NA TIONALISME hoofd van de blanke graalridders zwarte zielen in een witte huid PZC/ zaterdagkrant 21 Professor Gerrit Viljoen (53) was mij beschreven als een 'verligte Afrikaner', een briljante geest en een denkende kracht in Zuid- Afrika. Studeerde in Cambridge en promoveer de als classicus in Leiden. Sinds 1967 is hij rector van de Randse Afrikaanse Uni versiteit, de tegenvoeter van de Engelstalige uni versiteit van Witwaters- rand. Maar het belangrijks te is wellicht dat deze hoog leraar voorzitter is van de Afrikaanse Broederbond en als zodanig een soort schaduw-premier van Zuid-Afrika. Ik had nogal wat over en van hem gelezen en ontdekt dat Viljoen de moed had om de uitgangspunten van het Afrikanerdüm in Zuid- Afrika opnieuw door te denken om daarbij vast te stellen tot hoever hij zelf bereid was te gaan. In een interview, vorig jaar met He len Zille van de Rand Daily Mail gaf hij zonder meer toe dat het oor spronkelijke concept van de apart heid niet meer in de huidige situa tie past en in geen enkel opzicht antwoord geeft op de problemen van het land. En in een pas ver schenen boek (Ideaal en Werklik- heid) zet hij uiteen welke verande ringen naar zijn mening in Zuid- Afrika nodig zijn. Handgrasmasjien Enkele belangrijke punten uit dit geschrift: Er moet een nieuwe staatsrege ling komen, waardoor met name Indiërs en kleurlingen medezeg genschap in het landsbestuur kun nen krijgen. De staatsbureaucratie is ondoor zichtig en ontoereikend geworden ('n handgrasmasjien wat hek tare koringsland moet maai") en dient sterk te worden verbeterd. Aan de stadsbantoes moet zelf bestuur worden gegeven en er dient gezorgd te worden voor menswaar dige structuren in de zwarte stede lijke gebieden. Goede huisvesting, stadsplanning en openbare dien sten zijn een eerste vereiste Alle onnodige of uitgediende scheidingsmaatregelen tussen de rassen behoren te verdwijnen. Daarvoor is wederzijds begrip no dig voor eikaars omstandigheden. Er zijn echter enkele punten die voor professor Viljoen buiten de discussie moeten blijven. Drie componenten van het blanke be leid wenst hij in ieder geval te handhaven: Gescheiden scholen •Gescheiden woongebieden Een zodanige regeling van de ge zinsstructuur dat de eigen iden titeit van de groep kan worden ge handhaafd. Zelfs al zou het verbod op de gemengde huwelijken ver dwijnen, dan nog moet gewaakt worden voor 'huwelijken over de kleurgrens'. De denkbeelden van professor Viljoen - hier uiterst glo baal weergegeven - kunnen nog weer tot een kleinere kern worden samengevat namelijk „Hoe kan de blanke Afrikaner zijn eigen iden titeit behouden in nieuwe verhou dingen, ook als hij de macht moet delen met of zelfs afstaan aan ande ren". Anti-Engelse pers Viljoen bleek een elegante, voor treffelijk geklede man zich nog al tijd tegen het Engelse superiori- teitsdenken afzet. Dat kwam vooral naar voren, toen de rol aan de orde kwam van de Engelstalige kranten in Zuid-Afrika. Viljoen vertelde me dat buiten landers - hij noemde met name de Israëli's - hem hadden verzekerd dat de toon van de Engelstalige kranten 'vijandig* op hen over kwam. Mij was dat niet zo opge vallen en daarom vroeg ik: „Hoe is dan uw eigen mening over de En gelstalige pers?" Viljoen: „Ik herken daarin nog al tijd overblijfselen van de Britse imperialistische cultuur-arrogan- tie. Vanuit die houding verzetten de Engelstalige journalisten zich te gen ons. Afrikaners die de brutali teit hebben gehad een eigen rol te gaan spelen In de tweede plaats zijn de En gelstalige journalisten vervuld van een vrijzinnige houding ten aan zien van ons rassenbeleid, een hou ding die wordt bepaald door een Amerikaanse cultuur-ideologie de ontkenning van het nationale ka rakter". Jaloerse naijver Voor een man als Viljoen is de ei gen identiteit van de Afrikaner een zo kostbaar bezit, een zo heilig en onaantastbaar gegeven, dat daarover eigenlijk niet mag wor den gesproken. In wezen zijn de Broederbonders de Graalridders van Zuid-Afrika, de behoeders van het heilig pand der vaad'ren, die met jaloerse naijver er voor waken dat tittel noch jota van de Afrika ner identiteit wordt afgehaald. Ondanks alle 'verligten' onder de ze Graalridders een toch tamelijk krampachtige houding. Waarom het behoud van de eigen identiteit niet gewoon gezien als een vorm van emancipatiestrijd, een strijd die nu - gezien de macht spositie van blank Zuid-Afrika - voltooid is? Viljoen: „Ik geef toe dat de Broederbond aanvankelijk een emancipatie-organisatiewas, maar nu staan we voor geheel andere uitdagingen dan in het verleden. Op dit ogenblik hebben we onze or ganisatie nodig voor kritisch zelf onderzoek en voor bezinning over de toekomst". Waarom geheim? Maar waarom is het dan nodig om dat vertrouwelijk en geheim te doen? Men kan toch zonder be zwaar de Broederbond tot een open organisatie maken, een fo rum waarin vele prominenten met elkaar en met de buitenwereld discussiëren over de toekomst van het land? Viljoen: „Er is in dit land een vrij ingrijpende bezin ning en her oriëntatie nodig, waarin het Afri- kanerdom een speciale rol moet spelen. Als nu onzg interne dialoog over deze zo essentiële punten van ons bestaan in het openbaar zou worden gehouden, zouden onze vijanden daar misbruik van ma ken. Zij zouden op ons een verdeel- en-heers-politiekgaan toepassen". Viljoen erkent overigens dat de his torische ontwikkeling van het blanke Afrikanerdom heeft geleid tot een beleid met bijna totalitaire trekken. „In het verleden hebben we teveel gedacht in de sfeer van definitieve oplossingen: we meen den een blauwdruk voor alle nage slachten te kunnen maken Dat is onjuist. Nu zijn we ons scherp be wust geworden van de interne dy namiek. die de volkerensituatie in dit landlevert". Kan deze erkenning, deze bewust wording nog wel samengaan met de politiek van de gescheiden ont wikkeling? Viljoen „Ik heb dat beleid nooit als In dit vierde artikel in de repor tagereeks van C A. de Kok over Zuid-Afrika een vraaggesprek met professor Gerrit Viljoen Hij is 'voorzitter van de Afrikaner Broederbond en wordt geacht tol de verligtevleugel van de Natio nale Partij te behoren. Tevens een beschouwing over het zwarte na tionalisme in Zuid-Afrika Volgen de week wordt deze reeks afgeslo ten met een beschouwing over de veranderingen ten goede en over de daardoor opgeroepen tegen stromingen De vorige artikelen waren in deze krant opgenomen op 16. 23 en 30 juni. een beginsel beschouwd, maar uit sluitend als een methode Wat moge dan wel het beginsel zijn van deze moderne ideoloog van het Afrikanerdom? „Het welzijn van ons eigen Afrika nervolk. Noemt u het wat mij be treft maar nationalisme". .Baas' „De methoden in en van dit land moeten worden veranderd. De po litieke stijl van de oude Afrikaner was die van de 'baas', een pater nalistische houding: hij zag zich zelf als de weldoende baas. Nu is er een totaal andere stijl nodig. Er dient een voortdurende dialoog te komen met de andere bevol kingsgroepen in dit land teneinde met elkaar tot een consensus te ge raken. Een moeilijk proces van geven en nemen, waarbij aan de Kleurlingen en de Indiërs poli tieke rechten moet worden gege ven. Voor de zwarte bevolking moet naar een tussenfase worden gezocht, waarin begonnen moet worden met volledig zelfs- bestuur". In de woorden van deze 'chef- ideoloog' van het Afrikanerdom herken ik onzekerheid, al zal hij wel de laatste zijn die dat wenst toe te geven. Zijn voorganger op de voor- zitterstoel van de Broederbond - dr Piet Meyer - noemde deze organisa tie 'die eindbestemming'. Mooi ge zegd, maar het lijkt er op dat vrij wel niemand op dit ogenblik pre cies weet wat eigenlijk de eindbe stemming is. Zo was nog niet zo heel lang geleden het apartheids- beleid - de politiek der gescheiden ontwikkeling bij wijze van spreken het gulden beginsel van het Broederbondbestaan De huidige voorzitter evenwel haalt daar nu de schouders over op: voor hem was dat slechts een 'methode' en het beginsel reduceert hij tot 'handha ving van de eigen identiteit'. Schade Zo beschouwd kan men zelfs de Broederbond niet meer dan een 'methode' noemen, maar het is er dan wel één die - zoals zovele me thoden in dit land - in binnen-en buitenland aan steeds fellere kri tiek bloot staat. In het kolossale betonnen gebouw van de Randse Afrikaanse Univer siteit ontmoet ik daarvan een spre kend voorbeeld: prof T. L de Ko ning, een jong hoogleraar in de communicatieleer. Hij moet niets van de Broederbond hebben, ver zekert hij mij. „Een organisatie die in dit stadium in ons land meer schade doet dan goed". De Koning beschouwt de Bond - ondanks de 'verligte' voorzitter - nog altijd als een conservatief bol werk. „De Bond houdt vele machtposi- ties in de hand en werkt remmend. Bij de Zuidafrikaanse televisie bij voorbeeld Zij zou veel meer kunnen doen om vastgeroeste denkbeelden over el kaar bij de verschillende bevol kingsgroepen van dit land te ver beteren. Het gebeurt niet of onvol doende: vrijwel het hele bestuur van de tv hier bestaat uit Broeder bonders". Is hij zelf wel eens als lid uitgeno digd? Tot drie keer toe voor een ne venorganisatie van de Bond en drie keer weigerde hij „De laatste keer zei men mij hoofdschuddend, je zult daar nog spijt van krijgen Toen wist ik helemaal dat mijn weigering terecht was Nee, wat mij betreft kan de Bond in zijn huidige vorm zo gauw mogelijk verdwij nen". Ik kan niet nalaten met enige spot te vragen: „Hebt u dat met uw rec tor besproken? „De Koning glim lachend: „Hij weet hoe ik er over denk". Het Afrikanervolk op trek naar zijn eindbestemming is ken nelijk niet eensgezind. toffelijk overschot van Steve Biko zicht van zwart en blank, nederig knielend voor de Heer van hen allen, hier in dit land waar hun voorvaderen onverzoenlijk met elkaar hadden ge vochten in verbitterde grensoorlo- gen". Dat was de sfeer die menige zwarte in tellectueel tot diep in de jaren veertig bezielde, hij wenste een 'blanke ziel met een zwarte huid' te zijn. Maar de blanke stam was zover niet en wenste het niet zover te laten komen. De Afri kaners wilden slechts blanke zielen met een blanke huid erkennen en bo vendien moesten die 'gepokt en gema zeld' zijn in het calvinistische chris tendom. De 'Nats', de nazaten van de voortrekkers, verenigd in de Nationale Partij, waren zozeer vervuld van hun eigen emancipatie, dat zij de tekenen aan de wand niet zagen. Eindelijk was voor hen de triomf aangebroken, zij zouden de macht in dit land in handen krijgen. En daarvan waren zij zo ver vuld dat ze de zwarte handen afwezen die hen toen nog werden toegestoken. Dwarsverbindingen? Zijn er nog dwarsverbindingen moge lijk op dit ogenblik? Er is in ieder ge val een generatie jonge (blanke) Afri kaners, die weet dat andere wegen nodig zijn en die bereid is die wegen te gaan. Antropoloog Willie Breyten- bach van de onafhankelijke Zuid- Afrikastichting in Johannesburg is een van deze generatie. Een gedeci deerd jong intellectueel, die vele lan den van Afrika bezocht, in Amerika studeerde en in Israël een onder scheiding kreeg van de Universiteit van Jeruzalem. „In dit land moetje de crisisjaren heb ben meegemaakt of althans voor de oorlog zijn geboren om legitiem aan politiek te kunnen doen", zegt hij. „Maar wacht, onze tijd komt. Mijn ge neratie is die van de dialoog, in de ja ren tachtig komen wij aan de beurt en dat zal zeker reële kansen opleveren". Hij is niet pessimistisch over de resul taten van dit ogenblik. „Het Botha- bewind heeft in acht, negen maanden meer veranderingen op gang gebracht dan Vorster in de dertien jaar van zijn regering. P. W. Botha heeft veel meer moed en is een goed bestuurder". Ik werp tegen dat er nog niet zo veel is te merken, maar hij ontkent dat: „De si tuatie van dit land met zijn enorme tegenstellingen - zowel in de blanke als in de zwarte wereld - dwingt tot voor zichtig manoeuvreren". Onverklaarbaar Een opmerking waarin de 'confessie' van Breytenbach ligt besloten: „Ener zijds vind ik het onverklaarbaar dat in Zuid-Afrika nog altijd rust en vrede heersen, afgezien van lokale moeilijk heden. Aan de andere kant zegt dat veel over de huidige gang van zaken en vooral over de onmiskenbare hoop bij de verantwoordelijke leiders van de zwarfèn. Revolutie komt alleen als mensen volstrekt desperaat zijn Van een dergelijke wanhoop lijkt mij op dit moment geen sprake. En daaruit put ik hoop. Hoop vooral omdat het blan ke denken in dit land verandert" Een zwarte ziel, verpakt in een witte huid? „Ik denk niet in dergelijke te genstellingen: ik geloof in mensen die met elkaar in dit land moeten en wil len leven". ien: september 1977, nu al weer bijna tw«e jaar geleden, kwam Steve Bantu Biko om het leven, hfj eimnoord door blanke politiemensen. Hij was op dat ogenblik dertig jaar, de eerste vooratter -vita dan de Saso, de Zuidafrikaanse (zwarte) studentenbeweging. Zijn tegenvoeter in het blanke i isj 1 dmp was James Thomas Kruger, toen minister van justitie, een 'leier' van de blanken, van de n c' jugel der verkramptes' binnen de Nationale Partij. 'rt%iy Kruger - 62 nu en onlangs als g^ter afgetreden, thans voorzitter i de senaat - haalde de schouders op dorr Biko en vertelde het congres van te Rationale Partij in Transvaal dat Hs dood 'hem volmaakt koud liet'. es'S opmerking die in de hele wereld a^iteltenis opriep. 'u8fye Biko was het type van de 'pure' :orclrte nationalist, die in zijn ideologie ^er ging dat hij elke blanke sym- BBhie hautain van de hand wees. In 0 schreef hij een - beroemd gewor- - artikel, waarin hij afrekende met 'ilanken die zich 'progressief noe- Hij duidde ze aan als 'curieuze conformisten' die onder allerlei 'Sujetten voortdurend betogen niet itwoordelijk te zijn voor blank ra- Zij zouden zich één moeten |en met de zwarten: 'zwarte zielen, verpakt in een witte huid'. Biko moest niets van hen hebben: ondanks hun opvatting houden ze er een eenrich tingsverkeer op na - betoogde hij - na melijk 'Blanken mogen het woord doen de zwarten moeten luisteren' Er was nog een reden, waarom Biko hen afwees: aan de andere kant van de kleurgrens veroorzaken zij nieuwe tegenstellingen. Progressieve blan ken gaan namelijk zo nadrukkelijk met zwarte mensen om dat die zich op hun beurt zich gestreeld voelen, waardoor ze neerkijken op diegenen aan wie de eer niet te beurt valt. On dertussen leven deze blanken hoe dan ook onder de zekerheden, die de Na tionale Partij hen schenkt, ook al zijn ze tegen die partij, nog altijd volgens Biko. Hij verwierp de assimilatie van zwart in een maatschappij, waarvan de normen door blanken zijn bepaald en door blanken worden gehand haafd. Biko's stuk werd negen jaar geleden geschreven en toonde aan hoe sterk extreem-denkend blank en extreem denkend zwart uit elkaar waren ge groeid. In een dergelijk betoog is weinig hoop meer te vinden voor dwarsverbindingen tussen beide groepen, Dat is vroeger anders ge weest: het is de tragiek van Zuid-Afri ka dat er zo'n dertig jaar geleden alle kansen waren voor blank en zwart om samen de weg naar de toekomst te gaan, maar sindsdien zijn beide groe pen ver uiteen geraakt. Fort Hare Zo rond 1948 - het jaar waarin de Na tionale Partij aan de macht kwam - was er een groep zwarte intellectue len, die men - om een variant op Biko's betoog uit 1970 te gebruiken - 'blanke zielen in een zwarte huid' zou kunnen noemen. Voor een deel hadden zij in Fort Hare gestudeerd, een instelling die in 1916 in de Kaapprovincie werd gesticht voor de opleiding van de zwarte intelligentia en die inmiddels de status van universiteit heeft ge kregen. Heel wat zwarte leiders van Afrika - ook buiten Zuid-Afrika - kre gen aan dit instituut hun opleiding. Sommigen studeerden aan het Adams College bij Durban - zoals Albert Lut- huli en Anton Lembede, de eerste ideoloog van het zwarte nationalisme in Zuid-Afrika. Qhief Albert John Luthuli - winnaar van de Nobelprijs voor de vrede in 1961, overleden in 1967 - heeft de zwar te bewustwording uit die tijd raak ge schetst: voor de jonge zwarte studen ten van die periode ging een wereld open. Zij zagen de toekomst opti mistisch: er moest slechts worden getoond dat ook zij bekwame burgers van hun land zouden zyn. En 'daarom streden we er voor om de waarden van de westerse wereld ons eigen te ma ken'. In diezelfde periode waren er blanken, die in diezelfde richting dachten en ook daardoor leefden de zwarte intellectuelen uit hoop en ver wachting. Openbaring De beroemde schrijver ('Tranen over Johannesburg') Alan Paton - nu 76 - heeft over die hoop en verwachting verteld in een boek dat hij 'Zuidafri kaanse tragedie' noemde. In diezelfde jaren dertig woonde hij in Fort Hare een conferentie bij die voor hem een openbaring was. Zwart en blank ge bruikten gezamelijk de maaltijd en gingen op zondag samen ter com munie. „De ontroering daarover was intens, omdat alle vrees was verdwenen, de blanke vrees voor de zwarte, de zwarte vrees voorde blanke, verdwenen in het

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 21