armenzorg in hulst: liefdadigheid en lommerd 'oudjes' nemen bezit van zeeuws-vlaamse wegen ben vermandei pakte bij thor trainingsopzet aan programma VRIJDAG 18 JULI 1980 Vrijdag 22 augustus gaat in Sas van Gent voor de tweede maal de ralley voor Old Timers in Zeeuwsch-Vlaanderen van start. De organisatie berust bij het 'Old Timer-comité Zeeuwsch- Vlaanderen', bestaande uit de heren Johny Mijnsbergh, Ed Vermast, Rien Verbrugge. Jos de Putter, Johan Hansen en Jos Boon. Naar verwachting zullen zo'n vijftig Old Timers drie dagen bezit nemen van de bzeeuws-Vlaamse en ebelgische wegen. Hoewel het hier gaat om een raltey - dus het wedstrijdelement aanzezig is ij staet de oezelligheid hoog in het vaandel van de organisa tie. Dat blijkt uit het programma dat zij heeft samengesteld. Tijdens de presentatie van dit program ma - vorige week in "het Chalet' te Axel - stelde Ed Vermast: „Het is onze bedoe ling om de deelnemers te laten genieten van de typische Vlaamse gastvrijheid en hun drie dagen gezellig bezig te hou den. De wedstrijd komt duieelijk op de tweede plaats Het muzikale gedeelte neet een belangrijke plaats in". Zo zal de eerste dag de boerenkapel de 'Kerre- lers' uit Sas van Gent de gehele dag de autokaravaan begeleiden en de tweede dag zal de harmonie 'Sint Cecilia' uit Bassevelde dit doen. Het promoten van Zeeuwsch-Vlaande ren is een ander doel dat men nastreeft met deze ralley. Zo zal bij de herschll- lende stops de deelnemers een attentie worden aangeboden. Op de laatste dag - bij de prijsuitreiking - zullen zij een pakket ontvangen, dat bestaat uit pro- dukten afkomstig uit de kanaalzöne. Het publiek wil men ook zoveel moge lijk bij het ralley-gebeuren betrekken. Het kan niet alleen bij de diverse stops de oude karretjes bekijken maar ook de eindrangschikking mee bepalen Bij ie dere stop krygen de kijkers een lijst met de namen van de deelnemers, het merk en het bouwjaar van de auto. Bij deze lijst is tevens een formulier gevoegd waarop men kan invullen welke wagen men de mooiste vindt. De auto's zijn hievoor genummerd in de olgorde van leeftijd. drie jaar Het programma voor de Tweede Kanaalzóne-ril voor Old Timers 22 augustus 18 30-21.00 uur. Aankomst deelnemers in de kantine van de CSM te Sas van Gent, 21 00 uur Gezellelg 'bij praten' in de herberg Rotterdam'. 23 augustus: 09.00-10.00 uur: Aankomst deelnemers en uitreiking documenten in de kanUne van de CSM; 10.00 uur- Vertrek via een deel 'Fortenroute' naar restaurant 'De Huifkar' in Absdale; 11.00 uur. Korte stop te Absdale; 11.45 uur: Vertrek naar Axel; 12.15 uur: Aan komst in Axel, waar de auto's opgesteld worden op de markt, 14.00 uur: Vertrek eerste wagen naar Sas van Gent in zoge naamd ralley-verband Daarna worden de wagens om de halve minuut één voor éém 'weggeschoten'. 14.30 15 00 uur: Aankomst op de Oostkade in Sas van Gent; 15.15-17 15 uur Alle auto's wor den opgesteld op de Promenade. 17.15 uur. Vertrek van de Promenade naar Westdorpe, 17 30 uur. Korte stop aan het café 'Het Oude Raadhuis' te West dorpe; 18 15 uur Vertrek van Westdorpe naar Sas van Gent; 20.00-24.00 uur: Di ner in Hotel Toyal, waarna dansen. 24 augustus. 08 00-09.00 uur: Gezamen lijk 'Vlaams ontbijt' in herberg 'Rotter dam'; 09.30 uur: Vertrek van de CSM naar het Keizer Karelpleln; 09.45 uur: Ontvangst door burgemeester W. Du- sarduijn en wethouders van Sas van Gent in de Burgerzaal van het ge meentehuls. 11 00 uur: Vertrek van het Keizer Karelpleln naar Bassevelde (B); 11.30 uur Aankomst in Bassevelde. waar de auto's tentoon worden gesteld; 12.30 uur. Vertrek uit Bassevelde naar Philippine; 13.30 uur Aankomst in Phi lippine, waar de deelnemers door de plaatselijke middenstand een consump tie worden aangeboden. 14.00 uur Ver trek uit Philippine en via de Zandstraat naar Sas van Gent, 14.30 uur Aankomst op de CPC, waar een koffiemaaltijd wordt aangeboden en de prijsuitreiking zal plaatsvinden. Johny Mijnsbergh vertelde dat men ondankst het succes van de eerste Ka- naalzónc-rit in 1977, toch doelbewust drie jaar heeft gewacht met het organi seren van een tweede rit. Ook de derde rit zal weer drie jaar op zich laten wachten. De organisatie heeft daar een goede reden voor. „We willen voor een goede organisatie zorgen en die kost veel geld. Daarvoor moeten we aankloppen bij sponsors, maar ook andere organisaties doen daar een beroep op. Willen we van suc ces verzekerd zijn, dan moeten we deze mensen niet steeds lastig vallen. Ook voor de deelnemers moet het aanrekke- lijk zijn om weer eens naar Zeeuwsch- Vlaanderen te komen. Het moet geen sleur worden anders verslapt al vlug de animo. We hebben van de zijde van de sposors zeer positieve reacties ontvan gen. We kunnen er natuurlijk altijd nog wel wat gebruiken". Ook van de zijde van de deelnemers wordt zeer positief gereageerd. Hoewel de inschrijving nog maar pas open is, zijn er nu reeds meer dan derig bij hetse- cretariaat binnen gekomen. Onder dez inschrijvingen bevinden zich zeer zeld zame wagens, onder andere een Dyon Etbüton uit 1903, een Bnjasier uit 1903 en b.!*?, eenPeugeot uitl908, eenTal- bot uit 1913 en 393( en een Clementet Bayard uit 1913. Deze wagens zijn allen officiéél geregi streerd bij de Pionnier Automobiel Club voor Nederland en de Veteran Car- club Belgium. Dat waarborgt dat alle wagens nog in orginele staat verkeren. Niet alleen uit Nederland en België zijn er inschrijvingen binnen, ook uit Enge land doen er wagens mee. Daar staat tegenover dat er uit Zeeuwsch-Vlaan deren nog slechts één inschrijving bin- ein maassen nen is. Hier komt echter spoedig veran dering in, verzekert de organisatie. De Zeeuws-Vlaamse autoliefhebbers moe ten daar dan niet al te lang mee wach ten. De organisatoren willen namelijk beslist niet met veel meer dan vijftig deelnemers van start gaan. Een groter aantal brengt alleen maar moeilijkhe den in het verkeer en dat wil men persé voorkomen. Zoiets bederft al vlug de sfeer. 1 In principe worden er ook geen auto's met een bouwjaar na 1940 ingeschre ven. Mocht er zich toch zo'n wagen tus sen de deelnemers bevinden dan zal het om een zeldzaam voorkomend type Vrijdag 22 augustus is tussen 18 30 en 21.00 uur de ontvangst van dejleelne- mers m de kantine van de Centrale Sui ker Maatschappij in Sas van Gent. Na deze ontvangst en nadat de auto's vei lig zijn opgeborgen, vertrekt men naar de herberg "Rotterdam' waar de gele genheid wordt geboden om gezellig bij te praten. Zaterdag 23 augustus begint het eigenlijke ralley-gebeuren pas. Na het gebruik van het ontbijt en het in ontvangst nemen van de documenten, vertrekt men via een 'Fortenroute' naar 'De Huifkar' in Absdale. Tijdens deze rit zullen de deelnemers een aantal vragen moeten beantwoorden, die zullen mee tellen voor de einduitslag. Na een korte stop vertrekt men richting Axel. de eerste grote stopplaats. De wa gens zullen daar op de markt worden opgesteld en voor het publiek bijna twee uur te bezichtigen zijn. Axel Rien Verbrugge: „Voor deze eerste gro te stop hebben we doelbewust Axel ge kozen. Nadat Terneuzen in 1977 als eer ste aan de beurt was geweest, wilden wij nu ook eens een andere plaats de kans geven. Wij dachten daarbij aan Axel omdat hier op zaterdag veel pu bliek komt en dit dus een goede gele genheid is om bekendheid aan ons eve nement te geven. Bovendien werden hier onze plannen, door de horeca, en kele middenstanders en de VW, zeer enthousiast ontvangen. Dit was overi gens niet met iedereen het geval in Axel. Het streekcentrum vond heel het gebeuren niet interessant en meende dan ook geen medewerking te moeten verlenen". Horeca-man Rob van Zuilen: „Kijk die mensen vinden dat de markt voldoende publiek naar Axel trekt en dat men hen tijdens deze markt niets anders moet bieden. Wij hebben hier een uitgespro ken andere mening over, je moet deze mensen ook eens iets anders bieden. Als Je de gelegenheid krijgt om zo'n eve nement binnen te halen moetje dat met beide handen aangrijpen wii bieden de deelnemers een koffiemaaltijd aan en wat consumpties en ondertussen kan het publiek genieten van de tentoonge stelde wagens. Iets waar veel belang stelling voor is, dat is in het verleden genoeg gebleken". De heer Wikkering van het streekcen trum. „Wij hebben wel degelijk belang stelling, maar er is hier slechts één tele foontje met mij over gepleegd. Kijk wij juichen het zelfs toe dat er evenemen ten in Axel komen, ook tijdens de markt. Ik heb dan ook gevraagd of zij dit evenement niet konden verzetten naar de week waarin onze braderie plaatsvindt. Dat was niet mogelijk en verder is er geen contact hierover met ons geweest. Het streekcentrum is altijd bereid om steun te verlenen en daar waarmogelijk ook financieel. Dit moet dan echter wel even tijdig worden aangevraagd zodat dit in een vergadering van ons kan wor den besproken. Tevens moeten wij er voor uitkijken dat we niet voor de voe ten van de VW gaan lopen. Het is wel leuk dat de horeca zich nu ineens zeer actief toont, want in feite profiteren zij toch ook wel van de activiteiten die in Axel plaatsvinden". Na de stop in Axel zullen de deelne mers, net als bij een echte ralley, wor den 'weggeschoten' richting Sas van Gent. Hier zullen de wagens na aan komst tentoongesteld worden op de Promenade. Zondag 24 augustus begint men eerst met een gezamenlijk 'Vlaams ontbijt' waaraan zo'n 120 personen deelnemen. Hierna wordt het gezelschap ontvan gen in de Burgerzaal door b en w van Sas van Gent. Dan volgt er een dagje België met als grote stop Bassevelde. Tot slot zal in de kantine van de CPC in Sas van Gent een koffietafel worden aangeboden. Hier zal ook de prijsuitrei king plaatsvinden, het geheel wordt op geluisterd door het bekende Hongaarse zigeunerorkest Los Lajos Harvath. Eén van de deelnemers aan de Old Timerrit van driejaar geleden de behendigheidsproeven in Sas van Gent. Aan de hand van een lijst met gegevens over de auto's bepaald het publiek welke zij de mooiste vinden. Wat stijl aangaat zal een MG als op de foto zeker hoge ogen gooien voor de schoonheidsprijs. dociale wetgeving: sommigen vinden het teveel van het goede, anderen te weinig. Over het bestaansrecht van dergelijke wetten is iedereen het echter eens. De staat dient ervoor te zorgen dat zij, die werkeloos, ziek of bejaard zijn, toch een menswaardig bestaan kunnen leiden. De Nederlandse sociale wetgeving, die hierop betrekking heeft, is echter pas in deze eeuw tot stad gekomen. Vóór deze tijd waren slechts weinigen van me ning, dat de overheid op dit terrein een taak had. Armen-, zieen- en bejaarden zorg lag op het gebied van de christelij ke naastenliefde. Rijke burgers konden hun christenplicht vervullen, door hun armere evennaasten bij te staan. Met name in de katholieke kerk heerste de mening, dat de armen door hun lijden geduldig te dragen, makkelijker een plaats in de hemel zouden verdienen. liefdadigheid De geschiedenis van de liefdadigheid in Nederland is al vele eeuwen oud. en in feite nog steeds niet afgelopen. Hulst vormt hierop geen uitzondering. Zoals in vele steden bestond hier al in de Middeleeuwen onder rijke burgers de gewoonte, om schenkingen te doen ten behoeve vanhet onderhoud van de 'gemeene armen', zoals ze aak genoemd werden. De instelling, die deze fondsen beheer de, was het 'Heilige Geesthuis'. Volgens P J Brand zou dit huis gestaan hebben nabij de huidige Potterstraat. Regel matig werd van hieruit bijvoorbeeld brood aan de armen uitgedeeld. In de 17e eeuw werd de armenzorg in Hulst het terrein van onder meer de diaconie van de hervormde kerk Het principe van de liefdadigheid bleef echter be staan. een deel van de inkomsten van de diaconie bestond uit de opbrengsten van collecten. De diaronie richtte zich waarschijnlijk meest op de allerarmsten in de Hulster samenleving. Boven deze benedenste laag van bezitslozen of bijna-bezitslo- zen moet zich een groep mensen bevon den hebben, die met een zekere regel maat inkomsten genoten en ook wel wat bezittingen hadden, maar toch door tegenslagen in ernstige moeilijk heden konder raken. Voor hen was er vanaf 1652 de bak van Lening ofwel de lommerd, een woord dat vele ouderen nog vertroswd ln de oren zal klinken. In 1652 besloot het Hulster stadsbe stuur, om uit de stadsfinanciën geldbe dragen uit te gaan lenen op onderpand. Boekhouder en beheerder werd Marti- nus van Lansbergen. Deze bleek echter niet tegen zijn taak opgewassen. Er werd geklaagd, dat hij de panden on zorgvuldig beheerde. Hoewel er tegen rente werd uileleend, bleek de bank niet winstgevend. In 1655 wer daarom de opzet van de bank drastisch veranderd. De Hulster overheid trok zich als financier terug, maar liet de idee van de lommerd niet varen. In een acte van 22 juni 1655 stel de het stadsbestuur, het tot de plicht van een christelijke overheid te reke nen, ervoor te zorgen dat de armen met tegen woekerrente zouden hoeven te le nen. Baljuw, burgemeester en schepe nen van Hulst besloten daarom over te gaan tot de oprichting van een 'huys van leeninge', in de deftige, ambtelijke taal die destijds gebruikelijk was, 'tot commoditeyt ende soulagement (ge mak en ondersteuning) van de gemeen te'. Het beheer van de bank zou ln de toe komst aan een particulier worden over gelaten. die ook zelf het bankkapitaal moest verschaffen. Het stadsbestuur zou hem het monopolie op het houden van een Bank van Lening geven. Voor dit voorrecht betaalde de bankhouder elk jaar een bepaalde som aan de stad. In 1760 bedroeg deze pachtprijs 5 pond per jaar. In een regement legde het stadsbestuur nauwkeurig vast, waar de bankhouder zich aan te houden had. Hij was vrij om naar eigen goeddunken onderpanden aan te nemen of af te wijzen. Het rente percentage was echter volgens een in gewikkelde berekening precies vastge steld. Zoals bfj een lommerdgebruikelijk is. bleven de onderpanden bezit van de bank totdat de lening was afgelost. Mocht de lening na 14 maanden nog niet zijn afbetaald, dan zouden de on derpanden worden verkocht. Als er, na aftrek van de kosten van de lening en verkoping nog iets overbleef, werd dat aan de lener ter hand gesteld. De lener moest hier echter wel zelf om vragen. Als er niemand om kwam, werd het overschot eigendom van de bankhou der. Hiertegenover stond echter, dat als de opbrengst van de verkoop van het onderpand de kosten van de lening niet dekte, het verlies voor de bankhouder was. an qeelhoedt De bankhouder had de plicht het pu bliek zo goed mogelijk van dienst te zijn Hij moest daarom de bank vol doende uren openhouden. In 1655 wa ren de openingstijden vastgesteld van 8 tot 11 uur 's morgens en van 2 tot 5 uur 's middags. Het stadsbestuur stond hem wel twee weken vakantie per jaar toe. op te nemen wanneer het hem schikte. Een vast bankgebouw was er niet: de bankhouder deed waarschijnlijk ge woon zaken aan eigen huis. In 1665 was er waarschijnlijk geen Hulstenaar te vinden met voldoende kapitaal of zin om bank te houden. Het stadsbestuur verleende toen aan de jo den Isaac Salomons en Symon Levi toestemming om voor de tijd van 20 jaar in de stad te komen wonen om bank te houden. Zij kregen toestem ming 'bedectelijc ende buyten schan- dael, binnenshuijs'. Ook in latere tijden leverde de instand houding van de bank wel eens proble men op. In 1750 deed Joost Jansen van Roosendaal afstand van zijn recht om bank te houden. De bank leverde te wei' nig op. omdat er sle hts voor 400,- was uitgeleend. Anna Maria de Swart nam de bank over op eigen risico, maar ze hoefde de stad geen pacht te betalen. Later verbeterde de situatie van de bank waarschijnlijk weer. Behalve door de Bank van Lening zal er waarschijnlijk in Hulst weinig geld uit geleend zijn. In een zo arme stad als Hulst, met waarschijnlijk alleen hier en daar een notaris, advocaat, beurtschip per of rentenier, die naar de normen van die tijd welgesteld was, was er voor winstgevende investeringen maar heel weinig ruimte. De grote uitbreiding van het bankwezen in Hulst is pas in deze tijd tot stand gekomen. Grote Markt Hulst. Onderschrift: Banken in Hulst: nieuwe ontwikkeling. Ben Vermandei.herkenbare lijn... „Het is bedoeld om door deze trainingsopzet binnen de vereniging één herken bare lijn te hebben", zegt Ben Vermandei, oud-top- turner van Zeeland en al sinds 1968 actief als hoofd trainer bij de gymnastiek vereniging THOR uit Sas van Gent. Daarmee verwij zend naar de door hem uit gedokterde trainingsaan- pak die nu al een half jaar binnen de vereniging wordt uitgeprobeerd. „Ik zeg niet", vervolgt hij, „dat dit nou de methode is maar het is wel een manier om een gymnastiekvereniging een duidelijk gezicht te ge ven". Maandenlang heeft Vermandei zich bezig gehouden met het be denken en op papier zetten van de verschillende trainingsonderdelen. Tot in de kleinste details is elke oe fening uitgewerkt. Methodieken, grafieken, zelfs de hele pun ten- beoordeling staat genoteerd. Alles keurig bijeen verwerkt ln één dikke brochure, die nu binen de vereni ging als handleiding gebruikt wordt. Allemaal met één doe, orde schppen binnen een gymnastiek vereniging. Vermandei: „De meeste mensen weten weinig van een gymnastiek vereniging. De media besteden er weinig aandacht aan men hoort er iet veel vani Maer dat hebeen wij eigenlijk allemaal aan onszelf te danken. Want wat gebeurt er. Er is een gymnastiekvereniging, daa krijgt men één uurtje in de week les er s een leuke leidster, die is een kwatiertje met een kopol bezig, eenhalf uurtje met iets andrs, aan het eind een leuk spelletje en dat is het dan. Daar komt dan nog bij dat iedere leider of teidster wee andere ideeén heeft ove wat gymnastiek behort te zijn. dus leren doet men echt weinig. Daar staet tegenover dat wanneer iemend lid wordt van een judovereniging enkel bez g is met judo. Voor turnen zijn zoveel verschillende onderdelen, daar kan men alle kanten mee op". intentieonderdelen De Sasse hoofdtrainer ziet dit ook bin en de eigen vereniging. „Zij hebben een twaalftal mensen die leiding hebben en ie hebben alle maal hun eigen manier van les gevn. De één heest wat verstand van kleutergymnastiek, de ender is meer gericht op het bez ghosden van kinderen, wee andere trefken naa de wedstrijdsport en nkete houen zich min of tee bez g met topsport", aldss Be Vemandel. Om een evenwichtiger tra ninosop- bouw te verkrijgen is men in sa van Gent ein vorig jaa de ijn Ve mandel gaan volgen. Wa dit nu hrenies inhoudt, legt Vemandel uit „Ee hebben besloten om er eeftijds- categorie, zowel voor jongens als voor meisjes, intntieonderdelen op te zetten. Dat houdt in dat we per toestel een hoop onderdelen naa vom halen en diest k voo stuk be handelen. Die onderdelen zijn dan ook weer allemaal te eplitsen in verschillende methodieken, die ik allemaal heb uitgewerkt. Alles is eanoepast aan de leeftijd maar wel zodenig dat het trahsgewijs gaat. Kinderen van zes jaar doen eenbe- paalde oefening zes keer, wanneer ze echt zijn woret dat twaelf keer enztvoort. Dezelfde onderdelen ko men dan ook altijd enioszins tersg". Voor de teiing betkent dit een hele omsnhakeling. Zij dienen zich mee dan voorheen te ichen op hettech- nische gedeelte zodat vakkennis nu een eerste vereiste wordt. Lei ding geven, hoe belangrijk Ver- mandel het ook vindt, is daarbij se cundair. Vermandei is z ch zei bewsst dat door deze trainingsop zet de nadruk komt te liggen op het prestatieve karakter van de gymnastiek. Hij ziet daar echter geen grote bezwaren in. „Nee, hetis niet zo dat we het nu puur presta- tief benaderen, ook bij de kleintjes. Die leuke dinten, zoals verspringen over een mat of zo, die spelletjes, die kan men er gewton bijhouden. Daarnaast is het wel zo dat ze doo het oefenen van deze intentieon derdelen een betere basistechniek ontwikkelen. De jongste kinderen die daar nu mee beginnen tresken er het meeste prosijt vani voor de oudere is het*wat moe üjker. Zoeoende breng je het peil bin ende mereniging wel omhoog en dat is toch ook de bedoeling". inhoud De leiderscursussen die in Zeeland gegeven worden, zouden volgens Vermendel kunnen bijdragen tot een beter gerichte trainingsop- bouw. Maar, dan zal er wel wat veranderd moeten worden. De hoofdtrainer van THOR, die zeli kan bogen op een jarenlange erva ring, is niet zo te spreken over de inhoud van de lessen. „Er wordt", zo zegt hij, „teveel ge werkt met technieken, die in de topsport al lang en breed achter haald zijn, en daar moet men toch de basistechnieken vandaan halen. Ik heb ook de indruk dat het accent teveel op het leiding geven is ko men te liggen. Dan doe ik met mijn leiding liever die intentieonderde len dan d at ik ze naar een cursus zie gaan. Niet dat ze niet mogen, dat moeten ze zelf beslissen. Maar wan neer ze zo'n cursus gedaan hebben, denken ze dat ze les kunnen geven- Alleen zijn die lessen, althans zo is de situatie op het moment, niet ge staafd aan de huidige ontwikkelin gen". Toch voorziet hij wel verbeteringen op dit punt. Binnen het gymnas- tiekverbond is inmiddels een dis cussie op gang gekomen die zal moeten bijdragen tot een betere trainingscoórdinatie. Ben Verman- del: „Ach, misschien ben ik wel te veel turner, teveel prestatiege richt". I. roelandt Belangrijk bij dit alles is natuur lijk hoe het ervaren wordt door de kinderen en hoe de leiding binnen de Sasse gymnastiekvereniging er tegenaan kijkt. Het experiment, want dat is het nog, loopt nu een half jaar. Ter afsluiting van het seizoen zijn enkele weken geleden clubkampioenschappen gehou den. De oefeningen die daar moes ten worden afgewerkt vormden een samensmelting van diverse in tentieonderdelen. Een goede gele genheid dus om enig inzicht te krijgen. 'Vermandei: „Wat ik heb opgevan gen van de leiding is dabde kinde ren zich meer inzetten. Het is mis schien wel wat te vroeg maar ik vind dat de mentaliteit van vooral de jongere kinderen veranderd is. Ze hebben nu iets waar ze zich op kunnen richten. Ze krijgen nu ook een resultatenlijst, dan weten ze precies waar ze staan. Het volgende jaar kunnen ze dan kijken of er iets verbeterd is of niet. Ze zijn veel meer bij het alles betrokken". „Voor de leiding geldt in feite het zelfde, Veel mensen binnen de ver eniging, die goede niet te na gespro ken, raken op een gegeven moment door hun oefenstof. Nu hebben ze door die intentieonderdelen, een rode draad waar ze zich het hele jaar door aan vast kunnen houden. En ook zljraken op die maniermeer bij het geheel betrokken". „Wat ik er verder mee ga doen. Kij ken, in de eerste plaats, wat er nog verbeterd kan worden en wat er daarnaast eventueel veranderd zou moeten worden. We draaien er nu een half jaar mee, we hebben wat wedstrijden en dan merk je dat "er dingen zijn die op een andere ma nier kunnen. Dat ga ik dus allemaal verwerken en uitwerken. Volgend seizoen gaan we dan met de verbe teringen toch deze stof weer gebrui ken. Of ik er een boek van ga ma ken, 'wijzend op de dikke brochure die voor hem ligt', nee, dat is een beetje teveel werk. ZEEUWSCH-VLAANDEREN 4

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 30