INDIRA
GANDHI
Kerken - Molukkers
Rode
Brigades
weer hoofdrol in
Indiase politiek
'ELK VOLK ZIJN VRIJHEID'
ONDERLING
IN DE CLINCH
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979
PZC/opinie en achtergrond
Idoor Wim Wansinlc)
>>Zij wacht rustig af tot haar tegenstanders elkaar hebben afgemaakt in hun ongeremde
eerzucht aan de macht te komen. Dan slaat ze toe. Zij bereidt zich nu al voor op verkiezingenm
Haar kansen komen nog". Dergelijke commentaren circuleren de laatste dagen in toenemende
mate in de Indiase pers. De persoon in kwestie: mevrouw Indira Gandhi.
Achtentwintig maanden geleden
moest zij na een vernietigende ver
kiezingsnederlaag het politieke toneel
verlaten. Terwijl iedereen er van over
tuigd was dat zij definitief was uitge
speeld, slaagde zij er in - volhardend
als zij is - het verloren terrein stukje by
beetje terug te winnen. Eind vorig jaar
keerde zy na tussentydse verkiezingen
terug in het Indiase ïarlement. Nu is
zymet in het kielzog de 71 parlement-
sleden van haar Congres-I-party. op
nieuw een bepalend element gewor
den in de Indiase coalitie-politiek.
Dankzy Indira Gandhi's „onvoor-
waardeiyke steun' kreeg de nieuwe
premier Charan Singh vorige week de
opdracht een kabinet te formeren. En
terwyi zy Singh onder druk zet om in
ruil voor deze toezegging concessies te
doen, houdt ze haar contacten warm
met diens voornaamste tegenvoeter,
oppositieleider Jagjivan Ramm
Ram is sinds zaterdag de eerste man
van het afgekalfde Janata-bond-
genootschapn nadat oud-premier
Dessi. die op 15 juli ten val kwamn zyn
leiderschap aan de wilgen hing. Iro
nisch genoeg brak juist deze coalitie
van oppositieparty en in 1977 het dic
tatoriale bewind van Indira Gandhi
Maar inmiddels zyn de bakens verzet
en doet Ram verwoede pogingen de
formatie van eerder deze maand uit
het Janata-gezelschap getreden „dis
sident" Singh te laten mislukken.
Test
Eind augustus valt de bijlm Dan moet
Charam Singh, de nieuwe premier,
het parlement om goedkeuring van
zijn kabinet vragen. Het is twijfelach
tig of zijn regeringsploeg deze test zal
overleven. De combinatie, die rond
zijn afgescheiden Janata-S-partij is
opgebouwd, is immers uiterst wankel
van start gegaan. En tienduizenden
guldens „smeergeld" - een vast gege
ven in de Indiase politiek - kunnen
politici weliswaar omkopenn maar
hun steun niet blijvend granderen.
India is een in veel opzichten verdeeld
land. In de met zyn ruim 150 miljoen
inwoners als „op een na grootste de
mocratie ter wereld" aangeduide staat
bestaan scherpe tegenstellingenm
Byvoorbeeld tussen de overwegend
hindoestaande bevolking en de U0
miyoen islamieten, die de minderheid
vormenm Maar ook tussen de noorde-
Ujke, hindi-sprekende volksdelen en
de in veertien verschillende talen
communicerende zuidelyker bevol
king in Tamil Nadu. Maharahtra of
West-Bengalen in de Ganges-delta.s
Daarnaast bestaan er felle contrasten
tussen de afzonderlyke kasten in het
land, die de economische ongelijkheid
verscherpen. De politieke scheidslyn
kan langs de geschetste vlakken ge
trokken worden. Grof gezegd zyn de
zuidelyke staten op de hand van Indi
ra Gandhi en de officiële Congresparty
van Yeawantrao Chavan. Jagjivan
Ram en de wereldiyke Janata-S-party
van premier Singh vinden hun aan
hang daarentegen vooral in het noor
den van India. De huidige Indiase
topleiders zijn daarmee bovenal van
regionale betekenis en danken hun
positie aan hun eigen regionale ach
terban.
De illustere Indiase staatslieden Ma-
hatma Gandhi en Jawaharlal Nehru,
de vader van Indira Gandhi, hadden
een veel bredere basis. Beiden wisten
namelyk de overheersende tegenstel
lingen met elkaar te verzoenen door er
een samenbindend gevoel van Indiaas
nationalisme tegenover te stellen in de
onafhankelyksheidsstrijd tegen
Groot-Brittannic. Zy stonden boven
de party .s
Idool
Nehru's dochter Indira stond jaren
lang bekend als „hatsji", moeder van
het volkm Zij was hèt idool van de
armen en de nationale minderheden.
Van haar naar het socialisme overhel
lende politieke opstelling verwacht
ten zij verlichting voor hun pro-
blemenm Maar Indira Gandhi slaag
de er niet in de politieke desintegratie
van haar land tegen te gaan. In 1974
stelde zij in verband met grote so
ciaal-economische spanningen de
noodtoestand in. Alle politieke par
tijen werden verboden, de leiders
verdwenen in de gevangenis en de
pers werd aan banden gelegd.
De problemen bleven. Indira's opvol
ger. Morarji Desai, is er nooit in ge
slaagd. een centraal, bindend element
te worden. Na het succes dat zyn Jana-
ta-bondgenootschap in 1977 aan de
macht bracht, brokkelde het gezag
van deze onbuigzame man - volgens
waarnemers een uitermate slecht en
ongeduldig toehoorder - steeds verder
af. Met als urtemdelyk gevolg zijn val,
halverwege de afgelopen maand.
Onder Desai kwam India met alleen in
steeds troebeler politiek vaarwater te
recht (wat Desai bij zyn aftreden als
partyleider overigeps de uitspraak
ontlokte, genoeg te hebben 'éah de
Oud-premier Indira Gandhi.
„vuile sfeer" in de Indiase politiek).
Ook zette een economische achteruit
gang in vergeleken met de voorgaande
jaren
India staat op de tiende plaats in de rij
van geïndustrialiseerde landen. Desai
en zijn toenmalige luitenant, minister
van financiën Charan Singh - de
huidige premier - wilden deze positie
handhaven. Ze stippelden een nieuwe
lyn uit om de armoede op het platte
land te bestrijden. In dit verband werd
de oprichting gestimuleerd van klein
schalige. lichte industrieën in de dor
pen, die schoenen, zeep en weefgetou
wen in kleine eenheden over het plat
teland moesten verspreiden. Men
hoopte zo de grote en middelgrote
boeren, die alle macht in de dorpen
uitoefenen, aan te sporen in deze be
drijfjes te investeren.
Intussen bleef de massa van de bevol
king verstoken van enige reële voor
uitgang. De levensstandaard van de
kleine boeren is nauwelijks verbe
terd. De winsten van de overvloedige
oogsten, die de laatste tijd werden
binnengehaald, verdwenen immers
voor de volle honderd procent in de
zakken van de grote boeren. De werk
loosheidscijfers in de steden zijn bij
na verdriedubbeld. Het inflatieper
centage is van minder dan één pro
cent in 1976 gestegen tot ruim tien
procentg nóg laag voor een Derde-We
reldland. De prijzen vertonen een
zelfde opgaande lijn.
Van de door het kabinet-Desai aange
kondigde belofte voor ..brood en werk"
te zullen zorgen is daarmee niet veel
terecht gekomen.
Het kabinet-Singh lijkt daar evenmin
in te zullen slagen. Singh is immers zelf
de politieke leider van de „kisan", de
honderdduizenden Noordindiase
middenklasse-boeren.
Oppositieleider Jagjivan Ram heeft de
laatste dagen een frontale aanval in
gezet op de prille regeringscombinatie
van Charan Singh. Hy karakteriseerde
het kabinet in dit verband als een
minderheidsregering, die geen recht
heeft op het nemen van beleidsbeslis
singen. Singh verzekert ons, dat hy
de corruptie, de werkloosheid en de
armoede met alle mogelyke middelen
zal bestrijden. Maar hoe hij dat wil
doen, laat hy niet weten. Zyn kabinet
bestaat uit mensenn die er niets van
kunnen', aldus Ram in een televisie-
en radiotoespraak, afgelopen zondag.
Daarmee is de cirkel voorlopig rond.
Het kabinet-Singh lijkt een kort leven
beschoren en de Janata-coalitie van
Jagjivan Ram staat te popelen om de
macht over te nemenm Geen van bei
den beschikt echter over een daad-
werkeiyke meerderheid in het 544 ze
tels tellende parlement.
Indira Gandhi, wier steun onmisbaar
is geworden, is de lachende derde. In
weerwil van de diverse processen we
gens corruptie en machtsmisbruik, die
haar en haar zoon Sanjay boven het
hoofd hangen, spint zy garen by de
politieke vete tussen haar voormalige
„aartsvyanden".
Charan Singh heeft zij al laten val-
lenn omdat deze niet in wilde gaan op
haar eis, dat al le processen tegen San
jay en haar zouden worden gestaakt.
Ram is de volgende, die aan de beurt
is. Momenteel wordt er in Rams wo
ning druk onderhandeld over de
voorwaarden, die Gandhi stelt. Maar
ook hij zal aan de kant worden gezet
op het moment, dat Indira Gandhi
weer voldoende macht heeft. Zij is
klaar voor verkiezingen.
De
i Door Ton van der Werf)
Me Zuidmolukse gijzelingsacties
hebben heel wat teweeg gebracht.
Emotionele reacties op de afloop, zo
wel bij Nederlanders als Zuidmoluk-
kers; verstoring van de verhouding
tussen beide bevolkingsgroepen; po
sitieve en negatieve reacties over hoe
het verder moet. Zeer positief is, al
dus de Zuidmolukse voorman ds. S.
Metiary uit Assen, dat er een gesprek
op gang is gekomen tussen de kerken
en de Zuidmolukkers.
Nederlandse pastores uit Groningen.
Friesland en Drenthe die Molukse ge
meenschappen in hun werkgebied
tellen, hebben sinds eind 1977 regel
matig contact gehad met Zuidmoluk
se pastores. Het gesprek heeft geleid
tot de vaststelling van een aantal uit
gangspunten. het formuleren van een
taak voor de Nederlandse kerken en de
omschry ving van de taak van de pas
tores in de Moluks-Nederlandse pro
blematiek. Het gesprek is echter niet
afgelopen; het krijgt een vervolg in die
zin dat de uitgangspunten nu in daden
vertaald zullen moeten worden.
In feite heeft het gesprek in twee groe
pen plaatsgevonden. Een in Drenthe
en een in Groningen-Friesland. De ge
sprekken m Drenthe stonden onder
leiding van het Diocesaan Pastoraal
Centrum van het bisdom Groningen in
Assen en die in Groningen-Friesland
van de Hervormde Stichting voor
Diaconaal Maatschappelyk Werk in
de kerkprovincie Groningen. De on
derwerpen van gesprek waren ook ver
schillend.
In Groningen-Friesland waren vooral
de onderlinge contacten op plaatsehjk
vlak en de samenwerking op het ge
bied van de katechese en kanselruil
gespreksstof. In Drenthe was van meet
af aan het onderwerp de verhouding
tussen kerk en politiek. Met name het
streven van het Zuidmolukse volk
naar een eigen Zuidmolukse republiek
(RMS) en de houding van de kerken
ten aanzien daarvan, alsmede de ver-
antwoordelykheid van de Nederland
se pastores en kerken voor de verhou
ding tussen Nederlanders en
Zuidmolukkers stonden daar cen
traal
Tijdens het gesprek bleek dat van
Zuidmolukse zijde al in 1970 door
middel van een „open brief' een be
roep op de Nederlandse kerken is ge
daan om steun en erkenning. Hoewel
ds. Metiary deze brief aan zeker 1000
adressen van kerkelijke organisaties
gestuurd heeft, is er merkwaardig ge
noeg nooit antwoord op gekomen.
Het waarom daarv an is niet uit de verf
gekomen In ieder geval heeft niemand
van de Nederlandse pastores die aan
het gesprek deelnamen de brief ooit
gezien. „Maar triest blyft het dathet zo
gelopen is", aldus Willy van Olffen van
het Diocesaan Pastoraal Centrumm
Het niet beantwoorden van die brief Is
slechts één punt in een aaneens
chakeling van frustraties en teleur
stellingen in de loop van de jaren En
het zyn die frustraties en teleurstellin
gen welke uiteindeijk hebben geleid
tot de verschrikkelijke dingen die ge
beuld zyn, aldus Van Olffen.
Aan het begin van de gesprekken tus
sen de Zuidmolukse en Nederlandse
pastores is dan ook naast een gevoel
van dankbaarheid voor het tot
standkomen van dit contact, kritiek
geuit op het feit dat het zo lang heeft
moeten duren en dat er kennelijk eerst
verschrikkeiyke dingen hebben moe
ten gebeuren voordat er een reactie
van de kerken kwam
De uitgangspunten. Wil je als kerken
solidair zijn met mensen die in een
noodsituatie verkeren en wil je op
komen voor hun recht op eigen iden
titeit, dan zul je eerst gelijke uit
gangspunten moeten hebben. Welnu,
in de situatie van de Zuidmolukkers
is dat de erkenning dat de eigen iden
titeit staat of valt met het recht op
identificatie met de RMS-gedachte.
Voor de Zuidmolukkers staat het op
geven van de RMS-idee gelijk met het
prijsgeven van hun eigen identiteit.
Zuidmolukkers in ons land zonder
RMS-ideaal verliezen hun eigen ge
zicht en worden een van de vele min
derheidsgroepen. Daarom is de aan
wezigheid van de Molukkers in ons
land ccn politiek probleem.
Ds. Metiary: „Eigenlyk verkeren wy
nu in dezelfde situatie als destyds in
Indonesië, waar de Javaanse over
heersing het idee van een federatief
Indonesië - waarin plaats zou zijn voor
een Molukse republiek - onmogelyk
maakte. Wij hadden verwacht dat de
Nederlandse overheid daar op de
Ronde-Tafelconferentie meer begrip
voor zou hebben Want wij wisten te
voren dat Indonesië die federatie niet
wilde En zo verdween het zelf
beschikkingsrecht onder tafel"
Dat mag nu niet meer gebeuren. Ds.
Metiary „Wij willen nu niet het Ne
derlandse of het Zuidmolukse volk
verdedigen, wy willen praten over de
waarheid en de werkeiykheid. Daarby
moet wel op tafel komen wat er leeft in
het Nederlandse volk en in het
Zuidmolukse volk".
Dat betekent ook erkenning van de
politieke theologie achter de RMS:
„God wil dat elk volk zyn vrijheid
krygt' Dat is enerzijds een verwijzing
naar de oudtestamentische situatie
van het joodse volk. dat zich met Gods
hulp een plaats tussen de volkeren
moet bevechten, en anderzyds met de
onderdrukte volken in de Derde We
reld. die de theologie van de bevryding
hebben ontdekt
De taak van de kerken en de pastores
zal nog nader uitgewerkt moeteti
worden, maar zal gedragen moeten
worden door de verlangens en ver
wachtingen van het Zuidmolukse
volk, zo is uit het gesprek naar voren
gekomen. Die verwachtingen zijnG in
de allereerste plaats gebed, maar ook
informatie naar de kerkleden toe over
de principiële rechten van de
Zuidmolukkers en natuurlijk de er
kenning van het recht van de Moluk
kers op een eigen ideaal.
Overheid en samenleving van Neder
land zullen dit dienen te respecteren
als wezeniyk voor het zelfverstaan van
de Molukkers in Nederland. En hoe
dan ook: de Nederlanders zullen niet
alleen begrip moeten opbrengen, maar
zich vroeg of laat ook over de RMS
moeten uitspreken, zo vindt ds. Me
tiary Minstens zullen de Nederlandse
kerken zich net zo over de RMS moe
ten uitspreken als zy dat gedaan heb
ben over de Chilenen, de kerk-Turken
en de kerk-Marokkanen.
Veel is nog onduidelyk. Met name hoe
de uitgangspunten verder uitgewerkt
moeten worden, hoede jongeren by de
voortgang van het gesprek tussen de
pastores betrokken kunnen worden en
wat de mogelykheden voor actie zyn.
Duidelyk is wéln dat wat tot, nu toe op
tafel is gelegd, basis is voor een verder
gesprek.
Ds. Metiary is daarom blij met dit ge
sprek. „want de Nederlandse pastores
begrijpen ons". Van Olffen: „Dat we in
Drenthe zover zijn, is te danken met
name aan de inbreng van ds. Metiary,
die ons duidelijk heeft gemaakt dat je
langs elkaar heenpraat als je de poli
tiek er niet in betrekt"
Dal
Door Hein ten Kortenaar
Mat de revolutie haar eigen kinde
ren verslindt, is sinds Robespierre
een gemeenplaats. Het is ook waar.
wanneer de revolutie zich nog slechts
in het stadium van de terroristische
klandestiniteit bevindt, zoals op dit
ogenblik in Italië het geval is. Hier
hebben enkele honderden „com
munistische strijders" zich in oorlog
verklaard met de burgerlijke maat
schappij, of, in hun theologische taal
gebruik, de „imperialistische staat
van de multinationals", revolutio
nair afgekort tot SIM.
ZU vallen SIM aan met kogels en
bommen, gericht tegen computers,
kazernes, politieagenten, rechters,
journalisten, vakbondsleiders, poli
tieke leiders (zoals ruim een jaar gele
den de christen-democratische par
tijvoorzitter Aldo Moro). Zy doen dit
alles „uit naam van het volk", ook al
kunnen zy op geen enkele manier aan
tonen hoe dit volk hen daartoe heeft
afgevaardigd en al wordt er tegen iede
re door hen ondernomen actie door
dichte volksmenigten geprotesteerd.
Maar wanneer in hun eigen ryen de
twyfel komt binnensluipen, maken zy
korte metten, zy hoeven daarvoor
geen kogels of bommen te verspillen:
juist dan komt de SIM goed van pas en
is er niets anders nodig dan een ano
nieme tip aan de zo gehate politie. Dat
is althans de verklaring die in de Ita
liaanse pers algemeen de ronde doet
voor het succesvol oprollen van de ene
klandestiene schuilplaats na de ande
re.
De recente bliksemactie van de cara
binieri rondom de provincie
hoofdplaats Rieti, ten noordoosten
van Rome (waarby per ongeluk ook
een huiszoeking werd gedaan by de
Nederlandse journaliste Yvonne
Scholten. die net iets te veel stof deed
opwaaien dan de autoriteiten lief is) is
daarvan een goed voorbeeld. Het
biykt nu dat de sctfijnbaaar verlaten
boerdery van Vescovio, naast een ge-
luiddichte gevangenis voor ontvoer
den, ook een onvoorstelbaar wapenar
senaal bevatte, waaruit tydenlang is
geput voor allerlei aanslagen.
Maar het „toeval" wilde, dat deze ver
late ontdekking ook leidde tot de ar
restatie van een aantal leden van de
„Unita Combattenti Comuniste"
(strijdende communistische eenhe
den), die het, al even toevallig, niet
eens biy ken te zyn met de strategische
leiding van de revolutie, en nu door
slaan dat het een lieve lust is.
In dc puree
Door hun bekentenissen raken zij zelf
steeds meer in de puree en het ziet er
dus niet naar uit, dat zij door de cara
binieri als lokvogels worden ge
bruikt. Het lijkt er meer op, dat zij
zich verraden voelen en dat zij nu, on
geacht de gevolgen, de verdediging
voeren van hun eigen revolutionaire
lijn, als tegensgesteld aan de „eli
taire, militaristische lijn" van de
strategische leiding, die zij verant
woordelijk achten voor hun arresta
tie.
Kort gezegd: de carabinieri zouden
waarschyniyk nooit op hun spoor zyn
gekomen, als er geen tip was geweest
vanuit de organisatie die hen als las
tige dissidenten overboord heeft gezet.
In dit verband is het van belang, dat zy
zouden hebben toegegeven tot onge
veer een jaar geleden te hebben sa
mengewerkt met de rode brigades.
Aan deze samenwerking zou een eind
zyn gekomen na een byeenkomst,
waarin zy hun kritiek op deze organis-
tie zouden hebben gespuid.
De breuk zou dus ongeveer samen
vallen met de dramatische afloop van
het geval-Moro en er zyn verschillende
tekenen die erop wyzen, dat de ar
restanten ervan worden verdacht te
hebben meegewerkt aan de ontvoe
ring en de gevangenschap van de
christen-democratische staatsman.
Zo werden zy herhaaldelyk door de
rechters verhoord die zyn belast met
het onderzoek naar de zaak-Moro.
Ook de hardnekkigheid waarmee de
carabinieri nu al dagenlang in de af-
valstortplaats graven by de schuil
plaats van de drie arrestanten wordt in
de pers hiermee in verband gebracht:
zy zouden zoeken naar de rest van de
gedeelteiyk onttakelde gevangenis
cel. om die te vergeiyken met de teke
ningen van een merkwaardig „levens
echt" stripverhaal over de zaak-Moro.
dat in het uiterst linkse blad „Me
tropoli" verscheen (waarvan de redac
teuren in arrest zyn op verdenking van
vorming van een gewapende bende).
Breuk
Eén ding is wel zeker; het besluit om
Moro te vermoorden heeft binnen het
terroristische front tot een traumati
sche breuk geleid. Wij weten het nu
niet alleen uit sensationele dag
bladreportages. maar ook uit een
open brief van enkele andere terroris
ten. die een tijdje geleden op soortge
lijke wijze als de „strijdende com
munisten" van Vescovio werden ge
arresteerd. De geheel onschuldig uit
ziende babysitters Valerio Morucci en
Adriana Faranda werden in hartje
Rome van hun bed gelicht, en bleken
onder de ledikantjesvanhun pupillen
een niet onaanzienlijk arsenaal pisto
len, mitrailleurs en handgranaten b
hebben verstopt.
Hoe waren de carabinieri op hun spoori
gekomen? Ook in dit geval werd er a.
dadelyk gesproken van onderling ver
raad. In een brief aan het uiterst link
se, maar anti-terroristische dagblad
„Lott-a Continua" (voortdurende
stryd) ontkenden zy, dat de revolutio
naire beweging gebruik zou maker
van dergelyke gangster- of mafiame-
thoden. Waar het om gaat. zo schreven
zy, is uitsluitend een politiek debat
Om dit te bewyzen stuurden zy het
blad een intern werkdocument waann
het politiek debat binnen de rode bril
gades de proporties van een laaiende
inzie blykt te hebben aangenomen, en
de strategische leiding van „pure er
onvermengde provocatie" wordt bei
schuldigd. Het is geen makkelyk leej'
bare lectuur, dit stuk. dat wemelt var
de afkortingen io. voor organisatie; 1st
voor gewapende stryd; mpro voor:
proletarische beweging van het of
fensief verzet) en is geschreven in eer
interne geheimtaal.
Maar het is wel duidelyk, dat het hieij
niet gaat om een discussie tussen dui
ven en haviken; wanneer de opstellen
schrijven over de acties die zy dan wei
voorstaan, voegen zy er terloops aar;
toe „ongeacht het aantal doden". Nee
watzy de „ds". de strategische leiding
verwyten is niet, dat zy besloten Morel
te vermoorden, maar dat „de enornwj
macht die werd vertoond in Via Fani
(by Moros ontvoering) niet „ogen;
blikkelyk werd omgezet in acties, die
deze macht terugbrachten binnen dej
dageiykse strijd van het proletariaat,
zoals byvoorbeeld de verwoesting van
een elektronische centrale voor df
controle en het bespioneren van de ar
beidersklasse in een grote fabriek"
De discussie tussen een „voorhoede'
die weet wat het beste is voor de arbei
dersmassa's die nog niet zover zyn. et'-
de voorstanders van een massabewe
ging, die zelf de wapens opneemt tegen
de imperialistische staat, is al zo oud
als de Russische revolutie en gaat zeil-
nog verder terug, tot de beginperiode
van de marxistische beweging. In het:
document slaan de opstellers hun te
genstanders dan ook om de oren mé'
heilige teksten van Marx en Lenit
maar één ding staat ook voor hen me:
ter discussie: de gewapende strijd]
moet voortgang vinden, „ongeacht he:;
aantal doden".
Het lag voor de hand. dat de inten»!
polemiek van de rode brigades in df
Italiaanse pers tamelyk gnuiven;
werd weergegeven, in de trant van: \t
ten ze elkaar maar naar de keel vlie-j
gen. En ongetwyfeld had Lotta Con,
tinua geiyk. toen het in een begej
leidend commentaar de ontkenninj
van „gangster- en mafiamethodes" als]
een soort bezwering bestempelde, dit
in feite niemand overtuigt. „Het is
maar al te bekend, dat het fysieke uil
schakelen en het uitleveren aan ét
vyand van politieke tegenstanden
methoden zyn, die misschien ook doet
de mafia worden gebruikt, maai" zekd
ook wyd verspreid zyn binnen de „ar-
beidersbeweging" en met name bin
nen de klandestiene organisaties"
Maar het blijft uiterst verontrustend
dat er in Italië nog altijd dergelijk'
organisaties bestaan, waarin hart
stochtelijk over van alles wordt ge
discussieerd, behalve over het onaac
tastbare dogma, dat alleen geweld
een oplossing kan brengen voor de on
telbare problemen waarvoor het lant
zich ziet gesteld.