevarieerde
plantengroei veel insekten aan. De zon
is al wat hoger gestegen en heeft vele
vlinders wakker gemaakt. Witjes, dag
pauwogen, distelvlinders en kleine
vossen dartelen van bloem naar
bloem. Omdat ze nog maar pas wakker
zijn, blijven ze wat langer zitten en dat
geeft ons de kans om een kleine vos te
fotograferen. De kleine vos heeft als
grondkleur roodbruin met zwarte en
witte tekening. Aan de voorrand van
de rode voorvleugels heeft hij drie gro
te zwarte vlekken. Voor de zoom op de
voor- en achtervleugels zwart omran
de blauwe vlekken. Kleine vos en ook
dagpauwoog behoren tot de vlinder
soorten die bij ons als vlinder overwin
teren.
In de herfst zoeken ze een schuil
plaats op die beschermd is tegen wind
en vochtigheid. Hun lichaamsfunc
ties remmen zich dan zodanig, dat ze
bijna geen energie gebruiken. Koude
kan geen kwaad voor deze dieren. In
het voorjaar vliegen ze dan weer uit
en zorgen voor de eitjes die ze afzetten
op brandnetels. In de Polsvliet treffen
we dan ook veel bruinzwarte rupsen
met groengele strepen in de lengte
aan van de kleine vos en zwarte rup
sen met witte puntjes en zwarte
doornen van de dagpauwoog aan,
want er zijn brandnetels in over
vloed.
Gaandeweg zijn we voorbij de Molen
hoek in de Rietstraat beland. Tal van
huiszwaluwen trekken nog him laatste
baantjes over het gebied, voor ze over
enkele dagen naar hun overwinte
ringskwartieren in het zuiden zullen
vertrekken. Vanaf de duiker in de rich
ting Terhole kijkend, heeft men een
mooi zicht op wat eens de Polsvliet
was. Het koren is er nu gemaaid en het
laatste hooi van dit jaar ligt te drogen
op het hooiland. Een drietal eksters
schuimt dit gebied af naar kleine zoog
dieren die als slachtoffer gevallen zijn
van de moderne maaimachlne. Witte
kwikstaarten, spreeuwen en kievitten
zoeken tussen het afgemaaide gras al
lerlei insekten en slakken. De water
gang, die zich nog op bochtige wijze
door het landschap slingert, is bedekt
met kroos en darmwier. Aan de kant
groeien wat biezen en riet. In het don
kere water, dat van een tamelijk slech
te kwaliteit is, schijnen toch nog riet
voorn. baars en boerenkarper te kun
nen leven.
In ieder geval springt er wel een bruine
kikker van voor onze voeten het water
in. Onder een steen daar in de buurt
vinden we een jonge pad. Een paar wa
terhoentjes zwemmen haastig op hun
typische schoksgewijze manier om de
hoek van de watergang uit ons ge
zichtsveld. Een blauwe reiger wiekt
langzaam in de richting van Hulst, ter
wijl uit de verte heel helder het klokje
van Terholen de tijd aangeeft Tijd
voor ons om afscheid te nemen van een
gebied, dat in 20 jaar tijd, veranderd is
van een natuur-historisch landschap
naar een cultuurlandschap. Wilt u
meer over dit gebied weten? Er is in de
meeste boekhandels in onze streek en
bil de secretaris van vogelwacht 'De
Steltkluut' een Polsvliet-rapport, ge
schreven door Maurice Jansen, te
koop waarin vele jaren van onderzoe
kingen in dit gebied zijn vastgelegd.
Drazal de herfst weer haar intrede doen, wat te merken is aan de korter wordende dagen en aan
het zakken van de temperatuur. Flarden van nevel hangen over de velden, waar de ochtendzon
dapper doorheen tracht te komen, iets wat haar zo af en toe ook lukt. Stevig stappen we door, om
een beetje warm te worden, begeleid door het ruisen van de wind in de toppen van een rij jonge
jomereiken.
Weiopen in de buurt van Terhole, een
lieflijk dorpje waarvan de huizen ter
weerszijden van Rijksweg N60 gelegen
aja Rijksweg N60 is de weg die van de
reerpont in Perkpolder naar de grens
bijKapellebrug loopt. Vanaf de Rijks
weg kan men in Terhole oostwaarts af
slaan en komt dan na de bebouwde
Som op de Notendijk terecht in een
oase van rust, na de verschrikking van
het razende verkeer op de altijd druk
te Rijksweg. Kijken we nu rechts in de
richting van Hulst, dan heeft men een
prachtig zicht op de Polsvliet, het res
tant van een kreek, die eens zijn uitlo
pershad door de Dullaertpolder.
Men ging toen onder meer vlas, granen
en suikerbieten telen. Al die tijd lag de
kreek er ongeschonden bij, tot in 1961
de ruilverkaveling verandering bracht
in de ontwatering van het gebied. De
meeste van de kreekruggen werden af
gegraven en sommige kommen wer
den opgevuld.
Door deze egalisatiewerkzaamheden
is maar weinig meer van het oorspron
kelijke bodemprofiel overgebleven.
Door drainage en het graven van slo
ten werd de natuurlijke gang van za
ken drastisch gewijzigd, waardoor de
landbouwkundige waarde van de ge
bieden sterk steeg, maar het oorspron
kelijke landschap van de polder geheel
verdween. Bewoners uit de buurt kun
nen zich nog herinneren dat de kreek
rond 1960 nog een heel ander aanzien
bood. Er was meer open water, daar
omheen lagen meer weiden dan nu het
De geschiedenis van de Polsvliet is al
tamelijk oud. Omstreeks 1352 werd dit
gebied door middel van een dam van
de zee afgesloten. Tot die tijd was het
gebied vrijwel ongerept gebleven. Het
werd enkel door een schaapherder, een
turfsteker of een visser bezocht Na
1352 werd het gebied langzamerhand
bewoond en als akker- en weiland in
gebruik genomen. Tal van overstro
mingen zorgden er natuurlijk voor dat
de bewoners eeuwenlang geworsteld
hebben tegen het zoute water. Tot
men in 1808 op hoger bevel overging
tot verhoging van de dijken.
Daarna brak er voor de bewoners van
Polsvlieten omstreken een tijd van on-
gestoord werken aan, waarin eerst
neekrap geteeld werd, een plant uit
wiens wortel men een rode verfstof be-
ireidde, bestemd voor de wolververijen
inbinnen- en buitenland. Toen in 1868
de kunstmatige kleurstof analine uit
gevonden was, die veel gemakkelijker
en goedkoper te bereiden viel, ver
dween de teelt van de meekrap geheel.
Kleine Vos, een vlinder die haar eitjes afzet op brandnetels
fööe kwikstaart op zoek naar insecten tussen het afgemaaide gras
ZEEUWSCH-VLAANDEREN 3
Hu was de eerste 'echte' badmeester in Axel. Bijna veertig
jaar al was hij, toen ze hem vroegen. „Ik voelde er wel voor, ik
kom uit de zwemmerij, maar ik dacht wel meteen: eerst diplo
ma's halen. Anders vlieg je er over een paar jaar weeruit. Dan
komt er een jongere met de vereiste papieren dan kun je ver
trekken". Hij haalde niet zonder moeite („Een heleboel ant
woorden op examenvragen wist ik godzijdank uit de praktijk,
niet uit dat boekje") zijn diploma zwemonderwijzer. Samen
met zijn vrouw, ze werd cassière, hield hij het Axelse zwembad
draaiende. Jaar in jaar uit. Vandaag (vrijdag) zijn Maurice en
Tyny Mattelé precies vijfentwintig jaar badmeester en cassière
in Axel. Het badmeesterspaar staat daar vanmiddag, tijdens
een receptie in zwembad 't Plaatje (17.00-18.00 uur) even bij stil.
Badmeester Mattelé: „Een echte bad
meester, dat is nog maar van de laatste
tijd. Vroeger had je een oudere man of
vrouw die gevraagd werd om een
beetje toezicht te houden. Aan het
eind van het seizoen zeiden ze dan: be
dankt en tot kijk". De verandering in
Axel kwam 25 jaar geleden. Toen wilde
men voor het zwembad (toen nog aan
de Kleine Kreek) eindelijk eens een
"vaste man' hebben. Maurice Mattelé
werkte bij de NSM („Overigens met
plezier hoor"..) maar voelde 'als water
rat van huisuit' veel voor het baantje.
„Ja. ik kom tenslotte uit de zwemme
rij. Vroeger, in de oorlog ook, zwom
men we ieder weekeinde wel een toer
nooi". Mattelé was lid van de toenma
lige Axelse zwemclub. Hij deed ook
aan waterpolo. „In mijn diensttijd, dat
was tijdens de mobilisatie, keken die
andere soldaten hun ogen uit. Ik zwom
dan van de ene naar de andere plaats
(een paar kilometer), dat hadden ze
nog nooit gezien. Anderen geloofden
het domweg niet", lacht de badmees
ter als hij er aan terug denkt.
De job van badmeester was zo'n twin
tig jaar geleden wel anders dan nu.
Niet in de laatste plaats omdat de ac
commodatie van toen in de verste ver
te niet leek op die van nu. „Dat badje
bij de Kleine Kreek was natuurlijk
heel primitief. Wij waren een soort pio
niers in die tijd. Een voorbeeld: als je
daar je hand in het water stak zag je
hem niet meer. Het water was daar
hardstikke vuil. Het kwam ook nogal
eens voor dat mensen een stukje gin
gen zwemmen en als ze dan terug kwa
men, vonden ze naast hun kleren (die
lagen gewoon in het gras) een hoop
koeiestront. Ja. er liepen ook koeien
langs dat water, dat was nou eenmaal
zo", glimlacht Mattelé. Toch vond hij
het oude bad wel gezellig. „Daar kwa
men hele families Belgen, met tentjes,
eten en drinken, en allemaal gezellig
bijelkaar. Mij kenden ze allemaal, er
was immers maar één badmeester".
Mevrouw Mattelé herinnert zich van
die tijd het beste de ontelbare keren
dat ze met pleisters en jodium'moest
opdraven. „Er lagen daar van die
schelpjes en ook wel glasscherven, dus
dat was raak". Ja. knikt haar man. „en
ik verwees ze allemaal door naar m'n
vrouw, die had ook EHBO en wist er
nog meer van dan ik".
bekend
Badmester Mattelé werd bekend bij
iedere Axelaar en zelfs bij mensen
'van buiten'. Generaties stond hij ter
zijde bij hun eerste pogingen in het
zilte nat boven water te blijven. Hij is
al die gezichten zo'n beetje vergeten,
zij hem echter niet.
„Laatst kwam er een vrouw van een
jaar of dertig met twee kindertjes
naar me toe. Badmeester kent u me
niet meer? Ik wist bij god niet wie het
was. Ik heb van u leren zwemmen,
toen ik acht was. Ja, dat krijg je. Maar
wel leuk hoor"
Maurice Mattelé blikt, vanuit zijn
luie stoel in de woning aan de Kanaal
kade, met genoegen terug in de tijd.
Hij lijkt een tevreden man. „Ik heb
het altijd fijn gevonden. Nooit, nooit
heb ik echte moeilijkheden gehad. Ja,
ik heb er wel eens uit het zwembad
gezet maar dat is normaal. Er zijn da
gen dat iemand het gewoon te bont
maakt en anderen last bezorgd. Net
als in het gezin zeg je dan: ga jij als de
donder naar buiten en kom voorlopig
maar niet terug. Maar dat is normaal.
De volgende dag is het over".
De samenwerking, met zijn vrouw is
hem ook goed bevallen. Vijfentwintig
jaar waren ze dag en nacht, niet alleen
thuis maar ook op het werk samen.
„Ja, gek he. dat is altijd prima gegaan.
We doen gewoon alles samen. We zijn
een duo. Voor hetzelfde geld denk je:
mens rot nou maar eens even op". Ze
zit naast hem en knikt. „Het is gewoon
goed geweest", stemt ze in.
Vijfjaar geleden maakte het badmees
tersechtpaar weer een nieuwe ontwik
keling mee. Toen verhuisden ze naar
het nieuwe zwembad 'T Plaatje' Er
kwamen ook twee badmeester bij. „Ik
werd toen eigenlijk chef-badmeester.
Maar dat is onzin hoor. Ik heb zelf ook
nooit opgekeken tegen bazen. Dus ik
redeneerde nu ook zo van: we doen het
met z'n vieren".
Begin dit jaar kwam er een klink in de
kabel. Mattelé kreeg een hartinfarct
Inmiddels is hij er alweer aardig bo
venop. maar loopt voorlopig toch nog
in de ziektewet. Een jaar daarvoor had
hij er overigens over gedacht om maar
gebruik te maken van de - net inge
voerde VUT-regeling. Het leek me wel
wat om op m'n 63-ste er uit te stappen.
Toen vroeg de wethouder me nog een
jaartje door te gaan". Dit najaar wordt
Mattelé 65 en houdt er dan echt mee
op. Zijn vrouw, nu nog dagelijks actief,
houdt het dan ook voor gezien. Op het
bad. Tenminste als cassière. Ze zal er
zeker vaak nog een duik nemen. Tot
nu toe doet ze dat zelfs iedere dag. De
band met water is sterk.
„En nu gaan we op onze lauweren rus
ten", verzucht mevrouw Mattelé. „Als
het tikkertje het tenminste volhoudt,
in januari deed hij maar raar", zegt
badmeester Mattelé quasi serieus.
Even later lopen ze samen, hoewel me
vrouw Mattelé een vrije dag heeft, nog
even naar het zwembad. Een kwiek
paar....
Peter van Houte
Maurice en Tyny Mattelé: 35 jaar badmeester en cassière.