MACHT
DE AANSPREKERS eert autobiografisch werk?
ik zou de wereld
graag anders maken
jma biesheuvel
GEBOEKT
Maarten 't Hart
PZC/ zaterdagkrant
Coenen
Ostayen
Sierksma
ATERDAG 27 OKTOBER 1979
zou graag die macht hebben om het in de wereld anders te maken. Ik wilde vroeger dominee
orden. En zo voel ik me nog steeds, de dominee. Ik heb een boodschap. Het is misschien een
roevige boodschap. Vergeleken met duizenden anderen heb ik natuurlijk een heel mooi leven,
laar op mijzelf komt het toch als eentonig, grauw en hard over. En als je dan gaat schrijven; dat is
ra soort toverfomule, een bezweringsformule. Daar zit je dan in te smelten in die ellende. Het
erkt bevrijdend. En ik vind het natuurlijk ook heel leuk om zielig gevonden te worden. Ach, die
m rme jongen, die zullen we eens over zijn bolletje aaien",
irten Biesheuvel schreef tot nu toe weinig over zelfmoord geschreven en
boeken, waarvan het laatste 'De gepraat. Het is een beetje taboe. Maar
iletterende werkelijkheid' heet. er zijn veel mensen die zelfmoord ple
gen".
\isheuvel: „Je ziet zo'n hoop smerig-
■:;d en gemene dingen. En een echt
■hgagcerdschrijver benik niet Dan
t je het best in de Groene Am-
edammer of in de Volkskrant, gaan
r.rtjven. Dat doe ik niet. Dus ik tip
•laf en toe zijdelings aan in een ver-
•nl. Nou heb ik dan bij elkaar vijf
ndels. maar je ziet dat er helemaal
lis verandert. Alles blijft toch pre
tender Onwillekeurig verander je
wat. Er zijn genoeg mensen die je
m, en dat zijn juist altijd studenten,
ibtenaren, mensen die aan een uni
citeit werken'.
een tamelijk belangrijke bevol-
roep. Daar heb je een zekere in-
:ed op. Maar het leeft toch al. Allen-
bijvoorbeeld. dat leeft bij iedereen,
probeer dat nog eens wakker te roe-
Maar over het algemeen voel ik
e onmachtig, ik kan mets verande-
Maar als je Van Agt bent of Den
I, die kunnen toch ook erg weinig
iranderen. Het zijn altijd kleine de-
s. Onze maatschappij is zo com-
te ingewikkeld om veranderin-
aan te brengen".
•I/moord
j' khet thema zelfmoord daar een uit-
lisel van?
dat geloof ik wel. Als je zo'n wan-
:pig verhaal hebt als „Windvaantje"
„Onttakeling". Ik geloof dat veel
tnsen zich zo voelen. Er wordt
„Ik heb het idee dat ik mijn leven geen
zin kan geven, tenminste niet op een
manier waaarop bijvoorbeeld een di
recteur van een ziekenhuis zijn leven
zin geeft. Of mijn broer, die directeur is
van een Amerikaanse verffabriek. Die
hebben normale verantwoordelijkhe
den. Of op een andere manier Karei
van het Reve en Rudie Kousbroek, die
•studeren de hele dag en schrijven is
maar een nevenprodukt dat komt
voortvloeien uit wat die mensen de
hele dag aan indrukken opdoen. Dat
heb ik helemaal niet. Ik loop maar wat
te ijsberen en te piekeren, 's Morgens
werk ik op het ziekenhuis en 's mid
dags lig ik in bed. Dan maak je eigen
lijk heel weinig mee. De meeste ver
halen hoor ik van Eva. die gaat op stap
en die doet het huishouden enzo. Dat
gebruik ik graag".
angst
- In het verhaal ..Demonen" zegt Da
vid Israël: „Als je maar eenmaal gek
bent, dan zul je de angst kennen. Het
doet er niet toe of iemand bang is voor
God of een totempaal, als er maar
angst is. Een mens leeft uit angst".
Biesheuvel: „Ja, ik leg dat die man in
zijn mond, omdat dat in het verhaal te
pas komt. Ik vind het vreselijk die
angst, de laaste tijd valt het wel mee
Ik heb die angstaanvallen vaak een a
twee keer in de week en het is allemaal
tijd- en energieverlies. Je begrjjpt
niets, alles is onzeker".
„Je hebt allerlei rare gedachten, het
tolt maar door je hoofd. Maar ik kan er
niet over schrijven. Zo'n angstbui zit
zo gek in elkaar, zo ongericht. Ik kijk
bijvoorbeeld naar de boekenkast en
denk: hoeveel boeken zouden er nou in
staan, honderd of achthonderd. Die
wil ik gaan tellen. Dan denk ik: ja
maar. er liggen ook sigarenkokers in.
Moet ik die ook tellen? Dan ga ik den
ken: wat is nou eigenlijk het verschil
tussen een sigarenkoker en een boek
datsnap je dan helemaal niet meer. Je
denkt: zo'n koker is ook een infor
matiedrager. er staat „Carl Upmann"
op en ..This cigar was packed in good
conditition". En In een boekstaan ook
letters, dus wat maakt het nou eigelijk
uit?".
„Het is zo'n compilatie van alleriei
dingen. Ik ben egocentrisch, .ik stel
mezelf graag op de voorgrond, ik vind
het leven gauw grauw en ik zou eigen
lijk gelovig willen zijn en dan zou ik
eigenlijk de Verlosser willen zijn en
dan zou ik bijvoorbeeld vijf vrouwen
in huis willen hebben in plaats van
een en ik zou niet alleen schrijver,
maar ook een bekend pianist en een
groot zanger en violist willen zijn.
Dat levert allemaal remmingen,
teleurstellingen en frustraties op. Het
enige wat ik kan is af en toe een kort
verhaal schrijven en daar kan ik me
eigenlijk niet bij neerleggen".
"Ik zing lameljk veel. Liederen van
Schumann. Schubert, Mendelsohn.
27
Maar het is voor mij moeilijk om een
nieuw zangstuk of een nieuw pianos
tuk te leren. Het is ook gemakzucht,
geloof ik. Eigenlijk wil ik erg veel.
maar doe dingen die voor mij het
makkelijkst zijn. Ik ben niet iemand
om zes jaar op een conserv atorium te
zitten en heel moeilijke viooloefenin
gen te maken. Ik wil twee dagen het
vioolconcert van Beethoven oefenen
en dan meteen optreden in Amerika.
Wenen en Moskou. Door duizenden
mensen toegejuicht worden worden".
psychiater
- In een interview hebt u eens gezegd
dat een psychiater u zou kunnen gene
zen. maar dan zou u niet meer kunnen
schrijven.
..Ja. maar dat is niet helemaal waar
Dat heeft hij niet gezegd hoor Dat
heeft wel eens een dokter tegen Rüke
gezegd, maar ik bedoelde er eigenlijk
mee: ik denk wel eens dat ik genezen
zou zijn als ik geen pillen meerslik. Het
komt wel eens voor dat ik een of twee
dagen geen pillen slik, maar dan ben ik
meteen zo vief en slim en opstandig en
asociaal en warrig in mijn gedachten,
dan krijg ik helemaal niets meer op
papier".
„Juist met die pillen kan ik schrijven,
kan ik mijn gedachten concentreren
Maar het is natuurlijk wel zo dat als ik
in analyse zou gaan en de bron van die
krankzinnigheid opgezocht werd en
weggehaald, dat dan de verbazing
misschien weg is. de verwondering en
ook de walgingen verveling. Dan denk
ik inderdaad dat ik niet meer zoveel
zou schrijven. Ik moet die onlust heb
ben. dan werk ik wel. Het is een groot
misverstand dat ik veel fantasie zou
hebben Ik kan absoluut niets verzin-
droom
„Ja. Ik heb pas nog een droom opge
schreven. Het ging over een man met
een sigaar. Een heel krankzinnig ver
haal. Ik werd wakker en heb hem zo
goed mogelijk proberen te herinneren
en 's morgens, het was op de dag van
onze bruiloft op Schiermonnikoog,
heb ik aantekeningen gemaakt. Het is
een heel leuk verhaal geworden. Maar
het is niet verzonnen, ik heb het ge
droomd".
„Ik probeer wel eens om iets uit het
mets in het leven te roepen Bijvoor
beeld een man van 50 jaar, die geluk
kig getrouwd is en een dochter en een
zoon heeft van 18 en 19 en een vrouw
van 48 en die heel rijk is, in een strijk-
sextet speelt en eigenaar van een au-
tofabriek is. Die het dan gaat aanleg
gen met een 18-jarig meisje".
„Zulke dingen gebeuren natuurlijk
wel. maar ik ben geen 50 Ik weet niet
hoe zo'n man het zou doen. dat aan
leggen met een meisje. Dus kan ik dat
verhaal niet schrijven. Ik heb het wel
eens gedaan, maar dan is het toch ge
ïnspireerd op boeken van Tolstoi of
Garsjin of een Duitse romanticus, be
grijp je wel. Maar verzinnen is er met
bij".
twijfel
„Van wat ik schrijf gooi ik 80 procent
weg. Het wordt voor mij ook geen
routine. Iedere keer als ik een verhaal
begin, weet ik helemaal niet hoe ik
het moet doen. of ik het wel kan. Daar
twijfel ik steeds aan. Ik heb het idee
dat Hermans beter schrijft en een hele
hoop buitenlandse schrijvers als
Gombrow'iez en Nabokov of Roald
Dahl. Dat vind ik allemaal veel knap
per dan wat ik doe".
„Ik vind eigenlijk alles beter dan wat
ik doe, hoor Wat ik op de radio hoor.
als ze een opera in het kort vertellen,
dan sta ik helemaal met mijn oren te
klapperen. Dan denk ik god. een hele
opera in het kort. hoe is het mogelijk.
Of ik pak een doktersromannetje bij
de kapper, dan denk ik ook: god. hoe
verzinnen die mensen het. Hoe is het
mogelijk"
De Beweging van Tachtig heeft zo'n
invloed op de literatuur gehad dat het
lang heeft geduurd voor iemand er af
stand lot heeft kunnen nemen, de af
stand die nodig is om een goede be
schouwing over de beweging te kun
nen schrijven. Tachtig betreft niet
slechts de figuren van de Nieuwe
Gids. maar bracht een algehele ver
nieuwing in de literatuur. Frans Coe
nen, zelf een naturalistisch schrijver,
ontkwam ook niet aan die invloed,
maar zijn in 1924 verschenen 'Studiën
van de Tachtiger Beweging' is zo
scherpzinnig gebleken dat het boek
nu terecht is herdrukt, ieder kent de
voornaamste formules van Tachtig
wel: kunst is passie, vorm en inhoud
zijn één. en de kunst óm de kunst.
In het begin van de negentiende eeuw
bereikt In heel Europa de Romantiek
een hoogtepunt, het individu krijgt
alle ruimte Uiteindelijk heeft deze
ontwikkeling ook in Nederland gevol
gen op politiek gebied is een belang
rijke stap de grondwet van 1848,
waarin individuele vrijheid wordt be
nadrukt. Op religieus gebied komen
romantische opvattingen voor bij het
Réveil, en De Gids opent zijn kolom
men voor mensen als Busken Huet die
het kritische denken in de trant van
Voltaire voortzetEn zo werd in die tijd
overal nieuw leven ingeblazen, ook in
de letterkunde, en dat doet de Bewe
ging van Tachtig. Frans Coenen zegt
over Tachtig "Zij geleek een zomer
bui: heftig, verfrisschend en snel voor
bij". De Nieuwe Gids heeft maar kort
bestaan, de poëzie van deze generatie,
waar eens zo mee werd gedweept,
raakte soms vrij snel in het ver
geetboek - wie leest tegenwoordig b.v.
nog de verzen van Héléne Swarth?
Toch heeft de kunstbeschouwing van
Tachtig een enorme invloed gehad.
„Zoo hadden die jonge menschen van
omstreeks '80 voortaan de zekerheid
dat de kunst niet zoo maar bij het duf
fe. sleurige leven behoorde, als een ge
zelschapsspelletje voor den vrijen tijd,
en dat de muze niet was de glundere of
stemmige burgerjuffrouw die op thee
avondjes ging. maar een ongenaakba
re goddelijkheid, een waarachtige Go
din, hoog boven de alledaagsche wer
kelijkheid en de pietepeuterige mens
chen". Radicale opvattingen als die
van Tachtig waren broodnodig in die
jaren, toen de muze wel heel erg geza
pig was.
„Studiën van de Tachtiger beweging'
is fotomechanisch herdrukt, met aan
de smaak van de tijd aangepast ge
lukkig - dat betekent ook dat soms
over zaken die onze belangstelling niet
meer hebben lang wordt uitgewijd - en
het boek is erg duur, gezien de lelijke
uitvoering.
Studièn van de Tachtiger beweging,
door Frans CoenenlPrijs 3850. Uit
geverij Reflex. Utrecht.
Wat het tijdschrift Bzzletin zo popu
lair maakt, wat om maar eens iets te
noemen, maakt dat aan sommige
scholen een abonnement op dit blad
verplicht is gesteld, is me een raadsel
- zoveel belangstelling is het tijd
schrift gewoonlijk niet waard. Wél de
moeite waard is het redelijk goede
nummer dat aan Paul van Ostayen
werd gewijd, en dat door Gerrit Bor-
gers wordt ingeleid.
In deze bundel, waarvan een aantal ar
tikelen uit andere uitgaven afkomstig
is. wordt Van Ostayen in al zijn hoeda
nigheden geschetst als theoreticus,
als prozaschijver en als dichter. W F.
Hermans zegt in zajn bijdrage, waarin
hij zijn favoriete gedicht 'De Profun
dis' bespreekt, dat het werk van Van
Ostayen door de werking van do tijd
wat aan zeggingskracht heeft inge
boet. Veel verzen bevatten reclame
leuzen. kreten uit kranten en dergelij
ke die we nu niet meer thuis kunnen
brengen. Een artikel van Peter Berger
Is gewijd aan de poëtica van Van Os
tayen in vergelijking met die van Nij
hoff Verder is er een artikel van Anne
Marie Musschoot over het moder
nisme van Van Ostayen in het licht
van de Literatuurwetenschap Boei
end is het om te lezen hoe de litera
tuurcritici van zijn tijd over Van Os
tayen dachten - Marsman besprak
bijvoorbeeld de bundel 'Bezette Stad'
nog al gunstig en uit dit nummer van
Bzzllettn blijkt dat Van Ostayen het
niet alleen met posthume roem moet
stellen.
Hoewel dit nummer nogal njk is aan
onbeduidende artikelen, is het toch
van belang voor ieder die geïnteres
seerd is in het werk van Van Ostayen.
één van de weinige modeme dichters
in ons taalgebied voor de Tweede We
reldoorlog
BZZLETIN. nummer 66: Paul van Os
toy en, samenstelling G. Borgers en P
Muysson, prijs 17.50labonnement '10
nummers: 35,- BZZTOH. Den Haag).
De briljante studie 'De toekomst der
religie' van S. Vestdijk veroorzaakte
bij het verschijnen in 1948 veel wre
vel bij christelijke theologen. Vest-
dijks boek is een verantwoording van
zijn bezwaren tegen het christendom
en een pleidooi voor een religieuze
ommekeer, met gebruikmaking van
de verworvenheden van de moderne
wetenschap en de oosterse godsdien
sten. Het christendom zou volgens
Vestdijk geleidelijk vervangen moe
ten worden door een sociale en
boedhistische religie.
Zijn heilstaat is die. waarin de mystici,
de leiding hebben en een socialistische
maatschappijvorm bestaat. Die in het
boek goed geformuleerde opvattingen
werden op- een onbehouwen en dom
me manier aangevallen door theolo
gen als De Vos en Miskotte. Die hou
ding tekende hun zwakte, maar in de
landelijke pers kreeg Vestdijk geen
kans zich tegen deze lieden te verdedi
gen. Fokke Sierksma schreef toen uit
woede dat Vestdijk zich zo'n behande
ling moest laten welgevallen het boek
'Tussen twee vuren" Dertig jaar later
is de kritiek die de theologen leverden
nog belachelijker maar dat komt
waarschijnlijk doordat het calvinisme
veel heeft verloren aan de invloed die
het op het dagelijkse leven in ons land
had. Nu 'Tussen twee vuren', is her
drukt blijkt dat dit boek niets aan
kracht heeft ingeboet Sierksma
weerlegt de kritiek op 'De toekomst
der religie' maar zet ook zijn eigen be
zwaren tegen de studie uiteen. 'Tussen
twee vuren is ook een boek geworden
waarin de geest van de tijd waarin het
ontstond uitstekend wordt geschetst
En 'De toekomst der religie' is zo'n
belangrijk boek dat iedereen het zou
moeten lezen, vooral omdat van Vest-
dijks toekomstvoorspellingen zo
weinig uit is gekomen. Onder veel jon
geren leeft een radicaler christelijk
geloof dan sinds generaties het geval
is. soms zelfs een geloof met gevaarlij
ke. fascistoïde trekken.De biblio
grafie van 'Tussen twee vuren' is aan
gevuld, maar overigens verschilt deze
uitgave niet van die uit 1952
Tussen twee vuren: door Fokke
Sierksma. prijs 22.50. Uitgeverij Re
flex. Utrecht.
Het autobiografische element in romans is vaak
moeilijk te onderkennen. Soms zou je. als lezer, zwe
ren met een zuivere autobiografie te doen te hebben,
en het blijkt achteraf een werk van pure fictie te zijn.
Andere keren wordt een boek als 'autobiografisch'
gepresenteerd, en je gelooft het gewoon niet.
Zo zit ik. hu ik iets over de roman 'De Aansprekers'
van Maarten 't Hart vertellen wil, met de vraag: wat
Is er nu autobiografisch in dit boeken wat niét. Niets
eenvoudiger dan het de schrijver persoonlijk te vra
gen, maar daar heb ik geen zin in. een boekbespreking
is geen interview. Ik dien uit het boek. door gewoon te
lezen, los te maken wat ik geloof en wat ik niet geloof.
De flaptekst, die waarschijnlijk wel door 't Hart zelf
geschreven zal zijn. vermeldt heel duidelijk dat het
hier om een autobiografisch werk gaat. en houdt
maar een vage slag om de ann: „het boek heeft toch
een romanstructuur".
Aha. wat zou dat betekenen. Ik weet best wat er mee
wordt bedoeld dat het verhaal niet rechtuit van ont
waken tot inslapen of van geboorte tot dood verhaald
wordt, maar dat de 'kunst', de 'romanstructuur' er bij
gehaald is om allerlei foefjes aan te brengen als tijds-
S verschuivingen, varianten, herhalingen, dubbele bo
dems. parallellen, tegenmelodieên. enzovoorts en
zovoorts Allemaal kunstgrepen die kans te over bie
den om de werkelijkheid te laten voor wat zij is, en die
je als nuchter lezer het gevoel geven te dwalen door een
spiegelpaleis: watje ziet is wel echt maar toch weet je je
genomen, en als je niet omhoog of omlaag kijkt, kom je
er niet uit. Nu ben ik niet zo'n omhoogkijker, ik ben nog
al aards aangelegd, en als Maarten 'tHart, die een goed
natuurkenner is, begin mei de linden laat bloeien, voel
ik nattigheid. (Op pag. 42. een zogezegde 'geurherinne-
ring' die weer allerlei andere sensaties losmaakt). Ik
weet dan dat hij me ofwel bedot, of wel aan het ar
rangeren is geweest met zijn herinneringen en daarbij
een fout heeft gemaakt, want linden bloeien pas eind
juni, begin juli, lmdengeur hoort, als het je iets doet en
zoveel in je wakker maakt, tot de volzomerervaringen.
Gooi je dat. als natuurkenner en schrijver, door elkaar,
dan ben je of zuiver aan het fantaseren (dus zomaar aan
het verzinnen dat de linde geur overstemd werd door de
boutduiven, dat toen het gedicht van Annette von
Droste-Hülshoff bij je opkwam, etc.) ófwel je bent aan
bet componeren en hergroeperen, je verplaatst stuk-
ken herinnering, combineert die met andere dingen,
vergéet daarbij datje een fout maakt (werkelijk, er is
geen linde die. althans in Nederland, begin mei bloeit,
en dat Maarten 't Hart dit suggereert kun je afleiden
uit pagina 57). Maar in zo'n geval schrijf je geen auto
biografische roman meer. hoogstens verwerk je auto
biografische gegevens in je roman, iets wat voor een'
schrijver voor de hand ligt: alles uitje duim zuigen is
niet ieder gegeven. En daarop houd ik het dan. „De
Aansprekers" is niet „in feite een autobiografisch
werk", maar een zorgvuldig gecomponeerde roman
met daarin verwerkt vele autobiografische gegevens,
al vermoed ik dat die (evenals in 'Een vlucht regenwul
pen') nog weer eens zeer sterk bewerkt en aangezet
zijn.
Maarten 't Hart laat. en dat is zijn goede recht, geen
bouwsteen onbewerkt, lijkt me zo. alles wat hij aan
raakt wordt literatuur, al kun je de trekken van de
werkelijkheid eronder nog wel onderscheiden.
'Vooropgestcld dat 't Hart bijzonder goed schrijven
kail. Zo'n stuk als het openingshoofdstuk. 'De haven
kade'. met de op de ijzel wegglijdende figuur, is klas-
hans warren
LETTERKUNDIGE KRONIEK
se, zuiver ambachtelijk gezien. Daar staat dan weer
tegenover dat 't Hart ook passages door laat glippen
die daarbij niet in de schaduw kunnen staan, die bij
zijn eigen beste zelf in 't niet vallen, zoals gedeelten
uit het hoofdstuk 'Henoch', waar op pagina 164 een
wel heel zwak relaas begint als de kleine Maarten
over God loopt te filosoferen. Dat gaat dan op deze
volkomen onkinderlijke manier:
Als Hij me wegnam zou ze iz'n moederme nooit te
rugzien en dan zou ze verdriet hebben en mijn vader
ook. dat wist ik zeker, ze zouden ontzettend veel ver
driet hebben want ?e hielden stellig meer van. mij dan
van de Here God. en dat mocht ook want in de bijbel
werd niet gezegd datje God met waardig uas als je
meer van je kinderen hield dan van Hem. nee. er werd
alleen gezegd dat je God niet waardig was als je meer
van je vader en moeder hield"
Vooral ook de scene met het betrapte paartje, die daar
direct op volgt, is erg banaal.Slecht verteerbaar is ook
het navertellen van oude moppen, zoals op pagina 78.
waar de (op zichzelf geweldig goede) mop over de para
chutist werkelijk op de meest primitieve manier in het
verhaal wordt ingelast. Verder worden in dit boek alle
sterke verhalen van en over doodgravers weer eens
opgedist, maar nu verhaald als letterlijk allemaal be
leefd en verzonnen door Maarten 't. Harts vader, die in
dit werk grafdelver van beroep is - het klassieke ver
haal over de klap met, de neervallende arm van een lijk
komt zelfs drie maal voor. zij het éénmaal gewijzigd tot
een klap met de poot van een geslachte stier.
Er zijn nog ccn paar détails die maken dat ik niet erg
geloof in het autobiografische. Het hoofdverhaal is
namelijk het volgende: Maarten 't Hart krijgt te ho
ren dat zijn vader na een operatie wegens maagklach
ten als kankerpatiënt opgegeven is. het w as een 'open-
diehtje', en de man zal hoogstens nog een half jaar te
leven hebben. Hij is nog maar 57 jaar. en het wordt
beter geacht de patiënt voorlopig niet in te lichten.
Ook de moeder wordt niet op de hoogte gesteld. Maar
ten draagt hel 'geheim' alleen en hij lijdt daar erg
onder.
Dat alles lijkt plausibel, óok het feit dat de patiènt
schijnbaar snel en goed van de operatie herstelt en nog
een prachtige zomer beleeft, zó goed dat het HJkt of er
niets meer aan de hand is Maar de Maarten uit het
boek is erg gelukkig getrouwd, en hij heeft ook nog
broers en zusters Het alléén dragen van het geheim is
dus met nodig iz'n vrouw weet er trouwens van) en dat
de broers en zusters niet worden ingelicht is erg
vreemd Nog vreemder is echter dat Maarten geen en
kel contact meer opneemt met de geneesheren! Wan
neer z'n vader aan het eind van het boeknotabene aan
een hartaanval, sterft ('t zou een week na Maartens
verjaardag moeten zijn, dat ga je dan ook nazien, die
valt op 25 november) is er al die tijd geen enkel contact
tussen de zo verontraste, het geheim torsende Maarten
en de medici geweest. Dat is, op zijn zachtst uitge
drukt, ongeloofwaardig. Verder gedraagt hij zich als
enig kind dat van de broers en zusters geloof je een
voudig niet.
Resumerend: Maarten 't Hart heeft een roman ge
schreven. een vrij goede roman zelfs, met zeer mooie
passages, en daarin enkele autobiografische gegevens
verwerkt, meer niet. Als zodanig is het boek een
waardige opvolger van 'Een vlucht regenwulpen',
uaarin het lijden en de dood van de moeder immers
het belangrijkste onderwerp vormt, al is het niet het
hoofdthema van dat bock.
Nu zult u vragendoet het er dan iets toe of een boek al
dan niet autobiografisch is. Nee, natuurlijk niet. „Een
vlucht regenwulpen" werd niet aangekondigd als zo
danig. hoewel de hoofdpersoon er in Maarten heette, in
Leiden biologie gestudeerd had, en dergelijke. Ik heb
dat dus zuiver als een werk van fictie gelezen en onder
gaan. Maar nu 'De Aansprekers' me als 'in feite auto
biografisch' voorgeschoteld wordt, ben ik extra-cri-
tisch gaan lezen, en nu moet ik zeggen: ik geloof er
niets van. beide romans zijn gewone vertellingen, ge
componeerd met behulp van ware gebeurtenissen die
dan echter, zoals in ccn goed boek hoort, als vanzelf
getransponeerd worden naar een andere werkelijk
heid En wellicht heeft "t Hart ook de gevoelens van nog
levende mensen moeten ontzien.
Rest nog m'n eindoordeel uit te spreken.
Ik vind 'De Aansprekers' niet het peil halen van 'Een
vlucht regenwulpen', of laat ik het zo zeggen: in het
laatstgenoemde boek staan enkele passages die beter
zijn dan enige bladzij in 'De Aansprekers'. Maarten 't
Hart schrijft mij net iets te omslachtig. Direct bij de
openingsregel, de eerste bladzij, weet je het al: het
gaat lang duren-eer we eindelijk tot het essentiële
zullen komen, en na dit boek zuilen er nog vele, vele
romans volgen. Maar als je weten wil of 't Hart kan
schrijven, dan moet je bladzij 85// op slaan, het inci
dent met de oude van dagen die brood uit vuilnisbak
ken haalt om dat aan de eenden te voeren:
'Kun je niet een beetje uitkijkenvroeg hij. 'Kunt u niet
een beetje uitkijken, u ziet toch de voordeur
opengaan?' 'U stoof anders razend snel naar buiten
'Welnee, u lette niet op. u keek al uit naar de eendjes die
het oude brood niet krijgen dat u zelf opeet' Hij mom
pelde iets en zwaaide met zijn wandelstok, bij elke
zwaai ook zijn linkerbeen naar buiten verplaatsend,
zodat hij een waaier leek die open en dicht gevouwen
werd.
'U eet het allemaal zelf op', zei ik nogmaals'u maakt er
broodpap van'. 'Niks van waar 'En u moei nu eens op
houden met dat snuffelen in vuilnisbakken Ontzettend
smerige gewoonte'. 'WaarbemoeiJejemeey' 'Ja.endan
staat u bij café Pardoeza endaar graait u in de vuilnis-
container, ik heb het pas nog gezien, wat een verdomd
vieze bedoening'. 'Ik graaide erin omdat mijn hoed
erin icas gevallen'. 'Hoe komt uw hoed erin? Omdat u
zich zo diep vooroverbuigt dat hij wel moet afvallen
Hij zwaaide zijn wandelstok steeds sneller heen en
weer 'Wat heb jij ermee te maken?' 'Alles, want u ver
voert al die rotzooi hier steeds over de kade. u gooit
vuilnisbakken om. u lijkt wel een bejaarde straat
hond'. 'Als ik een straathond was. zou ik m'n hoop hier
voor de deur doen, hier en nergens anders en ik zou
tegen de pui hier pissen tot het van voor tot achter in je
huis stonk, of nee, ik zou door de brievenbus pissen -
ha. wacht maar ventje, ik heb je allang in de smiezen
Nooit heb je een stukje oud brood voor mij, alles zelf
opvreten, hè. gierige Hier zou ik schijten'. Hij wees
met zijn wandelstok nauwkeurig een plekje aan terzij
de van de voordeur".
Ik vind dit de beste bladzij uit het boek. maar ik hch
geen seconde gedacht dat dit gesprek ooit in wer
kelijkheid is gevoerd!
Maarten t Hart: De Aansprekers. Roman van vader
en zoon. Arbeiderspers, Amsterdam, 19.50.