Nederland en Indonesië fb Trudeau VECHTEN VOOR POLITIEK VOORTBESTAAN LANDBOUWSCHAP 25 JAAR VAN AARDENNE: INTENSIEVE ECONOMISCHE SAMENWERKING PZC/ opinie en achtergrond 4I VRIJDAG 18 MEI 1979 (van onze correspondent) Nederland en Indonesië gaan intensief samenwerken op het gebied van de vliegtuigbouw, scheepvaart en ruimtevaart. Dat is het resultaat van zes dagen van intensieve beprekingen tussen de Nederlandse minister van economische zaken drs. Gijs van Aardenne en negen Indonesische ministers. Daarnaast heeft de Nederlandse bewindsman ook gesproken met president Soeharto. Een van de belangrijste resultaten is een samenwerking tusssen Fokker en de Indonesische vliegtuigindustrie Nurtania in Bandoeng bij de ontwikke ling van een nieuw type F-27. Deze sa menwerking. zo verklaarde minister Van Aardenne. zal pas midden 1980 ge stalte krygen. Het is de bedoeling dat de nieuwe F-27. zij het met modificaties, tegen die tijd wordt uitgebracht in In donesië. Van Aardenne. die voor dit bezoek was uitgenodigd door minister Habibie van research en samenwerking, verklaarde dat hij deze gedachten had gelanceerd in gesprekken met zijn Indonesische gastheer, die onlangs in Nederland was. ..Minister Habibie heeft deze gedachten graag opgepikt", aldus de minister. Hij kon evenwel nog met zeggen hoe de samenwerking er m de praktijk uit zou zien. ,Men kan allerlei gedachten heb ben over welke delen in Nederland en welke in Indonesië moeten worden ge bouwd Maar zover zijn we nog niet. Eerst moet de zaak worden doorge praat met Fokker en ook met Nur tania". De Indonesische vliegtuigindustrie, waarvan Habibie directeur is. bouwt al kleine vliegtuigen van het type Casa 212. - Als dit gerealiseerd wordt, betekent dat meer werkgelegenheid in zowel Ne derland als Indonesië? Kunt u daar over concreet iets zeggen? Van Aardenne: „Dat is heel moeilijk. Nogmaals, de gedachten moeten nog helemaal worden uitgewerkt, het is nu nog niet in cijfers uit te drukken. Ik ge loof dat wij tegen die tijd, over een jaar of vijf, toe zijn aan een volgencf.type vliegtuig, laten we zeggen een F-29 En daarvan zal waarschijnlijk het meeste werk in Nederland liggen" „De F-27 zal niettemin", aldus de be windsman. „in een vemiewde versie nog een markt hebben. En vooral in In donesië ligt een belangrijke markt En zo zou de werkgelegenheid tweezijdig versterkt kunnen worden". Naast deze samenwerking op het ter rein van de vliegtuigbouw, komt er ook nog een samenwerking tussen beide landen, met name tussen het Neder lands Instituut Voor de Ruimtevaart (NTVR) en de Indonesische tegenhan ger Lapan, bij de ontwikkeling van een wetenschappelijke satelliet. In oktober en november komen experts bijeen om een kostenberekening te maken. Batam-project Minister van Aardenne heeft in de be sprekingen met Habibie ook belang stelling getoond voor het Batam-pro ject. een nog te bouwen industrie-ei land onder de rook van Singapore. Ne derland zal aan twee projecten deelne men. Welke dat zijn, is nog met bekend. Verder komt er een intensieve samen werking, bij de reconstructie van een werf in Soerabqja tot een marine- en koopvaardijwerf. Daarover worden op het ogenblik besprekingen gevoerd tussen de Indonesische autoriteiten aan de ene kant en een Duits en een Nederlands bedrijf aan de andere kant. Een tripartite-opzet dus, aldus minister van Aardenne, die erop vertrouwt dat deze besprekingen met succes zullen worden afgesloten. - Gaat Nederland, behalve de drie door de Indonesische marine bestelde korvetten, ook koopvaardijschepen bomoen? Van Aardenne „Daarover hebben we ook uitvoerig van gedachten gewisseld. Voor de Nedérlands scheepswerven ligt hier ook een markt. Je kunt je afvragen of hier een samenwerking tot stand kan komen voor de bouw van eenvoudige schepen voor interinsulair verkeer. Dat delen in Indonesië worden gebouwd en bepaalde delen worden toegeleverd door Nederland. Dat moet nog worden uitgedokterd met de Indonesische col lega's". Samenwerking ziet de bewindsman ook op het gebied van het rivierverkeer, de bouw van een aërodynamisch labo ratorium voor technologisch onderzoek dichtbij Jakarta en voor de landbouw. Bij dat laatste denkt de minister aan intensivering van technologische sa menwerking om een grotere produk- tiviteit te verkrijgen, met name via biologische en chemische middelen. De reeds bestaande gemengde econo mische commissie die lange tijd inac tief was, zal zich bezighouden met het zogenaamde „vervolg op de uitwerking, van de besprekingen". Deze commissie moet de zaak nog eens goed op een rijtje zetten, verder opzetten en naar priori teiten uitsplitsen. Wat de samen werking tussen Nurtania en Fokker be treft, dat moeten deze twee bedrijven zelf met elkaar bespreken". - In hoeverre is de Nederlandse eco nomie met al deze nieuwe economische impulsen gebaat? Van Aardenne: „De Nederlandse eco nomie is gebaat met zoveel mogelijk wereldhandel, zoveel mogelijk tandel n zoveel mogelijk welvaart over de hele wereld. Wij zijn een open land, vandaar onze anti-protectionistische houding. Maar het is ook voor een groot deel eigenbelang. Welnu, daarin past ook een toeneming van het economimiseh verkeer tussen Nederl and en Indonesië Het is mijn overtuiging dat door dit soort van initiatieven het economisch verkeer versterkt wordt, en dat komt ook de Nederlandse economie ten goe de". - Kunt u misschien aangeven hoe groot de interesse in Nederland is voor investeringen in Indonesië? „Het is mij gebleken dat die interesse er heel duidelijk is. Het is ook zo dat er hier toch wat belemmeringen zijn in de pro cedures. Maar in de gesprekken met minister Sumarlin (staatshervorming) is ons verzekerd dat men bezig is die belemmeringen uit de weg te ruimen". - Kunt u een voorbeeld geven? .Minister Soemarlm sprak over een vergunningenprocedure die nu gecen traliseerd wordt en die tot een beperkt aantal is teruggebracht. Daardoor krüg je minder te maken met de regionale autoriteiten De oude procedure heeft een remmende werking op de investe ringen". Problemen De Nederlandse bewindsman, voor het eerst in Indonesi'. meent dat Indonesië economisch met grote problemen kampt. „Dat is ons in die zes dagen nog eens extra duidelijk geworden. De enorme bevolkingsgroei, met name op Java, de gevolgen die dat heeft voor de landbouw, de erosie, de houtkap en de moeilijkheid om de transmigratie goed op gang te krijgen. Zo kun je door gaan. Problemen genoeg, maar er is duidelijk ook vooruitgang te zien; niet alleen de stijging van het nationaal inkomen, maar ook per hoofd". „Het toenemen van de rijstconsumptie is eigenlijk ook een zorg voor de Indo nesische regering, want zij moet daar door meer importeren. Toenemende rijstconsumptie betekent natuurlijk ook dat de mensen het zich kunnen veroorloven om rijst te eten, wat ze vroeger niet deden. Dat is op zichzelf een goede zaak. Maar er zou meer rijst verbouwd moeten worden" - Hoe ziet u de ontwikkeling in Indone siëMen bouwt het land op via vijf jarenplannen. Indonesië is nu bezig aan het derde vijfjarenplan en bij de uitvoering daarvan leunt het zwaar op buitenlandse leningen en ontwik kelingshulp. Kan Indonesië hiermee doorgaan? „De leencapaciteit van een land waar van de economie toch een positieve ontwikkeling te zien geeft, is altijd gro ter dan wanneer dat niet het geval is. Wat dat betreft geloof ik dat Indonesië ondanks alle problemen toch positieve kenmerken heeft. Maar ja. aan elke leencapaciteit zijn grenzen. De Indone sische regering beseft dat beter dan wie ook". t - U bent bij president Soeharto op be zoek geweest. Wat heeft hij met u be sproken? ,.Ik heb verslag gedaan van de moge lijkheden die ik zag om de economische en ook de technologisch samenwerking te versterken. Ik heb ook nog eens het belang van bilaterale contacten bena drukt. Dat zou ik dan willen plaatsen in het licht van de UNCTAD-dialoog Ik geloof dat het van groot belang is dat er, naast zo'n algemene Noord-Zuid- dialoog.ook bilaterale qontacten. zijn en dat samenwerkingsvormen van de grond komen. Niet alleen verstevigt dat het begrip voor eikaars positie, maar het verstevigt ook de onderlinge eco- fanoy boeken Nieuwe Burg 26-28 en Walplein Middelburg, tel (01180)12114 NIEUW! KLEINE GESCHIEDENIS VAN DE DELTA door M. P de Bruin 5,90 verkrijgbaar in iedere boekhandel en bij de uitgever. fanoy boeken nomische relaties en zal ertoe bijdragen de Noord-Zuid-problemen te overwin nen." Minister Van Aardenne hoopt dat in de toekomst de economische samen werking geïntensiveerd zal worden. „Ik ben dik tevreden over dit bezoek, maar van een bezoek van een minister mogen natuurlijk geen wonderen worden ver wacht". Het tijdstip van het bezoek, aan het begin van het derde vijfjaren plan, acht de bewindsman goed geko zen. Er is een nieuwe basis gelegd, die uitgebouwd en verbreed kan worden, meent hij - U weet dat Indonesië vorig jaar no vember een pakket economische maat regelen heeft genomen om 's lands eco nomie een gezondere basis te geven. Een van die maatregelen, die nogal drastisch was, was de devaluatie van de roepia met 50 procent ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Hoe ziet u deze monetaire ingreep als minister van economische zaken9 „Het is duidelijk dat daardoor de ex port vergemakkelijkt is Het is een zeer algemene exportbevorderende maat regel. Het punt is dat de koers van de roepia een hele tijd stabiel was geweest., en dat er enige correctie nodig was Ik kan niet beoordelen of het percentage goed gekozen is. Algemeen werd het wel hoog geacht Da tmen ter versterking van de export zo'n pakket economische maatregelen neemt, lijkt op zichzelf .heel redelijk. Hoe het nu uitwerkt, is een tweede. De export is wel toegeno men, maar het werkt ook enigszins in flatoir, door de importgoederen die duurder worden en dat geeft op zichzelf oók weer problemen. Maar ik dacht dat de eindbalans toch wel positief was". Zo J o in de loop van de laatste ze ven a acht jaar heb ik vele malen het genoegen gesmaakt om als zo genaamd landbouwkundige praatjes en lezingen te houden over de land- en tuinbouw met haar roerselen voor een niet-agra- risch gehoor. Dat niet-agrariseh gehoor varieerde van stedelijke huisvrouwen tot studenten; van Lions- en Rotaryclubs via velerlei politieke groeperingen tot een keur van actiegroepen en -voer ders. Als je tijdens die lezingen iets vertelt over de wijze van organisa tie binnen het agrarisch bedrijfs leven, komt steevast naar voren dat men wel iets afweet en van or ganisaties en (meestal) van het Landbouwschap maar van de ver houding tussen die beiden geen kaas heeft gegeten. Vaak denkt men dat het Landbouwschap het gefuseerde geheel is van de geza menlijke Landbouworganisaties. Maar ja. hoe 't dan zit met die hef fingen waarover destijds nogal wat soesa is gemaakt, daar heeft menigeen moeite mee. Deze dagen wordt het 25-jairig be staan van het Landbouwschap ge vierd. Een goede reden, dunkt me. om heel kort opzet en doel van het Landbouwschap te schetsen en daarna een - persoonlijke - visie te geven op deze vorm van organise ren en functioneren van de land bouw in Nederland. Al sinds het midden van de vorige eeuw kennen we in Nederland landbouworgani saties. Rond het begin van deze eeuw worden naast de algemene landbouworganisatie ook twee confessionele bonden opgericht, een katholieke en protestantse. In de jaren twintig kwam er een re gelmatig contact tot stand tussen de drie landbouworganisaties. De crisisjaren dwongen de bonden tot een hechtere samenwerking. In de dertiger jaren ging bij de drie cen trale landbouworganisaties (clo's) niet alleen de wens leven betrok ken te worden bij het overleg over de crisismaatregelen van de over heid. Ook de uitvoering ervan wil den de organisaties in grotere mate zelf ter hand nemen. Er werd hier voor een ontwerp-wet gemaakt, maar deze werd niet bij de Tweede Kamer ingediend De landarbeiders werden in de der tigerjaren nog maar incidenteel bij het overleg van de boerenbonden betrokken. De ondernemers wilden toen slechts over sociale vraagstukken praten. Vlak voor de oorlog kwam het tot een regelmatig overleg tussen de landarbeiders- bonden en de drie clo's in het 'Cen traal Secretariaat van Land- en Tuinbouw. Dit orgaan werd de onmiddellijke voorloper van de Stichting voor de Landbouw. Juist toen het werk van het Centraal Secretariaat vruchten begoh af te werpen, kwam door de oorlog lang zaam maar zeker een eind aan de vrije organisaties. Tijdens de oorlog werd het overleg illegaal voortgezet en vooral hier door kon al in juli 1945 de Stichting voor de Landbouw worden opge richt. In deze Stichting waren zowel dc drie landbouworganisaties verte genwoordigd als de drie werkne mersbonden (toen nog lan darbeidersbonden genoemd). De Stichting werkte zeer voortva rend aan haar eigen statuten en kwam zeer snel met een eigen ontwerp-wet voor een publiek rechtelijke organisatie voor de landbouw. De overheid voerde echter een ver- tragingsproccdure vooral omdat ze een wet wilde maken voor het hele bedrijfsleven en niet alleen voor de landbouw. Enfin, voor dat alles rond was gin gen er nogal wat jaren heen zodat pas in 1954 de Stichting voor de Landbouw werd omgedoopt bij Koninklijk Besluit tot 'Landbouw schap'. De instelling van hetLani bouwschap was meer dan naamsverandering alleen. Stichting voor de Landbouw een privaatrechtelijke organs en het Landbouwschap werd et- publiekrechtelijk lichaam eer. j! ganisatie waaronder van r«r swege iedereen valt die in de i&- en tuinbouw werkt De betrokkenen zijn dan ook r- bonden aan de regelingen, diefe Landbouwschap door zijn wette-, vastgelegde bevoegdheden vaardigt Nogal wat mensen Sa, den in het begin erg huiverig genover het Landbouwschap os binnen de landbouworganisatie Zou het Landbouwschap de eigt- organisatie niet gaan uithollen e: de zelfstandigheid op de tocht zei ten? De start van het Landbouwschg was in de jaren 50 ook niet ai k gelukkig. Men stond nogal ver va: de boer af en de heffingen affai'ê (Hollandsche Veld) brachten nofc wat negatieve publiciteit In de zestiger jaren heeft het Las; bouwschap zich meer en meer pa lief ontwikkeld. De verordend bevoegdheid (een mogelijke voor impopulariteit) werd welbe wust uiterst beperkt gehanteerde het accent kwam vrijwel te ligge op samenwerking en algeme belangenbehartiging. De vorrca; van de E. E. G. heeft er ook veel aa bij gedragen dat het Landbous schap de richting van samen werking en belangenbehartigii; opging. Vlak na de oorlog werd ai men, dat er in de landbouwsêcte veel publiekrechtelijk geord?e zou kunnen worden. Die verende- stelling was niet opjuist, maar werd onvoldoende rekeni houden met grote verandering»: die het Europese landbouwbefo: voor de ontwikkeling in de agra:- sche produktie met zich mee zee brengen. Meer en meer werd d' landbouwpolitiek bepaald in Br» sel. Het Landbouwschap ging zich dan ook meer dan voorheen nchta op Brussel. De samenwerking it organen van werknemers en werk gevers van de lidstaten kreeg steeds meer inhoud en waarde Persoonlijk vind ik dat het Land bouwschap het resultaat is van es: typisch Nederlandse construct* Een op het eerste gezicht meri waardig samenplakscl; in deprsi t ijk echter werkt het voortreffelu Vanouds hebben in de landbom en in vele andere sectoren van oh maatschappelijk leven, een nar confessies gescheiden optrekken Als het erop aankomt echter weta we via een niet zo voor de hand lig gende constructie, een vuist, eer werkbaar geheel te maken. Wart het kan beslist niet ontkend wor den dat het Landbouwschap een vaste plaats verworven heeft binnen de land- en tuinbouw Door een eensgezind en krachtig optre den groeide binnen de landbour- wereld het besef, dat men het niet meer kan stellen zonder een topor gaan, dat nationaal en mtematio naai moet strijden mensen die in getal flink begon s- rug te lopen. Mede door de sterk» voormannen die elkaar uitsteken; aanvoelden wist het Landbouw schap een groot prestige op te bouwen. De enquête die zojuistge- houden is door 'De Boerderij' afhankelijk -weekblad) bevestigt dat het overgrote deel van onze boeren en tuinders nu - in stelling tot een goede 20 jaar golf den - grote waardering heeft het Landbouwschap. Via dit schap hebben we als Ne derlandse Land- en Tuinbouw eet samenwerkingsorgaan waar ma in nogal v?at landen om ons heen® ook veraf (bijv de U S. A.) met;< loezie naar kijkt Mr Gerard W. Smallegange r Van onze correspndent Henk Kolb) Nn N Na elf jaar aan de macht schijnt voor Canada's eerste-minister Pierre Elliot Trudeau. bijna zestig, de tijd van gaan gekomen. Opiniepeilingen wijzen uit dat hij aan de vooravond van de verkiezin gen van 22 mei allerminst mag reke nen op een voortzetting van zijn be staan als premier. Trudeau is de verkiezingen ingegaan met een pleidooi voor ingrijpende constitu tionele hervormingen, die niet buitengewoon aanspreken bij een bevolking die zich in doorsnee meer bekommert om zulke problemen als welvaart en inflatie. Hoezeer het in Canada ook waar mag zijn dat een groot kiezersblok gaarne tegen Trudeau zou willen stemmen, het alternatief voor deze liberaal is een merkwaardig politiek dier: de progressieve conservatief Joe Clark, die met zijn 36 jaai- Canada's jongde eerste-minister aller tijden zou wor den. Clark evenwel, is een man die aan een driejarige carrière als leider van de oppositie wel politieke han digheid heeft overgehouden, maar geen duidelijke politieke filosofie Victor-Levy Beaulieu, schrijver te (Franstalig en liberaal) Quebec, be schreef Joe Clark als „de culturele wedergeboorte van Bhts-Canada reukloos, kleurloos en smaakloos" Clark zelf zegt' „Ik heb geen visioe nen te bieden, ik ben geen uitzonder lijk mens en ik weet daarom dat ik afhankelijk ben van andere mensen, hen moet organiseren - manipuleren zo u wilt - om mijn doeleinden te be reiken" Hij vertrouwt op zijn talent om vla een systeem van voortduren de onderhandelingen, verzoening en manipulatie een soort eenheid te kneden uit losse elementen. Het ligt dan ook voor de hand dat hij onder die omstandigheden ideologisch, noch in tastbaarheid van beloften, duidelijk wenst te definiëren. Tegen over de flamboyante judoka Tru deau. met zijn onmiskenbare intel lectuele begaafdheid en een tur bulent huwelijk aan de zijde van de mooie Margaret, die onlangs de fi nesses van haar liefdeleven breeduit heeft onthuld, steekt de dorre, mage re Clark, die nooit in opwinding ge raakt. opmerkelijk af. Met het ge zichtje van een bezorgde kleine mid denstander staart hij de kiezers aan. Echter, zo merken Canada-kenners op, misschien is het wel zo dat hij veel meer dan emotionele mannen als Trudeau en Levesque (die Quebecs onafhankelijkheid nastreeft) het werkelijke Canada vertegenwoor digt. Belangrijkste De heretf tuSsen de suitedeuren van de politiek daargelaten: de Canadese kiezers realiseren zich dat de verkie zingen van 22 mei misschien wel de belangrijkste zijn in de moderne ge schiedenis van dit enorme, woeste, ongeloofwaardig mooie land. omdat de volgende premier onverbiddelijk te maken krijgt met de Franstalige activisten die de provincie Quebec aan het verband der Canadese pro vincies willen onttrekken. In de voorbije tien j aar zijn het twee Frans- Canadezen geweest. Trudeau en Le vesque (premier van Quebec) die het debat hebben gevoerd. Trudeau. te gen een onafhankelijk Quebec en Le vesque daar voor Engelstalig Canada zweeg maar dreigt partij te worden, als Joe Clark de verkiezingen zou winnen. En dat brengt een geheel nieuw en zeer ver delend element in de Canadese poli tiek. waar tot nu toe. zij het enigszins in strijd met een aantal feiten, nog kon worden gezegd dat Quebecs verlangens naar onafhankelijkheid voornamelijk een culturele onder grond hadden van een Franstalige minderheid, die niet in een zee van Engels ten onder.wilde gaan. Met Trudeau als premier viel nog aan te tonen dat die culturele erfenis best viel te torsen zonder dat die automa tisch moest leiden tot afscheiding. Trudeau gaat de verkiezingen dan ook in met een programma van con stitutionele hervormingen, die voor al ten doel hebben de separatisten in Quebec de wind uit de zeilen te ne men. doch tegelijkertijd hun onmis kenbare rechten tegen de achter grond van garanties voor hun eigen culturele bagage beter te waarbor gen. In Engels sprekend Canada is dit nauwelijks een gegeven van belang Men spreekt immers Engels en geen Frans, men heeft de meerderheid Maar trudeau heeft althans de moed om zijn Engelstalige landgenoten voor te houden dat de minderheid een waardige plaats moet worden gebouwd in de'constitutie Helaas, zoals Trudeau zegt .Canada is het enige onafhankelijke land ter wereld dal niet de macht heeft zijn eigen grondwet aan te passen. Aanvanke lijk bracht dat ons slechts m verle genheid - thans is het beschamend". Tragisch maar waar de macht over Canada's grondwet ligt in groot Brit- tannié, waar het moederparlement anno 1867 in de „Acte voor Noord- Amerika" de grondslag legde voor de Canadese grondwet Nu zijn de Brit ten de laatsten om enige modernise ring in de staatkundige verhoudin gen te willen tegenhouden in deze verlichte tijden, maar helaas ligt het grootste obstakel m Canada zelf. Niet eens De elf Canadese provincies, die vol achterdocht hun regionale macht bewaken, kunnen het niet eens wor den over een aanpassing van de grondwet. Trudeau komt zodoende de eer toe dat hij zich heeft willen verheffen boven hel niveau van de eenvoudige verkiezingsbeloften aan minderheidsgroepen, bejaarden en andere belastingbetalers waarmee Clark rondtrekt, en ter gelegenheid van de verkiezingen een nationaal debat op gang heeft willen brengen, met voortzetting van de nationale eenheid als inzet. Clark erkent geen zelfbeschikkings recht van Quebec, ziet dat Canada nooit meer zal worden dan een ver zameling culturen, die door een fede rale regering kunnen worden gebun deld met een algemeen belang, maar ziet niets in Trudeau's verlangen naar een gezamenlijke Canadese Identiteit binnen de ruimte van een tweetalige natie. Clark heeft zich het gemakkelijke thema aangemeten van bestrijden van overdadige over heidsbemoeienis. beperking op het punt van belastingen en herleving van de kracht, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen die de dagen van de pioniers kenmerkte. De sleutel tot de verkiezingen ligt in Ontario, met een derde van de 23 miljoen tellende bevolking. In Onta» rio ligt de hoofdstad Ottawa zo goed als de feitelijke hoofdstad Toronto, alsmede de hoofdkwartieren van de vijf grote nationale banken en het merendeel van zijn grote onderne mingen. De helft van 's lands produk- tiecapaciteit bevindt zich in Ontario en deze provincie kiest maar liefst 95 van de 282 zetels in het Lagerhuis Maar de generatie van jonge en nog niet zo oude kiezers waar Trudeau zijn coalitie vond, is ouder geworden en aanmerkelijk bezorgder vanwege 9 procent inflatie. 8 procent werk loosheid en een rentepercentage van 11 procent. „Iedereen in plaats van Trudeau" schreeuwt dan ook een verkiezings pamflet. Maar hoezeer men dan ook tegen Trudeau mag zijn, Joe dark biedt bijzonder weinig om vóór te zijn. De laatste opiniepeilingen ge ven Trudeaus liberalen met 40 pro cent een geringe voorsprong op de „Progressieve Conservatieven" van Clark. De nieuwe democraten onder leiding van Edward Broadbent, een professor in de politieke weten schappen, krijgt 18 procent en vindt zijn aanhang met name in de wer kende klassse. Clark heeft, gelet op de opiniepeilin gen, voorlopig de wind mee. Maar vermoedelijk zal de uitkomst van de verkiezingen een liberaal min derheidskabinet onder leiding van Trudeau te zien geven Want, gegeven zijn politieke instelling en zijn Frans Canadeese afkomst is hij beter dan wie ook gekwalificeerd om het land bijeen te houden Dit feit gaat zelfs aan de Engels sprekende aanhang van Joe dark niet voorbij.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 4