Doortrek van de langbenigen
Waar bleef het kruis?
Nisse kreeg bijzonder
uithangbord terug
PZC/
Record in Vlissingen
Opmerkingen koppelbazen
slaan niet op de KMS
TERDAG 27 OKTOBER 1979
provincie
11
Ie bleuste als 'n
ekster van onder
an z'n buuk'
(t zeer lezenswaardige blad 'De We-
van de heemkundige kring Walche-
m,geeft in het oktobernummer weer
M aantal 'Walcherse uutdruksels'
W. 'De Wete' voegt er ook de verkla
gen bij, maar die laat ik. hier weg.
Pen, of u er zo ook uitkomt,
ibleust as 'n ekster van onder an z'n
liik
i lacht as 'n gelte die de stad uut
isnuuft as 'n bok op 'n kóólblad'
óór bediend as 'n kiekentje op 'n
rretje'
kiekt zo scheel as 'n tjoek'
■steent of je 'npaeretjeen 'n sjeesje af
ttgae'.
De
Je heer Gert van der Hoest betreurt
het, dat geen enkele criticus het
Guinness wereldrecordboek streng
beoordeelt. Zo viel in de Engelse uit
gave van hel vorig jaar te lezen, dat de
hoogste voetbalscore, die ooit werd
behaald 30- 0 was. Hel betrof hier een
wedstrijd die op 5 september 1885
werd gespeeld tussen Arbroat en Bon
Acoord om de Schotse cup.
In het clubblad van de VC Vlissingen
van oktober 1937 kunt u het echte we-
reldrecoed vinden, meldt Gert.
Souburg 2 tegen Vlissingen. een vete-
ranenwedstrijd die eindigde in de
stand 0 - 59. De ruststand was 0 - 30. De
wedstrijd werd gespeeld in de zater
dagcompetitie van de toen nog be
staande Zeeuwsche Voetbalbond. „Ik
weet nog heel goed dat dit bericht voor
de radio werd omgeroepen", weet van
der Hoest. „Iedereen sprak erover
Tussen haakjes de doelpunten wer
den gemaakt door: Verhulst (12). Kor-
teweg (12). Brijse (10). Kats (7). Boo-
gerd (5). Meeuwse (4). De Nooijer (4).
Braam (3). Koster (I) en Vierhout (1).
Schrijven over Vlissingen: Van der
Hoest doet het al vele jaren. En het
worejt steeds erger, meldt hij. Vlissin
gen komt steeds dringende- naar mij
toe. Nu zoek ik weer een foto van de
drijvende wc die zoveel jaren aan de
Dokkade van 'De Schelde' heeft gele
gen. Tegenwoordig droom ik dat ik in
een gerestaureerd pandje in het
Groenewoud woon en elke dag zitting
houd voor de bejaarde Vlissingers.
Dan kunnen ze hun mooie verhalen!
niet in het graf meenemen"
„Ik zoek" zegt Gert van der Hoest
„naar het Goud van Vlissingen zoals
de befaamde archeoloog Schliemann
zocht naar het goud van Troje".
daar zfjn lugubere verhaal en verzocht
mijn man mee te gaan opdat hij de
plaats wijzen kon waar dit drama zich
had afgespeeld en waar deze slachtof
fers begraven waren. De mijnenvelden
in de duinen bleken "schijn" mijnevel
den te zijn en de lugubere plaats werd
'zo' gevonden. Mijn man vond het toen
maar griezelig dat hij alleen van deze
plaats op de hoogte was. Stel je voor
datje dat. niet meer terug zou kunnen
vinden. Hij is toen naar Stoffel Wljk-
huys gegaan en samen hebben ze toen
die plek direct weer opgezocht Later,
het is geloofik in 1955 geweest, ïser een
deputatie uit Zelzate hier officieel op
het gemeentehuis in Biggekerke ont
vangen en heeft daar aangeboden ge
kregen: een oorkonde met de namen
van de slachtoffers En een zakje ge
vuld met zand van de duinen ter
plekke van de misdaad Dat alles is
ingemetseld in de muur van een nieuw
stadhuis in Zelzate" Tot zover de brief
van mevrouw Wolf
In het gereconstrueerde oorlogsver
haal werd omschreven hoe de Belgen,
die onderdak verschaften aan onder
meer geallieerde vliegers, na een in
val door de Duitsers samen met een
Engelse piloot gevankelijk werden
afgevoerd naar Vlissingen. Onderweg
daarheen moest er in Ijzendijke wor
den overnacht. Daarover schrijft de
heer J.E. Marlens die samen met zijn
vrouw veel piloten en Joodse mensen
langs de Duitse grensposten loodste
het volgende: „Die piloot heeft daar
nog de gelegenheid gekregen om de
drie mannen te helpen ontvluchten.
Hij durfde het echter niet. w aardoor
de laatste kans verkeken was. Dank
baarheid omdat anderen hun leven
voor hen in gevaar brachten was er
bij bedoelde piloot zeker niet bij". En
bitter laat de heer Martens daarop
volgen: „Geen der geholpen piloten
heeft ooit getracht ons nog eens op te
zoeken".
En dan is er nog iets: de heer Henk
Barentsen uit Biggekerke stuurde me
naar aanleiding van dat zater-
dagkrantartikel een foto toe van een
eenvoudig kruis, dat lange tijd de
plaats in de duinen, waar het drama
zich afspeelde, heeft gemarkeerd. Dat
spoor naar het oorlogsverleden is in
middels uitgewist. In het verleden is
dat kruis, naar mevrouw De Wolf zich
weet te herinneren wel meer omver ge
gaan door de invloeden van zand en
wind. Maar het werd telkens weer
rechtgezet.
Waar hc.t kruis nu is? Niemand weet
het. Volgens de heer Barentsen kan
van onderstuiven geen sprake zijn.
In deze dagen.vijfendertig jaar na het
gebeurde, zou het zeker goed zijn te
overwegen om. als dat vroegere ge
denkteken onvindbaar blijft, een
nieuw kruis op ie richten op de plahts
van de executie. Dat gedenkteken
hoort daar. Opdat wij niet vergeten!
evaars daar in de maanden augustus en
september heen. Maar wellicht genoot
ook deze vogel nog een poosje van het
mooie zachte herfstweer in onze om
streken
Afgelopen weekeinde schonk ons een
mooie zondag, met een lichte bries uit
oost tot noordoost. Uitstekend weertje
voor de trekkers. Alleen minder goed
voor de vogelaars, want het blijkt dat
de vogels, die met de wind 'mee' vlie
gen, op veel grotere hoogte passeren
dan bij een lichte tegenwind. Horen doe
je ze meestal wel: het geroep van vinken
en mezen, het gekwetter van boerenz
waluwen. het schorre gekras van zwarte
kraaien en de pruttelroep van veld
leeuweriken Opvallend is ook. dat de
vogels bij dit weertype meestal recht
streeks de zee oversteken. Ze laten zich
veel minder langs de kust stuwen',
zoals dat by tegenwind vaak wel het
geval is.
Een bijzondere waarneming deden we
aan de'westkust van Walcheren, waar
we een V-formatie van grote, vrij don
kere vogels in onze richting zagen ko
men. Hun vliegbeeld deed me eerst
denken aan dat van de ooievaar, maar
ze waren zwart-grijs in plaats van
zwart-wit. Maar toen ze op zo'n 30 meter
hoogte overvlogen en er een wat trom
petachtig 'kruu' tot me doordrong, wist
ik 't zeker. Kraanvogels! Beslist geen
algemene verschijning in onze provin
cie.
De kraanvogel is een prachtige, gro
te grijze vogel mmel een zwarte kop,
groenachtige snavel, zwarte poten en
een rood oog. De zwarte kleine slag
pennen aan 't einde van de vleugels
hangen als hij staat over de staart
heen. In de vlucht vallen de ken
merkende zwarte 'gevingerde'
vleugeltoppen goed op. De kraanvogel
is een rustige vlieger, die in de vlucht
de kop en poten gestrekt houdt.
Kraanvogels broeden in het noorden
van Duitsland en Polen en in Finland,
Zweden. Noorwegen en Rusland. Ze
verlaten hun broedgebieden massaal
om tussen half september en half no
vember hun overwinteringskwartieren
te bereiken in Zuid-Portugal, Zuid-
Spanje en Noordelijk Afrika. Een aan
tal kiest een zuidoostelijke route (voor
het merendeel broeders uit oostelijk
Europa) en bereikt via Italië, Grieken
land en Turkije het stroomgebied van
de Witte Nijl Een bizonder kenmerk
van de kraanvogeltrek is, dat ze een vrij
nauw begrensde trekbaan gebruiken,
die gewoonlijk met breder dan 200 tot
300 kilometer is. De westgrens ligt on
geveer op de lijn Lübeck-Deventer-
Antwerpen-Rouen-Lille. enz 't Zal u
opvallen dat onze provincie hier mooi
buiten valt
NEDERLANDS HERVORMDE KERK
Beroepen ten Boven-Hardinxveld toe
zegging). J Wieman te Vlaardingen;
Beroepen te Asperen: D. M. van de Lin
de. kandidaat te Rotterdam.
GEREFORMEERDE KERKEN VRIJ
GEMAAKT
Beroepen te Vrouwenpolder: J. H.
Kuiper, kandidaat te Zwolle
CHRISTELIJK GEREFORMEERDE
KERKEN
Bedankt voor Groningen (derde predi-
kantsplaats): drs. J. C. L. Starreveld te
Delft.
GEREFORMEERDE GEMEENTEN
Beroepen te Tricht-Geldermalsen: J.
van Haaren te Amersfoort.
DOOPSGEZINDE BROEDERSCHAP
Aangenomen naar Haarlem: mevr.C E
Offerhaus. geestelijk verzorgster bij de
Rijks Psychiatrische Inrichting te
Eindhoven.
FNVBOND EN SCHELDE DIRECTIE
VLISSINGEN - „De Koninklijke Maatschappij De Schelde w erkt niet met direc
te overheidssteun. Haar directie en de vakbonden zijn in onderhandeling over de
afbouw van het aantal ingeleende krachten en de vervanging daarvan door vaste
eigen krachten. De overwegingen van de beleidscommissie scheepsbouw om de
minister van economische zaken te adviseren geen steun te verlenen aan
scheepswerven die met koppelbazen werken, gelden dus niet voor De Schelde."
Dat verklaarde districtsbestuurder H. het bestand aan ingeleende krachten:
Bijvank van de Industriebond FNV.
Hem was gevraagd om commentaar op
de brief van de beleidscommissie
scheepsbouw (waarin ook de vakbon
den naast overheid en werkgevers zit
ting hebben) aan de werforganisaties
Cebosine en Hoogezand. In die brief
staat dat de miljoenensteun van de re
gering aan de scheepsbouw voor een
fors deel in de zakken van koppelbazen
terecht komt Dit jaar is met die over
heidssteun 250 miljoen gemoeid. De
beleidscommissie overweegt - zoals ge
zegd - minister Van Aardenne aan te
raden om aan de steunverlening de
voorwaarde te verbinden van 'wie met
koppelbazen werkt krijgt geen subsi
die'.
Districtsbestuurder Bijvank sprak
persberichten tegen als zou ook De
Schelde in Vlissingen behoren tot de
werven die de commissie bedoelde.
„Het is een feit dat De Schelde veel ge
bruik heeft gemaakt van ingeleende
krachten Maar wij zijn als bonden
thans in overleg met de directie om een
oplossing te vinden voor het vraagstuk
van de ingeleende krachten.
Die onderhandelingen zijn in een ver
gevorderd stadium en ik ben niet pes
simistisch over het resultaat. Naar mijn
mening is het. ook de directie ernst in
geleende krachten zoveel mogelyk te
vervangen door vaste eigen krachten.
Binnenkort hopen wij over dit overleg
nadere byzonderheden te kunnen ver
strekken." aldus de vakbondsbe
stuurder
Mr. J. Quast, hoofd personeelszaken bij
de Kon. Mij. De Schelde, bevestigde
dat de directie en de vakbonden in on
derhandeling zijn over de afbouw van
,Het is al geruime tijd bekend dat v
onder meer daarom aan een wer
vingscampagne bezig zijn. Ik geloof
echter sterk te mogen betwijfelen of de
firma's waarvan wij werkkrachten
hebben ingeleend nu wel als 'kop
pelbazen' mogen worden bezien.
Daarbij: De Schelde ontvangt geen
overheidssteun RSV krijgt die wel.
maar die steun komt niet bij ons. maar
in andere sectoren van het concern te
recht!" aldus mr Quast Ook hij was
van mening dat het voornemen van de
beleidscommissie scheepsbouw met op
De Schelde betrekking kan hebben.
In deze aflevering van 'Tijdje
Terug' nog even aandacht
roor die gereconstrueerde
Ktrlogsgeschiedenis, waar-
ran u onlangs kon kennisne-
nen via een artikel in de za-
erdagbijlage van deze krant,
let betrof hier een affaire die
indigde met de executie van
lijf mannen in de duinen bij
i'alkenisse. Drie Belgen wa-
en erbij: Andrë Pierets en
ader en zoon De Colvenaer.
!n ook twee Zeeuwen: de
iliddelburger Niesthoven en
Ie jongeman Dieleinan, een
ngezetene uit Wissenkerke.
lij werden door een vuurpe-
oton doodgeschoten.
M.M. de Wolf Mol uit Big-
fcerke geeft nog even de volgende
invulling: ..Indertijd was mijn man
meentesecretaris in Biggekerke Op
tere dag is daar een Pool die oogge-
;ge van het drama geweest was. op
I'. gemeentehuis gekomen. Hij deed
In het dorpsbeeld vaif Nisse is een
vertrouwd bord teruggekeerd. Het is
wel nieuw nagemaakt maar het hangt
op dezelfde plaats waar het altijd
heeft gehangen: aan een gevel op het
Dorpsplein. Vroeger was daar de
bakkerij gevestigd van G. Eckhardt.
Op het uithangbord boven de deur
stond deze fraaie spreuk: „Al had ik
Salomo's w ijsheid En Cresus gewin,
Noch kan ik niet bakken Naar ieder-
een's zin."
De familie Fakkeldij, die de nu tot par
ticulier huis verbouwde bakkerij be
woont heeft in het verleden pogingen
in het werk gesteld om het oude gevel
bord op te sporen. Het uithangbord
zou naar het Zeeuws Museum in Mid
delburg zijn overgebracht. Maar daar
was het niet meer te vinden. Ver
moedelijk is het daar bij de oorlogs
handelingen verloren gegaan Met
medewerking van de gemeente is het
nu weer bijna als vanouds. Bijna, zeg
ik erbij, want het schild was vroeger
wat anders van vorm en had ook een
andere kleur. Maar ook al is het bord
niet helemaal origineel, de familie
Fakkeldij heeft er al heel wal leuke
reacties op gekregen. „We hebben",
vertelt mevrouw, „al enkele mensen
aan de deur gehad, die brood wilden
kopen".
(I jaar 1979 wordt voor Walcheren
echt ooievaarsjaar! Het aantal
rnemingen van deze vogel is dit
ongewoon groot geweest. In het
rjaar zag men langere tijd regelma-
tnkele 'vadertjes of moedertjes
(been' in Vlissingen en omgeving
Ifdurende de zomermaanden wer-
ook elders op Walcheren
aplaren gesignaleerd. Ik heb al
kr in deze rubriek het vermoeden
wproken dat althans een aantal
ideze vogels uit het vogelreservaat
Zwin bij Knokke-Heist afkomstig
adat ze zomaar wat rondzwierven
ure van schuw waren,
ifgelopen weken werd opnieuw een
raar gezien, ditmaal in West
die. De heer W Minderhoud ont-
de vogel, die een nacht op de
Mrsteen van zijn huis doorbracht
a ralgende nachten sliep de ooievaar
iet dak van z'n buurman Maljaars
:;inde foto, met op de achtergrond
relbekende vuurtoren van West-
(Uc. werd gemaakt door de heer W
lullie uit Middelburg. Volgens zijn
ledelingen was deze vogel redelijk
iw,hij liet zich maar tot op 100 a 150
it benaderen. Alleen als de ooi1
voedsel zocht in een wei tussen
n-zoals op de foto-was't mogelijk
)top zo'n 50 meter bij te komen
ut?1 ide linkerpoot droeg de ooievaar
:'c:l iluminium ring. De vogel verbleef
de 1 kr geval in de periode van 10 tot 13
?r in de omgeving van West-
We kunnen stellen dat ie wat
Jmet z'n vertrek naar het o
ijsgebied aan de westkusten van
vst ta Gewoonlijk trekken de ooi-
>d,i
ld 4
Ziedaar de oorzaak van het feit dat we
kraanvogels maar zo zelden in Zeeland
waarnemen. Bij mijn weten was 1976
het laatste jaar dat de soort op vrij grote
schaal in het westen van ons land en in
onze provincie werd gezien Men veron
derstelt dat een uitgebreid mistgebied
boVen oostelijk Nederland en westelijk
Duitsland toen de oorzaak van de wes
telijke koerswijziging van de kraanvo
gels is geweest Misschien is zoiets nu
weer t geval. Mochten er lezers zijn. die
deze vogels ook hebben waargenomen,
dan houd ik me voor die meldingen
aanbevolen!
De kraanvogels broeden onder meer in
moerassen, langs rivieren, in rietvel
den, natte weilanden en vennetjes. De
'kranen' moeten waarschijnlijk tot in
de 18e eeuw ook in ons land hebben ge
broed, evenals trouwens in de rest van
Europa. Door een veranderend gebruik
van de bodem (ontginningen, droog
leggingen. water-standregelingen) is
veel van hun biotoop vernietigd. Vooral
in de 19e en in 't begin van de 20e eeuw
heeft zich dat voortgezet en is de soort
teruggedrongen tot de imensarmei
huidige broedgebieden. Het is wel aar
dig in dit verband een deel van een ge
dicht van Jacob Cats (1577-1660) te cite
ren. waaruit u moge blijken dat er in
ieder geval in zijn tijd nog kraanvogels
voorkwamen (en werden gevangen)-
'Sooje Kranen wilt betrappen.
Hoort, hoe gij het moet bestaen.
Maeckt een deel papier e kappen.
En dan lijm daerin gedaen.
Maer noch moetje niet vergelen
Aes te leggen in den gront.
Aes. dat dese vogels eten
Met een onversaden mont;
Komt'er dan een Kraen geloopen
Om te Vullen horen krop.
Siet die moet'et haest bekoopen.
Want het kleeft haer om den kop''
Nu ik toch 'uit de oude doos' tap, mag
ik u ook niet de passage onthouden die
ik aantrof over de kraanvogel in een
boekwerkje van zo'n kleine eeuw gele
den. Het gaat over de trek:
"De Kraanvogels nemen, wanneer zij
de groote reis gaan aanvaarden, aller
lei kleinere vogels mede. die, zich op
hun breeden rug plaatsende, op deze
wijze zeer gemakkelijk worden overge
voerd. De kleine reizigers beloonen hun
vriendelijke beschermers met liefelijk
gezang en gekweel In het noorden van
Afrika was deze bijzonderheid der
groote trekvogels reeds langen tijd be
kend. ledereen weet daar. dat de
kleinere trekvogels niet op eigen wie
ken over de Middellandse Zee komen,
maar dal de grootere en sterkere hun in
de overtocht behulpzaam zijn.
Nu. de geloofwaardige personen, waar
van in dit verhaal sprake is. zouden in
onze tyd zeker als sprookjesvertellers
worden betiteld als ze zulks verhalen
ophingen Kraanvogels vertonen boei
ende gedragingen, maar dat ze als een
levende luchtbus optreden, dat is tot op
heden nog niet aangetoond!
Marolle.
tlci Mumi uijna ais een aplOOKjc, eli
lang heeft men getwijfeld, of dit feit zich
werkelijk zoo toedroeg, doch waarne
mingen van geloofwaardige personen
hebben het buiten twijfel gesteld In
maar 1879 zag Georg Falch te Fried-
berg een groote schaar voorbijtrekken
de kraanvogels en hoorde tegelijkertijd
het gekweel van leeuweriken, zonder
dat hy een dezer vogels in den omtrek
kon ontdekken. Zij zaten op den rug der
kraanvogels en hij kon duidelijk hoo-
ren, dat de stemmen daar vandaan
kwamen
H. Fresenius nam in maart 1884 het
zelfde waar en toen hij zijn ontdekking
aan een zich daar in de buurt bevinden
de werkman mededeelde, verzekerde
deze hem. dat hij dit reeds dikwijls had
opgemerkt en ook menigmaal had ge
zien. dat, wanneer kraanvogels zich op
een land nederlieten, tegelijkertijd een
menigte kleine vogels op het land ver
scheen. alsof ze uit de vederen der kra
nen werden geschud, en dat ze ook ge
lijk met de kranen weder verdwenen"