ALLEEN TEGEN DE GROTEN de e.g.-wijnbeker loopt over eritrese verzetsstrijders nemen initiatief weer over PZC/°Plnie en achtergrond de derde indochinese oorlog to ZATERDAG 15 MAART 1980 Een onherbergzaam stuk land, ongeveer tweemaal de oppervlakte van Nederland, met een bevolking van slechts drie en een half miljoen mensen. Toch een land waar al twintig jaar lang oorlog om wordt gevoerd. Maar dan heeft de voormalige Italiaanse kolonie Eritrea de pech aan de Rode Zee te grenzen. Deze strategische ligging bepaalt vergaand het treu rige lot van deze noordelijke provincie van Ethiopië. De beiwlking wil zich losmaken van het moederland. Twee bevrijdingsbewegingen, de EPLF en de ELF, vechten met wisselend succes tegen het regime in Addis Ababa, dat zich sinds enkele jaren verzekerd weet van de actieve steun van de supermacht Rusland. Een dwerg die het opneemt tegen machtige vijanden, David tegen Goliath. De dwerg heeft de laatste maanden een aantal opmerkelijke overwinnin gen behaald. Door Rudi Kreutzer „Iedereen spreekt over Afghanistan, maar over de oorlog die tegen ons wordt gevoerd zwijgt de wereld". Een vergeten oorlog in de Hoorn van Afrika, waar de Eritrese verzetsstrijders al negentien jaar lang vechten voor onafhankelijkheid van de noordelijke provincie van Ethiopië. Amdemicael Kasai was in Nederland om aandacht te vragen voor deze strijd. Hij is lid van het Centraal Comité van het Eritrese Volksbevrijdingsfront EPLF. Zijn belangrijkste boodschap: de guerrilla-strijders hebben zich hersteld van zware nederlagen in 1978 en 1979. Zij nemen het initiatief weer over van het Ethiopische leger, dat er ondanks een numerieke overmacht en massale Russische steun niet in is geslaagd het door het volk gesteunde verzet op de knieën te krijgen. de moeizame resultaten van jarenlan ge hervormingscampagnes teniet ge daan. De ellende die het oorlogsgeweld voor de bevolking teweeg brengt valt moei lijk te beschrijven: een half miljoen vluchtelingen op een bevolking van drie en een half miljoen. Gebrek aan alles wat het leven dragelijk maakt. Te weinig en eenzijdige voeding maakt dat bijna iedereen in de kampen in Eri trea zelf of in het buurland Soedan aan ondervoeding lijdt. Tuberculose eist honderden slachtoffers. Zijn wij aan dit soort dingen al zo ge wend geraakt, dat het hier geen enkele voorpagina haalt, en zelfs maar zelden een binnenpagina? Onwaarschijnlijk, want aan Afghanistan bij voorbeeld worden wij wekenlang dag in dag uit met grote koppen herinnerd. De weini ge aandacht voor Eritrea komt eerder Dit is een opmerkelijke ommekeer in een strijd die er vorig jaar vrij hopeloos uitzag. Iedereen, behalve de Eritreêrs zelf, hield ernstig rekening met een de finitieve overwinning voor de Ethiopi sche junta, de Dergue, die de strategi sche provincie Eritrea voor geen goud wil opgeven. Een versterkt Ethiopisch leger, door twee Russische generaals geleid van uit een commandobunker in de Eritre se hoofdstad Asmara en door Moskou voorzien van modern oorlogstuig, maakte zich op voor de laatste slag. Bij deze overmacht besloten de bevrij dingsbewegingen, de EPLF en de ELF, tot een „strategische terugtocht". Am demicael Kasai: „We wilden directe confrontaties zo veel mogelijk vermij den. om de verliezen te beperken. We hebben ons uit de steden teruggetrok ken naar de veiliger bases op het plat teland. vooral in de Sahel-streek, de noordwestelijke driehoek van Eritrea. Eén stad in dat gebied hebben we zelfs nog in handen kunnen houden, en dat is Nakfa". De militaire betekenis van deze kleine stad, die al lang geëvacueerd is en zwaar beschadigd door het oorlogsge weld, is gering. Des te groter is de psy chologische waarde. Het werd het symbool van de onverzettelijkheid van de Eritreêrs, en voor het Ethiopi sche leger een bron van frustatie. amdemicael Kasai, vertegenwoordi ger van het Eritrese Volksbevrijdings front. De moraal is dan ook ver te zoeken bij de Ethiopische soldaten: tegen hun zin geronseld in kleine dorpen voor de strijd „tegen een Arabische invasie". Een strijd die zij volgens hun officie ren snel zouden winnen. Amdemicael Kasai vertelt dat sommige garni zoensplaatsen omgeven zijn met prik keldraad, niet om de vijand tegen te houden, maar om de eigen manschap pen het vluchten te beletten. Verha len over beestachtige wreedheid bij de vijand moeten de indoctrinatie bij deze ongeletterde arme boeren com pleet maken. Afgelopen december en januari heb ben EPLF-eenheden de Ethiopièrs zware slagen toegebracht. Bij Nakfa werd een offensief afgeslagen en omge zet in een totale vernietiging van de Ethiopische basis even buiten de stad. Zij werden gedwongen zich terug te trekken naar Afabet! waar zij zich nog steeds in een omsingeling van EPLF- guerilla's bevinden. Deze hebben alle strategische posten rondom Afabet in handen. Begin januari werd een tweede offen sief van 30.000 soldaten en zware artil lerie in het Noordoosten van de Sahel in de kiem gesmoord. Het Ethiopische leger zag zich gedwongen uit te wijken naar de droge kuststreek rond Marsa Teklai, vanwaar zij alleen nog .met Russische schepen in veiligheid kon den worden gebracht. De conclusie dringt zich op dat het EPLF zich heeft hersteld en vanuit een schijnbaar ver loren positie het initiatief in de strijd heeft overgenomen. discipline De discipline aan de kant van het EPLF is voorbeeldig, een beeld dat door verschillende buitenlandse ver slaggevers is bevestigd. In het onher bergzame Sahel-gebied zijn de veelal jonge EPLF-strijders in staat een vol ledige infrastructuur, met werkplaat sen en scholen, ziekenhuizen en vluch telingenkampen te laten draaien. Als materiaal wordt alles gebruikt,zoals de hulzen van de zware Russische ar tillerie. Deze politiek van „self-reliance" - ver trouwen op eigen kracht - beschouwt het EPLF zelf als zijn geheime wapen tegen de overmachtige vijand, die geen middel schuwt om het land te on derwerpen. Clusterbommen, napalm, chemische ontbladeringsmiddelen, uithongering, dat zijn de wapens waar mee de tegenstanders vecht. Tiental len dorpen zijn met de grond gelijk ge maakt, landbouwoogsten vernield, en voort uit de angst van nagenoeg alle landen zich aan deze netelige kwestie te branden. Eritrea mist een duidelijke woordvoerder onder de „erkende" lan den in de Verenigde Naties of de Orga nisatie van Afrikaanse Eenheid. „Al leen tegen de groten", de titel van een film over Eritrea, typeert hun isole ment trefzeker. Het lot van Eritrea wordt vooral be paald door haar strategische ligging. Langs Eritrea's kusten varen de olie tankers, die zestig procent van de Ara bische olie bestemd voor de westerse wereld vervoeren. Als provincie van Ethiopië vormt het de enige verbin ding met de zee. Verlies van dit gebied zou het grondstofrijke land in de wei nig benljdenswardlge positie van inge sloten land brengen. Deze strategische ligging, en de grote bodemschatten hebben de Hoorn van Afrika tot een begerenswaardige prooi gemaakt in de rivaliteit van de grooL machten. Na de val van het Ethiopi sche keizerrijk van Haile Selassie in 1976 kwamen linkse militairen aan de macht, die al snel van grote steun uit Moskou verzekerd waren. De smalle machtsbasis van de Dergue was geen belemmering; het maakte het eerder gemakkelijker voor de Sovjets om het regime van zich afhankelijk te maken. De bedragen die Moskou uittrok voor dit doel zijn gigantisch. De afgelopen twee jaar verscheepte de Sowjet-Unie voor drie miljard gulden aan hulp naar Addis Ababa. Ter vergelijking: in de 23 jaar daarvoor kwain de Ame rikaanse hulp aan het land in totaal op nog minder dan de helft van dat bedrag. De Sowjet-hulp bestaat bijna volledig uit militaire uitrusting, niet direct de eerste levensbehoefte voor een straatarm land. De schulden zijn voor Ethiopië nauwelijks terug te be talen, zeker niet met de lage prijs die Rusland voor de Ethiopische koffie betaalt. westen Het schijnt dat Moskou verzoeken van de kant van Dergue-lelder Mengistu om economische hulp botweg weigert, en dat deze laatste daarom de deur naar het Westen open wil houden. Daar krijgt hy alle gelegenheid toe. want het belang van zijn land wordt ook in Washington geapprecieerd. Er zit een spectaculaire groei in de handel met Amerika, die de eerste negen maanden van 1979 vijf maal zo groot was als In de overeenkomstige periode het jaar ervoor. Ook aan hulp uit het Westen geen ge brek. In december nog kreeg de Der gue een lening van het IMF van vijftig miljoen gulden. In Januari bezocht EG-commlssaris Cheysson de hoofd stad Addis Ababa. Resultaat: een le ning van twintig miljoen gulden. Niet toevallig hadden een aantal Westduit- se ondernemingen juist enkele grote overeenkomsten gesloten. Een reparatie-werkplaats voor vrachtwagens ergens in bevrijd gebied in Eritrea. Dan is er nog de aanzienlijke voedsel hulp. Volgens EPLF-vertegenwoordi ger Kasai gaat die voor het grootste deel naar de Ethiopische troepen in Eritrea. Bewijzen daarvoor zijn grote zakken met graan, vastgelegd op de gevoelige plaat door een delegatie van de Italiaanse vakbonden. Op deze zak ken levensgroot „Aid from the EEC to Ethiopia". En zo hebben we de merk waardige situatie van een Sowjet-sate llet. die door het Westen economisch wordt gesteund. En om alle kansen in dat land niet in één klap te vergooien, zal men daar wel twee keer nadenken alvorens derebellen in Eritrea te gaan steunen. Met nadruk verklaart Amdemicael Kasai overigens dat zij geen enkele hulp verwachten van de „imperialisti sche landen", waaronder hij de wester se industrielanden verstaat. ..Self-re liance is voor ons geen mode-begrip, het is de basis voor onze politiek. wy accepteren alleen steun zonder voor waarden". Zulke hulp verwacht hy niet van de kant van by voorbeeld Amerika: „Die willen net als de Sow jet-Unie uitelndeiyk ook de likwidatie van het Eritrese verzet". Ook onder de Afrikaanse landen staat men niet te springen voor het recht op zelfbeschikking van het Eritrese op de bres te springen. Dit soort kwesties vormen net als grensgeschillen spring stof onder het toch al logge bouwwerk van de Afrikaanse Eenheid. Geen land dat er al te veel de nek voor wil uitste ken. Met recht dus: alleen tegen de groten. adempauze De kosten van de oorlog, en de geringe resultaten zijn in Moskou niet onge merkt voorbijgegaan. De geluiden dat men daar een vreedzame oplossing zou willen, worden de laatste tijd weer sterker hoorbaar. Voor de EPLF is dat slechts een middel om tijd te winnen. Het is de Russen immers be gonnen om de strategische betekenis, die zonder de kustprovincie Eritrea veel minder is. Een echte onafhanke lijkheid zullen ze daarom niet toe staan, en dat is precies het enige dat de Eritreêrs willen. Het is moeilijk in te zien hoe deze twee volkomen tegen strijdige visies aan de onderhande lingstafel gladgestreken kunnen wor den. Amdemicael Kasai ziet er alleen maar „de oude tactiek" in om een adempau ze te creëren. „Op dit moment worden de laatste voorbereidingen voor het volgende offensief tegen ons alweer ge troffen. Er worden voortdurend voor raden overgevlogen naar de troepen in Afabet en Marsa Teklai". Dinsdag ver telde hy nog telefonisch vanuit Rome, dat de volgende aanval „elk van de ko mende dagen" kan losbarsten. De meesten van de ruim 30.000 strij ders van de EPLF en ELF kennen de situatie van vóór de bevrijdingsoor log alleen uit de verhalen van de ou deren. De recente successen zullen ze ker een aanmoediging zijn om vol goe de moed verder te gaan aan de strijd die een deel van henzelf is geworden. De oorlog die al bijna twintig jaar duurt is nog lang niet ten einde. De wijn gaat over de long, letterlijk zeer zeker - in nog steeds grotere hoe veelheden, maar vooral figuurlijk ten onzent en in de hele Europese Ge meenschap. Juist deze weken is geble ken dat een wijnfraude van enorme afmetingen zijn centrum in Neder land vindt. En wij Nederlanders schilderen nog wel onszelf gedurig af als de brave jongens in de EG die zich strikt houden aan de geest en de letter der Europese bepalingen. In geen en kel opzicht zijn wij, volgens onze roe rende verhalen, te vergelijken met Italianen, Fransen en Belgen, die een uiterst frivole en lichtzinnige wijze van omspringen met wetsbepalingen zich eigen hebben gemaakt. Jawel, maar ondertussen blijkt de Neder landse handel toch minstens zo licht zinnig, zoals niet goddeloos te hande len door de massale inkoop van grote hoeveelheden wijn van obscure allu re. Dit troebele (in figuurlijke zinl vocht wordt vervolgens van etiketten voorzien van dure Franse kwaliteits wijnen en via bekwaam vervalste EG-documenten naar tussenagentc» in Liverpool gestuurd. Vandaar vindt het zijn weg naar de monden van eni ge miljoenen USA-staatsburgers. Wie weet, zitten die laatsten nog wel uit voerig te genieten van de beste wij nen van het decadente Europa. Dit wijnschandaal, laatste uit een lan ge reeks. zal. vrees ik de wijnconsump tie binnen, maar vooral buiten Europa geen goed doen. Terwijl het juist zo hard nodig is voor de EG en haar vele wynboeren dat de wynconsumptie toeneemt. Gemeeniyk worden wy vooral in Nederland verwend met (soms opgeklopte! verhalen over het overschot aan zul vel in de EGhet nog al problematische wyn-teveel in Euro pa bereikt maar zelden onze krant of beeldbuis, wyn - een landbouwpro- dukt bij uitnemendheid in de EG. wordt vooral verbouwd ten zuiden van onze landsgrenzen. Luxemburg. Zuid- Duitsland. Frankrijk en Italië zyn de grote wynproducenten in de Europese Gemeenschap. Frankrijk en Italië tre den hierby op de voorgrond als dè gro te wynleveranciers. Met zyn allen drin ken we als Europese consumenten per jaar zo'n 140 miljoen hectoliter wijn. Da's een heel aardige slok maar nog niet iets minder dan er geproduceerd wordt - want die hoeveelheid bedraagt 167 miyoen hectoliter. Resulteert dus een meertje 1 met de inhoud van 27 miljoen hectoliter. Wat doe je daar mee? Da's ook de vraag al jaren lang van nationale en supra nationale over heden. En bij die vraagstelling blijft het niet: om het probleem springle vend te houden verklaren Italië en Frankrijk met de regelmaat van de klok elkaar de (wymoorlog. Vooral in de jaren waarin erg veel geproduceerd wordt pleegt de wijn-strijd uit te bre ken. De enorme produktie van het af gelopen jaar - de hoogste sinds 1973 - zorgt momenteel weer voor zeer strijd bare discussies. De Franse en Italiaan se regeringen worden zeer regelmatig geplaagd door uiterst boze wynboe ren. Genoemde overheden reageren zulks af door elkaar van ongehoorde praktijken te beschuldigen en trekken tenslotte al dan niet eensgezind meestal niet) naar de EG onderhande lingstafel, waar alle andere problemen even opzij worden geschoven vanwege de Zuid-Europese wijnoverschotten. Daar worden de discussies eindeloos voortgezet. Als Engeland b.v. zyn munteenheid (weer) eens wil devalue ren. dan verklaart Frankrijk daar slechts aan mee te willen werken als de Britten willen instemmen met regelin gen voor de Europese wijnmarkt - die veel geld kosten. Resultaat - de Engel sen zijn dan ongemeen nydig en blok keren een tijd lang alle andere discus sies. Wat doe je met een wyn-meer ter grootte van Loch Lomond? De al enige jaren geboden oplossing is Tweeerlei: wijn distilleren tot alcohol en via rooi- premies de produktie terugdringen Om met dat laatste te beginnen: D'r zijn nu een goede 2.5 miljoen bunder in de EG beplant met wyngaarden. Brus sel heeft besloten tot een maatregel met drieërlei uitwerking. Er komt een aanplantverbod voor 8 jaar. Uitgeslo ten hiervan zijn de kwaliteitswijnen - die biyven altijd goed in prijs. Daar naast een rooipremie die er enerzijds op gericht is slechte wijnstokken hele- •maal te weren en te stimuleren dat be tere stokken worden aangeplant - zo als bezegd voor echte goede wijnen is en blijft een beste markt. Die aanplant van betere stokken verschilt per regio - al naar geland de Toeping' van de wijn streek. Ter derde bekijkt men ook per streek/per gevatpf de wijnboer niet net zo goed op andere teelten kan over schakelen. Als voorbeeld hiervan kan de Povlakte dienen, waar de wijnboeren zich met succes op de mais gestort hebben. D'r zijn echter ook streken waar niets an ders dan wyndruiven willen groeien. De andere oplossing is zoals gemeld, wijn tot alcohol distilleren. Mijn bron nen vermelden maar spaarzamelyke gegevens over wat er met die alcohol kan gebeuren. In nfijn onnozelheid en enthousiasme lijkt het me, by de hui dige benzineprijzen een heel aardige autobrandstof toe. D'r is genoeg, het is goedkoop (want er is veel te veel) je bent van een probleem af en je voort bewegen op wyn-alcohol lijkt een sym pathieke gedachte. D'r zal ergens in myn naieve gedachtegang wel een kronkel zitten - anders tankten we nu al wel by de siyter. Ondertussen lydt de EG-landbouw ge durig onder de wyn-zorgen. Meer aan dacht en meer geld naar de wyn bete kent minder geld en minder aandacht m voor andere produkten als zuivel, graan en suikerbieten. Je vraagt je in arren gemoede af wat het moet worden als Griekenland. Spanje en Portugal zich by de EG gevoegd hebben. Nog drie landen erbij de stromen wyn pro duceren Om maar niet te spreken van de olijfolie - een produkt met soortge- ïyke problemen. Het heffen van het wyn-glas moge een uitstekende geste zijn. in landbouwkringen in Noord-Eu ropa wordt tegenwoordig ook nogal eens tegen de wyn 'aangetrapt'. Wel licht begrijpelijk na het voorafgaande. mr Gerard W. Smallegange. 1IDoor Wim Wanslnk „Het nageslacht zal nooit te wetend men wat er precies is gebeurd. G«, van beide partijen zal be/eid zijn*, werkelijk onafhankelijk onder» toe te laten, ook al zullen ze well^ proberen die indruk te wekken. Vj» lopig moeten we dus aannemen datj waarheid, zoals bij elke oorlog, tu^ deze twee uitersten ligt. Zeker i$e^ ter, dat de confrontatie door partijen uitvoerig was voorberg maar desondanks enorme verlig en reusachtige schade moet hebbu achtergelaten". Dit stelt de Nederlandse journalist), wetenschapper drs. Jaap van Gin», ken (35), aan het eind van zijn onla^ verschenen boek „De derde Indoet, nese oorlog" naar aanleidingvast - tegen Vietnam werd Dtrc Chinese strafexpeditie, die begin» «c: rig jaar - 16 februari tot en mn n.ij maart voerd. Hij concludeert daarbij dat het m de vraag is of de Chinese Volksrta bliek reden heeft om zijn optreden'* gen Vietnam als een diplomatieks» ces te beschouwen. Weliswaar |fe Deng Xiaoping, China's vice-premitt, destijds weten dat Hanoi „een les],' verdiend had en dat de Chinese invil de wereld zou hebben getoond du men geen „hulpeloze oude reus' Maar tegelijkertijd, aldus Van Git» ken, heeft Peking niet de indruk kia nen vermijden dat het zelf in mit waartse richting uitbreiding vannji invloedssfeer, „hegemonisme", u streefde. China heeft met zijn opia den duidelijk gemaakt eveneens staat te zijn agressief op te tredu „Het effect van deze hele actie dus", aldus Van G inneken, „in som» ge opzichten het omgekeerde van men had nagestreefd" In zijn boek „De derde Indochir oorlog" - de titel slaat op de Chii Vietnamese confrontatie - geeft Vi Ginneken een ordelijk overzicht de eeuwenoude tegenstellingen sen de beide buurlanden, waarbijl na Vietnam telkens dwong zijn riteit te erkennen en de Vietni op hun beurt als „de Pruisen Zuidoost-Aziè" ernaar streefden buurlanden Cambodja en Laosintnl- Indochinese federatie onder Vlet» mese leiding samen te voegen. Maar Van Ginneken, die herhazMe lijk de beschreven gebieden en hierover onder meer publiceert in de bladen van de Gemeenschapje lijke Persdienst (GPD), gaat verte dan het beschrijven van de puur lob le wrijvingen. Hij plaatst de ontwil kelingen zoals die zich de afgelopn decennia in dit deel van de hebben voltrokken in een breder u tionaal kader. Daarbij tekent hiji helder beeld van de krachtsvak* dingen tussen de drie supermad» China, Sowjet-Unie en Verenigde» "ta interpretatie van de gevolgen, die* ze maatschappij-omwenteling zich meebracht, worden hele per* strijden gevoerd. Van Ginneken er even wel niet echt goed raad meeet moet een verhelderend antwoon schuldig blijven. SC0I Van Ginnckens begrip voor de si!» tie in Cambodja is tekenend voorw benadering van de ontwikkelingen" g Zuidoost-Aziè. Vanuit een zekere* trokkenheid met de problematieke plaatse probeert hij zijn emoties' kanaliseren door vele vraagtekens plaatsen. Het is juist, omdat hij vecht tegeo* vooringenomenheid, dat in Viel» in Cambodja, in Laos, na de kaanse „afgang" niets goeds meer» kunnen gebeuren, dat zijn boek» waardevolle aanvulling is van de" ratuur die over dit onderwerp is1» schenen. Weliswaar wordt delf" verondersteld enige voorkennis hebben van de ZuidoosUïWW verhoudingen. Is dat het 8evï A biedt Van Ginnekens „De derde In Chinese oorlog" veel stoftotbofit®1 discussies. De .Derde Indochinese oorlog" dcc'i~ van Ginneken. paperback. 326papt" geverij SjaXoom Odijk. prijs f36 j6- Hij doet dit aan de hand van te» tal kernpunten, als de eerste Inn nese oorlog tegen de Franse kolta overheersing, die in 1954 bijl* Bien Phu door Vietnam werd ge» nen, de tweede Indochinese oorlog» gen de Amerikaanse interventkb Zuidoost-Aziè (tot 1975) en bijue beeld de relatie tussen Vietnut zijn buurlanden. Ook het van de bootvluchtelingen komtu de orde. Het zwakke van dit overigens leesbare boek is, dat niet geheel b delijk wordt waar de auteur kïi tegenstrijdige kwesties „staat", h Jbb: Ginneken lijkt zich nogal eens ten len verschuilen achter de enormek» veelheid informatie, waaroverhijkpró schikt. Dit gaat vooral op, waar de onlr» Midgui ming van de Cambodjaanse hoé iftöt; stad Phnom Penh door de Re" Khmers, in 1975, wordt bcsproka yj.K Talloos zijn de, onafhankelijke,* rt richten dat de overwinning vul Khmer-legers op het door de Am» kanen gesteunde bewind van LonM gepaard ging met een massale six) ting onder de bevolking. Van Git* ken maakt daar weliswaar meld* van, maar zijn relaas over de gek ceerde ontruiming van Phnom Pm en de daaraan gekoppelde wreed* den tegen de bevolking klinkt will te relativerend. Van Ginneken lijkt, tussen dc regel door, begrip te kunnen opbrenfll voor de ontsporingen tijdens M «tor Khmer-regime in Cambodja, WMéf de overheersende ideologie was. d* afgerekend diende te worden mei» „verderfelijke" stadsbeschaving. Khmers stelden hier een dwanp» ge herwaardering van de gecolledb' seerde landbouw tegenover. Over* ND*

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1980 | | pagina 4