SchouweirSa)uiveland Extra DONDERDAG 17 APRIL 1980 Het Grevelingenmeer door een duikersbril gezien. Even vrij ademhalen na een spannende ontdekkings tocht onder water. Niet alleen hel onderwaterwereldje blijkt deze duikers, die net boven zijn gekomen, in de omgeving van Dreischor aangename verrassingen te bieden. jtiroW' diüeis» jjn'^ al 3r voüx sdf** nbe# pWO» deZiew- Ui/ n makcn de man is een gezegde dat In deze Moveree/lts wordt opgevat. Hoe slonziger en onver der het uiterlijk er uitziet, des te meer mans schijnt y'Wen zich te voelen De financieel goed gesitueer- wiajn wat hun kledij betreft, gek geworden, op hol ze apen de werkman uil een mistig verleden ^e!acfle^^ hoe gaarne bijvoorbeeld acade- f'din do broek van de werkman van weleer hij- j "jferoerfanan uit een meedogenloos tijdsgewricht, Zvr eni9e sociale voorziening, de krepeertijd De vindt zich een vlotte jongen in een broek lun lce'ias van manchester. En het is toch slechts h/n/n'Want hedendaagse flodderige corduroy l i' oppen aan het onverwoestbare zwaar geribt V cuïerfc geurend, vooral als de broek nieuw was, pw eenniet thuis te brengen luchtje aan. En bü elke beweging die de drager maakte bracht het kledingstuk een piepend geluid voort. Dat was de ware werkmansuitrusting, de pralende ar moe waar nouveau riches in onbewaakte ogenblikken zo mijmerend en met nauw verholen trots over plegen te verhalen: Hun behoeflge jeugd Het pak van de man met de knoestige vuisten, de onderbetaalde zwoeger, de aan zijn lot overgelaten werkloze Liep dan anders niemand in het manchester? Zeker wel, de voormannen van de socialisten, die in hun kle ding tot uiting wilden laten komen dat ze zich vereen zelvigden met de werkman. Er waren trouwens ook nog andere broeken die de arbeiders droegen de stijve Engels leren broeken. Afschuwelijk en helemaal onverslijtbaar, van een immense lelijkheid. Ze worden waarschijnlijk niet meer gemaakt, anders konden zij die bevangen zijn door de roes van een naargeestig verleden, daar hun hartje ook nog eens aan ophalen. O ja, hel boordloze streepjesboezeroen, het wambuis zogezegd, is of was - misschien is de her-lancenng ntci helemaal geslaagd - ook weer in trek. Helemaal het toppunt Uiteraard zonder stropdas te dragen, sterk hoor. elk kleidingstuk moest immers met glans menige aanval van de tand des tijds kunnen doorstaan, maar charmant was anders. En dan te bedenken dat over grootvaders met een afgewassen exemplaar als nacht hemd des avonds de legerstede opzochten. Ze waren toen nog geen overgrootvaders maar jonge, vunge ke rels, die in touw waren vooreen gezond nakomelingen schap. Ook nog een slaapmuts op het reeds vroeg ge kerfde hoofd. Heel begrijpelijk dat vrouwen in die tijd weinig initiatief op het intieme vlak ontplooiden Hoe kon een vrouw, die zich in het beddevak naast een man Me, OP DE PONTENEUR in een dergelijke uitmonstering bevond, ooit gegrepen worden door een aasje opwinding.' Laten de feministen die de sexmele onderdrukking van de vrouw in het verleden aan de kaak stellen, de zaak eens vanuil die hoek bekijken. Desondanks leidde me nig huwelijk tot een weelderig kindertal. I et de hoed és hel inmiddels ook wonderlijk gesteld, de herenhoed, over de dameshoed zwijgen we. Het zwarte kaasbolletje wordt alleen nog gebruikt in to neelscènes en dat is jammer. Waarom halen eigentijd se mannen die zo gaarne door hun uiterlijk opvallen het dophoedje niet eens uit de motteballen? De hoge zijden wordt alleen nog gehuurd door ludieke bruids paren en hun bloedverwanten die er op de heugelijke dag potsierlijk deftig uit willen zien. Over het algemeen was dc vilten deukhoed een attri buut uit de burgermansdracht. De weYkman droeg een pet. En is het nu verdorie weer niet andersomDe 'betere' klasse draagt een blauw petje dat het midden houdt tussen een ouderwetse schipperspet en een boe- renpetje. jongeren van alle gezindten vinden elkaar in het bloothoofds gaan. Fatjes met bolhoed en wandel stok, beeldige jongens icaren hei. bestaan niet meer. Over wandelstokken... nee. nu niet. Wal betreft de herenhoed is er nog een categorie naar stige gebruikers: gepensioneerden looien het door noeste vlijt geteisterde lichaamsdeel met een deuk hoed. En zo z()n we dan weer aangeland bij de meest bespro ken, meest intensief levende bevolkingsklasse: de be jaarden. Janneke Dierx Harms.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 45