POPULAIRE ELECTRONICA professionele geluidstechniek komt binnen bereik amateur L VRIJDAG 30 MEI 1980 Door Hugo van der Heem) He, .et gebruik van opnamestudio's is in de loop van de jaren steeds belangrij ker geworden. Muziek loont kennelijk de moeite, ondanks de kostbare studio's. Wie wel eens in een grammofoonplaten- of radiostudio is geweest, weet wat voor gigantische apparatuur daar staat. Met de hooggescho,oJde 'tonmeister' achter de knoppen lopen de studiokosten in de honderden guldens per uur. Vandaar dat steeds meer musici, arrangeurs, componisten of gewoon hobbyis ten de beschikking willen hebben over eigen apparatuur. Soms alleen als een 'elektronisch notitieboek' maar soms ook om hele arrangementen, composities of harmonieën door te kunnen nemen. Dank zij de sterk verlaagde prijzen in de elektronica (alleen in die sector wordt alles steeds goedkoper) kan aan is langzamerhand tegemoet geko men worden. De 'discjockey' thuis kan een mengpaneel - nodig om door de plaatjes die hij draait heen te kunnen praten - voor enkele honderden gul dens aanschaffen. Nieuw is echter dat thuis ook een complete kleine studio kan worden gebouwd met betrekkelijk geringe kosten. Het apparaat dat deze mogelijkheid opent is de 'Portastudio' van Teac. Het is een gedurfde combinatie van een cassetterecorder en mengpaneel in een. De bezitter van dit schoons kan daarmee een eenmansorkest vormen en zonder veel kosten demo's op cas setteband produceren. Wie het appa raat voor het eerst aanschouwt be grijpt meteen dat dit geen normale cassetterecorder is, omdat hij vijf zo genaamde schuiffaders en vier meters bezit, twee meer dan elke tot nu toe geproduceerde cassetterecorder. 'Por tastudio' heeft dan ook de mogelijk heid om bijna professioneel 'multi- track-techniek' te bedrijven. Om te weten wat zo'n begrip inhoudt i een stukje historie Nog steeds zijn er mensen die denken dat een op name voor een grammofoonplaat ge maakt wordt met een taperecorder en een paar microfoons. Gaat er tijdens het spelen wat fout, dan wordt de op name gestopt en begint men opnieuw. Net zo lang tot het feilloos op de band staat. Pas dan wordt de plaat geperst.' het muziekbeeld achteraf wat 'ge drukt' zodat het niet te veel opvalt, of weggelaten. geraffineerd Nog geraffineerder gaat het toe met produkties die geheel in de studio worden gemaakt, wat steeds meer ge beurt. Omdat studio-musici en stu dio-uren kostbaar zijn, probeert men niet eindeloos met een orkest te repe teren tot alles goed gaat, maar regi streert men een muziekstuk in par tjes. Eerst komt een kerngroepje van musici (meestal rond het slagwerk foefjes Jammer, maar zo gaat het alleen nog r bij live-concerten. En zelfs dan zijn er technische foefjes te bedenken. Sleutel tot dit alles is die multitrack- techniek. bij een directe opname van een concert bijvoorbeeld hoeft men niet meteen - zoals dat in die wereld heet - de (geluids)balans te vinden. Wel bij radio en tv, omdat die vaak een kant en klaar produkt moeten le veren in zo'n geval, maar niet bij de grammofoonplaat. Enerzijds stelt dat hoge eisen aan de kwaliteit van de ra dio- of tv-geluidstechnicus, die zijn toonbalans na een repetitie meteen moet hebben gevonden, anderzijds kan de grammofoonplatenman meer zorg aan zijn soms vaak af te spelen produkt besteden. Hij kan namelijk bij een concert elk instrument apart opnemen. Bijna elke taperecorder heeft namelijk twee spo ren, links en rechts voor het stereoge luid. Studiorecorders hebben er echter minstens vier, soms acht en een enkele keer zestien of zelfs 24 Het zijn sporen die boven elkaar liggen. Geluidsspo ren hebben een vaste breedte. Zestien- spoors machines gebruiken dus een enorm brede band. Bij het concert kan voor de zangeres, de slagwerker, de diverse gitaren en de andere begeleidingsinstrumenten, elk een spoor gereserveerd worden. Een maal terug in de studio wordt met zorg van die losse sporen een 'mix' samën- gesteld. Maakt iemand een ontsieren de uitglijer, dan wordt zijn bijdrage in verzameld) de basis voor een muziek je leggen. Later komt een grorpje strijkers en het laatst de solist(e) met bijvoorbeeld een achtergrondkoortje. Ieder instrument of ieder groepje staat op een (soms twee) spoor. De andere musici horen het geluid van hun voorgangers op een koptelefoon en voegen hun bijdragen, middels die 'meersporen-techniek' op dezelfde band erbij. Als de solist(e) als laatste aan bod is geweest en ook zijn of haar eigen spoor heeft volgezongen, dan wordt het totaal provisorisch alle spo ren tegelijk) afgeluisterd. Vindt een producer het geheel te 'dun', dan kan hij bijvoorbeeld besluiten om de solist een tweede stem met zichzelf te laten zingen, of dezelfde stem erbij te 'dub ben'. meersporen Ook daarbij worden de voorgaande sporen afgeluisterd, terwijl alleen op het nieuwe spoor wordt opgenomen. Die spoor-voor-spoor-methode geeft de mogelijkheid om een blazer of gita rist als hij een fout maakt, alleen zijn partij of zelfs een gedeelte van zijn muziekje over te laten doen. Ook is het mogelijk, wanneer druk bezette musici niet allemaal tegelijk kunnen, hen apart naar de studio te laten ko men voor opname. In alle gevallen moet ook van die vele sporen een stereo, dus tweekanaals bandkopie worden gemaakt voor de grammofoonplaat. Met zorg wordt daarbij de ene stem opgevijzeld, de an dere gedrukt. Er wordt echo toege voegd om de droge studioklank kwijt te raken en met behulp van filters laat men ieder instrument, iedere stem, zo fraai mogelijk klinken. Er zijn mensen die achtereenvolgens en dus spoor- voor-spoor een muziekstuk in hun een tje opbouwen. Stevie Wonder bijvoor beeld, of dichter bij huis de Nederlan der Ronald van de Boogaard. Zij be spelen basgitaar, verschillende soor ten slagwerk, leadgitaar, blaas- of strijkinstrumenten en zingen tenslot te een of meerdere stemmen in. Het eenmansorkest is dan geboren. El ke keer als er een stem is bijgekomen wordt de band afgeluisterd. Wat ont breekt eraan, wat moet nog worden toegevoegd, of wat kan beter worden weggelaten? Zo bouwt men verder De verschillende instrumenten en stem men worden later (met echo en effec ten) verdeeld over de belde kanalen. De een naar verhouding wat meer links, de ander meer op het rechterka naal. Daarbij ontstaat een soort nep- stereo-effect, dat dank zij zorgvuldig mixen toch heel fraai kan klinken. huiskamer In de huiskamer was zoiets tot nog toe niet mogeiijk. Alleen met vrij inge wikkelde spoelenrecorders die de mo gelijkheid tot duo-play of multiplay bezitten, kan men enigszins uit de voeten. Dan nog moet 'een partij op een spoor worden opgenomen en wor den overgespeeld naar het andere spoor met toevoeging van de nieuwe stem of partij. Gevolg, kwaliteitsverlies, bij iedere keer overspelen. De 'Portastudio' (kos ten rond f 2600) is een cassetterecorder die daar weinig last van heeft. Het ge heim van dit nieuwe wapen vier- spoorstechniek. In plaats van (stereo- lopnamen op twee sporen op een zijde van de cassetteband en twee andere (stereo(sporen op de andere, vier spo ren boven elkaar in één richting. Op al die sporen van deze Teac-144-recorder is een afzonderlijk stemmetje te plaat sen. mixer Dank zij een ingebouwde mixer, kun nen maximaal vier kanalen (micro foons, lijnen of direct aangesloten gi taren) worden opgenomen op een of maximaal twee sporen. Bij een vol gende opname volgen dan het tweede spoor of derde en vierde gezamenlijk. Als alle vier sporen vol zijn, kan via dezelfde mixer de eind- of downmix worden gemaakt, waarbij het eindre sultaat te beluisteren valt. Nog meer stemmen kunnen worden toegevoegd wanneer uit drie sporen en mix wordt gemaakt - via hetzelfde mengpaneel - die wordt opgetekend op spoor vier. Terwijl men het resul taat van spoor vier afluistert, zijn meer stemmen op de vrijgekomen sporen 1 tot en met 3 op te nemen. Voor ruim drieduizend gulden (inclu sief vier microfoons, en een koptele foon) werkt het apparaat. Om het kwa liteitsverlies bij kopiëren te beperken loopt het cassettedeck op 9,5 cm-se- conde. een bekende snelheid uit de bandrecordertechniek maar twee maal zo snel als een gewone cassette recorder. Ingebouwd is het Dolby-sys teem om ruis en storing te beperken. Echo-apparatuur is ook nog aan te sluiten. vierkanaalsmachines met multi-sync. Kosten rond f4000. Microfoons zijn gauw f250 per st.uk, een los mengpa neel is noodzakelijk- Kosten daarvan minimaal zo'n duizend gulden. Totaal moet voor een huisstudio, waar op vrij wel gelijke wijze als in de grammofoon- platenstudio kan worden gewerkt, zo'n f 6000 worden neergeteld Voor een echte kleine studio met meersporentechniek is toch een tape-recorder nodig. kleine studio Voor een popgroep of kleine studio is het zeker een leuk apparaat voor on derweg, maar voor echte demo's nog onbruikbaar. Daarvoor is een vier- sporentaperecorder nodig. Dit appa raat biedt meer flexibiliteit (Eventu eel opname op vier kanalen gelijktij dig) en een nog betere kwaliteit. Sommige machines lopen daarvoor met de officiële studiosnelheid 38 cm- sec Een band laat zich bovendien ge makkelijker afwerken door erin te knippen. Een foute passage is nauw keuriger te lokaliseren omdat meer band gebruikt wordt. Dat moet dan wel tegen de kosten op wegen. Verschillende fabrikanten en importeurs (ook Teac) leveren die De Portastudio een mixer en bijzondere cassette-recorder in een huis te gebruiken voor meersporentechniek. £3 cm /gaten Jkranten ^/zaagsel 15 a 20cm 'e zomermaanden staan voor de deur, de tijd voor allerlei buitenacti viteiten. Het is gezond, je hebt de ruimte en je kunt dingen doen die bin nenshuis moeilijk of niet te realiseren zijn. Een van die typische „buiten hobby's" is het bakken van potten in een zaagseloven. Een uitkomst voor mensen die geen (keramiek-)oven hebben en toch zelfgemaakte voor werpen van klei willen bakken. materiaal U heeft nodig rood- of witbakkende chamotteklei. mirettes, spatels, een kleisnijder, houten plank (deze mate rialen zijn te koop bij handenarbeid- winkels), zaagsel en een oude metalen vuilnisemmer of olievat (met deksel) handkneden De voorwerpen maken we volgens de eeuwenoude methode van het hand vormen of het handkneden. Potten, vazen, borden, kruiken, asbakken e.d. worden beetje bij beetje opgebouwd uit rolletjes klei. De klei moet goed kneedbaar zijn. Zet het werkstuk op een houten plank en draai deze tij dens het opbouwen regelmatig rond. Rol met een deegroller de bodem van het werkstuk glad Maak een aantal kleirolletjes (tussen de handen), leg ze in een ring op de bodem in lagen op elkaar zodat er een wand ontstaat De kleirolletjes moeten bij een klein werk stuk een halve centimeter dik zijn, bij grotere voorwerpen l cm. Duwae goed op elkaar en strijd de klei daarna aan de binnen- en buitenkant met uw (in dien nodig vochtige) vingers glad. Handkneden is geen moeilijke tech niek, maar vraagt wel enige oefening. Ook kinderen vinden het leuk om te doen. Maak de wanden niet te dun. Als het werkstuk klaar is. werkt u oneffen heden weg met een spatel of mirette. Laat het (de) werkstuk(ken) nu onge veer een week gelijkmatig drogen (niet in de zon), zodat de klei zogenaamd leerhard wordt. De voorwerpen zijn in dit stadium erg teer oven Gebruik die oude vuilnisemmer als oven. Boor op 12 en 16 cm vanaf de bovenrand twee rijen gaten, met een onderlinge afstand van 3 cm. Leg nu een laag zaagsel (verkrijgbaar bij elke houtzagerij of DHZ-winkel) van 15 a 20 cm in de emmer. Vul de potten met zaagsel en zet ze met ae opening naar beneden in de emmer. Zet bij het bakken van meer dan eén laag de grootste voorwerpen onderin. De dikte van de laag zaagsel tussen de potten moet minimaal 5 cm zijn; de bovenste laag zaagsel ongeveer 20 cm Het zaagsel mag niet boven de lucht gaten komen. Bedek het zaagsel met kranten, ge drenkt in petroleum en strooi daar over nog wat zaagsel. Steek dit aan en doe de deksel daarna dicht. Het zaag sel brandt langzaam van boven naar beneden. Het bakproces kan zo'n 12 tot 36 uur duren. Hoe fijner het zaag sel, hoe langzamer het branden gaat. Laat de „oven" tijdens het branden dicht. Haal de werkstukken uit de as wanneer alles afgekoeld is. Meer over de verschillende kerami sche vormtechnieken. gereedschap en materialen, baktechnieken en glazu ren kunt u vinden in het boekje „Kera miek-creatief vormgeven" van Ewald Stark (Uitgeverij Helmond) Het boek je kost fil2,50 en is verkrijgbaar bij boekenwinkels en handenarbeidza- ken. Het is rijk geillustreerd met kleu renfoto's en geeft een goed overzicht van wat er allemaal mogelijk is op het gebied van keramiek. rom Holland with love', delicious Dutch recipes, is de titel van een in het Engels gesteld kookboek waarin typisch Nederlandse gerechten bijeen zijn gebracht. Het werkje werd ge schreven door Jan Morgan, de teke ningetjes zijn gemaakt door Denise Holtkamp. Het is een aardig boekje om aan familie of relaties in het bui tenland cadeau te doen, terwijl ook menig toerist het mogelijk als een souvenir uit Nederland mee naar huis zal nemen. Alleen: onze eetgewoonten zijn de laatste jaren sterk gewijzigd. Buitenlandse invloeden zijn alom merkbaar en menig oer-hollands ge recht wordt, als te calorierijk, naar de achtergrond gedrongen. De receptenverzameling uit 'From Holland with love' is typerend voor on ze ouderwetse, haast folkloristische gerechten. Het ls interessant, de kookkunst van het eigen land eens te bekijken door de ogen van een vreemdeling, ook al we ten we alles van haring, erwtensoep, hutspot en dergelijke. Uit dit boekje zijn enkele kenmerken van onze keu ken af te leiden. Bijvoorbeeld 'the com bination of sweet and savoury' - we houden er van om zoete en pittige sma ken te mengen. In de inleiding gaat Morgan in op de eetgewoonten van de Nederlanders Onze voeding is rijk aan vetten en koolhydraten; de mensen die buiten werkten in regen en wind hadden zulke zware kost nodig. Dat gaat nu niet meer op, maar onze win- tersoepen en stamppotten zijn geluk kig blijven bestaan. Verder wordt er op gewezen dat in ons land veel zuivelpro- dukten en veel verse groenten te koop zijn. Bij ons is, in tegenstelling tot wat in andere landen gebruikelijk is, vaak groente het hoofdgerecht 'Ask any Dutch woman what she has on the me nu for dinner and she will mention the vegetable course'. Er zijn in het boek een aantal recepten voor stamppotten te vinden. Onder meer van zuurkool, boerenkool, en hutspot. Bij de boerenkool wordt op gemerkt dat de Nederlanders zeggen dat die pas lekker is als de vorst er over geweest is. Onder de groenteschotels vinden we 'haakte kindertjes in 't gras' (hier: groene met witte bonen), rode kool met appeltjes, rabarber en stoof peren. Stoofperen worden in ons land gewoonlijk als 'groente' gegeten, maar men kan ze, evenals rabarber, natuur lijk ook als nagerecht gebruiken. Als dessert worden naast melk- produkten. wentelteefjes, die in het Engels 'Poor Knights' heten, drie-in- de-pan en Haagse bluf genoemd. Voor Haagse bluf is nodig: 3 eiwitten, 6 eet lepels poedersuiker, 3 dl bessensap. Het recept luidt zo: "Whisk the egg whi tes to a stiff foam and gradually beat in the sugar. Whisk again until the mixtu re is really stiff. Beat in the fruit juice, a few drops at a time and serve imme diately.' Er is een hoofdstuk over wat bij specia le gelegenheden wordt gegeten, zoals speculaas en borstplaat met Sin terklaas. en oliebollen en appelbeig nets met Oud en Nieuw. Het laatste hoofdstuk gaat over drankjes en hap jes, als croquetten en bitterballen De belangrijkste kenmerken van onze keuken worden in dit boekje op een goede manier belicht. 'From Holland with love', door Jan Morgan, f 19,50, Ideeboek, Amster dam. Ook 'De Vlaamse Keuken' door Irene Jordaens biedt veel bekende gerech ten. Het boek werd van een nationa listisch getint voorwoord voorzien door F. Verbiest. Hij schrijft dat de liefde voor het volkseigen weer hele maal is opgebloeid; we kopen antieke huisraad, oude stadsbuurten worden opgeknapt en folklore herleeft. Ook de volkskeuken komt terug, voorspelt de inleider. 'Alsjeblieft, gun ons weer de eenvoud van de eigen keuken, om dat genoegen van eten en drinken opnieuw te waar deren' Dat gedoe met dat uitheemse eten moet maar eens uit wezen! 'We kunnen niet verder: we krijgen het ge voelen kannibalen te worden en heel de wereld met haar en huid te moeten zwelgen'. Over de Franse keuken zegt Verbiest 'En doen wij niet te gewich tig lijk Pellaprat die de asperges wil fabriceren a la milanaise a la polonai se'' In plaats van de 'mysterieuze en riskante' recepten stelt hij de keuken van Vlaanderen. Verbiest staat niet al leen in zijn opvatting, ook Louis-Paul Boon ijverde in 'Eten op z'n Vlaams' voor de volkskeuken. Hoe het ook zij en alle overdrijving ter zijde: de recep ten uit dit boek geven een uitstekend idee van de Vlaamse keuken, die grote overeenkomsten met de Nederlandse keuken vertoont. Er zijn soepen in 'De Vlaamse Keuken' te vinden, waaron der erwtensoep, maar ook de bij ons minder bekende, heerlijk frisse water kerssoep. Voorts is er waterzooi en stamppot. Gevogelte, konijn en vlees worden behandeld, en visgerechten. Een beroemd Vlaams visgerecht is de paling ln 't groen, waarvoor nodig is: 1 kilo paling, 50 gr. boter, 30 gr. bloem. 25 gr. zurkel (zuring), 25 gr kervel, 25 gr peterselie, dragon, dragonazijn, peper, zout. 1 citroen 'Maak de paling schoon, snijd deze in stukken van ongeveer 5 cm. Laat ze gedurende 10 minuten koken in water. Maak de verse kruiden schoon en hak deze fijn. Smelt de boter, neem van het vuur en voeg al roerende de bloem toe Plaats terug op hel vuur en voeg al roerend het kookvocht van de paling toe. Laat doorkoken Doe er nu de kruiden, het sap van de citroen en pe per en zout bi). Laat gedurende 2 minu ten doorkoken Meng nu de vis met de saus. Dien op met brood'. De sauzen in het boek zijn niet alle maal van Vlaamse oorsprong, maar omdat ze de smaak van bepaalde ge rechten verfijnen, zijn ze onmisbaar Tussen de nagerechten vinden we on der meer Vlaamse koekebakken, die met Vastenavond worden gegeten. 'De Vlaamse Keuken', door Irene Jor daens29,90; Baart, Borsbeek (Bel gië), De Kern, Bussum.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 19