als voorbeeld-landbouwl STAKING noorwegen EG-LID 'verlaging van leerlingensc haal nu niet mogelijk' Portugal blijft hopen op een snelle toetreding 1630 len we ons toe beperken. Agrarisch ge zien is Noorwegen bepaald geen ideaal land; het is rotsig en steil, het ligt te hoog, dat betekent lange winters met weirug licht, strenge vorst en heel veel sneeuw. De zomers zijn kort maar in tensief. Als je nee zegt tegen de EG be tekent dat ook, dat je verstoken blijft van een grote markt, zowat 's-werelds best voorziene voedsel en voedings- markt. Juist dat laatste was voor de Noorse regering van destijds een be langrijke reden om toetreding tot de EG na te streven. Maar toen het volk nee had gezegd, werd ook heel bewust de eigen landbouw gestimuleerd en geïntensiveerd. Noorwegen doet ver schrikkelijk veel voor zijn boeren. Tien procent van alle uitgaven van de Noor se regering gaat naar de landbouw. naar de landbouw. In ons land is dat percentage ongeveer 2%. D'r zijn in Noorwegen een heleboel regelingen om de boer in zijn bestaan bij te springen. Hoe eenzamer de boer woont ihoe Noor delijker meestal) hoe meer steun de boer ontvangt. Juist omdat Noorwegen alles in het werk wil stellen om zichzelf te voeden - zelf-voorzienend te zijn wat voedsel betreft - heeft de overheid ver regaande bevoegdheden om de voed selvoorziening veilig te stellen. De Noorse regering streeft ook bewust een inkomensdoel voor de boeren na. Men heeft met de landbouworganisaties ba sisovereenkomsten gesloten imet kracht van wet) waarbij in de regel om de twee jaar de inkomens in de land bouw worden vastgesteld. Bij deze overeenkomsten wordt ook afgespro ken welk deel voor de boer uit de markt komt en welk deel uit subsidies. Het inkomen van een Noorse boer (met on geveer 12 koelen) ligt op 95% van dat van een modale werknemer in de indus trie. De Nederlandse boer met dertig koeien zit op ongeveer 70%. Door heel Noorwegen zijn van regeringswege zo'n 400 bednjfsverzorgers aangesteld om de boeren vrije week-ends en vakanties te geven. Als je dit soort getallen leest, zit je als Nederlandse landbouw wel afgunstig te likkebaarden. Je hebt de neiging om te zeggen: eindelijk eens een land dat zijn boeren naar waarde schat. Opvallend is bovendien In Noorwegen dat stedeling en boer erg veel waarde ring voor elkaar hebben. Iedere stads bewoner, iedere Noor heeft van kindsaf geleerd dat het broodnodige voedsel door de Noorse boer met moeite en zweet aan de grond ontrukt wordt Het resultaat is een uiterst positieve bena dering van de boer en een goede harmo nie tussen stad en land. Verreweg de meest Noorse boeren zijn veehouders. Dank zij een sterk gestimuleerde inten sivering ivoor Noorse begrippen dan) is het een paar jaar geleden gelukt om ge noeg zuivel te produceren voor de hele Noorse bevolking. Toen men aan zag komen dat men wellicht iets te veel aan melk zou krijgen bij een voortgaande produktie, heeft men een simpel maar doelmatig besluit genomen als land bouwbedrijfsleven en overheid. Iedere boer die het volgend jaar 95% in plaats van 100% melk leverde kreeg voor 95 liter melk evenveel als voor 100 liter. Het resultaat was uitstekend. De pro duktie handhaafde zich exact op het ge wenste peil. Het toepassen van een der gelijke vrijwillige beperking die de ne- deriandse landbouworganisaties al eni gejaren bepleiten, wordt vanuit het bu- rocratische geleide en politiek verziek te Brussel al evenlang getraineerd en tegengewerkt. Het werken in klein ver band heeft toch ook nog al eens voorde len. al moet onmiddelijk worden vast gesteld worden dat de Nederlandse vee houderij heel anders gestruktureerd is dan de Noorse. De laatsten moeten moeiten doen om genoeg te produceren VEE] Midi voor 4 miljoen Noren, onze veeW voeden 14 miljoen nederlandens' porteren wat er overblijft - mf®" 50%. De Noorse boeren voeden Hun voornamelijk met binnenlandse1 en ruwvoer. De regering streefttw om ook op dat gebied zclfvoonif» te zijn en niet afhankelijk vanbU lands krachtvoer. Dat graan ka I ook wat gemakkelijker aan het voerd worden omdat pressie-en J*' groepen vanuit de steden debOW niet bombarderen met ncgaticw zen. De Noren hebben met z'nalW grepen dat hun landbouw volslre"' misbaar is voor de voedselven» fing. Ook het in standhouden grote afzienbare Noorse pl de boer zijn werk en dat bcs'"! daar maar al te goed. Inderdaad-- wegen is een voorbeeldig I® moesten er ons als Nederlanders® iets vaker aan spiegelen. mr. Gerard W s-wiï,! ■hti'-'i'--- ^Noorwegen wordt de laatste paar jaar graag als voorbeeld gebezigd - in landbouwkundig opzicht dan - voor een heleboel Westeuropese landen. De manier waar de Noorse boeren hun me deburgers van voedsel voorzien en het landschap in stand houden trekt de aandacht. Ook de wijze waarop de or ganisaties en coöperaties op elkaar in springen. En vooral de houding van de Noorse overheid tegenover de land bouw i s zeer opmerkelijk. Al met al reden genoeg voor een aantal Neder landers met een landbouwbestuurspet op om hun licht op te steken in de Noor se sferen. Hun uitvoerig verslag geeft stof genoeg om iets te verhalen van dit Scandinavische land dat ons - land- bouwmensen - zo vaak ten voorbeeld wordt gesteld. Noorwegen is een groot land - 5/4 maal West-Duitsland en uitermaten dun be volkt. 4 miljoen Noren en Noorsen. Os lo, Bergen en Trondheim zijn de enige steden van betekenis. Het zijn niet veel meer dan wat wij provinciesteden noe men, zoals Den Bosch, Arnhem of Mid delburg. Conclusie - het gros van de No ren woont op het platteland - en daar lopen ze gezien de grootte van het land elkaar beslist met voor de voeten. De term 'platteland' is eigenlijk wat merk waardig voor een stuk van de aarde dat zeer heuvelig en en bergachtig is. De natuur in Noorwegen is groots, ruig en zeer afwisselend. Het noorden van dit land is zeer eenzaam en verlaten. Een jaar of vijf terug hebben de Noren op voorstel van hun regering zich via een referendum uitgesproken over de EG. Heel duidelijk heeft een grote meerder heid van het volk nee gezegd tegen de EG. Men wenste niet op te gaan in de grote gemeenschap van West-Europa. Uiteraard heeft zo'n uitspraak grote consequenties voor het toekomstig be leid van een regering en zeer zeker ook voor het landbouwbeleid en daar wil WOENSDAG 18 JUNI 1980 PZC/opinie en achtergrond J! „Het aantal kinderen op kleuterscholen en lagere scholen is de afgelopen twee jaar met 110.000 teruggelopen. Van 1.990.000 naar 1.880.000. Dat zou, als we niets hadden gedaan, 5918 arbeids plaatsen hebben gekost. Een en ander overigens op grond van wetgeving die al van rond 1920 dateert. Desondanks is het aantal leerkrachten vrijwel gelijk gebleven. Want ik heb veel maatre gelen genomen die arbeidsplaatsen hebben opgeleverd. Totaal zijn hierdoor de laatste twee jaar 5000 mensen extra aan werk geholpen. Ik vind dat we vrij veel hebben gedaan in de huidige moeilijke situatie". Aan het woord minister A. Pais van onderwijs. Hij wordt morgen (donderdag) geconfronteerd met een schoolstaking, een uitzonderlijke gebeurtenis in de Nederlandse samenleving. Minister Pais: geen sprake van dat er massaal mensen op straat worden gezet. Achtergrond van de schoolstaking is een conflict tussen de minister en de ABOP (Algemene Bond van Onderwij zend Personeel). Deze bond vindt dat er veel meer moet worden gedaan om werkloze onderwijzers aan een baan te helpen. Een middel zou zijn verlaging van de leerlingenschaal die regelt hoe veel kinderen maximaal in een klas mogen zitten. De kritiek op het beleid van Pais wordt gedeeld door de katholieke en protes tants-christelijke bonden, maar deze doen niet mee aan de staking van de ABOP. Volgens de confessionelen is staking (nog) geen geëigend middel. WD-bewindsnian Pais blijkt best be reid zich te verweren tegen de kritiek. Een half uurtje na terugkeer van een conferentie in Sofia geeft hij dit vraaggesprek, gemakkelijk formule rend en moeiteloos cijfers uit de mouw schuddend. Pais is van oorsprong econoom. Hij be gon zijn politieke loopbaan in de Am sterdamse gemeenteraad. ,Jn 197§ en 1979 hebben we actieplan nen ontwikkeld om meer arbeids plaatsen te scheppen", zo vertelt hij. „We hebben bijvoorbeeld mensen van 60 jaar en ouder de kans geboden op eenmalige vervroegde uittreding. Ver der zijn we gaan werken met vervan- gings-pools waardoor een kleine 500 mensen aan een baan kon worden ge holpen. Andere maatregelen hadden onder meer tot doel meer aandacht te besteden aan probleemkinderen en aan culturele minderheden. Voor klei ne schooltjes is de opheffingsgrens ver laagd. En de klassen zijn verkleind". Volgens de heer Pais heeft dit beleid kwaliteitsverbetering van het onder wijs tot gevolg. „Immers, het aantal kinderen is met 110.000 gedaald, maar het aantal onderwijzers is vrijwel ge lijk gebleven. Dat betekent dat er meer individuele aandacht,kan wor den gegeven aan kinderen die dat no dig hebben, Het betekent dat er mee problemen aangepakt kunnen wor den". De minister komt met een ander voor beeld om te illustreren dat de werkge legenheid voor leraren en onderwijzers niet is gedaald, maar gestegen. Pais: „In het primair en secundair on derwijs werkten in 1977 19.700 men sen. Nu - in 1980 - zijn dat er 211.000. Hieruit blijkt al dat er geen sprake Leerkrachten moeten worden gein- formeerd en bijgeschoold". „Mijn mening is dat in de toekomst op pedagogische academies deze proble matiek een vast aandachtpunt moet worden. Er moet een multi-culturele pedagogiek worden ontwikkeld". Minister Pais geeft geen antwoord op de vraag wat volgens hem de ideale klassegrootte zou zijn, de financiële middelen buiten beschouwing gela ten. „Dat is een punt waarover de ge leerden nog van meiiing verschillen", zo zegt hij. Wel merkt hij op dat de afgelopen jaren de leerlingenschaal in het kleuter- en lager onderwijs is te ruggebracht naar 30. Hij reageert koel op de zinsnede uit een krant dat de minister de komende acties kan zien als een steuntje in de rug bij de begrotingsonderhandelin gen. „Voor mij is het niet zo nodig", vindt Pais. „Ik ben goed op de hoogte van de problematiek. Men doet er be ter aan diegenen in de samenleving te informeren die minder op de hoogte zijn". Inmiddels heeft de minster laten we ten dat stakende onderwijzers niet doorbetaald zullen krijgen. Pais: „Mijn bedoeling was de zaken zuiver te stellen. Ik zou het niet juist vinden als er salaris werd betaald voor uren waarin geen les aan kinderen is gege ven". De Abop reageerde hierop met de uitroep dat dit neerkwam op een impliciete erkenning van het sta kingsrecht voor ambtenaren. De mi nister van onderwijs wil zich hier over niet uitspreken. „Een kwestie van centraal overleg", vindt hij, „waarin de minister van binnenland se zaken met ambtenaren onderhan delt". Hij verwacht niet dat de schoolstaking van donderdag veel problemen zal ge ven. „De grote publiciteit rond deze actie doet wel eens vergeten dat een grote meerderheid van leerkrachten de staking niet steunt. Dat zijn niet alleen de confessionele bonden. Ook in de Abop zelf voelt een deel van de le den niets voor een staking" Aan het slot van het gesprek vertelt de heer Pais dat directies van pedagogi sche academies jaarlyks wordt ge vraagd het aantal toelatingen niet te laten groeien boven dat van het vorig jaar. .Aan de andere kant moeten we niet in het andere uiterste vervallen", vindt hij. „We moeten niet net doen alsof er straks geen werk meer zal zijn in het onderwijs. Zelfs al komen er minder kinderen. Het Nederlandse onderwijs heeft jaarlijks duizenden nieuwe men sen nodig. Ik vind het een goede zaak als mensen zich geroepen voelen tot het onderwijs. Het is een mooie roe ping. Waar het om gaat is de maat schappelijke vraag en het aanbod zo goed mogelijk in evenwicht te hou den". - gogische academies zijn enkele jaren geleden begonnen. Toen kon iedereen al voorzien welke richting het uit zou gaan. Straks komen de problemen na tuurlijk ook terecht bij het voortgezet onderwijs Daarom heb ik opdracht gegeven tot een onderzoek hoe het daar zal gaan lopen". Pais geeft toe dat er veel werkloze leer krachten zijn, maar vindt dat de situa tie soms te dramatisch wordt afge schilderd „Er wordt wel eens beweerd dat men sen bij tienduizenden op str at komen te staan. Dat is allerminst het geval. Ieder jaar vertrekken er ook veel onderwijzers. Door pensionering, ziekte, omdat ze een andere baan ne men etc. Het gaat om zeven procent jaarlijks. Hierdoor komen veie duizen den banen open. Mijn verwachting is dat veel kan worden opgevangen via natuurlijk, verloop en dat de komende Jaren per saldo elk Jaar voor zo'n 7000 onderwijsgevenden ruimte zal ont staan". Volgens de bewindsman is verlaging van de leerlingenschaal in de huidige economische omstandigheden niet mogelijk. „We moeten niet doen alsof we op Mars leven. We moeten de financiële mogelijkheden goed in het oog hou den en tegelijkertijd prioriteiten stel len. De realiteit van vandaag is dat elk departement - ook dat van onder wijs - vele honderden miljoenen per jaar moet bezuinigen". „Mijn beleid is gericht op zo gelijk waardig mogelijke ontwikkelingskan sen. Eventuele achterstanden aanpak ken in een zo vroeg mogelijk stadium. Dat is de reden dat er zoveel extra mil-., joenen in het basisonderwijs zijn ge pompt". De filosofie voor gelijkwaardige ont wikkelingskansen heeft bij Pais onder meer geleid tot een aantal maatrege len voor culturele minderheden. Kin deren van buitenlandse arbeiders, Su- rinamers of Molukkers. krijgen vaak een achterstand als geen extra aan dacht aan ze wordt besteed". Pais: „We hebben vorig jaar zeer veel gedaan voor kinderen van anderstali gen. Ik moet erbij zeggen dat we toen op verzet zijn gestuit van de Neder landse Federatie van Onderwijsvakor ganisaties, voor een deel dezelfde club die nu acties"voert. Zij vonden die maatregelen voor culturele minderhe den geen topprioriteit. Welnu, het was voor mij wel een topprioriteit en het parlement heeft me daarin gevolgd". „De problematiek van culturele min derheden is te lang onvoldoende on derkend. Het betreft hier de meest kansarme groep in onze samenleving. Er moeien nog heei wat problemen worden opgelost hoe je het onderwijs voor deze mensen moet organiseren. Dat is niet alleen een kwestie van meer leerkrachten. Er moeten ook leermiddelen worden ontwikkeld. liadse pl» i Van onze correspondent Jan Halkesi He, let ontbreken van een duidelijke verklaring van de EG-topconferentie in Venetië over een uitstel van de uit breiding van de Gemeenschap met Spanje en Portugal, heeft de Portuge se regering gestijfd in haar mening dat het met dit uitstel zo'n vaart niet zal lopen. Eerste minister Sa Carneiro en vice-premier Freitas do Amaral brengen deze week een bezoek aan Ne derland en België om hun argumen ten voor een spoedige toetreding nog eens te onderstrepen. Voor de eerste juli is een bezoek aan Parijsvgepland, waar Giscard d'Es- taing opheldering gevraagd zal wor den over zijn opvatting, dat na de ver mindering van de Britse EG-bijdrage voorlopig maai- gewacht moet worden met nieuwe uitbreidingen van de Eu ropese Gemeenschap. Het valt echter ook in Portugal niet meer te ontkennen dat de uitlatingen van Giscard d'Estaing het einde van een mooie droom betekenen. De droom, dat na toetreding tot de EG al het economische leed geleden is en Portugal automatisch opgenomen wordt in de gemeenschap van rijke landen. Het is duidelijk geworden dat ook de rjjke EG-landen zo rijk niet meer zijn. Dat zij geen onbeperkte financiële middelen kunnen verschaffen om de achtergebleven Portugese economie weer op poten te zetten. Maar het is er de Portugese regering alles aan gele gen deze nuchtere werkelijkheid nog even te vergulden met het oog op de in september te houden verkiezingen. Toetreding tot de EG is het parade paardje van de regeringscoalitie ge weest, „de prioriteit van alle priori teiten" om met Freitas do Amaral te. spreken. De landen van de Europese Gemeenschap werden afgeschilderd als paradijzen van sociale rechtvaar digheid en democratie. Met dit voor beeld voor ogen boden de conserva tieven een „Europees" alternatief voor het communistische model van de PCP. De PCP kan voorlopig niet meer beloven dan een eerlijke verde ling van de armoede. De Portugese communisten zijn tegen toetreding tot de Europese Gemeenschap, omdat zij in de EG slechts de imperialisti sche uitbuiting door de grote multi nationals zien. Volgens de oorspronkelijke planning j»rc< zou de toetreding van Portugal^ I"""S een feit moeten worden Eindv,/- maand zouden de verschillen^ missies klaar moeten komenm» inventarisatie van de te versi-i "te( moeilijkheden. Op basis van ft porten zouden dan in september •iraar! derhandelingen tussen Portugüj EG moeten beginflen. De aanöi 80 v( zou dan per 1 januari 1983 gerei 1 moeten worden. In de wantte F"" van Veneti ïs echter duidelijk den dat deze plannen metzeia f}\ jaar zullen moeten worden ven; vj LAGE-LONENLAND Elk jaar dat Portugal langere In wachten, is rampzalig voorde?- gese economie. De fascistische^ heid van de in 1974 omvergtw Tl dictatuur heeft Portugal nut» !S peloos verouderde indüstrieX scheept. Er moet geld komen o.?: 1 we investeringen te doen, wegena leggen en de koopkracht van h-i, tugese volk op te vijzelen. T Volgens de socialistische m Joao Cravinho zal modernises de Portugese industrie en lanc'; een slordige drie biljoen dollarbj ™nü: In Portuese ogen is toetreding'»! li. EG en een omvangrijke finanti L, technische hulp een en hetzelfde f De bereidheid bij de rijke EGtüj XL om deze hulp te verlenen, lijkr «i L eerder af- dan toe te nemen r Frankrijk en Duitsland is Por; vooral interessant als lage-lone) «Lc en als springplank naar de voos Afrikaanse koloniën. De Porta beginnen nu langzaam te beseüê ™e toetreding tot de EG ook we! es JL, bestendiging van de armoede rd nen betekenen. j|qs( De positie van de arme EG-laniln regio's kan Portugal nietbekora! pG Europese parlement zelf conclii pji de in april al dat het EG-hulp; j^lj gramma voor de arme landeneai lukking is. „De rijke gebieden nv rijker en de arme armer", m joe's Noordierse parlementslid John' |jjr lor bij die gelegenheid. jjjjg Op een onlangs door Duitse soc fij0n democraten en Portugese socials pi georganiseerde studieweek in 8 kwam men tot de conclusie datéü [ent treding van Portugal tot de EGt een weg vol onzekerheden Is. Wa sint die.onzekerheid al te lang duurt, jjuur de werkloosheid en de onderonira E Be ling in een land als Portugalrevcit gul! naire gevolgen kunnen hebber. Uui Portugezen voelen er weinig m Bever armste land van Europa te blijTti doju van is dat er massaal mensen op straat worden gezet. Integendeel. Er zijn in de 2,5 jaar dat ik minister ben 14.000 arbeidsplaatsen bij gekomen. Bovendien staan er nog maatregelen opstapel. Zo willen we deeltijdarbeid een grotere plaats gaan geven en ge leidelijk het aantal overuren beper ken. Hierdoor kunnen weer meer mensen aan de slag". De minister hamert erop dat maat schappelijke vraag en aanbod met el kaar in evenwicht moeten zijn. „De realiteit is dat er steeds minder kinderen komen. Dat kan op den duur niet zonder gevolgen blijven voor het onderwijs. Als er steeds meer bejaar den zijn en minder kleuters moetje je afvragen hoe je de prioriteiten wilt leg gen. Er zijn zeer veel maatschappelijke behoeften; gezondheidszorg, bejaar denzorg, noem maar op". Hij vindt dat men sinds rond 1970 on voldoende heeft ingezien welke pro blemen zouden ontstaan. Toen had men naar zijn oordeel stappen kunnen nemen om de toename van leerkrach ten af te remmen. „Degenen die nu afstuderen aan peda-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 4