ZO ZUIVER ALS DE DOOD
AFVAL
kennis over
zoutkoepels
vertoont leemten
PZC/ zaterdagkrant
ZATERDAG 15 MAART 1980
papaver
[Jueral ter wereld waar het warm is groeit de Papaver
Somniferum. de plant waaruit opium bereid wordt
Meestal verbouwd door boeren, die een gedeelte van de
oogst aanwenden voor eigen gebruik en de rest verhan
delen. In landen met sterke regeringscontrole gaat de
hele oogst naar de geneesmiddelenindustrie voor de be
reidlng van opium en morfine
In landen waar de regering minder sterk in hel zadel zit
Krijgen internationale bendes de kans uit de papaver
oogst heroine te bereiden, de duurste en meest verslo
tende harddrug.
Beruchte papaverleveranciers zijn Mexico. Thailand.
Burma. Laos, Turkije, Libanon. Afghanistan, Pakistan
ensinds kort Iran. De opium is het dikke sap dat verkre
gen wordt door het inkerven van de nog onrijpe doos
vrucht van de papaverplant. Het sap wordt gedroogd en
in plakken gesneden. De kleur is bijna zwart, de struc
tuur gomachtig en de smaak bitter. Uit het oplumsap
kan morfine worden afgescheiden, het sterkst bekende
pijnstillende middel. Uit deze morfine kan door het toe
voegen van zijnzuur heroine worden bereid.
In zuivere vorm een grijsbruin poeder, maar door mis
daadsyndicaten altijd tot een onbekend percentage
aangelengd met andere stoffen, teneinde schatrijk te
worden door de dagelijkse behoefte van de verslaafde
De handel in heroine is het aantrekkelijkst, omdat deze
drug veertig keer zo verslavend werkt als opium en bo
vendien veel vaker moet worden ingenomen.
Een beruchte heroïnelijn was tot 1972 Turkije-Frank-
rijk-Amerika. beter bekend als The French Connection
De heroine was van uitstekende kwaliteit, omdat Tur
kije een best klimaat heeft voor de papaverplant. De
doorvoer naar Amerika nam zulke grote vormen aan
dat politie-ingnjpen niet kon uitblijven: de laboratoria
in Marseille werden opgerold
Andere heroïnehandelaren sloegen in 1972 hun slag: de
Chinezen. Hun afzetmarkt, de verslaafde Amerikaanse
soldaten in Vietnam, slonk en nieuwe klanten moesten
gevonden worden. De Chinezen vonden hun klandizie in
West-Europa en Amsterdam werd middelpunt van hun
afzetmarkt. De heroine kwam uit de Gouden Driehoek:
Burma, Laos en Thailand. Amsterdam werd uitverko
ren, omdat de criminele Chinezen tussen de bestaande
grote Chinezengemeenschap in de hoofdstad niet zou
den opvallen. Bovendien lag Amsterdam geografisch
uitzonderlijk moot Pas in 1976 kreeg de politie greep op
de Chinese heroïnehandelaren. Samenwerking met de
politie in het Verre Oosten wierp vruchten af: bendes
werden gearresteerd en papaveroogsten aan banden
gelegd.
De politie kreeg weinig rust. Er ontstondennieuioe heroï
nelijnen vanuit het Midden-Oosten richting West-Euro
pa. Amerika zit weer volop in de problemen met een oude
herionelijn vanuit Mexico en tot overmaat van ramp
komt The French Connection weer tot leven, doordat de
gepakte misdadigers inmiddels hun straf hebben uitge
zeten.
Opiumoogst in de Gouden driehoek.
De zoeklichten van Interpol staan niet langer uitsluitend op Nederland bij de niet aflatende
jacht op smokkelaars van heroine. De loodzware last middelpunt te zijn van internationale
smokkelroutes is sinds kort van ons land en met name Amsterdam afgewenteld. Nieuwe herói-
ne-Iijnen hebben hun weg gevonden naar de dealers en gebruikers in West-Europa. De landen
van de Gouden Driehoek in het Verre Oosten spelen nog maar een bijrol op de wereldmarkt. De
horse, junk, smack, scag, fix ofwel heroine komt voortaan van diverse landen in het Midden-
Oosten via Turkije naar West-Duitsland.
tenliq De rechercheurs van de verdovende
uIIsbe- mtódelencentrale, ressorterend onder
de w» de Centrale Recherche Informatie-
'B:
eter?
itdea
si
taiiCRI) - tevens Bureau Interpol
Ntdsiand - in Den Haag zitten wat
mffijer achter hun bureau (zo ze niet
(piBszijni. nu de wetenschap er is dat
de smokkelwereld Nederland links
athggen. Het hoofd van de afdeling
D. Schoneveld: „Wat Nederland voor
de Gouden Driehoek was is West-
tóüland nu voor het Midden-Oosten.
Dit is voor ons een hele opluchting.
Op internationale conferenties werd
isesd de beschuldigende vinger altijd naar
ntieo Nederland uitgestoken, maar nu is
Wesi-Duitsland het mikpunt".
Binna. Laos en Thailand: the Golden
Itengle. De niet door de regering ge-
I cootroleerde papavercultuur leverde
j deheroine die jarenlang zijnweg vond
de gebruikers in West-Europa.
Midden 1978 kwam de kentering. De
oopten vielen vreselijk tegen en de sa
menwerking tussen de politie in West-
Europa en in de landen van de Gouden
Driehoek kwam op gang en verbeterde
zienderogen, niet in de laatste
plaats door een strengere wetgeving
'voorde papavercultuur in Thailand.
De criminele organisaties liepen forse
klappen op van de politie,
j «Anderhalf jaar geleden konden wij al
verwachten, dat er een stroom heroine
vanuit het Nabije-Oosten naar West-
Europa zou komen", zegt recherche-
•gie s? róefSchoneveld. „De papaveroogsten
tear waren heel erg goed en de has-
letisii
ii Itn
igebeï
lekaal
altijd
gehadi
oerls;
izekei
stistii
derschept worden. Ook zijn er grote
organisaties die koeriers proberen te
ronselen. Vla een vakahtieaanbod bij
voorbeeld voor een goedkoop reisje
naar Turkije".
De smokkel van heroine gaat per
vrachtauto, personenauto, tren en
vliegtuig. Transport over de weg is
voor de politie het/lastigst te onder
scheppen. omdat de grenscontrole
niet intensief genoeg kan zijn. De he
roine wordt in auto's of bagage ver
stopt. maar ook vaak op het lichaam
meegedragen. Tachtig procent van de
heroine die in West-Duitsland wordt
onderschept komt aantoonbaar uit
het Midden-Oosten. Over heel Westr
Europa genomen is dat percentage
vijftig.
zuiverheid
Het meest opvallende aan de heroïne
uit het Midden-Oosten is de grote
graad van zuiverheid. De gebruiker is
gewend aan de zogenaamde „Hong
kong rocks" uit het Verre Oosten, die
een vrij stabiele zuiverheid heeft van
35 procent. Het gerechtelijk labora-
toirum in Nederland heeft vastge
steld dat de heroine uit het Midden-
Oosten een zuiverheid heeft van 70 tot
95 procent. Met alle fatel gevolgen
van dien. De gebruiker weet niet waar
de nieuwe heroine vandaan komt,
weet ook niet dat de kwaliteit veel
hoger is. waardoor een kleinere hoe
veelheid noodzakelijk is voor dezelf
de trip, In Zuid-Limburg, Utrecht en
ook in de Randstad zijn de eerste
slachtoffers al gevallen. In veertien
v/d kaay
dagen tijd overleden zev
aan een overdosis heroine uit het Mid
den-Oosten.
Hulpverleners in Zuid-Limburg heb
ben laten weten het te betreuren dat
de heroine geen „bijsluiter" bevat, zo
dat de gebruiker weet waar hij aan toe
is. De zuiverheid van de nieuwe heroi
ne is op zich een goede zaak. omdat de
gebruiker, mits juist toegediend, er
veel minder lichamelijk schade van
oploopt. Alle heroine wordt versne
den, die uit het Verre Oosten meer. en
met kwalijke middelen, dan die uit het
Midden-Oosten, maar geen enkele ge
bruiker is in staat de zuiverheid te tes
ten. Daar is een laboratorium voor no
dig.
Uitzonderlijk isook de prijs die de ge
bruiker voor de heroine uit het Mid
den-Oosten op tafel moet leggen: f80
tot f200 per gram. De heroine uit het
Verre-Oosten kost f250 tot f400 per
gram. Politiechef Schoneveld: „Dit is
hetzelfde mechanisme als In 1974. De
heroine wordt geintroduceerd tegen
een lagere prijs. De landen van het
Midden-Oosten zijn in een hevige con
currentieslag verwikkeld met de Gou
den Driehoek Het is een gewoon
marktmechanisme. De heroine
stroomt werkelijk vanuit het Midden-
Oosten West-Europa binnen"
Voor de politie heeft het Midden-Oos
ten nu ook hoge prioriteit gekregen
De bestrijding van de handel in Neder
land lukt beter omdat de politie in de
verschillende plaatsen beter met el
kaar samenwerkt Er werd nogal ver
snipperd gewerkt. De contacten met
de politie in het Midden-Oosten wor
den uitgebreid en men leert van el-
kaars bestrijdingsmethodes. Op diplo
matiek niveau wordt bekeken of er een
Nederlandse politieman, net als in
Thailand, in het Midden-Oosten gesta
tioneerd kan worden. Allemaal plan
nen en maatregelen voor de bestrij
ding van de heroïnehandelwaarvan ik
hoop dat ze ook geéfectueerd worden"
Evenals Thailand probeert de rege
ring van Pakistan de heroïnehandel
bij de bron te bestrijden: de papaver
cultuur. Voor de boeren in de bergen
is de opiumproduktie vaak de enige
vorm van levensonderhoud. Met hulp
van de Verenigde Naties wordt gepro
beerd de boeren te interesseren voor
koffiecultuur of de verbouw van si
naasappels. De praktijk zorgt dan wel
weer voor nieuwe problemen met bij
voorbeeld de afzet. Het transport van
kleine hoeveelheden opium is nooit
moeilijk geweest, maar hoe krijgt de
arme boer zijn kisten vol sinaasap
pels via de smalle, bochtige bergwe
gen naar de eerstvolgende slad?
De Nederlandse recherche mag dan
opgelucht zijn over het feit dat het cen
trum van de heroïnesmokkel zich over
de grens verplaatst heeft, het oprollen
van internationaal opererende bendes
zal in de toekomst een groot probleem
blijven.
Schoneveld: „Ik wil geen pessimist
zijn, maar ik zie het sombertjes in. De
heroïnelijn via Turkije is geopend. Er
is een enorm potentieel aan gebruikers
en met de handel zijn enorme wmste te
behalen. Er is nog geen sprake van sta
bilisatie. eerder van uitbreiding. Ik
verwacht niet dat we al op de bodem
zijn".Bovendien komt er ook nog ver
domde veel heroine uit de landen van
de Gouden Driehoek. De organisaties
van de Chinezen zijn verdwenen, maar
we weten dat ze zich opnieuw aan het
organiseren zijn. De handel in hasjiesj
is er altijd geweest en zal er ook blij
ven. Daar komt bovendien nog eens de
handel in cocaine bij uit Zuid-Ameri-
ka. Dat alles bestrijden geeft toch weer
een enorme versnippering van het po-
litie-apparaat".
jesjhandel uit die landen liep terug,
enb«i *at bleek: de kanalen voor de smok-
hl van hasjiesj werden plotseling ge
veSJ braakt voor de smokkel van heroine,
iets0s De hasjiesj komt uit Libanon. Syrié.
danifl Afghanistan. Marokko en Turkije en
Tiisöf a ook Iran. Er is een geweldig druk
ngf"! Pderenverkeer tussen deze landen
té sWest-Europa. De handelaren in ver-
w.ende middelen hebben enorm veel
n«i!r connecties, waardoor de bestrijding
s? moeilijk is
toename
liretek Miners constateren dat de pa-
ljeenrö ^ferooSst in het Midden-Oosten nog
niiji: toeneemt en dat de handel op-
)orhe>n 7®" 'n die landen waar de politiek
rioorr f' wstab'cl is en dus regeringscon-
dep j aal1- Turkije neemt een bijzon-
oezastf1 j P'aats in als doorvoerland naar
MaSl !Kl.'EuroPa. Het is zeker niet zo dat
;®'!i.c.uwe hcroine voornamelijk uit
ben ft' Ui korat- Hoewel dit land een
esvncd y tnde Papavercultuur heeft (ten
en \rC |ff van The French Connection
*am de beste opium altijd uit Tur
in is de controle van de regering
De hele papaverbollen gaan
geneesmiddelenindustrie en
pratf-' tijSinds ten strengste verbo-
ieler.«' n? bol,en in te snijden om op die
mc<r r3311 opium te komen voor ei-
entcü' £{ebruik °r handel,
dais? t eveld: "De Turkse regering zegt
s en a *'.etrgetn legale papavercultuur be-
eSr maar uit 'ntelligence-rapporten
de H# het wellicht wel het geval is.
Vs ln Libanon. Van Pakistand.
«mAfghanistan weten we het al.
lenwM je 's het doorvoerland. Je hoort
nnee^ Lk6,1 zeSSen dat. gastarbeiders
aki-56"* b!frflaars van heroine rtin. maar in
eeen^ ®'Duitsland werken twee miljoen
tt f* Sr^teiders, merendeels uit Turkije,
-„l® duidelijke smokkelhjri naar
opa, omdat veel heroi-
>rten van gastarbeiders on-
21
Een partij 22kg) heroine die door de politie in beslag genomen werd.
De risico-analyse voor het
dumpen van kernsplijtingsaf-
val in een Noordelijke zout-
koepel, zoals die in de rappor
ten aan de regering is uitge
bracht, deugt niet. „De toege
paste gedachtengang bij de ri
sico-analyse is naar onze op
vatting onbevredigend. In de
rapporten aan de regering zijn
overwegingen weggelaten,
die wij van vitaal belang ach
ten voor de analyse van de ri
sico's en zijn versimpelingen
van mogelijke problemen van
dien aard. dat de tot dusver
gemaakte risico-analyses niet
acceptabel zijn".
Die vernietigende kritiek leveren de
Utrechtse hoogleraar in de structurele
geologie, prof. dr. H. J. Zwart, en zijn
wetenschappelijk hoofdmedewerker
dr. Gordon S Lister op de rapporten
van de Interdepartementale Commis
sie voor de Kernenergie (ICK). waarin
een risico-analyse is opgenomen met
als uitkomst, dat het in het slechts mo
gelijke geval 250.000 jaar duurt voor in
een zoutkoepel opgeborgen „atoomaf-
val" weer aan de oppervlakte komt.
Zij geven dit commentaar in een brief
die zij in januari aan de minister van
economische zaken stuurden en waar
over zij desgevraagd geen enkeie me
dedeling willen doen. Over deze
Utrechtse wetenschappers zei lr. J.
Hamstra van het Energie-onderzoek
Centrum Nederland (ECN). en een van
de ontwerpers van een opbergmjjn
voor kernsplijtingsafval in een zout
koepel. onlangs tijdens de themadag
„Ecocitett" van de Groninger Inge
nieursvereniging in de Groninger Mar
tinihal laatdunkend „Er zijn geologen
en geologen En sommige geologen
hebben nog nooit een zoutmijn van
binnen gezien..."
Prof. Zwart schreef eerder, op 15 mei
kees wiese
1979, een brief aan minister Van Aar-
denne (economische zaken), waarin hij
zijn bezorgdheid uitsprak over ver
schillende, verwaarloosde aspecten bij
de eventuele opslag van radioactief af
val in steenzout „Naar mijn opvat
ting". schreef hij toen. „zijn de vervor
mende eigenschappen van zout en ge
laagde zoutafzettingen onvoldoende
bekend om met zekerheid catastrofale
voorvallen te kunnen uitsluiten". Hij
deed toen ook een onderzoeksvoorstel
voor het bestuderen van de vervorm
baarheid van steenzout.
Eind augustus had hij over zijn onder
zoeksvoorstel een gesprek op het mi
nisterie van economische zaken, maar
tot nu toe kreeg hij geen geld van het
ministerie om het onderzoek uit te
voeren. Wel kreeg hij van de stichting
voor Zuiver Wetenschappelijk Onder
zoek (ZWO) geld om een medewerker,
de heer Janus Urai, in West-Duitsland
onderzoek te laten doen naar de inter
ne structuur van een zoutkoepel, maar
daar staat het ministerie van economi
sche zaken buiten
In oktober hield de faculteit van de
Utrechtse rijksuniversiteit, waarheen
prof. Zwart van Leiden was verhuisd,
een driedaags symposium over de ber
ging van radioactief afval in o.a. steen
zout. In de daarop volgende maanden
gaven internationale deskundigen in
Utrecht colleges over deze problema
tiek.
achterstand
Zwart en Lister schrijven de be
windsman nu, dat het „contact met
verscheidene, voornamelijk buiten
landse wetenschappers met een inter
nationale reputatie onze bezorgdheid
niet heeft weggenomen. Integendeel,
er is duidelijk gebleken dat het we
tenschappelijk onderzoek in Neder
land op dit gebied duidelijk ver ach
ter ligt. vergeleken met bij voorbeeld
Duitsland en de Verenigde Staten. In
deze landen is al veel experimenteel
en theoretisch werk gedaan, o.a. aan
de thermische beïnvloeding van de
opslag van kernafval, terw ijl de ver
vormende aspecten van zoutgesteen
ten daar reeds enige tijd bestudeerd
worden. Dc tijd lijkt rijp voor Neder
land om op dit gebied mee le spelen in
het fundamentcel wetenschappelijk
onderzoek".
Volgens Zwart en Lister is „een wel
overwogen risico-analyse voor een pe
riode van 250.000 jaar erg moeilijk, zo
niet onmogelijk. Elke lange-termijnri-
sico-analyse zou deel-analyses in zich
moeten opnemen, die gemaakt zijn
voor kortere perioden. Het is bijvoor
beeld belangrijk, problemen te be
schouwen die in periodes van enkele
honderden jaren kunnen optreden. Op
zuiver ervaringsgronden is de waar
schijnlijkheid van oorlog bijvoorbeeld
hoog. ook terwijl het afval nog aan het
oppervlak is opgeslagen. De analyse
van het risico %'an een dergelijke cata
strofe bevat aanzienlijk minder on
schatbare onzekerheden dan een risi
co-analyse over 250.000 jaar
Volgens prof. Zwart en dr. Lister is hët.
eerste probleem dat de aandacht ver
dient. een risico-analyse voorde eerste
duizend jaar. In die periode kunnen
vier factoren bijdragen tot een catatro-
fe:
het falen van de verpakking van het
kernsplijtingsafval;
het falen van de barrière daarom
heen;
0 transport van hete, radio-actieve
pekeloplossingen uit het zoutgesteen
te;
transport van hete. radioactieve pe
keloplossingen naar de oppervlakte
via bodemdaling en breukvorming.
„Verscheidene aspecten van ieder van
deze problemen kunnen op dit mo
ment niet bevredigend worden bear
gumenteerd. Omdat catastrofes niet
uitgesloten kunnen worden, moet er
getracht worden de gevolgen hiervan
met de beschikbare of nog te verkrij
gen wetenschappelijke gegevens te
voorspellen. Een dergelijke benade
ring laat onmiddellijk een duidelijk ge
brek aan eerst noodzakelijke gegevens
zien", aldus prof. Zwart en dr. Lister
nieuwe analyse
Zij stellen voor in twee richtingen on
derzoek te gaan doen om dergelijke
gegevens te verkrijgen om daarna, in
samenwerking met andere groepen,
een nieuwe risico-analyse op te stel
len.
Het eerste onderzoek, dat zij voorstel
len. is een onderzoek naar de snelheid
waarmee radionucliden (radioactieve
stoffen) door het zoutgesteente en an
dere materialen kunnen worden
getransporteerd door de kristalstruc
tuur van het zout en langs de korrel
grenzen „Het is waarschijnlijk",
schrijven zij, „dat dit type onderzoek
zowel onverwachte voordelen als na
delen in de keüze van materiaal voor
de eerste en tweede barrières om het
kernsplijtingsafval zal opleveren. De
uitkomsten zijn van essentieel belang
voor een goede risico-analyse over de
periode van nul tot honderd en van
honderd tot duizend jaar"
Het tweede onderzoek is dat naar de
vervormbaarheid van zoutgesteenten
en de rol die water daarbij kan spelen
„Deze gegevens zijn uiterst belangrijk
voor risico analyses in de periode van
nul tot honderd jaar, omdat onver
wachte catastrofes in deze periode ern
stige problemen zullen veroorzaken",
schrijven zij. Zij vinden het voorts on
verantwoord de belangrijke verschil
len die er zijn tussen gegevens uit labo
ratoriumproeven en gegevens uit
proeven in de natuur, te negeren
Voor beide onderzoeken hebben de
Utrechtse geologen een apparaat no
dig, waarin zoutmonsters van alle zij
den onder hoge druk kunnen worden
gezet, terwijl zij worden verhit tot 300
graden Celsius. Eén apparaat waar
mee zulks kan. is dat van prof. Pater-
son van de Australian National Uni
versity er kan echter ook een zelfge
bouwd en eenvoudiger apparaat wor
den opgesteld in het hogedruklabora-
torium van het Instituut voor Aardwe
tenschappen in Utrecht
Prof. Zwart vroeg ook in zijn eerste
brief aan de minister geld voor de
bouw van dit apparaat en voor perso
neel om het te bedienen. Het appa
raat. de daarbij behorende appara
tuur en materialen voor het onder
zoek gaan samen een kleine drie ton
kosten, zou dit jaar gebouwd kunnen
worden en in de periode 1982-198-1
voor de noodzakelijke experimenten
kunnen worden gebruikt. Op dit mo
ment werken er bij de Utrechtse rijks
universiteit twee tijdelijk aangestel
de wetenschappelijke assistenten aan
eenvoudige experimentele opstellin
gen voor dc vervorming van steen
zout.