Dijkverzwaringen WE DREIGEN DE BOOT TE HALEN" Met enige regelmaat zendt de stuurgroep, die de gedeeltelijke dijkversterkingen langs de Ooster- schelde regelt, sinds een jaar of' drie berichten de samenleving in. Ze behelzen doorgaans bood schappen over de vordering der werken en over de keuze van de route, die voor een bepaald stuk dijk is gemaakt. Als er sprake is van een „binnendijkse" verzwaring - zo leert de oplettende ontvanger van het communiqué na enige tijd dan hebben belangen van natuurbehoud doorgaans het zwaarste gewicht gekregen; valt de keuze op een „buitendijkse" verzwaring, dan is er vooral gepoogd de landbouw niet de dupe te laten worden. Over knelpunten, compromissen en - soms - het doorhakken van knopen gaan de berichten, maar zelden gaan ze in op de vraag of deze gecoördineerde opzet van de zaken nu naar verwachting heeft gewerkt. Als in mei 1979 de „grote beslissingen" Colijnsplaat, Bruinisse. dijkverster king Yerseke - zijn gevallen, blijkt dat wel het geval. „Je kon het overleg tus sen njk, provincie en waterschappen kortsluiten en da's een belangrijke tijdwinst. Er is maar een enkele ont eigening van gronden geweest, ieder een en iedere instantie stond voor je klaar Het deed me weieens denken aan de na-rampse periode, 't Is leuk om zoiets een paar keer mee te maken in je leven, maar ik kies toch voor de geordende weg, en ik heb grote twijfels of ik zo'n race weer zou aandurven.' beschouwt dijkgraaf A M. Geluk van SchouwenDuiveland - voorzitter van de Zeeuwse polder- en water- schapsbond - na. De Zuid-Bevelandse dijkgraaf G. J de Jager zit op dezelfde lijn „Alle belangen konden worden gespoord, dus redden we hetin 1980. Ik heb het aleens eerder gezegd: zo'n operatie is een krachttoer, eenmalig, noodzakelijk en efficient uitgevoerd. Maar het kon alleen omdol op alt-*; ld icrrcin pii vooral van de grond gebruiker medewerking had Ir. M. de Graauw. belast met de zorg voor de waterkeringen bij provin ciale waterstaat, spreekt over de operatie-dijkversterkingen Ooster- schclde als over „het soort acroba tiek, dat je ook in een circus pleegt aan te treffen. Om het oneerbiedig te zeggen: vrijwel alle procedures zijn met voeten getreden." ken. Je krijgt natuurlijk wel met heel andere dimensies te maken, zo'n ver hoging grijpt veel dieper in de omge ving in. Maar uit technisch oogpunt durf ik niet keihard te zeggen: 't had niet gekund." En. na enig denkwerk: „Maar ik denk toch: als je ziet. hoe moeilijk normale procedures zijn, als de waterschappen niet zo loyaal had den meegewerkt, dan vrees ik toch. dat we zouden zijn stukgelopen op al lerlei beroepsprocedures. Van ver schillende kanten, zowel van de land bouw als van de miiieu-kant We had den het dan in 1985 niet gered." Ingrijpender Hl] zet uiteen, dat - langs de Wester schelde - het bij voorbeeld gebruikelijk is. dat er anderhalfjaar heengaat met het opmaken van het plan en de in spraak, dat daarna een jaar gemoeid is met de goedkeuringsprocedure, dat net maken van het bestek een halfjaar kosten dat vervolgens de goedkeuring vandatbestek doorgaans nog een jaar vergt. „En dan ben ik niet met een in gewikkelde zaak als de Vlissingse boulevards bezig. Je hebt vier jaar no dig voor je plannen kunt gaan uitvoe ren in normale omstandigheden, en dat is geen pessimistische benade ring." Ir. P.H. van der Weele is als hoofd van het bureau dijkversterkingen dage lijks het meest intensief bij de voorbe reiding en de uitvoeringen van de wer ken betrokken geweest Zijn terugblik, nu de grote knopen zijn doorgehakt Als je honderdveertig kilometer dijk in vijf jar moet verhogen heb je niet de lijd voor de gangbare voorbereiding Je maakte een plan. legde dat in een vroeg stadium aan allerlei betrokkp non voor. je werkte bijna tegelijkertijd het bestek uil en je begon met. de grondverwerving Alles is zo sterk in elkaar gescnovon, dat. je zeer slag vaardig kon optreden. Het was eigen lijk zo, dat Den I-Iuag nauwelijks meer kon ingrijpen, behalve als het om fun damentele veranderingen in een plan ging." Er is - bij het Zeeuws coordina- tie-orgaan voor natuuren land- schapsbeschernnng waardering voor de manier, waarop de natuurbelangen met name in het vooroverleg met het bureau dijkversterkingen werden be trokken ..De ervaringen." formuleert directeur Ch Kalden, „zijn overwe gend postief geweest. Bij de be stuurlijke afweging heeft de natuur weieens een en ander moeten inleve ren, maar bij elkaar is dat draaglijk geweest, het is niet eenzijdig naar die kant doorgeslagen." Zou het - vraag ik. Van der Weele - mo gelijk zijn geweest op die manier de dijken langs de hele Oosterschelde op Deltahoogte te brengen, dus niet met een overstromingskans van één keer "i de vijf eeuwen, maar één keer in de vierduizend jaar? Van der Weele. „Ik heb weieens ge- regd. dat we bij de partiële dijk versterking de boot dreigen te halen We hebben er wel van het begin af aan een jaar bij gesmokkeld, gingen er vanuitdat we niet. voor. maar in 1980 klaar zouden zijn. Dat zie ik - met mis schien Yerseke op de rand ook wel ge beuren. Ik besef terdege, dat het bu reau dijkversterkingen een beetje de stelling logenstraft, dat dijkverhogin gen langs de Oosterschelde niet zou den kunnen Het rapport van Dwars. Heederik en Verhey sprak erover, dat Je Deltaveilighcid langs de Ooster schelde ook in 1985 zou kunnen berei- Zou een volledige dijkversterking rond de Oosterschelde toch mogelijk zijn geweest? „Wat nu is gebeurd." zegt De Jager, „is duidelijk geen al ternatief voor een totale verhoging. Die is vele malen ingrijpender. Hoe je dan het probleem Yerseke zou moeten klaren - ik zou het niet weten, je moet ■een kwart van het dorp afbreken. Maar ik geer toe: als er van het begin af aan in die richting zou zijn gedacht, dan had ik mc verzet. Niet oindal dijkverhoging per sè niet zou kunnen, maar omdat de kortste verdedigings linie tegen het water altijd de beste is." A.M. Geluk. ..Watje nu langs de Oos terschelde hebt gedaan, is bij tal van beslissingen: om de problemen heendraaien, met een afwijkende hel ling van de vooroever, met een dam- wand hier en het sparen van een inlaag daar. Je kunt de kool en de 'geit niet sparen ais het alleen bij dijkverhogin gen zou blijven. Je ziet de aanval op de vooroevers doorgaan, als je het ene stuk beschermt, pakt de stroom een eindje verderop weer een stuk mee. Het is buiten twijfel datje veel minder risico loopt, als je 145 kilometer zeewe ring terugbrengt tot negen kilometer Van der Meer van rijkswaterstaat heeft gezegd: ik had het risico van dijkverhogingen wel aangedurfd. In die opmerking zit precies het risico, dat ik wil vermijden. Stel je voor. dat ik als dijkgraaf zou zeggen: ik durf het wel aan Ik zeg ik wil de optimale veiligheid en niet iets aandurven. Wij hebben onder de gedeeltelijke dijk versterking loyaal en royaal onze schouders gezet. Maar de spankracht raakt een keer op. Het is typerend, dat ik na de beslissing over de storm vloedkering bnefjes heb gehad van mensen van de dijkwacht, die schre ven dat ze niet niet meer deden Dat is een teken, dat de spankracht daar toen al op was. Westerterp heeft bij me thuis gezeten om er met ons over te praten, dat we af zouden zien van een beroep op de kroon. Je bent in zo'n situatie als enkele jaren geleden veel te veel de exponent van één bepaalde visie, alsof je blind bent voor andere belangen. Het. heeft me altijd gespe ten. dat ik gedwongen werd om een star standpunt in te nemen, da's eigenlijk m'n aard niet zo Vandaar dat ik ook vrede heb met de beslissing, zoals die toen genomen is. Ach - en dijkverhogingen: het zijn in mijn ogen tijdelijke oplossingen De bodem in zuidwest-Nederland zakt Wij maken het niet meer mee. maar er komt een tijd, dat de Westerschelde wordt afge sloten en de Nieuwe Waterweg, ver moedelijk in de volgende eeuw 't Zou best eens kunnen, dat de Belgen daar het eerst om komen vragen In het kantoor van provinciale water staat heeft ir M. de Graauw een kaart van Zeeland voor zich, waarop - voor intern gebruik - de dijken zijn inge kleurd. Een fleurig prentje. Geel be duidt, dat er nog geen concrete plan nen op tafel liggen, oranje stukken dijk zijn in voorbereiding, groen geeft aan Welke stukken dijkversterkingen begin dit jaar in uitvoering waren, zwart is klaar, één op vierduizend, daar heeft men 'naar menselijke be rekening' geen omkijken meer naar. Langs de Westerschelde staan nogal wat zwarte strepen, aan Bevclandse kant ontbreken in feite maar twee - al eerder opgehoogde - stukken waar voor nog het plannen-stadium geldt: bij de Ellcwoutsdijkpoder (3,5 kilo meter) en de Baarland en Zuidland- polder (vijf kilometer). Aan Zeeuws-Vlaamse zijde overheerst het zwart tussen Breskens en Wal soorden Het stuk dijk by Wilhdmus- Kruis Is oranje, maar komt - zegt De Graauw - waarschijnlijk in juli op de schop. Baalhoek-Paal is in uitvoering, voor Saeftinge ziet het geel. er wordt voor een stuk van elf kilometer een plan opgesteld, het moet begin 1982 in uitvoering komen, „wekunnen dat net voor elkaar krijgen" Nee. voor het Westerscheldegebied is een stuurgroep a la Oosterschelde niet (meer) nodig, geeft De Graauw met enige beslistheid aan en van water schapskant wordt die visie gedeeld. De werken langs de Westerschelde lig gen - zo heet het - 'fundamenteel' an ders dan die langs de Oosterschelde.ze maken deel uil van de landelijke keten van Deltaversterkmgen en er is meer tyd voor. Meer Lijd0 ..De minister", zegt De Graauw heeft weieens ge sproken over de voltooiing van die werken in 1990 maar wy zyn niet be reid daar voorshands genoegen mee te nemen De provincie bevordert, dat de werken in 1985 klaar zijn". Het is ook een opmerking van Geluk en De Jager: ..We moeten uitkijken dat de ogen in Den Haag en Middelburg niet alleen maar gericht zyn op de stormvloedke ring en de Oosterschelde-dyken, maar ook op de Westerschelde en de Zeeuw se Noordzeekust van het Vrije van Sluis en het waterschap Walcheren. Misschien, dat onder Bestek '81 de fi nanciële middelen een bottle-neck zouden kunnen worden. Maar een fun damentele veiligheid kun je niet via Bestek '81 uitstellen. Als je de zaken technisch aankunt, moet je ze finan cieel niet laten" Fleurig De prent vati De Graauw geeft met name langs de Noordzeekust van Zeeuwsch-Vlaanderen en Walcheren nogal wat gele en oranje plekken te zien: stukken dijken, waarvoor of nog geen plannen zijn of waarvoor plan nen in voorbereiding zijn. „Er moet", beaamt De Graauw, „hier en daar nog wel wat gebeuren". Tegen die achter grond opereert sinds vorig jaar een contactgroep voor de Noordzeekust, waarin behalve de kusl-waterschap- pen ook de provincie en de directie Zeeland van rijkswaterstaat zitting heeft. Het is een soort 'afgezwakte' stuurgroep in de geest van de Ooster schelde, waar 'algemene knelpunten' aan de orde komen. Op Schouwen gaat het met name om Toen het kabinet-Den Uyl bijna vijfjaar geleden - november 1974 - aankon- l digde, dat het zou laten onderzoeken of de Oosterschelde kon worden afge- j sloten met een doorlatende dam, ging die mededeling vergezeld van een 9 andere beslissing. De periode, waarbinnen in Zeeland Deltaveiligheid zou fl worden bereikt werd met zeven jaar verlengd en minister Westerterp van ]J verkeer en waterstaat liet weten, dat in die tussentijd de veiligheid voor het gebied rond de Oosterschelde zou worden vergroot door de uitvoering van I een gedeeltelijke versterking van de dijken voor 1980. De zaken moeten snel R worden aangepakt, er staat politieke druk op de ketel. Er komt een bureau u dijkversterkingen, dat in samenspel met de technische diensten van de fl waterschappen rond de Oosterschelde plannen maakt, er komt een „stuurgroep", waarin die plannen bestuurlijk worden getoetst De-provin cie, de waterschappen, het rijk maakt er deel van uit en de opzet is de zaken zoveel mogelijk te stroomlijnen. Is dat gelukt Zou het mogelijk zijn geweest j] om met een dergelijke gecoördineerde aanpak alle dijken langs de Ooster- (t schelde rond 1985 op Deltahoogte te brengen. Zou het stuurgroep-idee1 versnellend hebben kunnen werken op de uitvoering van Deltadijk-verziva- j ringen langs de Westerschelde en de Zeeuwse kust? Op deze pagina een I balansje, opgemaakt in gesprekken met een aantal mensen, die met de 0 versterkingen langs Ooster- en Westerschelde te maken hebben een paar versterkingen van de zeewe ring, die aansluit op de dammen, in het noorden en het zuiden Voor Walche ren en de Zeeuws-Vlaamse kust liggen die zaken wat anders .Een aanzienlijk deel van die gele plekken langs de kust geldt duinen. Het is nog steeds met duideiyk". formuleert De Graauw overkoepelend, „hoe een Deltadmn eruit moet zien. aan welke eisen ze moet voldoen. De richtiynen daarvoor moeten van het rijk komen, van de landelyke adviescommissie waterke ringen. Ze zyn er nog steeds niet, we oefenen met enige regelmaat van Zeeland druk uit om ze een keer los te krijgen en we hebben nu goede hoop. dai dit nog dit jaar staat te gebeuren Ik begryp best. dat dit soort normen moeilijk is Een dijk of een dam ligt vast. een duin beweegt Maar we kun nen in Zeeland niet langer wachten met een paar zaken". Tot de duinen, die men snel Delia- waardig wil maken, horen die by de Oost-Kievitpolder in Zeeuwsch- Vlaanderen en by het kustlicht tussen Zoutelande en Westkapelle. Er zijn nog meer duinvakken, waar mogelijk iets aan zal moeten gebeuren: de Groedse duintjes aan Zeeuws-Vlaam se kant, en de zeewering voorde polder Kievit-West. waar men met de pro blematiek van de hotels in de duinen wordt geconfronteerd: „Daar moeten we in feite landelijk de spits afbyten", zegt De Graauw. „en dat vereist, enige zorgvuldigheid Dit stuk zou volgend jaar in uitvoering moeten komen, maar de hele hotel-bouw zou de zaak een jaar kunnen vertragen" Duinen Op Walcheren vallen de duinen in de omgeving van de vygeter tussen Dis hoek en Vlissin'gen. by het kustlicht Zoutelande. aansluitend aan de Joos- sesweg by Westkapelle, bij het golf terrein Domburg en by een deel van Oranjezon onder de. stukken zeewe ring, waarvan nog nader bekeken moet worden of ze moeten worden aangepast, maar waarvoor actie waar- schynlijk is. Op Walcheren heeft het waterschap daarnaast nog te maken met de voltooiing van de boulevard Vlissingen. de Westkappelse zeedijk - waarvoor vyfendertig huizen moeten verdwijnen, twintig direct als gevolg van de dijkwerken - en de verzwaring voor de Zuidwatenng. die naar de ver wachting van het hoofd van de techni sche dienst ir H. Visser in 1980 zou moeten beginnen. Voorwaarde daarbü is de beschikbaarheid van vervangen de grond, die mogeiyk 'loskomt' als de zuiveringsinstallatie op het terrein van de nu losgelaten nieuwe veerha ven zou kunnen komen. Langs de Oosterschelde 'dreigt men de boot te halen', dreigt men langs de Noordzeekust voor 1985 de boot niet te missen? „Technisch", betoogt ir Visser. ..is het een haalbare zaak" „Technisch rond", opper ik. ..betekent niet automatisch: ook bestuurlijk rond" Dijkgraaf mrA. Lantsheer en ir Visser beamen dat. „Maar", zo overzien zij de Walcherse situatie van dit moment, „de grote moeilijkheden hebben we nu wel gehad. Voor de Westkappelse zeedijk zijn de plannen nu wel rond, die zaak is in 1982 of 1983 aan te pak ken. De urgentie van dit stuk zeedijk is altijd al aan het eind van de rit gep land. De plannen voor de boulevards in Vlissingen 'voorlangs' liggen klaar, ze gaan voor de zomervakantie naar gs. dan moet er zomer volgend jaar aan te beginnen zijn". ..Als de plannen eerder klaar waren geweest, zouden ze dan ook eerder uit gevoerd zyn geweest'" „Dat is mogelyk'. zegt dijkgraaf Lantsheer. „maar zolang de urgentie niet hoog is. houd je Je eerst bezig met andere projecten. Er zyn aan de Wal cherse kust nogal wat obstakels. De verzwaring aan de Zuidwatering heb ben we - na de eerste ophoging - jaren uitgesteld in verband met de plannen voor een nieuwe veerhaven. By de boulevard verschilden de meningen de een wilde een verzwaring aan de voorrijde, wy wilden achterlangs. Stel je nu eens voor. dat er een berm van zestig meter voor het badstrand zou liggen - dan had je geen strand meer Voor Westkappel was vier, vyf jaar geleden een plan klaar Nader onderzoek in het waterloop kundig laboratorium leerde, dat de dyk niet meer dan vier meter omhoog hoefde, maar datje ook met drie meter kunt volstaan. Juist door niet te over haasten waren we in staat om zaken beter tegen elkaar af te wegen en de resultaten van nieuw onderzoek mee te nemen". Foto's Wim Riemens Tekst: Kees Cysouw

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 21