armenzorg in hulst:
liefdadigheid en lommerd
'oudjes' nemen bezit
van zeeuws-vlaamse wegen
ben vermandei
pakte bij thor
trainingsopzet aan
programma
VRIJDAG 18 JULI 1980
Vrijdag 22 augustus gaat in Sas van Gent voor de tweede maal de ralley voor Old Timers in
Zeeuwsch-Vlaanderen van start. De organisatie berust bij het 'Old Timer-comité Zeeuwsch-
Vlaanderen', bestaande uit de heren Johny Mijnsbergh, Ed Vermast, Rien Verbrugge. Jos de
Putter, Johan Hansen en Jos Boon. Naar verwachting zullen zo'n vijftig Old Timers drie dagen
bezit nemen van de bzeeuws-Vlaamse en ebelgische wegen. Hoewel het hier gaat om een raltey -
dus het wedstrijdelement aanzezig is ij staet de oezelligheid hoog in het vaandel van de organisa
tie. Dat blijkt uit het programma dat zij heeft samengesteld.
Tijdens de presentatie van dit program
ma - vorige week in "het Chalet' te Axel -
stelde Ed Vermast: „Het is onze bedoe
ling om de deelnemers te laten genieten
van de typische Vlaamse gastvrijheid
en hun drie dagen gezellig bezig te hou
den. De wedstrijd komt duieelijk op de
tweede plaats Het muzikale gedeelte
neet een belangrijke plaats in". Zo zal
de eerste dag de boerenkapel de 'Kerre-
lers' uit Sas van Gent de gehele dag de
autokaravaan begeleiden en de tweede
dag zal de harmonie 'Sint Cecilia' uit
Bassevelde dit doen.
Het promoten van Zeeuwsch-Vlaande
ren is een ander doel dat men nastreeft
met deze ralley. Zo zal bij de herschll-
lende stops de deelnemers een attentie
worden aangeboden. Op de laatste dag
- bij de prijsuitreiking - zullen zij een
pakket ontvangen, dat bestaat uit pro-
dukten afkomstig uit de kanaalzöne.
Het publiek wil men ook zoveel moge
lijk bij het ralley-gebeuren betrekken.
Het kan niet alleen bij de diverse stops
de oude karretjes bekijken maar ook de
eindrangschikking mee bepalen Bij ie
dere stop krygen de kijkers een lijst met
de namen van de deelnemers, het merk
en het bouwjaar van de auto. Bij deze
lijst is tevens een formulier gevoegd
waarop men kan invullen welke wagen
men de mooiste vindt. De auto's zijn
hievoor genummerd in de olgorde van
leeftijd.
drie jaar
Het programma voor de Tweede
Kanaalzóne-ril voor Old Timers
22 augustus 18 30-21.00 uur. Aankomst
deelnemers in de kantine van de CSM te
Sas van Gent, 21 00 uur Gezellelg 'bij
praten' in de herberg Rotterdam'.
23 augustus: 09.00-10.00 uur: Aankomst
deelnemers en uitreiking documenten
in de kanUne van de CSM; 10.00 uur-
Vertrek via een deel 'Fortenroute' naar
restaurant 'De Huifkar' in Absdale;
11.00 uur. Korte stop te Absdale; 11.45
uur: Vertrek naar Axel; 12.15 uur: Aan
komst in Axel, waar de auto's opgesteld
worden op de markt, 14.00 uur: Vertrek
eerste wagen naar Sas van Gent in zoge
naamd ralley-verband Daarna worden
de wagens om de halve minuut één voor
éém 'weggeschoten'. 14.30 15 00 uur:
Aankomst op de Oostkade in Sas van
Gent; 15.15-17 15 uur Alle auto's wor
den opgesteld op de Promenade. 17.15
uur. Vertrek van de Promenade naar
Westdorpe, 17 30 uur. Korte stop aan
het café 'Het Oude Raadhuis' te West
dorpe; 18 15 uur Vertrek van Westdorpe
naar Sas van Gent; 20.00-24.00 uur: Di
ner in Hotel Toyal, waarna dansen.
24 augustus. 08 00-09.00 uur: Gezamen
lijk 'Vlaams ontbijt' in herberg 'Rotter
dam'; 09.30 uur: Vertrek van de CSM
naar het Keizer Karelpleln; 09.45 uur:
Ontvangst door burgemeester W. Du-
sarduijn en wethouders van Sas van
Gent in de Burgerzaal van het ge
meentehuls. 11 00 uur: Vertrek van het
Keizer Karelpleln naar Bassevelde (B);
11.30 uur Aankomst in Bassevelde.
waar de auto's tentoon worden gesteld;
12.30 uur. Vertrek uit Bassevelde naar
Philippine; 13.30 uur Aankomst in Phi
lippine, waar de deelnemers door de
plaatselijke middenstand een consump
tie worden aangeboden. 14.00 uur Ver
trek uit Philippine en via de Zandstraat
naar Sas van Gent, 14.30 uur Aankomst
op de CPC, waar een koffiemaaltijd
wordt aangeboden en de prijsuitreiking
zal plaatsvinden.
Johny Mijnsbergh vertelde dat men
ondankst het succes van de eerste Ka-
naalzónc-rit in 1977, toch doelbewust
drie jaar heeft gewacht met het organi
seren van een tweede rit. Ook de derde
rit zal weer drie jaar op zich laten
wachten. De organisatie heeft daar een
goede reden voor.
„We willen voor een goede organisatie
zorgen en die kost veel geld. Daarvoor
moeten we aankloppen bij sponsors,
maar ook andere organisaties doen
daar een beroep op. Willen we van suc
ces verzekerd zijn, dan moeten we deze
mensen niet steeds lastig vallen. Ook
voor de deelnemers moet het aanrekke-
lijk zijn om weer eens naar Zeeuwsch-
Vlaanderen te komen. Het moet geen
sleur worden anders verslapt al vlug de
animo. We hebben van de zijde van de
sposors zeer positieve reacties ontvan
gen. We kunnen er natuurlijk altijd nog
wel wat gebruiken".
Ook van de zijde van de deelnemers
wordt zeer positief gereageerd. Hoewel
de inschrijving nog maar pas open is,
zijn er nu reeds meer dan derig bij hetse-
cretariaat binnen gekomen. Onder dez
inschrijvingen bevinden zich zeer zeld
zame wagens, onder andere een Dyon
Etbüton uit 1903, een Bnjasier uit 1903
en b.!*?, eenPeugeot uitl908, eenTal-
bot uit 1913 en 393( en een Clementet
Bayard uit 1913.
Deze wagens zijn allen officiéél geregi
streerd bij de Pionnier Automobiel
Club voor Nederland en de Veteran Car-
club Belgium. Dat waarborgt dat alle
wagens nog in orginele staat verkeren.
Niet alleen uit Nederland en België zijn
er inschrijvingen binnen, ook uit Enge
land doen er wagens mee. Daar staat
tegenover dat er uit Zeeuwsch-Vlaan
deren nog slechts één inschrijving bin-
ein maassen
nen is. Hier komt echter spoedig veran
dering in, verzekert de organisatie. De
Zeeuws-Vlaamse autoliefhebbers moe
ten daar dan niet al te lang mee wach
ten. De organisatoren willen namelijk
beslist niet met veel meer dan vijftig
deelnemers van start gaan. Een groter
aantal brengt alleen maar moeilijkhe
den in het verkeer en dat wil men persé
voorkomen. Zoiets bederft al vlug de
sfeer. 1
In principe worden er ook geen auto's
met een bouwjaar na 1940 ingeschre
ven. Mocht er zich toch zo'n wagen tus
sen de deelnemers bevinden dan zal het
om een zeldzaam voorkomend type
Vrijdag 22 augustus is tussen 18 30 en
21.00 uur de ontvangst van dejleelne-
mers m de kantine van de Centrale Sui
ker Maatschappij in Sas van Gent. Na
deze ontvangst en nadat de auto's vei
lig zijn opgeborgen, vertrekt men naar
de herberg "Rotterdam' waar de gele
genheid wordt geboden om gezellig bij
te praten. Zaterdag 23 augustus begint
het eigenlijke ralley-gebeuren pas. Na
het gebruik van het ontbijt en het in
ontvangst nemen van de documenten,
vertrekt men via een 'Fortenroute' naar
'De Huifkar' in Absdale. Tijdens deze rit
zullen de deelnemers een aantal vragen
moeten beantwoorden, die zullen mee
tellen voor de einduitslag.
Na een korte stop vertrekt men richting
Axel. de eerste grote stopplaats. De wa
gens zullen daar op de markt worden
opgesteld en voor het publiek bijna
twee uur te bezichtigen zijn.
Axel
Rien Verbrugge: „Voor deze eerste gro
te stop hebben we doelbewust Axel ge
kozen. Nadat Terneuzen in 1977 als eer
ste aan de beurt was geweest, wilden
wij nu ook eens een andere plaats de
kans geven. Wij dachten daarbij aan
Axel omdat hier op zaterdag veel pu
bliek komt en dit dus een goede gele
genheid is om bekendheid aan ons eve
nement te geven. Bovendien werden
hier onze plannen, door de horeca, en
kele middenstanders en de VW, zeer
enthousiast ontvangen. Dit was overi
gens niet met iedereen het geval in
Axel. Het streekcentrum vond heel het
gebeuren niet interessant en meende
dan ook geen medewerking te moeten
verlenen".
Horeca-man Rob van Zuilen: „Kijk die
mensen vinden dat de markt voldoende
publiek naar Axel trekt en dat men hen
tijdens deze markt niets anders moet
bieden. Wij hebben hier een uitgespro
ken andere mening over, je moet deze
mensen ook eens iets anders bieden.
Als Je de gelegenheid krijgt om zo'n eve
nement binnen te halen moetje dat met
beide handen aangrijpen wii bieden de
deelnemers een koffiemaaltijd aan en
wat consumpties en ondertussen kan
het publiek genieten van de tentoonge
stelde wagens. Iets waar veel belang
stelling voor is, dat is in het verleden
genoeg gebleken".
De heer Wikkering van het streekcen
trum. „Wij hebben wel degelijk belang
stelling, maar er is hier slechts één tele
foontje met mij over gepleegd. Kijk wij
juichen het zelfs toe dat er evenemen
ten in Axel komen, ook tijdens de
markt. Ik heb dan ook gevraagd of zij
dit evenement niet konden verzetten
naar de week waarin onze braderie
plaatsvindt.
Dat was niet mogelijk en verder is er
geen contact hierover met ons geweest.
Het streekcentrum is altijd bereid om
steun te verlenen en daar waarmogelijk
ook financieel. Dit moet dan echter wel
even tijdig worden aangevraagd zodat
dit in een vergadering van ons kan wor
den besproken. Tevens moeten wij er
voor uitkijken dat we niet voor de voe
ten van de VW gaan lopen. Het is wel
leuk dat de horeca zich nu ineens zeer
actief toont, want in feite profiteren zij
toch ook wel van de activiteiten die in
Axel plaatsvinden".
Na de stop in Axel zullen de deelne
mers, net als bij een echte ralley, wor
den 'weggeschoten' richting Sas van
Gent. Hier zullen de wagens na aan
komst tentoongesteld worden op de
Promenade.
Zondag 24 augustus begint men eerst
met een gezamenlijk 'Vlaams ontbijt'
waaraan zo'n 120 personen deelnemen.
Hierna wordt het gezelschap ontvan
gen in de Burgerzaal door b en w van
Sas van Gent. Dan volgt er een dagje
België met als grote stop Bassevelde.
Tot slot zal in de kantine van de CPC in
Sas van Gent een koffietafel worden
aangeboden. Hier zal ook de prijsuitrei
king plaatsvinden, het geheel wordt op
geluisterd door het bekende Hongaarse
zigeunerorkest Los Lajos Harvath.
Eén van de deelnemers aan de Old Timerrit van driejaar geleden
de behendigheidsproeven in Sas van Gent.
Aan de hand van een lijst met gegevens over de auto's bepaald het publiek welke
zij de mooiste vinden. Wat stijl aangaat zal een MG als op de foto zeker hoge ogen
gooien voor de schoonheidsprijs.
dociale wetgeving: sommigen vinden het teveel van het goede, anderen te
weinig. Over het bestaansrecht van dergelijke wetten is iedereen het echter eens.
De staat dient ervoor te zorgen dat zij, die werkeloos, ziek of bejaard zijn, toch
een menswaardig bestaan kunnen leiden.
De Nederlandse sociale wetgeving, die
hierop betrekking heeft, is echter pas in
deze eeuw tot stad gekomen. Vóór deze
tijd waren slechts weinigen van me
ning, dat de overheid op dit terrein een
taak had. Armen-, zieen- en bejaarden
zorg lag op het gebied van de christelij
ke naastenliefde. Rijke burgers konden
hun christenplicht vervullen, door hun
armere evennaasten bij te staan. Met
name in de katholieke kerk heerste de
mening, dat de armen door hun lijden
geduldig te dragen, makkelijker een
plaats in de hemel zouden verdienen.
liefdadigheid
De geschiedenis van de liefdadigheid
in Nederland is al vele eeuwen oud. en
in feite nog steeds niet afgelopen.
Hulst vormt hierop geen uitzondering.
Zoals in vele steden bestond hier al in
de Middeleeuwen onder rijke burgers
de gewoonte, om schenkingen te doen
ten behoeve vanhet onderhoud van de
'gemeene armen', zoals ze aak genoemd
werden.
De instelling, die deze fondsen beheer
de, was het 'Heilige Geesthuis'. Volgens
P J Brand zou dit huis gestaan hebben
nabij de huidige Potterstraat. Regel
matig werd van hieruit bijvoorbeeld
brood aan de armen uitgedeeld. In de
17e eeuw werd de armenzorg in Hulst
het terrein van onder meer de diaconie
van de hervormde kerk Het principe
van de liefdadigheid bleef echter be
staan. een deel van de inkomsten van
de diaconie bestond uit de opbrengsten
van collecten.
De diaronie richtte zich waarschijnlijk
meest op de allerarmsten in de Hulster
samenleving. Boven deze benedenste
laag van bezitslozen of bijna-bezitslo-
zen moet zich een groep mensen bevon
den hebben, die met een zekere regel
maat inkomsten genoten en ook wel
wat bezittingen hadden, maar toch
door tegenslagen in ernstige moeilijk
heden konder raken. Voor hen was er
vanaf 1652 de bak van Lening ofwel de
lommerd, een woord dat vele ouderen
nog vertroswd ln de oren zal klinken.
In 1652 besloot het Hulster stadsbe
stuur, om uit de stadsfinanciën geldbe
dragen uit te gaan lenen op onderpand.
Boekhouder en beheerder werd Marti-
nus van Lansbergen. Deze bleek echter
niet tegen zijn taak opgewassen. Er
werd geklaagd, dat hij de panden on
zorgvuldig beheerde. Hoewel er tegen
rente werd uileleend, bleek de bank
niet winstgevend.
In 1655 wer daarom de opzet van de
bank drastisch veranderd. De Hulster
overheid trok zich als financier terug,
maar liet de idee van de lommerd niet
varen. In een acte van 22 juni 1655 stel
de het stadsbestuur, het tot de plicht
van een christelijke overheid te reke
nen, ervoor te zorgen dat de armen met
tegen woekerrente zouden hoeven te le
nen. Baljuw, burgemeester en schepe
nen van Hulst besloten daarom over te
gaan tot de oprichting van een 'huys
van leeninge', in de deftige, ambtelijke
taal die destijds gebruikelijk was, 'tot
commoditeyt ende soulagement (ge
mak en ondersteuning) van de gemeen
te'.
Het beheer van de bank zou ln de toe
komst aan een particulier worden over
gelaten. die ook zelf het bankkapitaal
moest verschaffen. Het stadsbestuur
zou hem het monopolie op het houden
van een Bank van Lening geven. Voor
dit voorrecht betaalde de bankhouder
elk jaar een bepaalde som aan de stad.
In 1760 bedroeg deze pachtprijs 5 pond
per jaar.
In een regement legde het stadsbestuur
nauwkeurig vast, waar de bankhouder
zich aan te houden had. Hij was vrij om
naar eigen goeddunken onderpanden
aan te nemen of af te wijzen. Het rente
percentage was echter volgens een in
gewikkelde berekening precies vastge
steld.
Zoals bfj een lommerdgebruikelijk is.
bleven de onderpanden bezit van de
bank totdat de lening was afgelost.
Mocht de lening na 14 maanden nog
niet zijn afbetaald, dan zouden de on
derpanden worden verkocht. Als er, na
aftrek van de kosten van de lening en
verkoping nog iets overbleef, werd dat
aan de lener ter hand gesteld. De lener
moest hier echter wel zelf om vragen.
Als er niemand om kwam, werd het
overschot eigendom van de bankhou
der. Hiertegenover stond echter, dat als
de opbrengst van de verkoop van het
onderpand de kosten van de lening niet
dekte, het verlies voor de bankhouder
was.
an qeelhoedt
De bankhouder had de plicht het pu
bliek zo goed mogelijk van dienst te
zijn Hij moest daarom de bank vol
doende uren openhouden. In 1655 wa
ren de openingstijden vastgesteld van 8
tot 11 uur 's morgens en van 2 tot 5 uur 's
middags. Het stadsbestuur stond hem
wel twee weken vakantie per jaar toe.
op te nemen wanneer het hem schikte.
Een vast bankgebouw was er niet: de
bankhouder deed waarschijnlijk ge
woon zaken aan eigen huis.
In 1665 was er waarschijnlijk geen
Hulstenaar te vinden met voldoende
kapitaal of zin om bank te houden. Het
stadsbestuur verleende toen aan de jo
den Isaac Salomons en Symon Levi
toestemming om voor de tijd van 20
jaar in de stad te komen wonen om
bank te houden. Zij kregen toestem
ming 'bedectelijc ende buyten schan-
dael, binnenshuijs'.
Ook in latere tijden leverde de instand
houding van de bank wel eens proble
men op. In 1750 deed Joost Jansen van
Roosendaal afstand van zijn recht om
bank te houden. De bank leverde te wei'
nig op. omdat er sle hts voor 400,- was
uitgeleend. Anna Maria de Swart nam
de bank over op eigen risico, maar ze
hoefde de stad geen pacht te betalen.
Later verbeterde de situatie van de
bank waarschijnlijk weer.
Behalve door de Bank van Lening zal er
waarschijnlijk in Hulst weinig geld uit
geleend zijn. In een zo arme stad als
Hulst, met waarschijnlijk alleen hier en
daar een notaris, advocaat, beurtschip
per of rentenier, die naar de normen van
die tijd welgesteld was, was er voor
winstgevende investeringen maar heel
weinig ruimte. De grote uitbreiding van
het bankwezen in Hulst is pas in deze
tijd tot stand gekomen.
Grote Markt Hulst. Onderschrift: Banken in Hulst: nieuwe ontwikkeling.
Ben Vermandei.herkenbare lijn...
„Het is bedoeld om door
deze trainingsopzet binnen
de vereniging één herken
bare lijn te hebben", zegt
Ben Vermandei, oud-top-
turner van Zeeland en al
sinds 1968 actief als hoofd
trainer bij de gymnastiek
vereniging THOR uit Sas
van Gent. Daarmee verwij
zend naar de door hem uit
gedokterde trainingsaan-
pak die nu al een half jaar
binnen de vereniging
wordt uitgeprobeerd. „Ik
zeg niet", vervolgt hij, „dat
dit nou de methode is maar
het is wel een manier om
een gymnastiekvereniging
een duidelijk gezicht te ge
ven".
Maandenlang heeft Vermandei
zich bezig gehouden met het be
denken en op papier zetten van de
verschillende trainingsonderdelen.
Tot in de kleinste details is elke oe
fening uitgewerkt. Methodieken,
grafieken, zelfs de hele pun ten-
beoordeling staat genoteerd. Alles
keurig bijeen verwerkt ln één dikke
brochure, die nu binen de vereni
ging als handleiding gebruikt
wordt. Allemaal met één doe, orde
schppen binnen een gymnastiek
vereniging.
Vermandei: „De meeste mensen
weten weinig van een gymnastiek
vereniging. De media besteden er
weinig aandacht aan men hoort er
iet veel vani Maer dat hebeen wij
eigenlijk allemaal aan onszelf te
danken. Want wat gebeurt er. Er is
een gymnastiekvereniging, daa
krijgt men één uurtje in de week les
er s een leuke leidster, die is een
kwatiertje met een kopol bezig,
eenhalf uurtje met iets andrs, aan
het eind een leuk spelletje en dat is
het dan. Daar komt dan nog bij dat
iedere leider of teidster wee andere
ideeén heeft ove wat gymnastiek
behort te zijn. dus leren doet men
echt weinig. Daar staet tegenover
dat wanneer iemend lid wordt van
een judovereniging enkel bez g is
met judo. Voor turnen zijn zoveel
verschillende onderdelen, daar kan
men alle kanten mee op".
intentieonderdelen
De Sasse hoofdtrainer ziet dit ook
bin en de eigen vereniging. „Zij
hebben een twaalftal mensen die
leiding hebben en ie hebben alle
maal hun eigen manier van les
gevn. De één heest wat verstand
van kleutergymnastiek, de ender
is meer gericht op het bez ghosden
van kinderen, wee andere trefken
naa de wedstrijdsport en nkete
houen zich min of tee bez g met
topsport", aldss Be Vemandel. Om
een evenwichtiger tra ninosop-
bouw te verkrijgen is men in sa
van Gent ein vorig jaa de ijn Ve
mandel gaan volgen. Wa dit nu
hrenies inhoudt, legt Vemandel uit
„Ee hebben besloten om er eeftijds-
categorie, zowel voor jongens als
voor meisjes, intntieonderdelen op
te zetten. Dat houdt in dat we per
toestel een hoop onderdelen naa
vom halen en diest k voo stuk be
handelen. Die onderdelen zijn dan
ook weer allemaal te eplitsen in
verschillende methodieken, die ik
allemaal heb uitgewerkt. Alles is
eanoepast aan de leeftijd maar wel
zodenig dat het trahsgewijs gaat.
Kinderen van zes jaar doen eenbe-
paalde oefening zes keer, wanneer
ze echt zijn woret dat twaelf keer
enztvoort. Dezelfde onderdelen ko
men dan ook altijd enioszins
tersg".
Voor de teiing betkent dit een hele
omsnhakeling. Zij dienen zich mee
dan voorheen te ichen op hettech-
nische gedeelte zodat vakkennis
nu een eerste vereiste wordt. Lei
ding geven, hoe belangrijk Ver-
mandel het ook vindt, is daarbij se
cundair. Vermandei is z ch zei
bewsst dat door deze trainingsop
zet de nadruk komt te liggen op het
prestatieve karakter van de
gymnastiek. Hij ziet daar echter
geen grote bezwaren in. „Nee, hetis
niet zo dat we het nu puur presta-
tief benaderen, ook bij de kleintjes.
Die leuke dinten, zoals verspringen
over een mat of zo, die spelletjes,
die kan men er gewton bijhouden.
Daarnaast is het wel zo dat ze doo
het oefenen van deze intentieon
derdelen een betere basistechniek
ontwikkelen. De jongste kinderen
die daar nu mee beginnen tresken
er het meeste prosijt vani voor de
oudere is het*wat moe üjker.
Zoeoende breng je het peil bin ende
mereniging wel omhoog en dat is
toch ook de bedoeling".
inhoud
De leiderscursussen die in Zeeland
gegeven worden, zouden volgens
Vermendel kunnen bijdragen tot
een beter gerichte trainingsop-
bouw. Maar, dan zal er wel wat
veranderd moeten worden. De
hoofdtrainer van THOR, die zeli
kan bogen op een jarenlange erva
ring, is niet zo te spreken over de
inhoud van de lessen.
„Er wordt", zo zegt hij, „teveel ge
werkt met technieken, die in de
topsport al lang en breed achter
haald zijn, en daar moet men toch
de basistechnieken vandaan halen.
Ik heb ook de indruk dat het accent
teveel op het leiding geven is ko
men te liggen. Dan doe ik met mijn
leiding liever die intentieonderde
len dan d at ik ze naar een cursus zie
gaan. Niet dat ze niet mogen, dat
moeten ze zelf beslissen. Maar wan
neer ze zo'n cursus gedaan hebben,
denken ze dat ze les kunnen geven-
Alleen zijn die lessen, althans zo is
de situatie op het moment, niet ge
staafd aan de huidige ontwikkelin
gen".
Toch voorziet hij wel verbeteringen
op dit punt. Binnen het gymnas-
tiekverbond is inmiddels een dis
cussie op gang gekomen die zal
moeten bijdragen tot een betere
trainingscoórdinatie. Ben Verman-
del: „Ach, misschien ben ik wel te
veel turner, teveel prestatiege
richt".
I. roelandt
Belangrijk bij dit alles is natuur
lijk hoe het ervaren wordt door de
kinderen en hoe de leiding binnen
de Sasse gymnastiekvereniging er
tegenaan kijkt. Het experiment,
want dat is het nog, loopt nu een
half jaar. Ter afsluiting van het
seizoen zijn enkele weken geleden
clubkampioenschappen gehou
den. De oefeningen die daar moes
ten worden afgewerkt vormden
een samensmelting van diverse in
tentieonderdelen. Een goede gele
genheid dus om enig inzicht te
krijgen.
'Vermandei: „Wat ik heb opgevan
gen van de leiding is dabde kinde
ren zich meer inzetten. Het is mis
schien wel wat te vroeg maar ik
vind dat de mentaliteit van vooral
de jongere kinderen veranderd is.
Ze hebben nu iets waar ze zich op
kunnen richten. Ze krijgen nu ook
een resultatenlijst, dan weten ze
precies waar ze staan. Het volgende
jaar kunnen ze dan kijken of er iets
verbeterd is of niet. Ze zijn veel
meer bij het alles betrokken".
„Voor de leiding geldt in feite het
zelfde, Veel mensen binnen de ver
eniging, die goede niet te na gespro
ken, raken op een gegeven moment
door hun oefenstof. Nu hebben ze
door die intentieonderdelen, een
rode draad waar ze zich het hele
jaar door aan vast kunnen houden.
En ook zljraken op die maniermeer
bij het geheel betrokken".
„Wat ik er verder mee ga doen. Kij
ken, in de eerste plaats, wat er nog
verbeterd kan worden en wat er
daarnaast eventueel veranderd zou
moeten worden. We draaien er nu
een half jaar mee, we hebben wat
wedstrijden en dan merk je dat "er
dingen zijn die op een andere ma
nier kunnen. Dat ga ik dus allemaal
verwerken en uitwerken. Volgend
seizoen gaan we dan met de verbe
teringen toch deze stof weer gebrui
ken. Of ik er een boek van ga ma
ken, 'wijzend op de dikke brochure
die voor hem ligt', nee, dat is een
beetje teveel werk.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN 4