Bank financiert nu (ook) kunstaankopen GEDENDER GEEFT GEDONDER TUSSEN HEMEL EN AARDE Kijk op dieren SPRINGBAND '79 GEBOEKT INITIA TIEF GALERIE KRIKHAAR 'oorverdovend goed' Oostenrijkse graaf laat miljoenen collectie na MAANDAG 30 APRIL 1979 PZC/ kunst/cultuur AMSTERDAM - „Iedereen heeft wat aan de muur hangen", zegt dé Amsterdamse galeriehouder Herman Krikhaar (45). „Het meeste is natuurlijk troep, maar stel dat 10 procent van de men sen echte kunst wil ophangen dan heeft het zin om die kunstaan kopen te stimuleren". Herman Krikhaar heeft als eerste gale riehouder in Nederland een betalings regeling voor zijn cliënten ingevoerd. Hij heeft daartoe contact opgenomen met de AL-Bank. de financierings maatschappij van de Algemene Bank Nederland, die samen met hem een sys teem heeft ontworpen dat het beste kan worden vergeleken met financierings regelingen voor roerend goed. In de kunstgalerie liggen sinds kort formulie ren van de bank gereed, die volgens Krikhaar even gemakkelijk kunnen worden ingevuld als de aanvragen van een rijkssubsidie van weleer. „Eén telefoontje met de bank en binnen tien minuten weten we of het doorgaat. De bank beschouwt kunst wat de financie ring betreft van dezelfde orde als boten en caravans". Banken Een klein onderzoek bij verschillende bankinstellingen leert dat het ini tiatief van Herman Krikhaar voorlo pig weinig navolging vindt. De AMRO- bank, noch de Rabo Bank hebben over Levenslans: noeelnkheid naa-edar.ht. 7,nlmw zelf allemaal voor te schieten. Ik vond de samenwerking met een bank een goede manier om de zaak wat toegan kelijker te maken". Krikhaar verwacht dat een breder pu bliek en zeker meer jonge mensen kunst zullen gaan verzamelen. Hij was het niet eens met het rapport dat vorig jaar over de subsidieregeling voor (Neder landse) kunstaankopen concludeerde dat alleen de beter gesitueerden ervan profiteerden. De subsidieregeling van rijkswege is afgeschaft per 1 januari en de kunstuitleencentra hebben meer speelruimte gekregen. Deze hele gang van zaken heeft Krikhaar een flinke do sis irritatie bezorgd. „In feite worden voornamelijk de kunstenaars door zo'n maatregel gedupeerd. Ik vind het heel jammer. Het is geen concurrentie voor ons, je moet eens zien wat er in de uit leencentra wordt geëxposeerd aan troep Van alles bij elkaar, beroeps en amateurs. Het publiek wordt daar echt bedonderd". uniek in de wereld. „Daar bewezen ze de kunstenaar een echte dienst mee. Het is voor een jonge kunstenaar toch al zo moeilijk om een start te maken. Als hij wil exposeren zit hij met enorm hoge kosten. Als galerie neem je vaak een deel van de kosten voor je rekening, maar als je een adressenbestand van 2200 namen hebt dan ben je aan druk werk voor de uitnodiging al gauw 8000 a 9000 gulden kwijt". Herman Krikhaar: „Je hebt mensen die zo bezeten zijn van kunst dat ze verzamelen tot ze failliet gaan. „Maai de meeste mensen kopen gericht de dingen die ze mooi vinden. Of het nu etsen, tekeningen of schilderijen zijn. Door de samenwerking met de bank zal het voor veel mensen toch iets ge makkelijker zijn om kunst te kopen, dat is voor mij de reden. Ik wil meer animo kweken voor kunst en iedereen moei ervan kunnen profiteren". de mogelijkheid nagedacht. Zolang men niet door een galeriehouder of ko per wordt benaderd zal er niets gebeu ren. Woordvoerders op de hoofdkantoren van beide banken betwijfelen of er over zoiets als kunst („Wie bepaalt de waar de er van") een regeling is te maken via een galeriehouder. Men ziet tot nu toe alleen mogelijkheden in de sfeer van persoonlijke objectfinanciering of con- sumptiefkrediet. De Banque de Paris et des Pays Bas is als kunstgevoelige in stelling enthousiast voor het idee. Een woordvoerder van deze bank zegt dat de gedachte aan kunstkrediet reeds door de directie is besproken, „Wij staan er positief tegenover". Drempel Herman Krikhaar zegt: „In het verle den heb ik zelf met een paar klanten een betalingsregeling gemaakt. Er wa ren er twee of drie die doorlopend en stipt betaalden, maar dan ging het echt om hele hoge bedragen. Ik dacht al eerder dat een financieringsmogelijk heid veel mensen over een drempel zou heen helpen. Maar het is onzin om dat Carel Enkelaar vice- voorzitter commissie programma 's EBU WILLEMSTAD - Carel Enkelaar van de Nederlandse Omroep Stichting (NOS) is op Curacao gekozen tot vice-voorzitter van de televisie zen tot vice-voorzitter van de televisie programmacommissie van de Euro pean Broadcasting Union (EBU). Hij werd tevens benoemd tot lid van een werkgroep die de EBU adviseert over nieuwe communicatie technieken. Tijdens de vergadering van de pro grammacommissie op Curasao werden eveneens tot vice-voorzitter gekozen de heren J. L. Gillaud van de Franse tele visie (TF-1) en H. Kimmel van het Westduitse televisiestation Zweites Deutsches Fernsehem (ZDF). Tot voor zitter werd herkozen Otto Es van de Noorse televisie. De jaarlijkse conferentie van de pro grammacommissie van de EBU werd voor het eerst bijgewoond door een de legatie van de Spaanstalige televisie landen. onder andere van de Caribische Telvisie Unie. Krikhaar is geen voorstander van de contraprestatie voor beeldende kun stenaars. Hij zegt: „Eigenlijk vind ik dat de contraprestatie moet worden afgeschaft. Geef een beginnend kun stenaar zes jaar voldoende geld om te kunnen leven en werken en als hij zich dan niet heeft waargemaakt moet hij maar iets anders gaan doen. Nu krijgen kunstenaars een levenslange uitke ring, zo kun je het toch bijna noemen. Op voorwaarde dat ze af en toe iets inleveren. Levenslang, dat betekent in de kroeg zitten en eindeloos praten over kunst. Er zit geen gevecht meer De verdwenen rijkssubsidie op kun staankopen was volgens Krikhaar President Valery Giscard d'Estaing van Frankrijk en president Leonid Brezjnjev hebben zaterdag een ge meenschappelijk document onderte kend waarin zij zich in dienst stellen van de ontspanning en samenwerking. Het 'programma voor de ontwikkeling van de samenwerking tussen Frankrijk en de Sowjet-Unie in het belang van de ontspanning en vrede', werd door beide staatslieden ondertekend. Zij hebben ook hun handtekening gezet onder een programma van economische, indu striële en technische samemoerking. Omroepen willen geen richtlijnen van NOS volgen HILVERSUM - De omroepen wensen geen richtsnoer inzake dc verslagge ving uit landen met omstreden regi mes. Dis is gebleken tijdens de be- stuuursvergadering van de NOS, waarin de nu ningen van de program maraden radio en televisie van de NOS over deze zaak werden besproken. Het dagelijks bestuur had die uitspraken als 'richtsnoer' ook voor de andere om roepen willen zien. Maar Var-voorzitter André Kloos zei dit een aantasting van de autonomie van de omroepen te vinden. Toen Kloos steun kreeg van zijn collega's van ande re omroepen, wer de term 'richtsnoer' door NOS-voorzitter Jurgens ingetrok ken en vervangen door 'aanbeveling' ..Wij geven kennis, dat wij het zo gaan doen", zei hij nu. De Oostduit.se autoriteiten hebben drie toneelschrijvers uit de DDR geen toestemming gegeven voor het bijwo nen van een toneelfestival in Karls ruhe. Volgens de organisatoren gold de maatregel Stefan Schuetz, Christoph Heim en Lotahr Trolle. Het. Oostduitse ministerie van cultuur zei dat er geen uitreisvisa waren verstrekt, omdat de DDR niet deelneemt aan het festival. VESTZAKTHEATER. VLISSINGEN Concert door de 'Springband-1979' onder Öing van Willem van Maanen. e verschillen tussen een klassiek en een jazzconcert zijn op velerleima nieren te onderscheiden; dat zit onder meer in de te spelen werken, in een an der publiek en in het tijdschema. Met dat laatste bedoelde ik de aanvang van het concert. Bij de ernstige muze mag men dan even na het vastgestelde uur beginnen, bij de jazzmuziek is een half uur na aanvang heel gewoon. Het uit pakken, installeren, inspelen gebeurt met een quasi nonchalance, maar ach teraf wel nauwkeurig. Als het dan eenmaal zover is, wordt er ook gespeeld. En goed. Daarvan ge tuigde de volledig bezette zaal van het Vestzaktheater. Willem van Maanen excuseerde zich by voorbaat al voor de wat stevige klan ken, die zijn 12-mans orkestzou laten horen in dit kleine theatertje en dat was tegen geen dovemansoren gezegd, want in de eerste minuten was het wel wen nen geblazen. 'Praatjes vullen geen gaatjes', zo was de titel van het openingsnummer; waar de titel qua muziekstuk op slaat is mij niet duidelijk geworden; praatjes waren er in ieder geval niet en de musici, ver deeld in een sax-, trompet- en trom- bonegroep, vermeerderd met een rit mesectie, gaven in dit fel gekleurde scala van klanken in ieder geval blijk van een muzikale hechtheid van het gebodene Naast een aantal opgeschre ven thema's wordt een ieder (die dat wil) in de gelegenheid gesteld te imp roviseren en daaraan herkent men op den duur ook wel de klasse. In iedere groepering had men een of soms meer dere musici, die vooral op het techni sche vlak ter zake kundig waren. Of sterk spelen nu altijd mooi is. is een tweede. 'Sapte lutra' van Mal Fatti was het tweede nummer. Het deed me in de be ginsituatie veel denken aan Parijs in spitsuur, met veel getoeter links en rechts. Opvallend is bij deze jazzband, dat het slagwerk een (te) overheersende rol speelt, zo zelfs,dal de sax-sectie, ook al door de overheersing van trompet en trombone, geheel in het niet viel. (zie eerste nummer) De pianist had beter thuis kunnen blijven, want die was al leen te horen in enkele (weinig boeien de) improvisaties en had als plaats in het orkest, wanneer dat voluit speelde, meer een play-back-rol. Bij wie de trommelvliezen nog niet. ge sprongen waren, konden zich uitleven in 'Beloved' van Bob Dnessen. De ma ker daarvan, ook een lid van 'Jazzband- 1979', was ziek, maar zijn collega's ga ven in deze gedegen compositie een uitvoering, die de componist zeker zal hebben aangestaan. 'Maina-Suite' was het sluitstuk voor de pauze. Het was niet een suite in de ernstige stijl met een flink aantal on derdelen; meer iets van tussen de schuifdeuren zoals de leider zei, hoewel ik moeilijkheden voorzie met twaalf man opgesteld te staan op een richel tussen twee kamers. Ook hier weer dezelfde merken en kenmerken. Veel improvisaties, uitgebalanceerd samenspel en veel leven. De musici ontvingen van de bezoekers een langdurig applaus en voor wie het vol kon houden, was er na de pauze nog een vervolg met 'Plastic Bag', 'Blood- letlers'en 'Spring-Suite' van Willem van Maanen zelf. A. L. 'Panoramiek' over Engelse verkiezingen HILVERSUM - In de NOS-televi- sierubriek 'Panoramiek' zal woensdag 2 mei. aan de vooravond van de verkie zingen in Engeland, de documentaire 'Wie helpt Engeland op de been' worden uitgezonden. In deze film vertellen En gelsen hoe hun land naai' hun mening in de huidige kritische economische si tuatie terecht is gekomen. NCR V neemt deel feestprogramma over HILVERSUM - De NCRV zal vandaag 30 april een deel van het feestelijk tele visieprogramma van de NOS overne men. Het betreft de laatste tien minu ten van het programma 'Alstublieft majesteit' en daaraan aansluitend het dankwoord van de koningin. Dat zal dus nu op beide zenders uitgezonden worden. Na afloop van deze ingelaste beelden vervolgt de NCRV het eigen programma met de feestelijke quiz 'Wat heeft zeventig'. Herman Krikhaar. BOEKEN De Je geheimen van de nacht spelen een grote rol in vele sagen en legenden. Wie schrikt niet als hij uit het duister een onverwacht geluid hoort? Ieder heeft wel angst voor onberedeneerbare ge beurtenissen, machten waar de mens geen invloed op heeft. Voor wie wil griezelen om die geheimzinnige verha len of zich vermaken met de vreemdste vormen van bijgeloof zijn er twee op merkelijke boeken verschenen: 'Het Koninkrijk van de Nacht' door Martin Koomen, en 'Tussen Hemel en Aarde' van Theo Schildkamp. Het laatste boek heeft als ondertitel: 'een ander vogelboek over nachtegalen en wielewalen, over zwaluwstenen en adelaarsgal, over mensen, vogels en andere hoogvliegers', het is geschreven en tegekend door Theo Schildkamp. Schildkamp wordt blijkbaar aange trokken door alles wat macaber en lu guber is of kan zijn in de vogelwereld. Ook zijn, vaak verrassend knappe, vo gel- en landschapstekeningen ademen eenzelfde morbide sfeer. Zijn verhalen, fabels en wetenswaardigheden heeft hij gerubriceerd in een zevental, om be paalde thema's draaiende hoofdstuk ken. Vogels leven in een gebied dat voor de mens ontoegankelijk is; ze volgen in stincten die wij niet kunnen begrijpen en mogelijk zijn er daarom zoveel ver halen over vogels - heel bekend is het verhaal over de ooievaar die de kinder tjes bezorgt. In dit werk staan tiental len verhalen over de macht van de vo gels, allemaal even onwaarschijnlijk, maar toch... Zwarte vogels en de vogels van de nacht worden met ziekte, dood en onheil in verband gebracht-je kunt het je voor stellen: ieder huivert als een uil vlak bij hem neerstrijkt. Een uil brengt ramp spoed, zeggen de verhalen, en om de dood van je huis weg te houden, had men in onze streken de gewoonte een uil tegen de deur te spijkeren. Toch is de uil ook weer net symbool voor de wijs heid, omdat hy gewijd was aan Pallas Athene. Oorspronkeiyk was dit een vruchtbaarheidsgodin - de gestalten van de maan komen overeen met de menseiyke menstruatiecyclus en daar om werd de uil, als nachtvogel, aan de godin gewijd In de kunst van Athene komt het symbool van de uil veel voor, en zodoende wordt aan de vogel wys- heid toegeschreven. Ontegenzeglyk ziet een uil er 'deftig' en opmerkzaam uit met zyn frontaal geplaatste ogen, maar by zonder intelligent is hy, verge leken met andere vogelsoorten, beslist niet. Zwanen vallen door hun indrukwekend en fraai uiterlyk in veel mythen samen met goden of godinnen. Voor de Ge rmanen waren zwanen de Walkuren, godinnen van noodlot, strijd en dood. In de Griekse verhalen, dat van Leda en de zwaan en van Cygnus die in een zwaan veranderde, komt deze vogel ook voor. Patrijzen waren een zinnebeeld van geilheid; in de Middeleeuwen werd onkuisheid weergegeven door een naakte vrouw die een patrijs liefkoosde. Het bekendste van alle vogelsymbolen is wel de duif: sinds de mythe van Noach, die éen duif uitzond om te on derzoeken of het- water van de zond vloed gezakt was, is deduif het symbool van de vrede, althans in deze streken. De nachtegaal zou uit liefde voor de roos zingen, voor zijn sterfzang gaat hij dan ook ln een rozenstruik zitten. Theo Schildkamp heeft meer te zeggen dan al deze boeiende verhalen: hij ver zet zich tegen de massale jacht op trek vogels rondom de Middellandse Zee, en ook tegen de jacht op zeldzame vogels in ons land. Zo wordt hier nog steeds op de Houtsnip gejaagd, hoewel er slechts een tweehonderd paren in ons land voorkomen. Zeker is dat vogels over enkele gaven beschikken, die de mens verloren heeft Dieren voelensommige dingen, als na tuurrampen, veranderingen in het weer etc. veel eerder aan dan wy. En wilt u soms zelf gaan vliegen, dan geefthy twee recepten voor vliegzalf. Voor het eerste hebt u zulke lugubere ingrediën ten nodig, dat ik het maar niet op schrijf, het tweede gaat beter: „Pluk bij volle maan precies te middernacht de bladeren van een doornappel. Meng die met bilzenkruid. Graaf een alruin uit ot ze nog maar met een paar draden aan de grond vastzit. Verbind de staart van een magere zwarte hond met de alruin en houd het beest een stuk vlees voor, zodat het - opspringend - de alruin uit rukt. Hak de alruin fijn en meng alles met het vet van de hond Wrijf daarmee het eigen lichaam grondig in." Tussen hemel en aarde, door Theo Schildkamp 39,50, Uitgeverij 'Het Spectrum', Utrecht. Hoe mysterieus ze ook zijn, toch heb ben sommige nachtelijke verschijnin gen een naam - in 'Het Koninkrijk van de Nacht' worden de geheimzinnige geesten van aarde, water, vuur en he mel allemaal elfen genoemd. Elfen zijn niet de zoetige, vriendelijke meisjes uit de kinderboeken, integendeel, ze kunnen soms bijzonder onaangenaam zijn. In veel Europese sagen is Oberon de koning van de elfen; hij wordt- geschilderd als een boze duivel en de heksen hebben hun toverkunsten aan hem te danken. In onze streken worden de elfen 'witte wijven' genoemd, en net- als voor andere elfen geldt dat men er goed aan doet., ze te vrezen, maai' dat ze soms de mens ook behulpzaam zijn. Uit Hulst is een vrij recente beschrijving van een ontmoeting met witte vrouwen alkomstig - de détails stemmen over een met die uit veel andere volks verhalen een mistige en vochtige avond, de ontmoeting heeft plaats op een moeilijk deel van de weg. Voor dwaallichten heeft de wetenschap nooit een verklaring gevonden; Martin Koomen zegt, dat woorden als 'fosforj- serend moerasgas' of'ontvlambaar me thaan' geen werkelyke oorzaak aange ven. In het volksgeloof zyn dwaallich ten de zielen van ongedoopte kinderen en afgezanten van de duivel. Voor de kerstening waren dwaallichten elfen, ze zyn tenminste net zo onberekenbaar: aan de ene reiziger wijzen ze de weg door het moeras en een ander leiden ze naai- zijn ondergang. Het Christendom heeft, het gedrag van elfen en van de duivel, ook al zo'n denk beeldige bedreiging, nooit goed kunnen verdragen. Luther, een warm voorstan der van het martelen van heksen op de pynbank, geloofde aan wisselkinde- ren.Elfen hebben de gewoonte om hun kroost te verwisselen met dat van men sen, en één van de vruchten van Lut hers ryke denken was om zulke kinde ren m de Moldau te verdrinken. Aller heiligen en Allerzielen zyn door de kerk in de plaats gesteld van belangryke 'heidense' dagen het feest waarop men eer bewees aan het door de lucht trek kende dodenleger. In zyn studie gaat Koomen diep in op de herkomst van het. elfengeloof. Een belangryke theorie is, dat in het el fengeloof de herinnering aan de pre/his torische mens wordt bewaard, en ont staan is toen de mensenrassen uit liet steen- en bronstydperk door de ijzer gebruikende Europeanen werden ver dreven. De verslagen lassen vluchtten naar onherbergzame streken met hun gewoonten, die door hun meer be schaafde overwinnaars niet werden be grepen. Evenals de huidige handel tus sen pygmee-volken en andere stammen plaats vindt zonder dal er van een ont moeting sprake is, kan dat ook in die tijd gebeurd zyn. Er zyn sagen, dat het overwonnen volk kinderen verwisselde - genoeg overeenkomsten dus met het elfengeloof. Niet alle elfen kunnen ver klaard worden als een herinnering aan een verslagen oervolk; sommigen kun nen beschouwd worden als een herin nering aan de godenvan zulke volken. De meeste Germaanse goden hadden by de kerstening van Europa zo'n vaste voet verworven, dat men ze niet zomaar kon vergeten. Kerkvaders hebben ge tracht deze goden tot gevallen engelen te degraderen en dat heeft zeker succes gehad. Tenslotte is er een theorie over het ontstaan van de elfentraditie die uitgaat van de neiging van primitieve volken om alle elementen in de natuur een ziel toe te kennen. In de allereerste sage die over ons land is opgetekend speelt Zeeland waar schijnlijk een belangrijke rol - het ver haal is nagelaten door Procopius een zesde-eeuwse Byzantijnse geschied schrijver. Een volk van vissers en boe ren, de bewoners van Zeeland, was on derworpen aan de Franken, maar hoef de geen belasting te betalen. Hun taak was de zielen van de gestorvenen naar het eiland Bnttia te brengen Misschien is het hele geheimzinnige spel van dwergen, elfen en geesten een verzinsel, maar deze traditie heeft wel een schat aan verhalen opgeleverd. Dit boek is een uitmuntende studie over de erfenis van het intrigerende elfenrijk ln het Timbavati Natuurreser vaat, een ongerepte rimboe in het Noordoosten van Transvaal, leven een paar witte leeuwen. Timbava ti wordt zelden door mensen be zocht, en daarom heeft de natuur zich daar kunnen handhaven. Er groeien prachtige planten, er zijn vele soorten dieren, en de ontdek king, beschreven door Chris McBride in 'De witte leeuwen van Timbavati' maakt dit gebied nog belangrijker dan het al was. Deze witte leeuwen zijn werkelijk 'wit', dat wil zeggen: het zijn geen albi no's, ze hebben geen rode ogen. Mocht u het niet geloven: de vele foto's in dit. boek bewijzen hun be staan. In oktober 1975 werden er voor het eerst twee witte welpen gezien; ze werden Temba en Tombi genoemd, dat betekent in het Zoeloe 'hoop' en 'meisje'. De bij zondere leeuwenwelpen hadden ook een normaal gekleurd broertje, Vela. Er doen meer geruchten over witte leeuwen de ronde in Afrika, maar die dieren zyn allemaal ge storven. De evolutie zal dikwyls dergelijke mutaties hebben opge leverd, maar de afwijkende en op vallende kleur is een te grote han dicap om er mee te kunnen leven. De leeuw heeft een schutkleur no dig om met succes te jagen en zoals altyd hebben zich in deevolutie de dieren met de gunstige erfelyke eigenschappen zich weten te red den. Niet omdat als een bepaalde kleur nuttig is, de aanleg voor die kleur dominant wordt, -zoals in dit boek onjuist wordt geformuleerd, maai" omdat dieren met die erfely ke eigenschappen meer kansen hebben in de struggle for live, en dus hun aanleg aan het nageslacht door kunnen geven. De witte leeu wen van Timbavati leven nog wel, er is zelfs weer een witte leeuw ge boren. Het boek heeft, behalve dan wegens de prachtige foto's, weinig verdiensten. De witte leeuwen van Timbavati door Chris Mc Bride. Standaard Uitgeverij, Amsterdam. Van een veel betere kijk op de die ren van Afrika getuigt Hugh B. Colt. Zijn 'Kijk op dieren' is een voortreffelijk boek. en dat geldt zeker voor de inleiding over de samenhang in een oeeosysteem, de nauwkeurige afstamming van de diersoorten in de natuur. Symbio se is een samenleving en samen werking van twee soorten dieren die voor beide voordelen oplevert. Ossepikkers zijn vogels die alleen in Afrika voorkomen en leven van teken en luizen die ze vinden op de huid vanbuffels, zebra's en andere hoefdieren. De gastheren zijn zeer verdraagzaam jegens de vogels: de ossepikkers doen voor de dieren ook dienst als wachtpost, omdat ze gaan krijsen als er gevaar, b.v. een mens, nadert. Een héél merkwaar dige samenwerking wordt bedre ven door de grote honingwijzer - de vogel is verzot op bijenwas, heeft geen moeite met het vinden van een bijennest, maar moet de hulp van de mens inroepen om het nest te openen. Honingverzame- laars worden door de vogel naar het bijennest geleid, en als die de honing geroofd hebben gaat de ho ningwijzer het nest in om van de was te eten. Uilen komen in Afrika veel voor; de meeste soorten hebben zeer scherpe ogen en vliegen geruisloos. Zo verrast een uil zijn prooi pas vlak voor de aanval. In 'Kijk op die ren' wordt uitgelegd hoe de evolu tie van de geluidloze vlucht in zyn werk is gegaan - by visuilen, die de ze aanpassing niet nodig hebben, is er geen sprake van een geruisloze vlucht. Om het geluid te dempen zijn er een drietal mechanismen: de eerste slagpen is voorzien van een kamvormige zoom, die de lucht stroom effent, aan de achterrand van de vliegveren zitten franjes, die luchtwervelingen dempen en alle veren hebben een donzige struc tuur. Tot de indrukwekkendste dieren behoren zeker de nylpaarden: ze leven van enorme hoeveelheden planten. Nijlpaarden kunnen erg agressief worden, vooral tegen hun aartsvijand, de nijlkrokodll. Kro kodillen zijn de enige overlevende leden van de archosauria, waartoe ook de dinosauriërs hebben be hoord. De hoog ontwikkelde ge dragspatronen van krokodillen, als het voortplantingsgedrag en de broedzorg, zijn voor reptielen uit zonderlijk. Krokodillenmoeders bouwen nesten voor hun eieren, die de jongen niet zelf open kunnen maken. Het geroep van de ongebo ren Jongen stimuleert de moeder om het nest te openen, en proeven hebben aangetoond dat krokodil- lenvrouwtjes veel vastberadenheid aan de dag leggen om hun jongen te bevrijden- Ook later zorgt de moeder goed voor haar jongen: ais er gevaar dreigt klampen de babies zich vast aan de staart van hun moeder, en de vrouwtjes verdedi gen hun broed zo goed als ze kun nen. In dit prachtige boek worden naast de diepgaande beschrijvingen van de dieren ook aanwyzingen gege ven hoe dierenzelf te tekenen of te fotograferen. Kijk op dieren door Hugh B. Cottl vert. Midas Dekkers. Uitgeverij Het Wereld venster, Baam. 'Zwerven door ons bomenland', is het tweede kijkboek over bomen van Gait Berk. In 'Ons Bomenland' ging het over de betekenis van bomen in het landschap en min of meer algemeen voorkomende bo men. Het nieuwe boek handelt over bomen met een zonderling gedrag en dergelijke. De ene boom is nooit gelijk aan de andere- in dit boek wordt gesproken over bomen die vroeger of later hun blad ver liezen dan hun soortgenoten: ie dereen zal wel zulke individualis ten kennen. Gait Berk besteed veel aandacht aan uit verre landen ingevoerde bomen. Er zijn in de koloniale tijd nogal wat oosterse planten naar ons land gebracht omdat de artsen van de Verenigde Oostindische Compagnie de opdracht hadden naar kruiden en boomprodukten te zoeken. Heel algemeen in ons land is de vlier: vroeger mocht hij bij geen enkel huis op het platteland ontbreken omdat men geloofde dat de boom/heester (hij houdt zo'n beetje het midden!) geluk aan bracht. Het boek is fraai geïllu streerd. Een van de aantrekkelijk ste foto's staat op pagina 160. hij is gemaakt in een polder tussen Waalwijk en Sprang-Capelle, een gebied waar, anders dan in Zee land, nog niet al te veel schade aan het landschap is aangericht. De laatstemaanden is, met namen op Zuid-Beveland, door het omhak ken van bomen en het rooien van heggen weer onherstelbare sghade toegebracht. De natuurbe schermingsgedachte moet telkens opnieuw weer uitgedragen worden, het lijkt wel of de georganiseerde vernieling meer kwaadaardige handlangers heeft dan ooit. Als het doorgaat zoals nu, heerst over een poosje mogelijk alleen nog maar rust in oude stadstuinen, waar in 'Zwerven door ons bomenland' een paar mooie kiekjes van staan. De waarde van dit boek schuilt in de foto's maar ook in de tekst, waarin soms opmerkelijke dingen over bomen worden verteld. Zwerven door ons bomenland, door Gait L. Berk. Prijs 27,50 (tot 1 mei 19,501. Uitgave Romen/Unieboek BV Baarn. Amfibieën en Reptielen zijn van alle gewervelde dieren het minst bestudeerd omdat ze voor de mens van weinig econmosich belang zijn. Wel bestaan er heel wat le genden over deze groepen dieren. Men kan zich dat wel voorstellen als men een paar van deze bizarre foto's uit 'Reptielen en Amfibieën' uit de serie 'Hoe dieren leven' be- kijkt.Bij voorbeeld op blz. 68 de kop van een grootkop-modder- schildpad, op pag. 75 een slang die een ei eet dat onmogelijk groot voor hem is, maar dat hij toch weet door te slibken en op blz. 115 een foto van een moloch, een luguber ogend, stekelig dier dat in Aust rali voorkomt. In dit boek van Dr A. C. Echternacht wordt uitvoerig in gegaan op het ontstaan en de evo lutie van amfibieën en reptielen. Van alle uitgestorven reptielen spreken de reuzenreptielen, die in het Mesozoïcum leefden, het meest tot de verbeelding. Waarom aan het eind van het Krijt de reptielen plotseling massaal uitstierven is niet bekend. In dit boeiende boek wordt ook aandacht besteed aan de verhou ding van amfibieën en reptielen tot de mens. Slangen worden zeer ge vreesd om hun soms giftige beten voor wurgslangen hoeft men met bang te zyn. Nu valt het allemaal erg mee met het gevaar dat we van slangen te duchten hebben; er zyn maar enkele soorten giftige slan gen voor de mens. En slangen val len mensen enkel aan wanneer ze in het nauw worden gebracht. Kro kodillen zijn heel wat gevaarlijker; de nijlkrokodll en de zeekrokodil besliupen mensen waarschijnlijk om ze op teeten. Daar staat tegen over dat de mens vanwege het waardevolle' leer de krokodil bijna heeft uitgeroeid. Hoe dieren leven - Reptielen en Am fibieën door Dr A C. Echternacht. vert. J. B. Goosens. Uitgeverij Elsevier, Am sterdam. LONDEN - Graaf Antoine Seilern. telg uit een oud Oostenrijks adellijk geslacht, heeft zijn kunstverzame ling ter waarde van 30 miljoen pond sterling vermaakt aan het In stituut Courtauld in Londen. Naar de Londense Daily Telegrafp zaterdag berichtte had de vorig jaar op 77-jarige leeftijd in de Brit se hoofdstad overleden graaf, per soonlijke banden met het kleine museum dat met de universiteit van Londen verbonden is. Courtauld verwerft werk van Mi- chelangelop Rembrandt, Rubens Cezanne en Brueghel. In Seilerns collectie bevinden zich van Rubens alleen al 33 schilderijen en 23 teke ningen. Hij had voor de meester een bijzondere voorliefde. De graaf laat het Kunsthistorisch Museum in Wenen twee schilderijen na. In de Oostenrijkse hoofdstad had Seilern gestudeerd onder de intus sen overleden professor Johannes Wilde, die later onderdirecteur van Courtauld was. Plaatsgebrek voor het onderbrengen van de collectie- Seilern dwingt het Instituut. Courtauld waarschijnlijk tot nieuwbouw. Graaf Antoine Seilern schafte zijn verzameling tussen 1938 en het einde van de jaren zes tig grotendeels op veilingen aan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 4