m
WHEELMAN
DE WESTER-
SCHELDE
OP EN AF
VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1980
Redactie en administratie
Terneuzen, Nieuwstraat 22,
tel. 01150-94457.
Hulst, Steenstraat 6, tel. 01140-4058.
Zeeuwsci-Vlaandereti Extra
loodswezen
Op het bord in de hal van het gebouw
Tin het Belgische Loodswezen in Vlis-
singen staat de 'Don Carlos' tussen de
vele namen van schepen die binnen
"iet al te lange tijd op de rede worden
verwacht. '05.00 uur', staat er als tijd
saanduiding achter geschreven. Voor
Ofn Exter betekent dat tijdstip de
sans om nog een tijdje te slapen,
«a de nodige formaliteiten, de afspra-
ken over 'het telefonisch porren', zoekt
André zijn slaapplaats op. Een moder
neflat, met daarin enkele bedden, een
niime keuken en een grote kamer met
televisie en lectuur. Rond half twee ver
stoort een telefoontje van Vlissingen
Stopping Service echter de paar uur ex
tra slaap. De 'Don Carlos' zal om twee
uurop de rede van Vlissingen arriveren,
hoggeen vijf minuten later belt ook het
«Igische Loodswezen met de medede-
■rag dat de loodsen 'gepord' zijn en dat
André zich ook gereed moet maken.
Het is rustig, die nacht, als Den Exter
£«le minuten later richting loods
boot loopt. Voor hem lopen in twee don-
«rejassen gehulde figuren: de loodsen,
7L '^on Carlos' gaan bemannen,
j^dra iedereen aan boord van de loods
boot is, laat de schipper het vaartuig
grote snelheid het donkere water
opschieten, De loodsen worden één
oor één afgezet. De 'Don Carlos' is als
aatste aan de beurt: enkele meters bo
on de waterspiegel wordt een deur ge
opend. De mannen klimmen aan boord,
waarna ze door de stuurman naar de
brug worden gebracht. André den Ex
ter wisselt van plaats met de matroos
aan het roer. Als de loodsboot is ver
trokken, klinkt de eerste order van
loods Stefan van der Maat: 'Full
Ahaed'. Het schip versnelt geruisloos.
pas van Terneuzen
De reis verloopt rustig tot aan de 'Pas
van Terneuzen'. Er wordt nauwelijks
gesproken, André moet slechts zo nu en
dan een kleine koerscorrectie uitvoe
ren. Het scheepsbulletin van Vlissin-
gen-radio komt door: een schip is in de
'Pas' aan de grond gelopen. Op- en afva
rend scheepvaartverkeer wordt ver
zocht snelheid te verminderen. De
stuurman herhaalt de order: 'Dead
slow'. Even later komt de Franse
vrachtboot 'Gauguin' in zicht, die met
behulp van drie sleepboten tracht los
te komen.
Drie kwartier later is de 'Don Carlos' ter
hoogte van de Dow-Scheldesteiger.
Vlak daarvoor hebben vier sleepboten
vastgemaakt Den Exter: „Een leek
denkt dat een schip wordt gesleept als
er enkele sleepboten voor en achter
hebben vastgemaakt. Maar dat is on
juist: de zeeschepen varen helemaal op
eigen kracht, de sleepboten zijn er om
assistentie te verlenen, eventuele cor
recties uit te voeren. Uiteraard zijn
sleepboten heel belangrijk, vooral voor
dit soort schepen met zo'n enorm hoge
opbouw. Deze schepen vangen door die
hoogte veel wind en dat kan soms se
rieuze gevolgen hebben. Denk maar
aan de 'Bleu Hawk', die sinds in '78 de
noordelijke sluisbrug in Terneuzen
ramde. Sinds dat ongeluk mogen als de
'Don Carlos' slechts tot windkracht zes
schutten en moeten er altijd twee lood
sen aan boord zijn".
De havendienst Terneuzen meldt zich:
voorlopig kan er nog niet geschut wor
den. Een tanker, afkomstig van Texaco
Gent. moet eerst afgeschut worden. De
sleepboten houden de 'Don Carlos' in
de Buitenhaven op de juiste positie tot
dat de sluis leeg is. De twee loodsen ra
ken geïrriteerd als de Texaco Baltic
met een zo lage snelheid de sluis uit
komt dat er nauwelijks vooruitgang in
zit. Loods Van der Maat kan zich niet
meer inhouden: „Allee, moe ge da toch
'ns zien. Wa mankeert di'ne vent". Later
meldt de radio dat de tanker problemen
had met de dieptemeter.
Dan ligt de 'Don Carlos' recht voor de
sluis om te worden geschut. Met enor
me precisie en samenspel tussen lood
sen, wheelman en stuurman wordt het
schip binnengevaren. Tussen de sluis
muren cn het schip blijven aan beide
zijden slechts enkele meters over. Als
de 'Don Carlos' is afgemeerd, neemt
Den Exter even tijd voor een kop kof
fie. Ruimte voor een toelichting op zijn
beroep.
„Of er een officiële opleiding bestaat
weet ik niet. Ik heb het vak geleerd door
het meemaken van prentreizen, oefen-
reizen met een ervaren roerganger om
de fijne kneepjes van het vak te leren. In
het begin was dat met schepen tot zo'n
120 meter lengte. Op zo'n prentreis doe
je tenslotte al het werk en blijft de erva-
lastig
Terneuzenaar André den Exter 'loodst'sinds 1971 zee-
xhepen veilig over de Wester schelde en het kanaal
Gent - Terneuzen. Hi) doet dat samen met een aantal
"ederlandse en Belgische loodsen. Zijn beroep heet
ojjmeel: 'wheelman'Het aantal zeeschepen met een
yheelman' aan het roer in plaats van een matroos
neemt nog steeds toe. De oorzaak de vaarwegen wor
den steeds drukker en moeilijker bevaarbaar; de
"wheelman' staat garant voor een veilige tocht. Mede
werker Piet Kentin maakte een reisje mee. De foto's
zijn van Camile Schelstraete.
Het autoschip 'Don Carlos' op de West
'Havendienst Terneuzen, hier de Don Carlos bij de Dow Scheldesteiger', klinkt het door de radio.
'Don Carlos, hier havendienst Terneuzen, wanneer de Texaco-Baltic de sluis uit is, kunt u schut
ten.
'Dank u voor de informatie'. Stefan van der Maat, een Belgische loods, beëindigt het gesprek.
Direct daarna geeft hij enkele orders aan de stuurman om de snelheid wat te minderen en vraagt
de roerganger de juiste koers aan te houden. De man achter het roer is Andre den Exter, bezig met
de uitoefening van zijn beroep: 'wheelman'. Plaats van handeling is de brug van het onder
Zweedse vlag varende motorschip 'Don Carlos', met een lading van 3.500 personenauto's aan
boord op weg naar Gent. De 'Don Calos' (50.000 dwt) meet 202 meter.
André den Exter ziet het beroep 'wheel-
s=n' echter niet als zodanig. „Het is
eigenlijk een onderdeel van mijn be
roep geworden in de loop der tijd. Ik ben
in 63 begonnen als bootsman en het
rak bestond toen hoofdzakelijk uit het
losen vast maken van schepen. Dat was
nog In de oude Westsluis, een tij-sluis.
Daardoor had Je het tussen drie uur
vooren drie uur na hoog water altijd erg
druk, omdat in die periode alle schepen
moesten worden geschut. Na het schut
ten was het verder vrij rustig, maar dat
is tegenwoordig wel anders. Maar er is
toch een hoop veranderd; denk maar
aan Dow, de kanaalhavens en Sluiskil'.
.Rond '71 ontstond er een gebrek aan
roergangers. Ik ben toen gevraagd en
beb meteen ja gezegd. Sinds die tijd
breng ik regelmatig schepen van Vlis
singen naar Gent of naar één van de
ïmalhavens op Nederlands gebied.
Inmiddels heb ik in totaal 898 schepen
raggebracht".
André den Exter haalt dat preciese aan
tal uit een boekje waarin alle schepen
staan genoteerd, compleet met naam,
tonnage, lengte, die hij heeft gevaren.
Opmerkelijk is dat in zijn beginjaren de
schepen niet erg groot zijn, maar lang-
ramerhand gaan lengte en tonnage
naar boven. De grootste is nog steeds
Bet Zweedse schip 'Adland', dat Den
Exterenkele jaren terug van Vlissingen
naar de Put van Terneuzen bracht. An
dré, met een blik ln zijn boekje: ,ja, dat
ras een hele grote. Om precies te zijn
156.000 dwt, ongeveer een voetbalveld
groot",
■Wheelman', een beroep met spanning
en gevaar. De Westerschelde staat im
mers bekend om de gevaarlijke (onder-
Stromingen, maar is ook één van de
dnikst bevaren rivieren in Europa.
ren kracht slechts in de buurt om even
tueel bij te springen. En aan moetje er
alleen op af. al ben je die eerste keer
natuurlijk flink zenuwachtig".
Door de radio komt het bericht dat de
brug Sluiskil voor het scheepvaartver
keer gesloten blijft omdat het zicht
door een snel opkomende mist minder
dan vierhonderd meter bedraagt. Voor
de 'Don Carlos' betekent dat dat er af
gemeerd moet worden aan de palen
even bulten de sluis in het kanaal Gent -
Terneuzen. Als het autoschip een klein
uurtje vastligt, gaan de loodsen een
paar uur slapen. Den Exter evenwel
blijft 'stand-by' om eventueel berichten
van de Havendienst op te vangen.
Nog geen half uur later komt het be
richt dat er weer gevaren kan worden.
De loodsen worden weer opgetrom
meld. de bemanning gaat weer aan het
werk. Met weinig zicht vertrekt de 'Don
Carlos' richting Sluiskil. De brug wordt
op radar gepasseerd, terwijl op beide
vleugels van de brug een uitkijk wordt
geposteerd.
Bij de NSM ln Sluiskil worden de ma
chines stopgezet om de schepen aan de
kade. zo min mogelijk last te bezorgen.
Den Exter zegt: „Het is erg lastig als
een schip met grote snelheid voorbij
komt varen. Er wordt dan teveel water
weggetrokken, zodat de kans niet is
uitgesloten dat de draden knappen'.
Voorbij de fabriek wordt de snelheid
weer opgevoerd. Het zicht wordt beter
en vanaf Driekwart verloopt de reis
rustig.
Na het passeren van de brug Sas van
Gent meldt de 'Don Carlos' zich af bij de
Terneuzense Havendienst en wordt
contact opgenomen met de brug Zelza-
te, de enige brug over het kanaal die
voorzien is van een marifoon. Bij de Sid-
nar gaat het radiocontact over naar de
Havendienst van Gent.
Inmiddels roemen zowel de loodsen als
de wheelman de onderlinge samenwer
king. „Die samenwerking is formida
bel". zegt de loods. Den Exter valt hem
bij: „De loodsen hebben meer aan ons
dan aan één van de bemanningsleden.
Dan doel ik niet op de capaciteiten,
maar denk alleen maar aan het taalpro
bleem. Vooral op schepen waar nauwe
lijks Engels wordt gesproken wil het
nog wel eens lastig zijn om orders goed
te laten overkomen".
Rond acht uur komt de Hondavesti-
ging in Gent in zicht. André den Exter
heeft er intussen tien uur opzitten.
Vlakbij het Sifferdok wordt het scheep
vaartverkeer even stilgelegd om de
'Don Carlos' een halve draai te laten
maken. Twee sleepboten duwen het
schip achteruit tegen de kade. Orders
volgen elkaar snel op: slow-astem.
midships-hard, studdy. Dan ligt het au
toschip afgemeerd.
Na ondertekening van de formulieren
verlaten de loodsen en Den Exter het
schip. Beneden op de kade staat een
auto van de bootsmannen hen al op te
wachten. In Terneuzen wordt nog even
de wacht op de Westsluis bezocht. En
dan met de eigen auto naar huis.
Een kijkje in de verkeerspot
leepvaart in Terneuzen
WheelmanAndré den Exter, een beroep met spanning en gevaar