OEGANDA NA AMIN SAMEN OP WEG safari dooreen verloren paradijs gereformeerde en hervormde synoden ZATERDAG 27 OKTOBER 1979 PZC/ zaterdagkrant v 26- „In Noord-Oeganda schuimen nog duizenden muitende Amin-solda- ten door de bush: in afgelegen hut ten liggen ontelbare wapens ver borgen; in Kampala worden men sen als vliegen doodgemept, ze hebben er niet voor niets een avondlijk uitgaansverbod; de nieuwe politie is onervaren en hulpeloos en die Tanzaniaanse mi litairen zijn, zeker als ze in hun verveling dronken raken, onbere kenbaar, vooral tegenover Euro pese pottenkijkers". De kranten in Kenia schilderen een allesbehalve aantrekkelijk beeld van het buur land dat onder Idi Arnins mon sterlijke schrikbewind en tijdens de verwoestende oorlog die daar een eind aan maakte, in een trieste, grauwe duisternis van ellende, armoede, stuurloosheid en poli tieke verwarring is weggegleden. „Ik hoop dat u in het noorden en in de hoofdstad erg voorzichtig bent en dat u terugkomt en ons uw in drukken wilt geven", zei de bezorg de Nederlandse ambassadeur in Nairobi nog op de dag dat ik per Landrover richting Oeganda ver trok. zonder ook maar een greintje heldendom, maar gedreven door nieuwsgierigheid. Je wilt. als een van de eerste westerse journalisten in Oeganda, dan toch wel eens met eigen ogen zien wat vooral de Ke- nianen allemaal beweren over het rampzalige Oeganda-na-Amin. Je hoeft namelijk geen politiek ex pert te zijn om een handvol goede redenen te bedenken waarom Ke nia Oeganda nog zwarter maakt dan het is. Ik ben In het noorden geweest, heb volkomen weerloos in een Lango-hut geslapen, mijlenver van de bewoonde stadswereld midden in de bossen, en ik heb de doffe misère van Kampala gezien. Me echt bedreigd gevoeld? Nee. Hoop gekregen op een snel herstel van het arme Oeganda? Nee. Ge schokt? Ja - door de onbe trouwbaarheid van de berichtge ving vanuit Kenia. Helaas worden daar ook de internationale pers bureaus geringeloord, die niet in Kampala zitten, maar slechts van een afstand afgaan op wat er uit de propaganda-koker van Kenia komt. Hieronder het eerste deel van mijn indrukken na een twee weken lange safari door een verlo ren paradijs. (Door Reinier van de Loo) LIRA (LANGO, NOORD-OEGANDA) - „Nyerere ndjoe, Amin ndjini!", zingen ze. „Lang leve Nyerere, weg met Amin!" Uhuru-dag in Lira, 9 oktober, herdenking van de onafhankelijkheid, de bevrijding van het Britse kolonialisme in 1962. Zestig brede grijnzen op de gezichten van de zingende dansers. Parelwitte tanden flitsen in het schemerduister onder de reusachtige mango boom. Bezwete, zwartglimmende lijven, trillend in het aardschokkende stampritme van de inheemse dans. Wraak en blijdschap in zestig paar vuurschietende ogen. Het is hun eerste feestdag, hun eerste dans, hun eerste lied sedert acht jaar diepe duisternis. Want dit is Lango, Amins'martelkamer bij uitstek. We zitten midden in de bush, een god verlaten eenzaamheid, veertig kilome ter weg van het dichtstbijzijnde plaatsje. Slechts een vijftal hutten, een gastvrije Langi-familie, die zelfs een koe voor haar gast slacht, de dansers uit omliggende hutten-gemeenschap pen, de blitzkrieg van duizenden mus kieten en verder alleen de diepzwarte stilte van de Afrikaanse nacht, een paar graden boven de evenaar, waar alles anders is voor een Europeaan, zelfs de halve maan die hier niet verti caal maar horizontaal doormidden is „gesneden". Lango. Het meest geteisterde district van Oeganda onder Amins barbaarse regime. Niet één familie hier die niet minstens één keer door de moorde naars van de verziekte tiran is bezocht. Acht jaar lang hebben de Langi elke minuut van de dag en de nacht in de doodsangst gesidderd. Elk naderend motorgeronk betekende onheil en weer een overhaaste vlucht diep het hoge gras in, hutten en bezittingen achterlatend. De wrede Nubiêrs, Soedanezen en Kakwa van Amins huurlingenleger moordden hier blin delings. zonder enig onderscheid, roofden alles wat ze voor de vingers kregen. Pure terreur en alleen maar omdat de mensen hier Langi zijn. Amin zelf is een' Kakwa uit het Nijl-district in Oeganda's uiterste noordwesten. En de Kakwa haten de Langi (niet in het- minst omdat Amins voorganger, ex- president Milton Obote, een Langi is). En dus was elke Langi vogelvrij. Let terlijk. Je kunt er in Afrika nooit omheen; die voor iedere weldenkende Afrikaan pijnlijke traditie van de diep ingekan kerde haat tussen verschillende stammen, tegenstellingen die het hele politieke en sociale leven nog volledig beheersen. Zeker ook in Oeganda, dat. hoewel maar zes kéer zo groot als Ne derland, ruim twintig hoofdstammen kent. Radio-Kampala geeft het nieuws dagelijks in tien inheemse talen plus Kiswahili en Engels. Van het half miljoen doden dat Amin volgens de huidige president. Godfrey Binaisa, op zijn geweten heeft, vielen er alleen in Lango ruim hon derdduizend. Maar Obote kreeg zijn wraak. In Tan zania bundelde hij de hele Oegandese oppositie in ballingschap en kreeg tenslotte de onmisbare militaire hulp van president Julius Nyerere om het monster te verdrijven. Ik heb nooit zo'n uitgelaten blijdschap gezien als daar ondei die mango-boom in Lira. Lango. Was Uhuru tot nu toe een. soort onafhankelijkheidsfeest zonder veel emotionele herinneringen, dit keer was het een echte bevrijdings dag. Ik ben niet oud genoeg om me mei 1945 duidelijk te herinneren, maar dat feest moet erg hebben geleken op deze Uhuru-dag in Lango, Voor het eerst lopen er weer Langi op straat. Onder Amin was het hele dis trict spookachtig leeg, niemand, waagde zich buiten. Voor het eerst wordt er weer gedanst. Gezongen. Snel en geestig aan de nieuwe politieke toe stand aangepaste teksten. Puur poli tiek cabaret. Liederen over de dappere Tanzanianen, „Nyerere ndjoe!". „Obo te ndjoe!". „UNLF (het Oegandese be vrijdingsfront dat nu regeert) ndjoe!". En Binaisa, vraag ik voorzichtig. Eni ge aarzeling - dan: „Ndjoe!" ter, wat prik, per dag een paar pijpjes bier en als „borrëlhap" hooguit wat gestampte matoke (bananen), daaris gastvrijheid nog steeds een heilige wet: de hele eretribune en aanpalende opstandjes wordt zomaar getracteerd op een glaasje water (een godsgave bij 40 graden zonder zon-afscherming), dan ook nog een fles bier en tenslotte hele brokken warm koeievlees. Parade De opening is een parade. Als de reden niet zo ernstig was, zou je glimlachen om het soort mensen dat erin mee- marcheert: een handvol politieagen ten. een paar honderd verpleegsters en schoolkinderen. Eigenlijk prach tig, zo vriendelijk, zo weinig sol datesk. Maar Oeganda hééft gewoon geen leger meer om te paraderen. De hele huurlingenhorde is in april en mei met de staart tussen de benen ro vend en moordend door hel noorden de grenzen met Soedan en Zaire over- gevlucht, op hol voor de oprukkende Tanzanianen en Oegandese ballin gen-vrijheidsstrijders. Jammer voor de Kenianen. die dage lijks anders lezen in hun kranten, maar d'r zit nu vrijwel geen enkele bewa pende Amin-soldaat meer in Oegan da's noorden. En als ze er al zitten, TVfnprnswntPr uniformen en wapens diep in de bush iviucruo vvulci verstopt, is hun terreur toch zo goed als afgelopen. exportartikel aan Moi's mannen. Daarmee kon Amin vervolgens de in voerrechten op wapens en munitie be talen die vanuit de Sowjet-Unie en de DDR naar de Keniase havenstad Mombasa waren vervoerd, bestem ming Amin. Moi zou persoonlijk het transport door Kenia hebben geregeld en toen de douane aan de Keniaas- Oegandese grens het wapentransport wilde tegenhouden, kwam er weer een rechtstreeks telefoontje van Kenyatta Avenue in Nairobi, waar het presiden tiële kantoor staat. De koffie is ten slotte in Keniase verpakking met* 'viervoudige winst verkocht door een import-export-onderneming waarvan Moi hoofdaandeelhouder heet te zijn. Kenia vaart zeerwel bij de ellende van Oeganda. Het vroeger bloeiende toe risme naar het schitterende Zwitser land van Afrika met zijn beroemde wildparken is sinds Amins staatsgreep in 1971 totaal verdwenen. De toeris tendollars en -marken vloeien nu al lemaal naar Kenia. En Kenia's ziekenhuizen draaien voor een aan zienlijk deel op duizenden gevluchte Oegandese artsen, terwijl in Oeganda tal van hospitalen zonder verplegend personeel, doktoren en medicijnen zit ten, Slang En een'paar weken geleden berichtte de Keniase pers dat er ergens in het district Basoga een moordaanslag op president Binaisa was gepleegd. Er was in een plaatselijk stadion op hem geschoten. Met andere woorden: het gaat niet best met het nieuwe bewind. Er is op die dag inderdaad geschoten in dat stadion. Door politiemannen die een slang doodden die tussen het pu bliek was doorgedrongen. Je vraagt je 1 af wat voor nieuwsbronnen dat zijn in Nairobi. Trouwens, in heel Oost- Oeganda werkt bijna geen enkele telefoonverbinding, hoe zouden al die verhalen dan in hemelsnaam op waar heid kunnen worden getest. En zeil gaan Kenianen niet naar Oeganda. Teveel boter op het hoofd omdat het sterk op het Westen gerichte, oer-kapi- talistisch ingestelde Kenia Amin al tijd heeft ondersteund. Toen Amin in de laatste wanhoopsda- gen van zijn oorlog tegen de Tan zanianen hulp kreeg van een bataljon Libiërs, mochten die heren doodleuk op een Keniaas vliegveld landen, ter wijl de hele wereld toch juichte over het naderende einde van het Oegan dese beest. Het'ierucht wil zelfs dat Kenia's pre sident Arap Moi hoogst persoonlijk met Amin een allersmerigst handeltje heeft gesloten. Toen Amin al was ver jaagd uit Kampala en in Jinja zijn laatste bolwerk optrok, liet hij alle nog in Kampala voorradige koffie bijeen- roven en naar de Keniase grens bren gen. Voor een kwart van de wereld- handelsprijs verkwanselde hij hon derden tonnen van Oeganda's beste Ik bezocht het staatsziekenhuis van Atutur in de provincie Teso: één arts (2400 shilling per maand; een biertje kost 70 shilling, ongeveer f 17,50. waarom zou je Kenia dan verlaten, nietwaar?), vier verpleegsters, al twee maanden geen water, dat wordt met grote teilen op handkarretjes door 17 inderhaast ingehuurde wa terdragers uit een naburig moeras gehaald. Een cilinderkop van de mo tor voor de waterpomp is kapot. In heel Oeganda is er geen nieuwe te vinden. De elektriciteit valt er ook herhaaldelijk uit en de telefoon is morsdood. Bloed, medicamenten, couveuses, beddegoed is er evenmin. Wèi 103 patiënten. Behalve het economische profijt van de Kenianen speelt ook nog mee dat ze Tanzania haten en speciaal Nyerere's Afrikaanse socialisme. De grens tus sen beide landen zit potdicht. Diezelf de Tanzanianen hebben Oeganda be vrijd en zitten er nu nog, 30.000 man sterk ter handhaving van de uiterst labiele orde en rust. Nyerere en Binaisa bestuderen mo menteel de mogelijkheid om Kenia helemaal links (rechts) te laten liggen en een spoorlijn aan te leggen van het Victorlameer naar de Tanzaniaanse havenstad Tanga. Parallel aan de lijn door Kenia! Prelaten Terug naar de Uhuru-parade in Lira. Je krijgt in zo'n Afrikaans stadion een hele serie nationale problemen en ge gevens in een notedop op een presen teerblaadje. Eerst wordt de zegen over het feest, over Oeganda, de UNLF, Tanzania, Binaisa en Nyerere afgesmeekt. Door achtereenvolgens een katholieke bisschop, een Ang licaanse collega, een islamitische priester (ondanks de vurige bemoei enissen van de selfmade „hadzji" Amin, schiet de islam niet al te vruchtbaar wortel in Oeganda: in Li ra en Kampala staan onafgebouwde moskeeën, protserige prestigeobjec ten van Amin) en tenslotte zelfs een orthodoxe prelaat. Ook nog scherpe religieuze scheidslij nen. Oeganda had nog niet genoeg verdeeldheid: noord-zuid. ofwel Ha- mieten en Niloten contra de hoger ontwikkelde Bantoe-volkeren. Twin tig provincies met evenzovele talen of dialecten, want Oeganda kent het Ki swahili, een soort Oostafrikaans es peranto. niet zoals Kenia en Tanzania als algemene voertaal. Obote Politieke tegenstellingen ook: Amins inmiddels verjaagde opvolger Luie geniet in het zuiden nog steeds grote aanhang (bij Jinja verwoestten onbe kenden honderden hectare suikerriet uit protest tegen Lule's opvolger Bi naisa, die teveel vriendjes van de vroegere president Obote benoemt) en Obote zou vandaag nog uit Tan zaniaanse ballingschap mogen terug keren als de Noordoegandezen het voor het zeggen hadden. Maar dat hebben ze niet want de in vloed van Oeganda's begaafdste, rijkste, grootste en machtigste volk. de rondom Kampala woonachtige Ba- ganda, kunnen Obote's bloed nog steeds drinken, omdat hij in de zes tigerjaren de koning van Buganda, de kabaka Moetesa, als staatshoofd wip te. Obote kan hoogstens op de ruggen van het Tanzaniaanse leger naar de macht worden gedragen. Via vrije verkiezin gen haalt hij het nooit. Binaisa doet het momenteel veel beter dan de pes simisten aanvankelijk- dachten. Men zag hem tot voor kort slechts als weg bereider, stoelverwarmer, stroman van Obote. Maar als er morgen presi dentsverkiezingen zouden worden ge houden, zou Binaisa een zeer sterke kandidaat zijn, niet in het minst om dat hij het voordeel heeft dat zijn moeder een Noordoegandese is en zijn vader een Moeganda (in de meeste Bantoe-talen wordt gewerkt met voorvoegsels bij een hoofdwoord: Moe betekent één, Ba- is veel, dus één Moeganda, maar het volk van de Ba- ganda, ze wonen in Boeganda en spre ken Loeganda; vergelijk één Moe-ntoe en het volk der Ba-ntoe, of één Moezoengoe - blanke - en de Ba- zoengoe). Trouwens, behalve Binaisa staan nog wel een paar krachtfiguren uit het huidige UNLF-kabinet te trappelen om staatshoofd te worden: minister van binnenlandse zaken Moewanga, minister van financiën Ssentongo, mi nister van transport Pojok, de chef staf Ojwok en de voorzitter van cle Na tionale Raadgevende Vergadering (parlement), Rugumayo. Tanzania's bevrijders zingen op de Uhuru-herdenldng een loflied op hun president Nyerere die Amin verjoeg. De militairen zijn al bijna, een jaar van huis en niemand iveel hoe lang ze in Oeganda nog nodig zijn. Bovendien zijn de herinneringen aan de Oosteuropese steun voor Amin nog te sterk. Het hele Amin-leger. het best uitgeruste van heel zwart-Afrika, was van Oosteuropese makelij, de talloze tankwrakken langs Oeganda's wegen spreken nog boekdelen. Maar ook de technische en ontwikkelingshulp van Russen en Oostduitsers was nogal baatzuchtig: een Russische arts kreeg niet alleen een fors Oegandees staats- salaris, maar de Sowbank in Moskou streek ook nog eens een maandelijkse premie voor hem op. Benoemd Wat wel dreigt, is de één-partijstaat, overigens in Afrika niets ongewoons en momenteel te verkiezen boven nog meer verdeeldheid zaaiende partijpo litieke versnippering. De UNLF moet alleen oppassen voor een te eenzijdige samenstelling van kabinet en par lement. Heftige kritiek is er al geuit op het feit dat het voorlopige ballingen- parlement onlangs met zo'n tachtig leden is uitgebreid. Dat betrof mensen die al die jaren in het land zijn geble ven. Ze zijn nooit door het volk geko zen, maar domweg door districtsraden benoemd. En die raden zijn op hun beurt weer aangewezen door de UNLF- ministerraad. Kritische kranten zoals de Citizen en de Economy betwijfelen openlijk of het ooit tot vrije verkiezingen komt, zoals beloofd in het politieke UNLF- manifest. De Citizen en de Economy hangt intussen censuur en zelfs een verschijningsverbod boven het hoofd, zodat je je bezorgd afvraagt hoe lang het tere plantje van de nieuwe democ ratie nog bloeien blijft. Ik sprak met de journalist Kakooza in Kampala. De volgende dag werd hij gearresteerd. Het UNLF heeft in de Uganda Times een makkelijke spreekbuis. Hoofdredacteur Ben Bella Hakut veranderde ijlings de naam die onder Amin nog de Voice of Uganda luidde, maar His Masters' Voice is het ook nu weer. Gift Socialisme? Geen van hen is voorstander van Obo- to's socialisme en niemand gelooft in Kampala dat Tanzania's president Nyerere na de algemeen toegejuichte militaire actie ook politieke bemoei enis (via Obote) zou willen claimen. De Keniase roddels over Tanzaniaan se plannen om heel Oeganda in te lij ven, zijn helemaal onzinnig. So cialisme in Oeganda kan nauwelijks, daarvoor staat het prive-onderne- merschap te sterk in de schoenen. keer terug naar het stadion van Lira. Na de viervoudig afge smeekte zegen maakt de gouverneur bekend dat het district Lira 100.000 shilling bijeen heeft gecollecteerd voor de weduwen en nabestaanden van gesneuvelde Tanzaniaanse solda ten. Pal daarop een uniek nummertje politiek cabaret van de bevrijders zelf: een peloton zwaarbewapende Tanzanianen, junglepak, Kalasj- nikows van Chinese makelij, geeft drie krijgsliederen ten beste. Je mag ze in Oeganda beslist niet fotografe ren, maar het is Uhuru-dag en ik krijg zomaar toestemming dit vredig staal tje verbroedering midden in het sta dion te vereeuwigen. De soldaten van Nyerere zijn al bijna een jaar van huis, hebben heel Oegan da te voet doorkruist en zullen nog wel maanden moeten blijven: Oeganda zelf kan nog niet op eigen benen staan. En de boze droom van een onverhoed se terugkeer van Amin blijft rondwa ren. Waar de massamoordenaar nu zit, weet of zegt niemand. Een beter ge rucht dan dat hij in Libië asiel kreeg, is in Oeganda niet te vinden. Tropenhelm Eerder op die dag zat ik op de ere tribune van het stadionnetje van Li ra. Ongevraagd, maar je huidskleur betekent automatisch dat je een be zoeker van ver bent en dus word je gastvrij onthaald. Vlakbij de provin- cie-gouvemeurkrijg je een klapstoel. De man draagt een buitenmodel-uni form met oer-Britse tropenhelm. Zo lang is Uhuru immers ook nog niet geleden. Het feest is schitterend. In dit leegge roofde land. waar vrijwel niets meer te krijgen is behalve op de zwarte markt, waar honderden mensen uren in de zinderende zon in de rij staan voor een winkel waar rantsoenen zout worden verkocht, waar restaurants niets meer te bieden hebben dan een glaasje wa Voor het eerst na acht jaar Amïn-terreur kan de gedecimeerde bevolking van het district Lango de martelkamer bij uitstek van de dictator, weer zingen, dansen, ja, zelfs weer onbevangen op straat. 'Militaire parade' in Lira, Noord-Oeganda. Wat meemarcheert. zijn sphoolkinde- ren, een handvol politieagenten en verpleegsters. Want een leger heeft het lana niet meer. He, Let is een goede gedachte geweest dat de synodeleden van de hervormde gereformeerde kerken in september in een aantal regio's een voorbercidic vergadering hebben gehouden voor hun samen-zijn op 11 en 12 oktober. In kerk is een goede voorbereiding van een synodale bijeenkomst belangrijk, de manier zoals het nu gebeurd is met die regionale samenkomsten, had vele voordelen. Voor hen die voor het eerst een synodezitting zouden meen ken, betekende dit dat zij wat ingewerkt werden. Van gereformeerde zijdeh men om uitstel gevraagd, omdat ongeveer de helft van hun synodelei 'nieuwelingen' waren. In die vóórvergaderingen kon men van weerszijden» aan elkaar wennen. En verder: men is dan bijeen in een kleiner gezelschi zodat er meer mogelijkheden zijn dat ieder met zijn vragen en gedachten bod komt. Zo'n voorvergadering draagt een onofficieel karakter, zodat ij alles wat er gezegd wordt even zwaar wordt afgewogen. Het is alles nog voofl pig. Maar zoveel is wel duidelijk geworden op die vóórvergaderingen dat er II en 12 oktober in Lunteren een tamelijk eensgezind gezelschap bijeen zouzi Het is, met het afwerken van de agenda, vlotter gegaan dan men had gedac Feitelijk was men in één dag klaar. De hervormde en gereformeerde kerl kunnen verder werken aan hun federatie, waarachter een fusie opdoemt, ma dat is.nog een ver verschiet. Het verheugende van de zitting van de gezarni lijke synoden was, dat men vrijwel eenstemmig goedkeuring hechtte aan aantal voorstellen die de route van 'Samen op Weg' verder zullen bepalen, op zich zelf is reeds een hele stap voorwaarts. Dit is dan de 4e keer dat er een geza menlijke synodale vergadering is ge houden van de herv. en geref. kerken. De drie eerste heb ik persoonlijk kun nen meemaken. Bij de nu gehouden zitting heb ik het moeten doen met verslagen uit de dagbladen, die altijd een persoonlijk karakter dragen Maar zoveel is mij daaruit wel duidelijk ge worden, dat men met een grote eens temmigheid en vreugde verder 'Sa men op Weg' blijft gaan. Voor wie de derde bijeenkomst van deze twee sy noden in Utrecht heeft meegemaakt, zal deze eenstemmigheid een verras sing zijn geweest. Toen werden er, zo wel van geref. als herv. zijde allerlei obstakels op de weg gelegd. En wie aan de ontvangst van de geref. hoogleraren H. Ridderbos en G. C. Berkouwer met hun proeve van belijden in de herv. sy node terugdenkt, zal wel helemaal verbaasd zijn dat er nu zulk een eens temmigheid was, terwijl nu ook de kwestie van het belijden op tafel kwam. Op die voorgaande gezamen lijke synodale bijeenkomst, kwam er vanuit de herv. kerk een stevige oppo sitie, voornamelijk onder woorden ge bracht door leden van de Geref. Bond, terwijl uit de mond van geref. synode leden klanken werden gehoord die een akkoord moeilijk maakten. Vooral dr Vlaardingerbroek was met zijn pun tige stellingname de woordvoerder. Niemand vergeet gemakkelijk zijn verleden en dat verleden weegt in ker kelijke kringen gewoonlijk nogal zwaar. Nu is er van die last van het verleden, volgens de verslagen die ik las, niet zoveel gebleken, hoewel er nog een aantal problemen zijn die opgelost moeten worden. Eer we verder gaan willen we nog even een stukje geschiedenis in herinnering brengen die tot deze ontwikkeling in de beide betrokken kerken hebben geleid. In 1962 hoorden we ineens van de 'groep van achttien', negen gere formeerden en negen hervormden, van wie de meeste predikant, die zich aan een hadden gesloten om een stuwk racht te zijn voor de éénwording van de geref, en herv. kerken, die hun als een visioen voor ogen stond. Deze achttien belegden in Utrecht een ver gadering, die zoveel leden uit beide kerken aantrok, dat men de conclusie mocht maken dat de gedachten van die 18 leefden in beide kerken. Nog an dere vergaderingen volgden, maar het aanvankelijke succes ebde wat terug. In 1969 r\amen jongeren uit beide ker ken de gedachten van de 18 over en zij stelden met hun 'Samen op Weg' dat binnen tien jaar er een eenheid moest' komen tussen de beide betrokken kerken. Hun blik was allereerst gericht op het plaatselijke vlak. Een synode kan wel beslissingen nemen, maar die moeten worden aanvaard door de plaatselijke gemeenten. Daar zal men tot federatief verband moeten komen, om zoveel mogelijk 'Samen op Weg' te gaan. Nu zijn we dan tien jaar verder. Die eenwording van de twee kerken is er voorlopig nog niet. Maar wel is er in die tien jaar het een en ander gebeurd. Op een persconferentie van de twee synoden te zamen ,werd naarstig geïnformeerd hoe het nu stond met dat. 'Samen op Weg', welk motto van de jongeren door de synoden is overge nomen. Medegedeeld werd dat men in een honderdtal plaatsen in een federa tief verband was getreden. Dat was voornamelijk geschied in Brabant, in de nieuwe polders rond het Flevomeer en in nieuwe stadswijken. Die samen werking is niet van synodale zijde ge stimuleerd, maar ze is voortgekomen vanuit de basis, vanuit de gemeenten zelf. Ook werd er geïnformeerd naar de 'witte plekken', naar gemeenten waar geen poging tot enige samenwerking werd ondernomen. Het antwoord mocht eigenlijk als bekend worden verondersteld. Dat waren gerefor meerde bonds- en vrijzinnige gemeen ten in de herv. kerk. Zonder een naam te noemen werd er vermeld dat er toch één vrijzinnige gemeente was waar men met elkaar in gesprek is gekomen. Er stond in de herv, gemeente een pre dikant waaf het vrijzinnig tussen haakjes mocht worden gezet. Toen hij vertrok hebben de beide kerkeraden de koppen bij elkaar gestoken ent e ziet er nu naar uit dat zij tot overee t stemming zullen komen. Voor ben gemeenten werd het hebben van i eigen predikant ook steeds moellijl Maar de grote moeilijkheid ligt in herv. kerk bij de Geref. Bond. G« enkele gemeente hier waar men cnij poging tot toenadering ziet. Daars was het des te verrassender in dev« slagen van de onlangs gehoudeni zamenlijke synodale zitting te lea dat verschillende geref. bondsleJi van de synode nu positief reageerdt op het samengaan. Op de drie vw gaande bijeenkomsten hadden voor zover ik mij kan herinneren,! leen maar bezwaren en kritiek in brengen. En nu? Een ouderling, tot Geref. Bond behorende, sprak uïttf er bij ons beschaamdheid van aan zicht moet zijn'. Er zijn allerlei sji 1 bolets (kenmerken van een bepaal groep) die te verklaren zijn uit anj om vast te houden wat ons eigenlijk ontvallen is. Hij stelde voor een pi torale brief te schrijven aan die t meenten, waar'Samen op Weg'niet nauwelijks leeft. Veel indruk mw ook gemaakt hebben het persoonli getuigenis van dr L. G. Zwanenbuij I predikant te Huizen. Hij verteldedi J hij er toe geprest moest worden vo deze synodale zitting rapporteur zijn. Hij was onder de indruk got men van 'de stem des Heren', die in voorstellen klinkt. „De belijdenis op tafel gekomen". 'Samen op We?1 een opdracht die wij niet mogen 01 lopen". En daarmee doelde hij opï li kernen van belijden', die door del 1 treffende commissie op de tafel de synodeleden was gelegd. De vi zinnigen volgen 'met Argus-ogen ontwikkeling'. Ook zij wensten vo hun gemeenten een pastorale brief ontvangen. Alle voorstellen van de Raad van R putaten en van de werkgroepen j met vrijwel algemene stemmen ae vaard. Daaronder was ook het over kerkordelijke aangelegenhedfl waarover we een paar maanden gei $en op deze plaats hebben geschrei! en dat nodig was voor die gemeend waar men nu reeds een federatie h« aangegaan en voorde gemeenten to men bezig is dit te doen. Die gem ten hangen nu ergens kerkrechtelijk de lucht. Maar die kerkordelijke voo stellen voor die ca 100 gemeenli kunnen, met. enige veranderingeno tuurlijk, ook dienen als een modelvfl de 'werkorde'. die eerst nodig wanneer deze twee kerken in haar? heel tot een federatief verband koiw Aan een fusie moeten we nog maarni al te spoedig denken. Kerkelijk isf ook niet onbekend. Hoelang heeft tl in de Geref. Kerken niet geduurd dl na 1892, toen de vereniging tot stsi kwam tussen de Chr. Geref. kerkeni Nederduitsch GerefKerken, die ulti Doleantie waren voortgekomen. Middelburg hebben de kerken A B. C. tot. 1917 naast elkaar bestaan, ledi met eigen predikanten. De begeerte om 'Samen op Weg' gaan, is er wel en door de twee synod! is deze dan nu ook officieel bevesti? „Een bemoedigende bijeenkomst",! zen we in een van de verslagen. die begeerte is nog geen gemeengd geworden. In beide kerken zijn groepen die het samengaan geen a volle zaak vinden. Wanneer men gaat op de resultaten van deze menlijke synodale zitting, mag nx verwachten dat er nog meer stapd zullen worden afgelegd. De synodt den zien het over het algemeen welt ten. Doch zij beslissen niet alleen.I grote vraag ln dezen is of men de bas de gemeente meekrijgt. Er zijn sen waar men er rijp voor is, maar zijh ook plaatsen waar dit nogW niet het geval is. In leder geval hebt» de gezamenlijke synodeleden Raad van Deputaten en hun we; groepen verzocht voort te gaanW hun werk en dit op zich zelf )s reedsfi bemoedigend resultaat.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 26