A-BOM Verlegenheid met de oecumene? dehibakusha van Nagasaki PZC/zaterdagkrant A oen paus Johannes XXIII zijn besluit tot het houden van cent, kendmaakte en in die eerste aankondiging zei dat hij heel de bijeen wilde roepen, was er, naast verbazing over deze uitlating J? begin af aan een zekere geestdrift in de meeste kerken die zich hierbilk meenden. Maar die geestdrift was er toch vooral in de eigen kerk* Het was daar of men ineens uit een zeker isolement was verlojtJ beslotenheid in eigen kring een einde was gekomen. Men mocht min» J kerken gaan kijken en met hen spreken. Dat zien naar andere kerken was er overigens reeds lang en decont deze waren er ook wel, zij het nog al spaarzaam. De radio had reedsC apartheid wat het luisteren betreft, een einde gemaakt. Maar door?' I aankondiging van de paus leek het erop dat nu ook officieel dezo do zou worden en men officieel met andere kerken in aanraking en in n kon komen. Een pater, die ik in die dagen nogal eens sprak, 5 geestdrift: we zijn éèn en we worden èén. Wat paus Johannes XXUI in die eerste aankondiging precies voor ogen heeft gehad, weet ik niet. Maar in ieder geval is Vaticanum n niet geworden wat door sommigen in hun enthousiasme werd gedacht en gehoopt. Dat was te mooi om waar te zijn. Wël hebben we sindsdien niet meer, of althans min der. gehoord dat de eenheid van de ganse christenheid alleen te verkrij gen zou zijn wanneer alle kerkgenoot schappen op aarde zich zouden voegen onder het gezag van de bisschop van Rome als opvolger van Petrus. Andere kerken hebben hun waarnemers kun nen zenden naar het tweede Vaticaans concilie, maar daarmee alleen was die apartheid niet doorbroken. Toch heeft dit concilie een niet geringe wijziging gebracht in de verhouding tussen de kerk van Rome en de andere kerken. Wie de reis van paus Johannes Paulus H naar Ierland en Amerika heeft ge volgd en gelezen heeft de toespraken die hij gehouden heeft (die tevoren in Rome voor hem zullen zijn klaarge maakt) kan niet aan de indruk ontko men dat zijn gedachten voor een be langrijk deel die waren van vóör het tweede Vaticaans concilie. Ook zijn aanhalingen uit de decreten van dat concilie waren kenmerkend in de geest van de conservatieve leden van dat concilie. Die decreten dragen overal de kenmerken dat zij een com promis zijn. Praktisch wilde dit zeggen dat zowel kardinaal Alfrink als bis schop Gijsen er zich op konden beroe pen. Wanneer we denken aan de syno de van Nederlandse bisschoppen die vanaf 14 januari aanstaande te Rome wordt gehouden, onder voorzitter schap van de paus en denken aan de pauselijke uitlatingen Ierland en Amerika, kunnen de verwachtingen voor de verhoudingen In dë R.Krk in ons land niet hoog gespannen zijn. Zal het de enige vraag wezen hoever men hier zal moeten terugdraaien? Nu is oecumene geen gemakkelijke zaak. Wie dat wel eens gedacht heeft met een beroep op Joh. 17, het gebed van Jezus voor de eenheid van al zijn discipelen, wordt ontnuchterd wan neer hij met de praktijk van het kerke lijk leven in aanraking komt. Op 11 en 12 oktober zijn de synoden van de ge reformeerde en hervormde kerk bijeen geweest. Terwijl we dit schrijven moet die synodale bijeenkomst nog plaats vinden. Maar in de stukken die ons ter beschikking staan is geschreven 'dat er in het proces van Samen op Weg sprake is van een zekere mate van te rughoudendheid'. Op ongeveer 100 plaatsen in ons land hebben gerefor meerden en hervormden een federatie aangegaan. Dat is geschied voorna melijk in Brabant, in de nieuwe pol ders en in nieuwe stadswijken. Naar werd meegedeeld op een onlangs ge houden persconferentie van de mode- ramina van de beide betrokken syno den, is de neiging om samen op weg te gaan de laatste jaren sterk toegeno men. Van synodale zijde werd daar ge sproken van een golfbeweging. In de zestiger jaren was er een geestdrift voor het samengaan. In de zeventiger jaren kon men overal een stagnering waarnemen. En in de laatste jaren is er weer schot gekomen in dat Samen op Weg. Wanneer je de stukken leest die be trekking hebben op dat Samen op Weg, ontkom je niet aan de indruk dat er nog een heleboel knelpunten zijn die de voortgang belemmeren. Deels zijn dit niet-theologische factoren. Deze zijn wel niet de belangrijkste, maar in de parktijk wegen ze gewoon- lijk nogal zWaar. Het financiële be heer in beide kerken ligt niet gelijk. Er is hier en daar nogal wat 'oud zeer'. Allerlei plaatselijke situaties zijn niet te onderschatten. Dan zijn er de predikanten. Wanneer er een wisse ling plaats vindt kan het gebeuren dat de nieuwe niet veel voelt voor sa menwerking. Dit kan gebeuren zowel In de ene als in de andere kerk. En dan zijn er natuur lijk ook nog de theologische factoren met betrekking tot de belijdenis-ge- schriften, de doop, de kerkelijke tucht, de fundamenten van de kerk enz. De verhouding hervormd-gereformeerd is maar een klein stukje van het oecu menisch samengaan en wanneer er hier al zoveel stenen op de weg liggen, waar het twee kerken betreft die zo dicht bij elkaar liggen, kunnen we enigszins vermoeden welke moeilijk heden overwonnen moeten worden wil de Oecumene, in wereldverband ge zien, meer gestalte krijgen dan we tot nu toe hebben gezien. Van de verhouding tussen twee kerken kunnen we gaan naar de Raad van Kerken in ons land. Daarbij zijn de belangrijkste kerken die wij hier heb ben aangesloten, zelfs de rooms-ka- tholieke, De vorige maand heeft deze Raad van Kerken een 'bezinningsdag' sl gehouden. Het verslag van da eenkomst dat we lazen begon- veelzeggende zin: 'De omil Nederland staat op een ft» Zonder enige twijfel heeft de nische gedachte ook in de ktfe sl ons land voortgang geboekt Dj vraag blijft hoeveel of hoewea van leeft op het grondvlak va meenten en parochies. DaaT-i™ grondvlak, weet men gev.or_: wat men er mee moet doen ïj ip we kijken naar eigen omgen merken we er niet zo heel vë: zijn enkele kringen oecuinerj tint. Soms is er een gezamenlijk zoals onlangs in de Grote Goes voor zending en missie 1 B ook contacten van wederajdsi genootschappen. Maar veroes 'I oecumene beperkt tot vergaü o' van mensen die daartoe doori ken zijn gedelegeerd. Waia vraag wordt gesteld of de Oec aan de basis van de kerken ld we geneigd daarop ontkee antwoorden. De wereldkerks: 01 groot en onze blik is zo beperkt) en zending hebben de wereldks V een beetje dichterbij gebraehU er daardoor een werkelijke ty staan., zodat wij ons met kerks; jt andere kant van de aardbol vet» ril weten en ook voor hen een' woordelijkheid kennen? We zitten reeds dik verlegen: 'kerkturken' die ons iandrm den uitgezet. Zouden niet alk! in ons land in opstand moe!®! 1 wanneer er een waarlijkecw 1 sche verbondenheid met hens zijn het enkele actiegroepen,a alle kerkelijk geijkt, die voort komen. Mogen we dan nie; waar onze oecumenische verti heid is? verb: van ii ge ei Op die bezinningsdag vi van Kerken, die de vorige ië houden is, was een van de tra 'dat de gemeenschap tussendil snel dient te groeien', de Ra Kerken is zonder enige twjjfela de instelling. Je mag dan wel# vraagteken zetten bij een te een resolutie, toch zou ik e liever niet zien verdwijnen t 1 die bezinningsdag is ook i stateerd 'dat de Raad van fe? puntje bij paaltje komt, te ss uitrichten'. En de oorzaak? ft kerken bewaren altijd een n! stand tot de Raad en 'omdaü snee parochie en gemeentezd» aan de Raad gelegen laten 1 N aar het woord van prof H. BS j het de kerkenconferentie.dien ingezet om de toenadering t® kerken in ons l and te bevorder! het zoeken van een gemeend lijke houding, 'onvoldoendeja scheidsmuren tussen de kerke: tasten en de verhouding ra punten in de oecumene te ós ken'. Wanneer we zo hetvua die bezinningsdag lezen, Hjklb niet teveel gezegd dat er ge, kan worden van oegumeneopa pitje. Tot nu toe zijn we bij de vRij oecumene in ons land leefiini sis van de kerken, praktik i gebleven in ons eigen landjeli we naar de Wereldraad vak gaan zien en vragen wat ra Oecumene leeft in de gemeente de parochies behoeven we hiel vragen) dan krijgen w dat deze nog minder leeft ami] van de aangesloten kerken.» reldraad van Kerken is ook») organisatie en stees meer kerb landen waarvan de gemtatt niet of nauwelijks hebben jd hebben zich aangesloten enh vloed wordt steeds sterker.&f een vergelijking te maken® Verenigde Naties, waarbij' meer onafhankelijk geworden zich hebben aangesloten, lm* de Derde Wereld, die huneiidt fel leggen. Hetzelfde beeld vertoont de* raad van Kerken. De kerken; landen van de Derde Weröt hun problemen op tafelend nogal eens problemen die S3 gen met hun economische® digheden. En dan kom je, 0» lijk, terecht in de vragen vint rijk. Dan kom je terechtinde® Jacobus: 'doch gij hebt de delijk behandeld' (2:6) en J verder noemt 'de koninkP' zult uw naaste liefhebben ij. Ons land behoort tot het#® de wereld en onze kerkenaw? die rijkdom. Vanuitde Wetf> kerken komt steeds w-eet ff' zich het lot aan te trekken™ men en verdrukten. Een la"?) Zijn wij bereid met hen staat ook hier de Oecuw- laag pitje te branden? ZATERDAG 13 OKTOBER 1979 De stad zelf door de bom voor 80 pro- Op de morgen van de 9de augustus 1945 cirkelt even voor elf uur op vrij grote hoogte een eenzame Amerikaanse bommenwerper boven de groene heuvels die de in het zuidelijk deel van Japan gelegen stad Nagasaki omringen. Even eerder waren de inwoners opgeschrokken door een luchtalarm, dat echter spoedig weer was gevolgd door een „alles veilig" sein. De meeste mensen waren dan ook weer opgelucht uit de schuilkelders gekomen om hun werk te hervatten. Het sein betekende inmmers dat er geen vijandelijke formatie vliegtuigen in de buurt van Nagasaki verwacht werd. Dan, plotseling, een hevige schok, direct gevolgd door een alles verblindende witte lichtflits en een geweldige luchtdruk, alsof er twintig orkanen tegelijk zijn losgebarsten. Het is twee minuten over elf en op dit zeifde moment houdt Nagasaki op te bestaan. Iif de omiiiddellijke omge ving van waar de atoombom is geëxplodeerd staat geen huis en zelfs geen steen meer overeind. Zo ver het oog reikt is er niets anders te zien dan een dikke gele rook. wolken stof en gruis die het daglicht veranderen in een grauwe duisternis. De mensen die hier leefden zijn, of meteen tot as ver koold, of verpulverd onder de volledig ingestorte huizen en gebouwen, of ge dood door rondvliegend puin en glas. Inferno Direct na deze plotselinge en alles ver nietigende explosie breken er tegelijk branden uit over een afstand van vele kilometers. De hele stad verandert in een oceaan van vuur. Dikke zwarte wolken pakken zich als een zwart gor dijn samen. Uit dit inferno komen ver dwaasd en versuft, de eerste overle venden tevoorschijn, althans diege nen die niet onmiddellijk zijn omge komen. Velen zijn zwaar gewond, hun bijna naakte lichamen, waarvan de kleren zijn afgerukt, bedekt met de meest afgrijselijke brandwonden. Weer anderen aan wie, zo op het eerste gezicht, niets te zien is, lopen radeloos en verdoofd tussen de onafzichtbare smeulende puinhopen. In een straal van bijna zeven kilometer is alles totaal verwoest of verbrand. Niets, maar dan ook niets, staat meer overeind. De overlevenden hokken in kleine groepjes bijeen of proberen een goed heenkomen te zoeken. Er ls niets om de gewonden te verzorgen. Niemand haast, die zelf geen verwon dingen heeft. De onwerkelijke stilte die na de explosie over de stad is ge trokken, wordt verbroken door een toenemend gekerm van de slachtof fers, die om water smeken. Velen ster ven plotseling onder helse pijnen, de handen aan de keel. Wie heeft er ooit van radio-actieve straling gehoord? Binnen een halfjaar sterven in Nagas aki zo'n 70.000 personen. De meeste aan acute aantasting van het merg- been en aan leukemie. Degenen die tijdens de aanval in de openlucht hebben vertoefd vertonen allen zeer ernstige brandwonden. De ziekenhuizen in de stad zijn echter verwoest. Het duurt dagen voordat er van een werkelijke hulpverlening sprake is. Duizenden verlaten te voet de stad, terwijl anderen hun bivak op slaan in de omringende heuvels of aan het water. De hele omgeving is echter zwaar besmet met radio-actieve neer slag, die ook de niet-gewonden en hulpverleners aantast. Nog elk jaar sterven in Nagasaki enkele honderden mensen als gevolg van de atoombo maanval, nu 34 jaar geleden. cent verwoest - is inmiddels geheel herbouwd. De na-oorlogse wel- vaartsgolf, waaruit Japan tevoor schijn is gekomen als éën van de eco nomisch meest vooruitstrevende lan den ter wereld, heeft ook Nagasaki aangedaan. Een moderne, bedrijvige stad met een prachtige omgeving en met een uniek historisch verleden. Lidtekens Alleen, de lidtekens van de atoom- bomaanval zijn gebleven. Men wil die ook niet verbergen en nog minder vergeten. De verschillende na-oorlog se burgemeesters van Nagasaki heb ben zich persoonlijk ingezet de we reld te blijven berinneren aan de de>- sastreuze gevolgen van het gebruik van nucleaire wapens. Nog jaarlijks wordt er vanuit Nagasaki een beroep gedaan op de wereldleiders de krank zinnige bewapeningswedloop te beëindigen. Ieder jaar, op 9 augustus, wordt in Na gasaki een herdenkingsdienst gehou den rond het indrukwekkende Vre- desmonument in het Vredespark. De ze sobere plechtigheid wordt bijge woond door honderden vertegen woordigers van vredesbewegingen uit de hele wereld. Deze jaarlijkse mani festatie is tevens een oproep voor een blijvende wereldvrede en een eerbe toon aan de tienduizenden slachtof fers. Niet ver van het Vredespark staat het zes-Wdleplngen tellende atoombom archief centrum, de Internationale Culturele Hal. Hierin bevindt zich een permanent ingerichte tentoonstelling over de atoombomaanval. De heer Yamaguchi, eén van de stafmedewer kers, is gaarne bereid de buitenlandse bezoeker rond te leiden. Hij zelf, zo ver telt hij, heeft als kind de atoombo maanval meegemaakt. Hij woonde toen echter aan de andere kant van de heuvels en op flinke afstand van het middelpunt van de ontploffing. Yamaguchi herinnert zich, dat hoewel de huizen de explosie doorstaan had den, alle ruiten en zelfs het aardewerk in de kasten waren gesprongen. De tentoonstelling is oniangs uitge breid met een serie foto's op groot formaat, die een aangrijpend beeld geven van de vernietigende uitwer king van de 4,5 ton wegende atoom bom. De foto's werden gemaakt door het Amerikaanse leger kort na de ca pitulatie van Japan. Het zijn vooral deze foto's, die op de bezoeker van dit museum een diepe indruk nalaten. Maar dan nog kan men zich nauwe lijks indenken welk een verschrikke lijk drama zich in de onmiddellijke omgeving van dit gebouw heeft afge speeld. Hibakusha In 1977 telde N agasaki nog ruim 80.000 mensen, die aan de gevolgen van de atoombomaanval te lijden hebben. Zij zijn de houders van de zogenaamde „A-bomb victims health note," een medische pas, waardoor ze recht heb ben op speciale assistentie en medi sche verzorging. Deze mensen worden „hibakusha" (atoombom slachtoffer) genoemd. Het zijn juist deze hibakus ha die de wereld proberen te laten in zien, dat een herhaling van Hiroshima en Nagasaki onverbiddelijk moet eindigen met de vernietiging van alle leven op aarde. Boudewijn Goudszwaard.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 28