INDIRA GANDHI Kerken - Molukkers Rode Brigades weer hoofdrol in Indiase politiek 'ELK VOLK ZIJN VRIJHEID' ONDERLING IN DE CLINCH ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1979 PZC/opinie en achtergrond Idoor Wim Wansinlc) >>Zij wacht rustig af tot haar tegenstanders elkaar hebben afgemaakt in hun ongeremde eerzucht aan de macht te komen. Dan slaat ze toe. Zij bereidt zich nu al voor op verkiezingenm Haar kansen komen nog". Dergelijke commentaren circuleren de laatste dagen in toenemende mate in de Indiase pers. De persoon in kwestie: mevrouw Indira Gandhi. Achtentwintig maanden geleden moest zij na een vernietigende ver kiezingsnederlaag het politieke toneel verlaten. Terwijl iedereen er van over tuigd was dat zij definitief was uitge speeld, slaagde zij er in - volhardend als zij is - het verloren terrein stukje by beetje terug te winnen. Eind vorig jaar keerde zy na tussentydse verkiezingen terug in het Indiase ïarlement. Nu is zymet in het kielzog de 71 parlement- sleden van haar Congres-I-party. op nieuw een bepalend element gewor den in de Indiase coalitie-politiek. Dankzy Indira Gandhi's „onvoor- waardeiyke steun' kreeg de nieuwe premier Charan Singh vorige week de opdracht een kabinet te formeren. En terwyi zy Singh onder druk zet om in ruil voor deze toezegging concessies te doen, houdt ze haar contacten warm met diens voornaamste tegenvoeter, oppositieleider Jagjivan Ramm Ram is sinds zaterdag de eerste man van het afgekalfde Janata-bond- genootschapn nadat oud-premier Dessi. die op 15 juli ten val kwamn zyn leiderschap aan de wilgen hing. Iro nisch genoeg brak juist deze coalitie van oppositieparty en in 1977 het dic tatoriale bewind van Indira Gandhi Maar inmiddels zyn de bakens verzet en doet Ram verwoede pogingen de formatie van eerder deze maand uit het Janata-gezelschap getreden „dis sident" Singh te laten mislukken. Test Eind augustus valt de bijlm Dan moet Charam Singh, de nieuwe premier, het parlement om goedkeuring van zijn kabinet vragen. Het is twijfelach tig of zijn regeringsploeg deze test zal overleven. De combinatie, die rond zijn afgescheiden Janata-S-partij is opgebouwd, is immers uiterst wankel van start gegaan. En tienduizenden guldens „smeergeld" - een vast gege ven in de Indiase politiek - kunnen politici weliswaar omkopenn maar hun steun niet blijvend granderen. India is een in veel opzichten verdeeld land. In de met zyn ruim 150 miljoen inwoners als „op een na grootste de mocratie ter wereld" aangeduide staat bestaan scherpe tegenstellingenm Byvoorbeeld tussen de overwegend hindoestaande bevolking en de U0 miyoen islamieten, die de minderheid vormenm Maar ook tussen de noorde- Ujke, hindi-sprekende volksdelen en de in veertien verschillende talen communicerende zuidelyker bevol king in Tamil Nadu. Maharahtra of West-Bengalen in de Ganges-delta.s Daarnaast bestaan er felle contrasten tussen de afzonderlyke kasten in het land, die de economische ongelijkheid verscherpen. De politieke scheidslyn kan langs de geschetste vlakken ge trokken worden. Grof gezegd zyn de zuidelyke staten op de hand van Indi ra Gandhi en de officiële Congresparty van Yeawantrao Chavan. Jagjivan Ram en de wereldiyke Janata-S-party van premier Singh vinden hun aan hang daarentegen vooral in het noor den van India. De huidige Indiase topleiders zijn daarmee bovenal van regionale betekenis en danken hun positie aan hun eigen regionale ach terban. De illustere Indiase staatslieden Ma- hatma Gandhi en Jawaharlal Nehru, de vader van Indira Gandhi, hadden een veel bredere basis. Beiden wisten namelyk de overheersende tegenstel lingen met elkaar te verzoenen door er een samenbindend gevoel van Indiaas nationalisme tegenover te stellen in de onafhankelyksheidsstrijd tegen Groot-Brittannic. Zy stonden boven de party .s Idool Nehru's dochter Indira stond jaren lang bekend als „hatsji", moeder van het volkm Zij was hèt idool van de armen en de nationale minderheden. Van haar naar het socialisme overhel lende politieke opstelling verwacht ten zij verlichting voor hun pro- blemenm Maar Indira Gandhi slaag de er niet in de politieke desintegratie van haar land tegen te gaan. In 1974 stelde zij in verband met grote so ciaal-economische spanningen de noodtoestand in. Alle politieke par tijen werden verboden, de leiders verdwenen in de gevangenis en de pers werd aan banden gelegd. De problemen bleven. Indira's opvol ger. Morarji Desai, is er nooit in ge slaagd. een centraal, bindend element te worden. Na het succes dat zyn Jana- ta-bondgenootschap in 1977 aan de macht bracht, brokkelde het gezag van deze onbuigzame man - volgens waarnemers een uitermate slecht en ongeduldig toehoorder - steeds verder af. Met als urtemdelyk gevolg zijn val, halverwege de afgelopen maand. Onder Desai kwam India met alleen in steeds troebeler politiek vaarwater te recht (wat Desai bij zyn aftreden als partyleider overigeps de uitspraak ontlokte, genoeg te hebben 'éah de Oud-premier Indira Gandhi. „vuile sfeer" in de Indiase politiek). Ook zette een economische achteruit gang in vergeleken met de voorgaande jaren India staat op de tiende plaats in de rij van geïndustrialiseerde landen. Desai en zijn toenmalige luitenant, minister van financiën Charan Singh - de huidige premier - wilden deze positie handhaven. Ze stippelden een nieuwe lyn uit om de armoede op het platte land te bestrijden. In dit verband werd de oprichting gestimuleerd van klein schalige. lichte industrieën in de dor pen, die schoenen, zeep en weefgetou wen in kleine eenheden over het plat teland moesten verspreiden. Men hoopte zo de grote en middelgrote boeren, die alle macht in de dorpen uitoefenen, aan te sporen in deze be drijfjes te investeren. Intussen bleef de massa van de bevol king verstoken van enige reële voor uitgang. De levensstandaard van de kleine boeren is nauwelijks verbe terd. De winsten van de overvloedige oogsten, die de laatste tijd werden binnengehaald, verdwenen immers voor de volle honderd procent in de zakken van de grote boeren. De werk loosheidscijfers in de steden zijn bij na verdriedubbeld. Het inflatieper centage is van minder dan één pro cent in 1976 gestegen tot ruim tien procentg nóg laag voor een Derde-We reldland. De prijzen vertonen een zelfde opgaande lijn. Van de door het kabinet-Desai aange kondigde belofte voor ..brood en werk" te zullen zorgen is daarmee niet veel terecht gekomen. Het kabinet-Singh lijkt daar evenmin in te zullen slagen. Singh is immers zelf de politieke leider van de „kisan", de honderdduizenden Noordindiase middenklasse-boeren. Oppositieleider Jagjivan Ram heeft de laatste dagen een frontale aanval in gezet op de prille regeringscombinatie van Charan Singh. Hy karakteriseerde het kabinet in dit verband als een minderheidsregering, die geen recht heeft op het nemen van beleidsbeslis singen. Singh verzekert ons, dat hy de corruptie, de werkloosheid en de armoede met alle mogelyke middelen zal bestrijden. Maar hoe hij dat wil doen, laat hy niet weten. Zyn kabinet bestaat uit mensenn die er niets van kunnen', aldus Ram in een televisie- en radiotoespraak, afgelopen zondag. Daarmee is de cirkel voorlopig rond. Het kabinet-Singh lijkt een kort leven beschoren en de Janata-coalitie van Jagjivan Ram staat te popelen om de macht over te nemenm Geen van bei den beschikt echter over een daad- werkeiyke meerderheid in het 544 ze tels tellende parlement. Indira Gandhi, wier steun onmisbaar is geworden, is de lachende derde. In weerwil van de diverse processen we gens corruptie en machtsmisbruik, die haar en haar zoon Sanjay boven het hoofd hangen, spint zy garen by de politieke vete tussen haar voormalige „aartsvyanden". Charan Singh heeft zij al laten val- lenn omdat deze niet in wilde gaan op haar eis, dat al le processen tegen San jay en haar zouden worden gestaakt. Ram is de volgende, die aan de beurt is. Momenteel wordt er in Rams wo ning druk onderhandeld over de voorwaarden, die Gandhi stelt. Maar ook hij zal aan de kant worden gezet op het moment, dat Indira Gandhi weer voldoende macht heeft. Zij is klaar voor verkiezingen. De i Door Ton van der Werf) Me Zuidmolukse gijzelingsacties hebben heel wat teweeg gebracht. Emotionele reacties op de afloop, zo wel bij Nederlanders als Zuidmoluk- kers; verstoring van de verhouding tussen beide bevolkingsgroepen; po sitieve en negatieve reacties over hoe het verder moet. Zeer positief is, al dus de Zuidmolukse voorman ds. S. Metiary uit Assen, dat er een gesprek op gang is gekomen tussen de kerken en de Zuidmolukkers. Nederlandse pastores uit Groningen. Friesland en Drenthe die Molukse ge meenschappen in hun werkgebied tellen, hebben sinds eind 1977 regel matig contact gehad met Zuidmoluk se pastores. Het gesprek heeft geleid tot de vaststelling van een aantal uit gangspunten. het formuleren van een taak voor de Nederlandse kerken en de omschry ving van de taak van de pas tores in de Moluks-Nederlandse pro blematiek. Het gesprek is echter niet afgelopen; het krijgt een vervolg in die zin dat de uitgangspunten nu in daden vertaald zullen moeten worden. In feite heeft het gesprek in twee groe pen plaatsgevonden. Een in Drenthe en een in Groningen-Friesland. De ge sprekken m Drenthe stonden onder leiding van het Diocesaan Pastoraal Centrum van het bisdom Groningen in Assen en die in Groningen-Friesland van de Hervormde Stichting voor Diaconaal Maatschappelyk Werk in de kerkprovincie Groningen. De on derwerpen van gesprek waren ook ver schillend. In Groningen-Friesland waren vooral de onderlinge contacten op plaatsehjk vlak en de samenwerking op het ge bied van de katechese en kanselruil gespreksstof. In Drenthe was van meet af aan het onderwerp de verhouding tussen kerk en politiek. Met name het streven van het Zuidmolukse volk naar een eigen Zuidmolukse republiek (RMS) en de houding van de kerken ten aanzien daarvan, alsmede de ver- antwoordelykheid van de Nederland se pastores en kerken voor de verhou ding tussen Nederlanders en Zuidmolukkers stonden daar cen traal Tijdens het gesprek bleek dat van Zuidmolukse zijde al in 1970 door middel van een „open brief' een be roep op de Nederlandse kerken is ge daan om steun en erkenning. Hoewel ds. Metiary deze brief aan zeker 1000 adressen van kerkelijke organisaties gestuurd heeft, is er merkwaardig ge noeg nooit antwoord op gekomen. Het waarom daarv an is niet uit de verf gekomen In ieder geval heeft niemand van de Nederlandse pastores die aan het gesprek deelnamen de brief ooit gezien. „Maar triest blyft het dathet zo gelopen is", aldus Willy van Olffen van het Diocesaan Pastoraal Centrumm Het niet beantwoorden van die brief Is slechts één punt in een aaneens chakeling van frustraties en teleur stellingen in de loop van de jaren En het zyn die frustraties en teleurstellin gen welke uiteindeijk hebben geleid tot de verschrikkelijke dingen die ge beuld zyn, aldus Van Olffen. Aan het begin van de gesprekken tus sen de Zuidmolukse en Nederlandse pastores is dan ook naast een gevoel van dankbaarheid voor het tot standkomen van dit contact, kritiek geuit op het feit dat het zo lang heeft moeten duren en dat er kennelijk eerst verschrikkeiyke dingen hebben moe ten gebeuren voordat er een reactie van de kerken kwam De uitgangspunten. Wil je als kerken solidair zijn met mensen die in een noodsituatie verkeren en wil je op komen voor hun recht op eigen iden titeit, dan zul je eerst gelijke uit gangspunten moeten hebben. Welnu, in de situatie van de Zuidmolukkers is dat de erkenning dat de eigen iden titeit staat of valt met het recht op identificatie met de RMS-gedachte. Voor de Zuidmolukkers staat het op geven van de RMS-idee gelijk met het prijsgeven van hun eigen identiteit. Zuidmolukkers in ons land zonder RMS-ideaal verliezen hun eigen ge zicht en worden een van de vele min derheidsgroepen. Daarom is de aan wezigheid van de Molukkers in ons land ccn politiek probleem. Ds. Metiary: „Eigenlyk verkeren wy nu in dezelfde situatie als destyds in Indonesië, waar de Javaanse over heersing het idee van een federatief Indonesië - waarin plaats zou zijn voor een Molukse republiek - onmogelyk maakte. Wij hadden verwacht dat de Nederlandse overheid daar op de Ronde-Tafelconferentie meer begrip voor zou hebben Want wij wisten te voren dat Indonesië die federatie niet wilde En zo verdween het zelf beschikkingsrecht onder tafel" Dat mag nu niet meer gebeuren. Ds. Metiary „Wij willen nu niet het Ne derlandse of het Zuidmolukse volk verdedigen, wy willen praten over de waarheid en de werkeiykheid. Daarby moet wel op tafel komen wat er leeft in het Nederlandse volk en in het Zuidmolukse volk". Dat betekent ook erkenning van de politieke theologie achter de RMS: „God wil dat elk volk zyn vrijheid krygt' Dat is enerzijds een verwijzing naar de oudtestamentische situatie van het joodse volk. dat zich met Gods hulp een plaats tussen de volkeren moet bevechten, en anderzyds met de onderdrukte volken in de Derde We reld. die de theologie van de bevryding hebben ontdekt De taak van de kerken en de pastores zal nog nader uitgewerkt moeteti worden, maar zal gedragen moeten worden door de verlangens en ver wachtingen van het Zuidmolukse volk, zo is uit het gesprek naar voren gekomen. Die verwachtingen zijnG in de allereerste plaats gebed, maar ook informatie naar de kerkleden toe over de principiële rechten van de Zuidmolukkers en natuurlijk de er kenning van het recht van de Moluk kers op een eigen ideaal. Overheid en samenleving van Neder land zullen dit dienen te respecteren als wezeniyk voor het zelfverstaan van de Molukkers in Nederland. En hoe dan ook: de Nederlanders zullen niet alleen begrip moeten opbrengen, maar zich vroeg of laat ook over de RMS moeten uitspreken, zo vindt ds. Me tiary Minstens zullen de Nederlandse kerken zich net zo over de RMS moe ten uitspreken als zy dat gedaan heb ben over de Chilenen, de kerk-Turken en de kerk-Marokkanen. Veel is nog onduidelyk. Met name hoe de uitgangspunten verder uitgewerkt moeten worden, hoede jongeren by de voortgang van het gesprek tussen de pastores betrokken kunnen worden en wat de mogelykheden voor actie zyn. Duidelyk is wéln dat wat tot, nu toe op tafel is gelegd, basis is voor een verder gesprek. Ds. Metiary is daarom blij met dit ge sprek. „want de Nederlandse pastores begrijpen ons". Van Olffen: „Dat we in Drenthe zover zijn, is te danken met name aan de inbreng van ds. Metiary, die ons duidelijk heeft gemaakt dat je langs elkaar heenpraat als je de poli tiek er niet in betrekt" Dal Door Hein ten Kortenaar Mat de revolutie haar eigen kinde ren verslindt, is sinds Robespierre een gemeenplaats. Het is ook waar. wanneer de revolutie zich nog slechts in het stadium van de terroristische klandestiniteit bevindt, zoals op dit ogenblik in Italië het geval is. Hier hebben enkele honderden „com munistische strijders" zich in oorlog verklaard met de burgerlijke maat schappij, of, in hun theologische taal gebruik, de „imperialistische staat van de multinationals", revolutio nair afgekort tot SIM. ZU vallen SIM aan met kogels en bommen, gericht tegen computers, kazernes, politieagenten, rechters, journalisten, vakbondsleiders, poli tieke leiders (zoals ruim een jaar gele den de christen-democratische par tijvoorzitter Aldo Moro). Zy doen dit alles „uit naam van het volk", ook al kunnen zy op geen enkele manier aan tonen hoe dit volk hen daartoe heeft afgevaardigd en al wordt er tegen iede re door hen ondernomen actie door dichte volksmenigten geprotesteerd. Maar wanneer in hun eigen ryen de twyfel komt binnensluipen, maken zy korte metten, zy hoeven daarvoor geen kogels of bommen te verspillen: juist dan komt de SIM goed van pas en is er niets anders nodig dan een ano nieme tip aan de zo gehate politie. Dat is althans de verklaring die in de Ita liaanse pers algemeen de ronde doet voor het succesvol oprollen van de ene klandestiene schuilplaats na de ande re. De recente bliksemactie van de cara binieri rondom de provincie hoofdplaats Rieti, ten noordoosten van Rome (waarby per ongeluk ook een huiszoeking werd gedaan by de Nederlandse journaliste Yvonne Scholten. die net iets te veel stof deed opwaaien dan de autoriteiten lief is) is daarvan een goed voorbeeld. Het biykt nu dat de sctfijnbaaar verlaten boerdery van Vescovio, naast een ge- luiddichte gevangenis voor ontvoer den, ook een onvoorstelbaar wapenar senaal bevatte, waaruit tydenlang is geput voor allerlei aanslagen. Maar het „toeval" wilde, dat deze ver late ontdekking ook leidde tot de ar restatie van een aantal leden van de „Unita Combattenti Comuniste" (strijdende communistische eenhe den), die het, al even toevallig, niet eens biy ken te zyn met de strategische leiding van de revolutie, en nu door slaan dat het een lieve lust is. In dc puree Door hun bekentenissen raken zij zelf steeds meer in de puree en het ziet er dus niet naar uit, dat zij door de cara binieri als lokvogels worden ge bruikt. Het lijkt er meer op, dat zij zich verraden voelen en dat zij nu, on geacht de gevolgen, de verdediging voeren van hun eigen revolutionaire lijn, als tegensgesteld aan de „eli taire, militaristische lijn" van de strategische leiding, die zij verant woordelijk achten voor hun arresta tie. Kort gezegd: de carabinieri zouden waarschyniyk nooit op hun spoor zyn gekomen, als er geen tip was geweest vanuit de organisatie die hen als las tige dissidenten overboord heeft gezet. In dit verband is het van belang, dat zy zouden hebben toegegeven tot onge veer een jaar geleden te hebben sa mengewerkt met de rode brigades. Aan deze samenwerking zou een eind zyn gekomen na een byeenkomst, waarin zy hun kritiek op deze organis- tie zouden hebben gespuid. De breuk zou dus ongeveer samen vallen met de dramatische afloop van het geval-Moro en er zyn verschillende tekenen die erop wyzen, dat de ar restanten ervan worden verdacht te hebben meegewerkt aan de ontvoe ring en de gevangenschap van de christen-democratische staatsman. Zo werden zy herhaaldelyk door de rechters verhoord die zyn belast met het onderzoek naar de zaak-Moro. Ook de hardnekkigheid waarmee de carabinieri nu al dagenlang in de af- valstortplaats graven by de schuil plaats van de drie arrestanten wordt in de pers hiermee in verband gebracht: zy zouden zoeken naar de rest van de gedeelteiyk onttakelde gevangenis cel. om die te vergeiyken met de teke ningen van een merkwaardig „levens echt" stripverhaal over de zaak-Moro. dat in het uiterst linkse blad „Me tropoli" verscheen (waarvan de redac teuren in arrest zyn op verdenking van vorming van een gewapende bende). Breuk Eén ding is wel zeker; het besluit om Moro te vermoorden heeft binnen het terroristische front tot een traumati sche breuk geleid. Wij weten het nu niet alleen uit sensationele dag bladreportages. maar ook uit een open brief van enkele andere terroris ten. die een tijdje geleden op soortge lijke wijze als de „strijdende com munisten" van Vescovio werden ge arresteerd. De geheel onschuldig uit ziende babysitters Valerio Morucci en Adriana Faranda werden in hartje Rome van hun bed gelicht, en bleken onder de ledikantjesvanhun pupillen een niet onaanzienlijk arsenaal pisto len, mitrailleurs en handgranaten b hebben verstopt. Hoe waren de carabinieri op hun spoori gekomen? Ook in dit geval werd er a. dadelyk gesproken van onderling ver raad. In een brief aan het uiterst link se, maar anti-terroristische dagblad „Lott-a Continua" (voortdurende stryd) ontkenden zy, dat de revolutio naire beweging gebruik zou maker van dergelyke gangster- of mafiame- thoden. Waar het om gaat. zo schreven zy, is uitsluitend een politiek debat Om dit te bewyzen stuurden zy het blad een intern werkdocument waann het politiek debat binnen de rode bril gades de proporties van een laaiende inzie blykt te hebben aangenomen, en de strategische leiding van „pure er onvermengde provocatie" wordt bei schuldigd. Het is geen makkelyk leej' bare lectuur, dit stuk. dat wemelt var de afkortingen io. voor organisatie; 1st voor gewapende stryd; mpro voor: proletarische beweging van het of fensief verzet) en is geschreven in eer interne geheimtaal. Maar het is wel duidelyk, dat het hieij niet gaat om een discussie tussen dui ven en haviken; wanneer de opstellen schrijven over de acties die zy dan wei voorstaan, voegen zy er terloops aar; toe „ongeacht het aantal doden". Nee watzy de „ds". de strategische leiding verwyten is niet, dat zy besloten Morel te vermoorden, maar dat „de enornwj macht die werd vertoond in Via Fani (by Moros ontvoering) niet „ogen; blikkelyk werd omgezet in acties, die deze macht terugbrachten binnen dej dageiykse strijd van het proletariaat, zoals byvoorbeeld de verwoesting van een elektronische centrale voor df controle en het bespioneren van de ar beidersklasse in een grote fabriek" De discussie tussen een „voorhoede' die weet wat het beste is voor de arbei dersmassa's die nog niet zover zyn. et'- de voorstanders van een massabewe ging, die zelf de wapens opneemt tegen de imperialistische staat, is al zo oud als de Russische revolutie en gaat zeil- nog verder terug, tot de beginperiode van de marxistische beweging. In het: document slaan de opstellers hun te genstanders dan ook om de oren mé' heilige teksten van Marx en Lenit maar één ding staat ook voor hen me: ter discussie: de gewapende strijd] moet voortgang vinden, „ongeacht he:; aantal doden". Het lag voor de hand. dat de inten»! polemiek van de rode brigades in df Italiaanse pers tamelyk gnuiven; werd weergegeven, in de trant van: \t ten ze elkaar maar naar de keel vlie-j gen. En ongetwyfeld had Lotta Con, tinua geiyk. toen het in een begej leidend commentaar de ontkenninj van „gangster- en mafiamethodes" als] een soort bezwering bestempelde, dit in feite niemand overtuigt. „Het is maar al te bekend, dat het fysieke uil schakelen en het uitleveren aan ét vyand van politieke tegenstanden methoden zyn, die misschien ook doet de mafia worden gebruikt, maai" zekd ook wyd verspreid zyn binnen de „ar- beidersbeweging" en met name bin nen de klandestiene organisaties" Maar het blijft uiterst verontrustend dat er in Italië nog altijd dergelijk' organisaties bestaan, waarin hart stochtelijk over van alles wordt ge discussieerd, behalve over het onaac tastbare dogma, dat alleen geweld een oplossing kan brengen voor de on telbare problemen waarvoor het lant zich ziet gesteld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 4