Nederland
en
Indonesië
fb
Trudeau
VECHTEN VOOR POLITIEK VOORTBESTAAN
LANDBOUWSCHAP
25 JAAR
VAN AARDENNE: INTENSIEVE
ECONOMISCHE SAMENWERKING
PZC/ opinie en achtergrond 4I
VRIJDAG 18 MEI 1979
(van onze correspondent)
Nederland en Indonesië gaan intensief samenwerken op het gebied van de vliegtuigbouw,
scheepvaart en ruimtevaart. Dat is het resultaat van zes dagen van intensieve beprekingen tussen
de Nederlandse minister van economische zaken drs. Gijs van Aardenne en negen Indonesische
ministers. Daarnaast heeft de Nederlandse bewindsman ook gesproken met president Soeharto.
Een van de belangrijste resultaten is
een samenwerking tusssen Fokker en
de Indonesische vliegtuigindustrie
Nurtania in Bandoeng bij de ontwikke
ling van een nieuw type F-27. Deze sa
menwerking. zo verklaarde minister
Van Aardenne. zal pas midden 1980 ge
stalte krygen. Het is de bedoeling dat
de nieuwe F-27. zij het met modificaties,
tegen die tijd wordt uitgebracht in In
donesië.
Van Aardenne. die voor dit bezoek was
uitgenodigd door minister Habibie van
research en samenwerking, verklaarde
dat hij deze gedachten had gelanceerd
in gesprekken met zijn Indonesische
gastheer, die onlangs in Nederland was.
..Minister Habibie heeft deze gedachten
graag opgepikt", aldus de minister. Hij
kon evenwel nog met zeggen hoe de
samenwerking er m de praktijk uit zou
zien. ,Men kan allerlei gedachten heb
ben over welke delen in Nederland en
welke in Indonesië moeten worden ge
bouwd Maar zover zijn we nog niet.
Eerst moet de zaak worden doorge
praat met Fokker en ook met Nur
tania".
De Indonesische vliegtuigindustrie,
waarvan Habibie directeur is. bouwt al
kleine vliegtuigen van het type Casa
212.
- Als dit gerealiseerd wordt, betekent
dat meer werkgelegenheid in zowel Ne
derland als Indonesië? Kunt u daar
over concreet iets zeggen?
Van Aardenne: „Dat is heel moeilijk.
Nogmaals, de gedachten moeten nog
helemaal worden uitgewerkt, het is nu
nog niet in cijfers uit te drukken. Ik ge
loof dat wij tegen die tijd, over een jaar
of vijf, toe zijn aan een volgencf.type
vliegtuig, laten we zeggen een F-29 En
daarvan zal waarschijnlijk het meeste
werk in Nederland liggen"
„De F-27 zal niettemin", aldus de be
windsman. „in een vemiewde versie
nog een markt hebben. En vooral in In
donesië ligt een belangrijke markt En
zo zou de werkgelegenheid tweezijdig
versterkt kunnen worden".
Naast deze samenwerking op het ter
rein van de vliegtuigbouw, komt er ook
nog een samenwerking tussen beide
landen, met name tussen het Neder
lands Instituut Voor de Ruimtevaart
(NTVR) en de Indonesische tegenhan
ger Lapan, bij de ontwikkeling van een
wetenschappelijke satelliet. In oktober
en november komen experts bijeen om
een kostenberekening te maken.
Batam-project
Minister van Aardenne heeft in de be
sprekingen met Habibie ook belang
stelling getoond voor het Batam-pro
ject. een nog te bouwen industrie-ei
land onder de rook van Singapore. Ne
derland zal aan twee projecten deelne
men. Welke dat zijn, is nog met bekend.
Verder komt er een intensieve samen
werking, bij de reconstructie van een
werf in Soerabqja tot een marine- en
koopvaardijwerf. Daarover worden op
het ogenblik besprekingen gevoerd
tussen de Indonesische autoriteiten
aan de ene kant en een Duits en een
Nederlands bedrijf aan de andere kant.
Een tripartite-opzet dus, aldus minister
van Aardenne, die erop vertrouwt dat
deze besprekingen met succes zullen
worden afgesloten.
- Gaat Nederland, behalve de drie
door de Indonesische marine bestelde
korvetten, ook koopvaardijschepen
bomoen?
Van Aardenne „Daarover hebben we
ook uitvoerig van gedachten gewisseld.
Voor de Nedérlands scheepswerven ligt
hier ook een markt. Je kunt je afvragen
of hier een samenwerking tot stand kan
komen voor de bouw van eenvoudige
schepen voor interinsulair verkeer. Dat
delen in Indonesië worden gebouwd en
bepaalde delen worden toegeleverd
door Nederland. Dat moet nog worden
uitgedokterd met de Indonesische col
lega's".
Samenwerking ziet de bewindsman
ook op het gebied van het rivierverkeer,
de bouw van een aërodynamisch labo
ratorium voor technologisch onderzoek
dichtbij Jakarta en voor de landbouw.
Bij dat laatste denkt de minister aan
intensivering van technologische sa
menwerking om een grotere produk-
tiviteit te verkrijgen, met name via
biologische en chemische middelen.
De reeds bestaande gemengde econo
mische commissie die lange tijd inac
tief was, zal zich bezighouden met het
zogenaamde „vervolg op de uitwerking,
van de besprekingen". Deze commissie
moet de zaak nog eens goed op een rijtje
zetten, verder opzetten en naar priori
teiten uitsplitsen. Wat de samen
werking tussen Nurtania en Fokker be
treft, dat moeten deze twee bedrijven
zelf met elkaar bespreken".
- In hoeverre is de Nederlandse eco
nomie met al deze nieuwe economische
impulsen gebaat?
Van Aardenne: „De Nederlandse eco
nomie is gebaat met zoveel mogelijk
wereldhandel, zoveel mogelijk tandel n
zoveel mogelijk welvaart over de hele
wereld. Wij zijn een open land, vandaar
onze anti-protectionistische houding.
Maar het is ook voor een groot deel
eigenbelang. Welnu, daarin past ook
een toeneming van het economimiseh
verkeer tussen Nederl and en Indonesië
Het is mijn overtuiging dat door dit
soort van initiatieven het economisch
verkeer versterkt wordt, en dat komt
ook de Nederlandse economie ten goe
de".
- Kunt u misschien aangeven hoe
groot de interesse in Nederland is voor
investeringen in Indonesië?
„Het is mij gebleken dat die interesse er
heel duidelijk is. Het is ook zo dat er hier
toch wat belemmeringen zijn in de pro
cedures. Maar in de gesprekken met
minister Sumarlin (staatshervorming)
is ons verzekerd dat men bezig is die
belemmeringen uit de weg te ruimen".
- Kunt u een voorbeeld geven?
.Minister Soemarlm sprak over een
vergunningenprocedure die nu gecen
traliseerd wordt en die tot een beperkt
aantal is teruggebracht. Daardoor krüg
je minder te maken met de regionale
autoriteiten De oude procedure heeft
een remmende werking op de investe
ringen".
Problemen
De Nederlandse bewindsman, voor het
eerst in Indonesi'. meent dat Indonesië
economisch met grote problemen
kampt. „Dat is ons in die zes dagen nog
eens extra duidelijk geworden. De
enorme bevolkingsgroei, met name op
Java, de gevolgen die dat heeft voor de
landbouw, de erosie, de houtkap en de
moeilijkheid om de transmigratie goed
op gang te krijgen. Zo kun je door gaan.
Problemen genoeg, maar er is duidelijk
ook vooruitgang te zien; niet alleen de
stijging van het nationaal inkomen,
maar ook per hoofd".
„Het toenemen van de rijstconsumptie
is eigenlijk ook een zorg voor de Indo
nesische regering, want zij moet daar
door meer importeren. Toenemende
rijstconsumptie betekent natuurlijk
ook dat de mensen het zich kunnen
veroorloven om rijst te eten, wat ze
vroeger niet deden. Dat is op zichzelf
een goede zaak. Maar er zou meer rijst
verbouwd moeten worden"
- Hoe ziet u de ontwikkeling in Indone
siëMen bouwt het land op via vijf
jarenplannen. Indonesië is nu bezig
aan het derde vijfjarenplan en bij de
uitvoering daarvan leunt het zwaar op
buitenlandse leningen en ontwik
kelingshulp. Kan Indonesië hiermee
doorgaan?
„De leencapaciteit van een land waar
van de economie toch een positieve
ontwikkeling te zien geeft, is altijd gro
ter dan wanneer dat niet het geval is.
Wat dat betreft geloof ik dat Indonesië
ondanks alle problemen toch positieve
kenmerken heeft. Maar ja. aan elke
leencapaciteit zijn grenzen. De Indone
sische regering beseft dat beter dan wie
ook". t
- U bent bij president Soeharto op be
zoek geweest. Wat heeft hij met u be
sproken?
,.Ik heb verslag gedaan van de moge
lijkheden die ik zag om de economische
en ook de technologisch samenwerking
te versterken. Ik heb ook nog eens het
belang van bilaterale contacten bena
drukt. Dat zou ik dan willen plaatsen in
het licht van de UNCTAD-dialoog Ik
geloof dat het van groot belang is dat er,
naast zo'n algemene Noord-Zuid-
dialoog.ook bilaterale qontacten. zijn
en dat samenwerkingsvormen van de
grond komen. Niet alleen verstevigt dat
het begrip voor eikaars positie, maar
het verstevigt ook de onderlinge eco-
fanoy boeken
Nieuwe Burg 26-28 en Walplein
Middelburg, tel (01180)12114
NIEUW!
KLEINE GESCHIEDENIS
VAN DE DELTA
door
M. P de Bruin
5,90
verkrijgbaar in iedere
boekhandel
en bij de uitgever.
fanoy
boeken
nomische relaties en zal ertoe bijdragen
de Noord-Zuid-problemen te overwin
nen."
Minister Van Aardenne hoopt dat in de
toekomst de economische samen
werking geïntensiveerd zal worden. „Ik
ben dik tevreden over dit bezoek, maar
van een bezoek van een minister mogen
natuurlijk geen wonderen worden ver
wacht". Het tijdstip van het bezoek,
aan het begin van het derde vijfjaren
plan, acht de bewindsman goed geko
zen. Er is een nieuwe basis gelegd, die
uitgebouwd en verbreed kan worden,
meent hij
- U weet dat Indonesië vorig jaar no
vember een pakket economische maat
regelen heeft genomen om 's lands eco
nomie een gezondere basis te geven.
Een van die maatregelen, die nogal
drastisch was, was de devaluatie van
de roepia met 50 procent ten opzichte
van de Amerikaanse dollar. Hoe ziet u
deze monetaire ingreep als minister
van economische zaken9
„Het is duidelijk dat daardoor de ex
port vergemakkelijkt is Het is een zeer
algemene exportbevorderende maat
regel. Het punt is dat de koers van de
roepia een hele tijd stabiel was geweest.,
en dat er enige correctie nodig was Ik
kan niet beoordelen of het percentage
goed gekozen is. Algemeen werd het wel
hoog geacht Da tmen ter versterking
van de export zo'n pakket economische
maatregelen neemt, lijkt op zichzelf
.heel redelijk. Hoe het nu uitwerkt, is
een tweede. De export is wel toegeno
men, maar het werkt ook enigszins in
flatoir, door de importgoederen die
duurder worden en dat geeft op zichzelf
oók weer problemen. Maar ik dacht dat
de eindbalans toch wel positief was".
Zo
J o in de loop van de laatste ze
ven a acht jaar heb ik vele malen
het genoegen gesmaakt om als zo
genaamd landbouwkundige
praatjes en lezingen te houden
over de land- en tuinbouw met
haar roerselen voor een niet-agra-
risch gehoor. Dat niet-agrariseh
gehoor varieerde van stedelijke
huisvrouwen tot studenten; van
Lions- en Rotaryclubs via velerlei
politieke groeperingen tot een
keur van actiegroepen en -voer
ders. Als je tijdens die lezingen iets
vertelt over de wijze van organisa
tie binnen het agrarisch bedrijfs
leven, komt steevast naar voren
dat men wel iets afweet en van or
ganisaties en (meestal) van het
Landbouwschap maar van de ver
houding tussen die beiden geen
kaas heeft gegeten. Vaak denkt
men dat het Landbouwschap het
gefuseerde geheel is van de geza
menlijke Landbouworganisaties.
Maar ja. hoe 't dan zit met die hef
fingen waarover destijds nogal
wat soesa is gemaakt, daar heeft
menigeen moeite mee.
Deze dagen wordt het 25-jairig be
staan van het Landbouwschap ge
vierd. Een goede reden, dunkt me.
om heel kort opzet en doel van het
Landbouwschap te schetsen en
daarna een - persoonlijke - visie te
geven op deze vorm van organise
ren en functioneren van de land
bouw in Nederland. Al sinds het
midden van de vorige eeuw kennen
we in Nederland landbouworgani
saties. Rond het begin van deze
eeuw worden naast de algemene
landbouworganisatie ook twee
confessionele bonden opgericht,
een katholieke en protestantse. In
de jaren twintig kwam er een re
gelmatig contact tot stand tussen
de drie landbouworganisaties. De
crisisjaren dwongen de bonden tot
een hechtere samenwerking. In de
dertiger jaren ging bij de drie cen
trale landbouworganisaties (clo's)
niet alleen de wens leven betrok
ken te worden bij het overleg over
de crisismaatregelen van de over
heid. Ook de uitvoering ervan wil
den de organisaties in grotere mate
zelf ter hand nemen. Er werd hier
voor een ontwerp-wet gemaakt,
maar deze werd niet bij de Tweede
Kamer ingediend
De landarbeiders werden in de der
tigerjaren nog maar incidenteel bij
het overleg van de boerenbonden
betrokken. De ondernemers wilden
toen slechts over sociale
vraagstukken praten. Vlak voor de
oorlog kwam het tot een regelmatig
overleg tussen de landarbeiders-
bonden en de drie clo's in het 'Cen
traal Secretariaat van Land- en
Tuinbouw. Dit orgaan werd de
onmiddellijke voorloper van de
Stichting voor de Landbouw. Juist
toen het werk van het Centraal
Secretariaat vruchten begoh af te
werpen, kwam door de oorlog lang
zaam maar zeker een eind aan de
vrije organisaties.
Tijdens de oorlog werd het overleg
illegaal voortgezet en vooral hier
door kon al in juli 1945 de Stichting
voor de Landbouw worden opge
richt.
In deze Stichting waren zowel dc
drie landbouworganisaties verte
genwoordigd als de drie werkne
mersbonden (toen nog lan
darbeidersbonden genoemd). De
Stichting werkte zeer voortva
rend aan haar eigen statuten en
kwam zeer snel met een eigen
ontwerp-wet voor een publiek
rechtelijke organisatie voor de
landbouw.
De overheid voerde echter een ver-
tragingsproccdure vooral omdat
ze een wet wilde maken voor het
hele bedrijfsleven en niet alleen
voor de landbouw.
Enfin, voor dat alles rond was gin
gen er nogal wat jaren heen zodat
pas in 1954 de Stichting voor de
Landbouw werd omgedoopt bij
Koninklijk Besluit tot 'Landbouw
schap'. De instelling van hetLani
bouwschap was meer dan
naamsverandering alleen.
Stichting voor de Landbouw
een privaatrechtelijke organs
en het Landbouwschap werd et-
publiekrechtelijk lichaam eer. j!
ganisatie waaronder van r«r
swege iedereen valt die in de i&-
en tuinbouw werkt
De betrokkenen zijn dan ook r-
bonden aan de regelingen, diefe
Landbouwschap door zijn wette-,
vastgelegde bevoegdheden
vaardigt Nogal wat mensen Sa,
den in het begin erg huiverig
genover het Landbouwschap os
binnen de landbouworganisatie
Zou het Landbouwschap de eigt-
organisatie niet gaan uithollen e:
de zelfstandigheid op de tocht zei
ten?
De start van het Landbouwschg
was in de jaren 50 ook niet ai k
gelukkig. Men stond nogal ver va:
de boer af en de heffingen affai'ê
(Hollandsche Veld) brachten nofc
wat negatieve publiciteit
In de zestiger jaren heeft het Las;
bouwschap zich meer en meer pa
lief ontwikkeld. De verordend
bevoegdheid (een mogelijke
voor impopulariteit) werd welbe
wust uiterst beperkt gehanteerde
het accent kwam vrijwel te ligge
op samenwerking en algeme
belangenbehartiging. De vorrca;
van de E. E. G. heeft er ook veel aa
bij gedragen dat het Landbous
schap de richting van samen
werking en belangenbehartigii;
opging.
Vlak na de oorlog werd ai
men, dat er in de landbouwsêcte
veel publiekrechtelijk geord?e
zou kunnen worden. Die verende-
stelling was niet opjuist, maar
werd onvoldoende rekeni
houden met grote verandering»:
die het Europese landbouwbefo:
voor de ontwikkeling in de agra:-
sche produktie met zich mee zee
brengen. Meer en meer werd d'
landbouwpolitiek bepaald in Br»
sel. Het Landbouwschap ging zich
dan ook meer dan voorheen nchta
op Brussel. De samenwerking it
organen van werknemers en werk
gevers van de lidstaten kreeg
steeds meer inhoud en waarde
Persoonlijk vind ik dat het Land
bouwschap het resultaat is van es:
typisch Nederlandse construct*
Een op het eerste gezicht meri
waardig samenplakscl; in deprsi
t ijk echter werkt het voortreffelu
Vanouds hebben in de landbom
en in vele andere sectoren van oh
maatschappelijk leven, een nar
confessies gescheiden optrekken
Als het erop aankomt echter weta
we via een niet zo voor de hand lig
gende constructie, een vuist, eer
werkbaar geheel te maken. Wart
het kan beslist niet ontkend wor
den dat het Landbouwschap
een vaste plaats verworven heeft
binnen de land- en tuinbouw Door
een eensgezind en krachtig optre
den groeide binnen de landbour-
wereld het besef, dat men het niet
meer kan stellen zonder een topor
gaan, dat nationaal en mtematio
naai moet strijden
mensen die in getal flink begon s-
rug te lopen. Mede door de sterk»
voormannen die elkaar uitsteken;
aanvoelden wist het Landbouw
schap een groot prestige op te
bouwen. De enquête die zojuistge-
houden is door 'De Boerderij'
afhankelijk -weekblad) bevestigt
dat het overgrote deel van onze
boeren en tuinders nu - in
stelling tot een goede 20 jaar golf
den - grote waardering heeft
het Landbouwschap.
Via dit schap hebben we als Ne
derlandse Land- en Tuinbouw eet
samenwerkingsorgaan waar ma
in nogal v?at landen om ons heen®
ook veraf (bijv de U S. A.) met;<
loezie naar kijkt
Mr Gerard W. Smallegange
r Van onze correspndent Henk Kolb)
Nn
N Na elf jaar aan de macht schijnt
voor Canada's eerste-minister
Pierre Elliot Trudeau. bijna zestig,
de tijd van gaan gekomen.
Opiniepeilingen wijzen uit dat hij
aan de vooravond van de verkiezin
gen van 22 mei allerminst mag reke
nen op een voortzetting van zijn be
staan als premier. Trudeau is de
verkiezingen ingegaan met een
pleidooi voor ingrijpende constitu
tionele hervormingen, die niet
buitengewoon aanspreken bij een
bevolking die zich in doorsnee meer
bekommert om zulke problemen als
welvaart en inflatie.
Hoezeer het in Canada ook waar mag
zijn dat een groot kiezersblok gaarne
tegen Trudeau zou willen stemmen,
het alternatief voor deze liberaal is
een merkwaardig politiek dier: de
progressieve conservatief Joe Clark,
die met zijn 36 jaai- Canada's jongde
eerste-minister aller tijden zou wor
den. Clark evenwel, is een man die
aan een driejarige carrière als leider
van de oppositie wel politieke han
digheid heeft overgehouden, maar
geen duidelijke politieke filosofie
Victor-Levy Beaulieu, schrijver te
(Franstalig en liberaal) Quebec, be
schreef Joe Clark als „de culturele
wedergeboorte van Bhts-Canada
reukloos, kleurloos en smaakloos"
Clark zelf zegt' „Ik heb geen visioe
nen te bieden, ik ben geen uitzonder
lijk mens en ik weet daarom dat ik
afhankelijk ben van andere mensen,
hen moet organiseren - manipuleren
zo u wilt - om mijn doeleinden te be
reiken" Hij vertrouwt op zijn talent
om vla een systeem van voortduren
de onderhandelingen, verzoening en
manipulatie een soort eenheid te
kneden uit losse elementen. Het ligt
dan ook voor de hand dat hij onder
die omstandigheden ideologisch,
noch in tastbaarheid van beloften,
duidelijk wenst te definiëren. Tegen
over de flamboyante judoka Tru
deau. met zijn onmiskenbare intel
lectuele begaafdheid en een tur
bulent huwelijk aan de zijde van de
mooie Margaret, die onlangs de fi
nesses van haar liefdeleven breeduit
heeft onthuld, steekt de dorre, mage
re Clark, die nooit in opwinding ge
raakt. opmerkelijk af. Met het ge
zichtje van een bezorgde kleine mid
denstander staart hij de kiezers aan.
Echter, zo merken Canada-kenners
op, misschien is het wel zo dat hij veel
meer dan emotionele mannen als
Trudeau en Levesque (die Quebecs
onafhankelijkheid nastreeft) het
werkelijke Canada vertegenwoor
digt.
Belangrijkste
De heretf tuSsen de suitedeuren van
de politiek daargelaten: de Canadese
kiezers realiseren zich dat de verkie
zingen van 22 mei misschien wel de
belangrijkste zijn in de moderne ge
schiedenis van dit enorme, woeste,
ongeloofwaardig mooie land. omdat
de volgende premier onverbiddelijk
te maken krijgt met de Franstalige
activisten die de provincie Quebec
aan het verband der Canadese pro
vincies willen onttrekken. In de
voorbije tien j aar zijn het twee Frans-
Canadezen geweest. Trudeau en Le
vesque (premier van Quebec) die het
debat hebben gevoerd. Trudeau. te
gen een onafhankelijk Quebec en Le
vesque daar voor
Engelstalig Canada zweeg maar
dreigt partij te worden, als Joe Clark
de verkiezingen zou winnen. En dat
brengt een geheel nieuw en zeer ver
delend element in de Canadese poli
tiek. waar tot nu toe. zij het enigszins
in strijd met een aantal feiten, nog
kon worden gezegd dat Quebecs
verlangens naar onafhankelijkheid
voornamelijk een culturele onder
grond hadden van een Franstalige
minderheid, die niet in een zee van
Engels ten onder.wilde gaan.
Met Trudeau als premier viel nog aan
te tonen dat die culturele erfenis best
viel te torsen zonder dat die automa
tisch moest leiden tot afscheiding.
Trudeau gaat de verkiezingen dan
ook in met een programma van con
stitutionele hervormingen, die voor
al ten doel hebben de separatisten in
Quebec de wind uit de zeilen te ne
men. doch tegelijkertijd hun onmis
kenbare rechten tegen de achter
grond van garanties voor hun eigen
culturele bagage beter te waarbor
gen.
In Engels sprekend Canada is dit
nauwelijks een gegeven van belang
Men spreekt immers Engels en geen
Frans, men heeft de meerderheid
Maar trudeau heeft althans de moed
om zijn Engelstalige landgenoten
voor te houden dat de minderheid
een waardige plaats moet worden
gebouwd in de'constitutie Helaas,
zoals Trudeau zegt .Canada is het
enige onafhankelijke land ter wereld
dal niet de macht heeft zijn eigen
grondwet aan te passen. Aanvanke
lijk bracht dat ons slechts m verle
genheid - thans is het beschamend".
Tragisch maar waar de macht over
Canada's grondwet ligt in groot Brit-
tannié, waar het moederparlement
anno 1867 in de „Acte voor Noord-
Amerika" de grondslag legde voor de
Canadese grondwet Nu zijn de Brit
ten de laatsten om enige modernise
ring in de staatkundige verhoudin
gen te willen tegenhouden in deze
verlichte tijden, maar helaas ligt het
grootste obstakel m Canada zelf.
Niet eens
De elf Canadese provincies, die vol
achterdocht hun regionale macht
bewaken, kunnen het niet eens wor
den over een aanpassing van de
grondwet. Trudeau komt zodoende
de eer toe dat hij zich heeft willen
verheffen boven hel niveau van de
eenvoudige verkiezingsbeloften aan
minderheidsgroepen, bejaarden en
andere belastingbetalers waarmee
Clark rondtrekt, en ter gelegenheid
van de verkiezingen een nationaal
debat op gang heeft willen brengen,
met voortzetting van de nationale
eenheid als inzet.
Clark erkent geen zelfbeschikkings
recht van Quebec, ziet dat Canada
nooit meer zal worden dan een ver
zameling culturen, die door een fede
rale regering kunnen worden gebun
deld met een algemeen belang, maar
ziet niets in Trudeau's verlangen
naar een gezamenlijke Canadese
Identiteit binnen de ruimte van een
tweetalige natie. Clark heeft zich het
gemakkelijke thema aangemeten
van bestrijden van overdadige over
heidsbemoeienis. beperking op het
punt van belastingen en herleving
van de kracht, zelfvertrouwen en
doorzettingsvermogen die de dagen
van de pioniers kenmerkte.
De sleutel tot de verkiezingen ligt in
Ontario, met een derde van de 23
miljoen tellende bevolking. In Onta»
rio ligt de hoofdstad Ottawa zo goed
als de feitelijke hoofdstad Toronto,
alsmede de hoofdkwartieren van de
vijf grote nationale banken en het
merendeel van zijn grote onderne
mingen. De helft van 's lands produk-
tiecapaciteit bevindt zich in Ontario
en deze provincie kiest maar liefst 95
van de 282 zetels in het Lagerhuis
Maar de generatie van jonge en nog
niet zo oude kiezers waar Trudeau
zijn coalitie vond, is ouder geworden
en aanmerkelijk bezorgder vanwege
9 procent inflatie. 8 procent werk
loosheid en een rentepercentage van
11 procent.
„Iedereen in plaats van Trudeau"
schreeuwt dan ook een verkiezings
pamflet. Maar hoezeer men dan ook
tegen Trudeau mag zijn, Joe dark
biedt bijzonder weinig om vóór te
zijn. De laatste opiniepeilingen ge
ven Trudeaus liberalen met 40 pro
cent een geringe voorsprong op de
„Progressieve Conservatieven" van
Clark. De nieuwe democraten onder
leiding van Edward Broadbent, een
professor in de politieke weten
schappen, krijgt 18 procent en vindt
zijn aanhang met name in de wer
kende klassse.
Clark heeft, gelet op de opiniepeilin
gen, voorlopig de wind mee. Maar
vermoedelijk zal de uitkomst van de
verkiezingen een liberaal min
derheidskabinet onder leiding van
Trudeau te zien geven Want, gegeven
zijn politieke instelling en zijn Frans
Canadeese afkomst is hij beter dan
wie ook gekwalificeerd om het land
bijeen te houden Dit feit gaat zelfs
aan de Engels sprekende aanhang
van Joe dark niet voorbij.