Bank financiert nu
(ook) kunstaankopen
GEDENDER
GEEFT
GEDONDER
TUSSEN HEMEL EN AARDE
Kijk op dieren
SPRINGBAND '79
GEBOEKT
INITIA TIEF GALERIE KRIKHAAR
'oorverdovend goed'
Oostenrijkse
graaf laat
miljoenen
collectie na
MAANDAG 30 APRIL 1979
PZC/ kunst/cultuur
AMSTERDAM - „Iedereen heeft wat aan de muur hangen", zegt
dé Amsterdamse galeriehouder Herman Krikhaar (45). „Het
meeste is natuurlijk troep, maar stel dat 10 procent van de men
sen echte kunst wil ophangen dan heeft het zin om die kunstaan
kopen te stimuleren".
Herman Krikhaar heeft als eerste gale
riehouder in Nederland een betalings
regeling voor zijn cliënten ingevoerd.
Hij heeft daartoe contact opgenomen
met de AL-Bank. de financierings
maatschappij van de Algemene Bank
Nederland, die samen met hem een sys
teem heeft ontworpen dat het beste kan
worden vergeleken met financierings
regelingen voor roerend goed. In de
kunstgalerie liggen sinds kort formulie
ren van de bank gereed, die volgens
Krikhaar even gemakkelijk kunnen
worden ingevuld als de aanvragen van
een rijkssubsidie van weleer. „Eén
telefoontje met de bank en binnen tien
minuten weten we of het doorgaat. De
bank beschouwt kunst wat de financie
ring betreft van dezelfde orde als boten
en caravans".
Banken
Een klein onderzoek bij verschillende
bankinstellingen leert dat het ini
tiatief van Herman Krikhaar voorlo
pig weinig navolging vindt. De AMRO-
bank, noch de Rabo Bank hebben over Levenslans:
noeelnkheid naa-edar.ht. 7,nlmw
zelf allemaal voor te schieten. Ik vond
de samenwerking met een bank een
goede manier om de zaak wat toegan
kelijker te maken".
Krikhaar verwacht dat een breder pu
bliek en zeker meer jonge mensen kunst
zullen gaan verzamelen. Hij was het
niet eens met het rapport dat vorig jaar
over de subsidieregeling voor (Neder
landse) kunstaankopen concludeerde
dat alleen de beter gesitueerden ervan
profiteerden. De subsidieregeling van
rijkswege is afgeschaft per 1 januari en
de kunstuitleencentra hebben meer
speelruimte gekregen. Deze hele gang
van zaken heeft Krikhaar een flinke do
sis irritatie bezorgd. „In feite worden
voornamelijk de kunstenaars door zo'n
maatregel gedupeerd. Ik vind het heel
jammer. Het is geen concurrentie voor
ons, je moet eens zien wat er in de uit
leencentra wordt geëxposeerd aan
troep Van alles bij elkaar, beroeps en
amateurs. Het publiek wordt daar echt
bedonderd".
uniek in de wereld. „Daar bewezen ze de
kunstenaar een echte dienst mee. Het is
voor een jonge kunstenaar toch al zo
moeilijk om een start te maken. Als hij
wil exposeren zit hij met enorm hoge
kosten. Als galerie neem je vaak een
deel van de kosten voor je rekening,
maar als je een adressenbestand van
2200 namen hebt dan ben je aan druk
werk voor de uitnodiging al gauw 8000 a
9000 gulden kwijt".
Herman Krikhaar: „Je hebt mensen
die zo bezeten zijn van kunst dat ze
verzamelen tot ze failliet gaan. „Maai
de meeste mensen kopen gericht de
dingen die ze mooi vinden. Of het nu
etsen, tekeningen of schilderijen zijn.
Door de samenwerking met de bank
zal het voor veel mensen toch iets ge
makkelijker zijn om kunst te kopen,
dat is voor mij de reden. Ik wil meer
animo kweken voor kunst en iedereen
moei ervan kunnen profiteren".
de mogelijkheid nagedacht. Zolang
men niet door een galeriehouder of ko
per wordt benaderd zal er niets gebeu
ren.
Woordvoerders op de hoofdkantoren
van beide banken betwijfelen of er over
zoiets als kunst („Wie bepaalt de waar
de er van") een regeling is te maken via
een galeriehouder. Men ziet tot nu toe
alleen mogelijkheden in de sfeer van
persoonlijke objectfinanciering of con-
sumptiefkrediet. De Banque de Paris et
des Pays Bas is als kunstgevoelige in
stelling enthousiast voor het idee. Een
woordvoerder van deze bank zegt dat
de gedachte aan kunstkrediet reeds
door de directie is besproken, „Wij
staan er positief tegenover".
Drempel
Herman Krikhaar zegt: „In het verle
den heb ik zelf met een paar klanten
een betalingsregeling gemaakt. Er wa
ren er twee of drie die doorlopend en
stipt betaalden, maar dan ging het echt
om hele hoge bedragen. Ik dacht al
eerder dat een financieringsmogelijk
heid veel mensen over een drempel zou
heen helpen. Maar het is onzin om dat
Carel Enkelaar vice-
voorzitter commissie
programma 's EBU
WILLEMSTAD - Carel Enkelaar van
de Nederlandse Omroep Stichting
(NOS) is op Curacao gekozen
tot vice-voorzitter van de televisie
zen tot vice-voorzitter van de televisie
programmacommissie van de Euro
pean Broadcasting Union (EBU). Hij
werd tevens benoemd tot lid van een
werkgroep die de EBU adviseert over
nieuwe communicatie technieken.
Tijdens de vergadering van de pro
grammacommissie op Curasao werden
eveneens tot vice-voorzitter gekozen de
heren J. L. Gillaud van de Franse tele
visie (TF-1) en H. Kimmel van het
Westduitse televisiestation Zweites
Deutsches Fernsehem (ZDF). Tot voor
zitter werd herkozen Otto Es van de
Noorse televisie.
De jaarlijkse conferentie van de pro
grammacommissie van de EBU werd
voor het eerst bijgewoond door een de
legatie van de Spaanstalige televisie
landen. onder andere van de Caribische
Telvisie Unie.
Krikhaar is geen voorstander van de
contraprestatie voor beeldende kun
stenaars. Hij zegt: „Eigenlijk vind ik
dat de contraprestatie moet worden
afgeschaft. Geef een beginnend kun
stenaar zes jaar voldoende geld om te
kunnen leven en werken en als hij zich
dan niet heeft waargemaakt moet hij
maar iets anders gaan doen. Nu krijgen
kunstenaars een levenslange uitke
ring, zo kun je het toch bijna noemen.
Op voorwaarde dat ze af en toe iets
inleveren. Levenslang, dat betekent in
de kroeg zitten en eindeloos praten
over kunst. Er zit geen gevecht meer
De verdwenen rijkssubsidie op kun
staankopen was volgens Krikhaar
President Valery Giscard d'Estaing
van Frankrijk en president Leonid
Brezjnjev hebben zaterdag een ge
meenschappelijk document onderte
kend waarin zij zich in dienst stellen
van de ontspanning en samenwerking.
Het 'programma voor de ontwikkeling
van de samenwerking tussen Frankrijk
en de Sowjet-Unie in het belang van de
ontspanning en vrede', werd door beide
staatslieden ondertekend. Zij hebben
ook hun handtekening gezet onder een
programma van economische, indu
striële en technische samemoerking.
Omroepen willen
geen richtlijnen
van NOS volgen
HILVERSUM - De omroepen wensen
geen richtsnoer inzake dc verslagge
ving uit landen met omstreden regi
mes. Dis is gebleken tijdens de be-
stuuursvergadering van de NOS,
waarin de nu ningen van de program
maraden radio en televisie van de NOS
over deze zaak werden besproken. Het
dagelijks bestuur had die uitspraken
als 'richtsnoer' ook voor de andere om
roepen willen zien.
Maar Var-voorzitter André Kloos zei dit
een aantasting van de autonomie van
de omroepen te vinden. Toen Kloos
steun kreeg van zijn collega's van ande
re omroepen, wer de term 'richtsnoer'
door NOS-voorzitter Jurgens ingetrok
ken en vervangen door 'aanbeveling'
..Wij geven kennis, dat wij het zo gaan
doen", zei hij nu.
De Oostduit.se autoriteiten hebben
drie toneelschrijvers uit de DDR geen
toestemming gegeven voor het bijwo
nen van een toneelfestival in Karls
ruhe.
Volgens de organisatoren gold de
maatregel Stefan Schuetz, Christoph
Heim en Lotahr Trolle. Het. Oostduitse
ministerie van cultuur zei dat er geen
uitreisvisa waren verstrekt, omdat de
DDR niet deelneemt aan het festival.
VESTZAKTHEATER. VLISSINGEN
Concert door de 'Springband-1979' onder
Öing van Willem van Maanen.
e verschillen tussen een klassiek
en een jazzconcert zijn op velerleima
nieren te onderscheiden; dat zit onder
meer in de te spelen werken, in een an
der publiek en in het tijdschema. Met
dat laatste bedoelde ik de aanvang van
het concert. Bij de ernstige muze mag
men dan even na het vastgestelde uur
beginnen, bij de jazzmuziek is een half
uur na aanvang heel gewoon. Het uit
pakken, installeren, inspelen gebeurt
met een quasi nonchalance, maar ach
teraf wel nauwkeurig.
Als het dan eenmaal zover is, wordt er
ook gespeeld. En goed. Daarvan ge
tuigde de volledig bezette zaal van het
Vestzaktheater.
Willem van Maanen excuseerde zich by
voorbaat al voor de wat stevige klan
ken, die zijn 12-mans orkestzou laten
horen in dit kleine theatertje en dat was
tegen geen dovemansoren gezegd, want
in de eerste minuten was het wel wen
nen geblazen.
'Praatjes vullen geen gaatjes', zo was de
titel van het openingsnummer; waar de
titel qua muziekstuk op slaat is mij niet
duidelijk geworden; praatjes waren er
in ieder geval niet en de musici, ver
deeld in een sax-, trompet- en trom-
bonegroep, vermeerderd met een rit
mesectie, gaven in dit fel gekleurde
scala van klanken in ieder geval blijk
van een muzikale hechtheid van het
gebodene Naast een aantal opgeschre
ven thema's wordt een ieder (die dat
wil) in de gelegenheid gesteld te imp
roviseren en daaraan herkent men op
den duur ook wel de klasse. In iedere
groepering had men een of soms meer
dere musici, die vooral op het techni
sche vlak ter zake kundig waren. Of
sterk spelen nu altijd mooi is. is een
tweede.
'Sapte lutra' van Mal Fatti was het
tweede nummer. Het deed me in de be
ginsituatie veel denken aan Parijs in
spitsuur, met veel getoeter links en
rechts. Opvallend is bij deze jazzband,
dat het slagwerk een (te) overheersende
rol speelt, zo zelfs,dal de sax-sectie, ook
al door de overheersing van trompet en
trombone, geheel in het niet viel. (zie
eerste nummer) De pianist had beter
thuis kunnen blijven, want die was al
leen te horen in enkele (weinig boeien
de) improvisaties en had als plaats in
het orkest, wanneer dat voluit speelde,
meer een play-back-rol.
Bij wie de trommelvliezen nog niet. ge
sprongen waren, konden zich uitleven
in 'Beloved' van Bob Dnessen. De ma
ker daarvan, ook een lid van 'Jazzband-
1979', was ziek, maar zijn collega's ga
ven in deze gedegen compositie een
uitvoering, die de componist zeker zal
hebben aangestaan.
'Maina-Suite' was het sluitstuk voor
de pauze. Het was niet een suite in de
ernstige stijl met een flink aantal on
derdelen; meer iets van tussen de
schuifdeuren zoals de leider zei,
hoewel ik moeilijkheden voorzie met
twaalf man opgesteld te staan op een
richel tussen twee kamers. Ook hier
weer dezelfde merken en kenmerken.
Veel improvisaties, uitgebalanceerd
samenspel en veel leven.
De musici ontvingen van de bezoekers
een langdurig applaus en voor wie het
vol kon houden, was er na de pauze nog
een vervolg met 'Plastic Bag', 'Blood-
letlers'en 'Spring-Suite' van Willem
van Maanen zelf.
A. L.
'Panoramiek' over
Engelse verkiezingen
HILVERSUM - In de NOS-televi-
sierubriek 'Panoramiek' zal woensdag 2
mei. aan de vooravond van de verkie
zingen in Engeland, de documentaire
'Wie helpt Engeland op de been' worden
uitgezonden. In deze film vertellen En
gelsen hoe hun land naai' hun mening in
de huidige kritische economische si
tuatie terecht is gekomen.
NCR V neemt deel
feestprogramma over
HILVERSUM - De NCRV zal vandaag
30 april een deel van het feestelijk tele
visieprogramma van de NOS overne
men. Het betreft de laatste tien minu
ten van het programma 'Alstublieft
majesteit' en daaraan aansluitend het
dankwoord van de koningin. Dat zal
dus nu op beide zenders uitgezonden
worden. Na afloop van deze ingelaste
beelden vervolgt de NCRV het eigen
programma met de feestelijke quiz 'Wat
heeft zeventig'.
Herman Krikhaar.
BOEKEN
De
Je geheimen van de nacht spelen een
grote rol in vele sagen en legenden. Wie
schrikt niet als hij uit het duister een
onverwacht geluid hoort? Ieder heeft
wel angst voor onberedeneerbare ge
beurtenissen, machten waar de mens
geen invloed op heeft. Voor wie wil
griezelen om die geheimzinnige verha
len of zich vermaken met de vreemdste
vormen van bijgeloof zijn er twee op
merkelijke boeken verschenen: 'Het
Koninkrijk van de Nacht' door Martin
Koomen, en 'Tussen Hemel en Aarde'
van Theo Schildkamp.
Het laatste boek heeft als ondertitel:
'een ander vogelboek over nachtegalen
en wielewalen, over zwaluwstenen en
adelaarsgal, over mensen, vogels en
andere hoogvliegers', het is geschreven
en tegekend door Theo Schildkamp.
Schildkamp wordt blijkbaar aange
trokken door alles wat macaber en lu
guber is of kan zijn in de vogelwereld.
Ook zijn, vaak verrassend knappe, vo
gel- en landschapstekeningen ademen
eenzelfde morbide sfeer. Zijn verhalen,
fabels en wetenswaardigheden heeft hij
gerubriceerd in een zevental, om be
paalde thema's draaiende hoofdstuk
ken. Vogels leven in een gebied dat voor
de mens ontoegankelijk is; ze volgen in
stincten die wij niet kunnen begrijpen
en mogelijk zijn er daarom zoveel ver
halen over vogels - heel bekend is het
verhaal over de ooievaar die de kinder
tjes bezorgt. In dit werk staan tiental
len verhalen over de macht van de vo
gels, allemaal even onwaarschijnlijk,
maar toch...
Zwarte vogels en de vogels van de nacht
worden met ziekte, dood en onheil in
verband gebracht-je kunt het je voor
stellen: ieder huivert als een uil vlak bij
hem neerstrijkt. Een uil brengt ramp
spoed, zeggen de verhalen, en om de
dood van je huis weg te houden, had
men in onze streken de gewoonte een
uil tegen de deur te spijkeren. Toch is de
uil ook weer net symbool voor de wijs
heid, omdat hy gewijd was aan Pallas
Athene. Oorspronkeiyk was dit een
vruchtbaarheidsgodin - de gestalten
van de maan komen overeen met de
menseiyke menstruatiecyclus en daar
om werd de uil, als nachtvogel, aan de
godin gewijd In de kunst van Athene
komt het symbool van de uil veel voor,
en zodoende wordt aan de vogel wys-
heid toegeschreven. Ontegenzeglyk
ziet een uil er 'deftig' en opmerkzaam
uit met zyn frontaal geplaatste ogen,
maar by zonder intelligent is hy, verge
leken met andere vogelsoorten, beslist
niet.
Zwanen vallen door hun indrukwekend
en fraai uiterlyk in veel mythen samen
met goden of godinnen. Voor de Ge
rmanen waren zwanen de Walkuren,
godinnen van noodlot, strijd en dood.
In de Griekse verhalen, dat van Leda en
de zwaan en van Cygnus die in een
zwaan veranderde, komt deze vogel ook
voor. Patrijzen waren een zinnebeeld
van geilheid; in de Middeleeuwen werd
onkuisheid weergegeven door een
naakte vrouw die een patrijs liefkoosde.
Het bekendste van alle vogelsymbolen
is wel de duif: sinds de mythe van
Noach, die éen duif uitzond om te on
derzoeken of het- water van de zond
vloed gezakt was, is deduif het symbool
van de vrede, althans in deze streken.
De nachtegaal zou uit liefde voor de
roos zingen, voor zijn sterfzang gaat hij
dan ook ln een rozenstruik zitten.
Theo Schildkamp heeft meer te zeggen
dan al deze boeiende verhalen: hij ver
zet zich tegen de massale jacht op trek
vogels rondom de Middellandse Zee, en
ook tegen de jacht op zeldzame vogels
in ons land. Zo wordt hier nog steeds op
de Houtsnip gejaagd, hoewel er slechts
een tweehonderd paren in ons
land voorkomen.
Zeker is dat vogels over enkele gaven
beschikken, die de mens verloren heeft
Dieren voelensommige dingen, als na
tuurrampen, veranderingen in het weer
etc. veel eerder aan dan wy. En wilt u
soms zelf gaan vliegen, dan geefthy
twee recepten voor vliegzalf. Voor het
eerste hebt u zulke lugubere ingrediën
ten nodig, dat ik het maar niet op
schrijf, het tweede gaat beter: „Pluk bij
volle maan precies te middernacht de
bladeren van een doornappel. Meng die
met bilzenkruid. Graaf een alruin uit ot
ze nog maar met een paar draden aan
de grond vastzit. Verbind de staart van
een magere zwarte hond met de alruin
en houd het beest een stuk vlees voor,
zodat het - opspringend - de alruin uit
rukt. Hak de alruin fijn en meng alles
met het vet van de hond Wrijf daarmee
het eigen lichaam grondig in."
Tussen hemel en aarde, door Theo
Schildkamp
39,50, Uitgeverij 'Het Spectrum', Utrecht.
Hoe mysterieus ze ook zijn, toch heb
ben sommige nachtelijke verschijnin
gen een naam - in 'Het Koninkrijk van
de Nacht' worden de geheimzinnige
geesten van aarde, water, vuur en he
mel allemaal elfen genoemd. Elfen zijn
niet de zoetige, vriendelijke meisjes
uit de kinderboeken, integendeel, ze
kunnen soms bijzonder onaangenaam
zijn.
In veel Europese sagen is Oberon de
koning van de elfen; hij wordt-
geschilderd als een boze duivel en de
heksen hebben hun toverkunsten aan
hem te danken. In onze streken worden
de elfen 'witte wijven' genoemd, en net-
als voor andere elfen geldt dat men er
goed aan doet., ze te vrezen, maai' dat ze
soms de mens ook behulpzaam zijn. Uit
Hulst is een vrij recente beschrijving
van een ontmoeting met witte vrouwen
alkomstig - de détails stemmen over
een met die uit veel andere volks
verhalen een mistige en vochtige
avond, de ontmoeting heeft plaats op
een moeilijk deel van de weg.
Voor dwaallichten heeft de wetenschap
nooit een verklaring gevonden; Martin
Koomen zegt, dat woorden als 'fosforj-
serend moerasgas' of'ontvlambaar me
thaan' geen werkelyke oorzaak aange
ven. In het volksgeloof zyn dwaallich
ten de zielen van ongedoopte kinderen
en afgezanten van de duivel. Voor de
kerstening waren dwaallichten elfen, ze
zyn tenminste net zo onberekenbaar:
aan de ene reiziger wijzen ze de weg
door het moeras en een ander leiden ze
naai- zijn ondergang.
Het Christendom heeft, het gedrag van
elfen en van de duivel, ook al zo'n denk
beeldige bedreiging, nooit goed kunnen
verdragen. Luther, een warm voorstan
der van het martelen van heksen op de
pynbank, geloofde aan wisselkinde-
ren.Elfen hebben de gewoonte om hun
kroost te verwisselen met dat van men
sen, en één van de vruchten van Lut
hers ryke denken was om zulke kinde
ren m de Moldau te verdrinken. Aller
heiligen en Allerzielen zyn door de kerk
in de plaats gesteld van belangryke
'heidense' dagen het feest waarop men
eer bewees aan het door de lucht trek
kende dodenleger.
In zyn studie gaat Koomen diep in op
de herkomst van het. elfengeloof. Een
belangryke theorie is, dat in het el
fengeloof de herinnering aan de pre/his
torische mens wordt bewaard, en ont
staan is toen de mensenrassen uit liet
steen- en bronstydperk door de ijzer
gebruikende Europeanen werden ver
dreven. De verslagen lassen vluchtten
naar onherbergzame streken met hun
gewoonten, die door hun meer be
schaafde overwinnaars niet werden be
grepen. Evenals de huidige handel tus
sen pygmee-volken en andere stammen
plaats vindt zonder dal er van een ont
moeting sprake is, kan dat ook in die
tijd gebeurd zyn. Er zyn sagen, dat het
overwonnen volk kinderen verwisselde
- genoeg overeenkomsten dus met het
elfengeloof. Niet alle elfen kunnen ver
klaard worden als een herinnering aan
een verslagen oervolk; sommigen kun
nen beschouwd worden als een herin
nering aan de godenvan zulke volken.
De meeste Germaanse goden hadden
by de kerstening van Europa zo'n vaste
voet verworven, dat men ze niet zomaar
kon vergeten. Kerkvaders hebben ge
tracht deze goden tot gevallen engelen
te degraderen en dat heeft zeker succes
gehad. Tenslotte is er een theorie over
het ontstaan van de elfentraditie die
uitgaat van de neiging van primitieve
volken om alle elementen in de natuur
een ziel toe te kennen.
In de allereerste sage die over ons land
is opgetekend speelt Zeeland waar
schijnlijk een belangrijke rol - het ver
haal is nagelaten door Procopius een
zesde-eeuwse Byzantijnse geschied
schrijver. Een volk van vissers en boe
ren, de bewoners van Zeeland, was on
derworpen aan de Franken, maar hoef
de geen belasting te betalen. Hun taak
was de zielen van de gestorvenen naar
het eiland Bnttia te brengen
Misschien is het hele geheimzinnige
spel van dwergen, elfen en geesten een
verzinsel, maar deze traditie heeft wel
een schat aan verhalen opgeleverd. Dit
boek is een uitmuntende studie over de
erfenis van het intrigerende elfenrijk
ln het Timbavati Natuurreser
vaat, een ongerepte rimboe in het
Noordoosten van Transvaal, leven
een paar witte leeuwen. Timbava
ti wordt zelden door mensen be
zocht, en daarom heeft de natuur
zich daar kunnen handhaven. Er
groeien prachtige planten, er zijn
vele soorten dieren, en de ontdek
king, beschreven door Chris
McBride in 'De witte leeuwen van
Timbavati' maakt dit gebied nog
belangrijker dan het al was. Deze
witte leeuwen zijn werkelijk 'wit',
dat wil zeggen: het zijn geen albi
no's, ze hebben geen rode ogen.
Mocht u het niet geloven: de vele
foto's in dit. boek bewijzen hun be
staan. In oktober 1975 werden er
voor het eerst twee witte welpen
gezien; ze werden Temba en Tombi
genoemd, dat betekent in het
Zoeloe 'hoop' en 'meisje'. De bij
zondere leeuwenwelpen hadden
ook een normaal gekleurd broertje,
Vela. Er doen meer geruchten over
witte leeuwen de ronde in Afrika,
maar die dieren zyn allemaal ge
storven. De evolutie zal dikwyls
dergelijke mutaties hebben opge
leverd, maar de afwijkende en op
vallende kleur is een te grote han
dicap om er mee te kunnen leven.
De leeuw heeft een schutkleur no
dig om met succes te jagen en zoals
altyd hebben zich in deevolutie de
dieren met de gunstige erfelyke
eigenschappen zich weten te red
den. Niet omdat als een bepaalde
kleur nuttig is, de aanleg voor die
kleur dominant wordt, -zoals in dit
boek onjuist wordt geformuleerd,
maai" omdat dieren met die erfely
ke eigenschappen meer kansen
hebben in de struggle for live, en
dus hun aanleg aan het nageslacht
door kunnen geven. De witte leeu
wen van Timbavati leven nog wel,
er is zelfs weer een witte leeuw ge
boren. Het boek heeft, behalve dan
wegens de prachtige foto's, weinig
verdiensten.
De witte leeuwen van Timbavati door
Chris Mc Bride. Standaard Uitgeverij,
Amsterdam.
Van een veel betere kijk op de die
ren van Afrika getuigt Hugh B.
Colt. Zijn 'Kijk op dieren' is een
voortreffelijk boek. en dat geldt
zeker voor de inleiding over de
samenhang in een oeeosysteem, de
nauwkeurige afstamming van de
diersoorten in de natuur. Symbio
se is een samenleving en samen
werking van twee soorten dieren
die voor beide voordelen oplevert.
Ossepikkers zijn vogels die alleen
in Afrika voorkomen en leven van
teken en luizen die ze vinden op de
huid vanbuffels, zebra's en andere
hoefdieren. De gastheren zijn zeer
verdraagzaam jegens de vogels: de
ossepikkers doen voor de dieren
ook dienst als wachtpost, omdat ze
gaan krijsen als er gevaar, b.v. een
mens, nadert. Een héél merkwaar
dige samenwerking wordt bedre
ven door de grote honingwijzer -
de vogel is verzot op bijenwas,
heeft geen moeite met het vinden
van een bijennest, maar moet de
hulp van de mens inroepen om het
nest te openen. Honingverzame-
laars worden door de vogel naar
het bijennest geleid, en als die de
honing geroofd hebben gaat de ho
ningwijzer het nest in om van de
was te eten.
Uilen komen in Afrika veel voor; de
meeste soorten hebben zeer
scherpe ogen en vliegen geruisloos.
Zo verrast een uil zijn prooi pas
vlak voor de aanval. In 'Kijk op die
ren' wordt uitgelegd hoe de evolu
tie van de geluidloze vlucht in zyn
werk is gegaan - by visuilen, die de
ze aanpassing niet nodig hebben, is
er geen sprake van een geruisloze
vlucht. Om het geluid te dempen
zijn er een drietal mechanismen: de
eerste slagpen is voorzien van een
kamvormige zoom, die de lucht
stroom effent, aan de achterrand
van de vliegveren zitten franjes, die
luchtwervelingen dempen en alle
veren hebben een donzige struc
tuur.
Tot de indrukwekkendste dieren
behoren zeker de nylpaarden: ze
leven van enorme hoeveelheden
planten. Nijlpaarden kunnen erg
agressief worden, vooral tegen hun
aartsvijand, de nijlkrokodll. Kro
kodillen zijn de enige overlevende
leden van de archosauria, waartoe
ook de dinosauriërs hebben be
hoord. De hoog ontwikkelde ge
dragspatronen van krokodillen, als
het voortplantingsgedrag en de
broedzorg, zijn voor reptielen uit
zonderlijk. Krokodillenmoeders
bouwen nesten voor hun eieren, die
de jongen niet zelf open kunnen
maken. Het geroep van de ongebo
ren Jongen stimuleert de moeder
om het nest te openen, en proeven
hebben aangetoond dat krokodil-
lenvrouwtjes veel vastberadenheid
aan de dag leggen om hun jongen te
bevrijden- Ook later zorgt de
moeder goed voor haar jongen: ais
er gevaar dreigt klampen de babies
zich vast aan de staart van hun
moeder, en de vrouwtjes verdedi
gen hun broed zo goed als ze kun
nen.
In dit prachtige boek worden naast
de diepgaande beschrijvingen van
de dieren ook aanwyzingen gege
ven hoe dierenzelf te tekenen of te
fotograferen.
Kijk op dieren door Hugh B. Cottl vert.
Midas Dekkers. Uitgeverij Het Wereld
venster, Baam.
'Zwerven door ons bomenland', is
het tweede kijkboek over bomen
van Gait Berk. In 'Ons Bomenland'
ging het over de betekenis van
bomen in het landschap en min of
meer algemeen voorkomende bo
men. Het nieuwe boek handelt
over bomen met een zonderling
gedrag en dergelijke. De ene boom
is nooit gelijk aan de andere- in dit
boek wordt gesproken over bomen
die vroeger of later hun blad ver
liezen dan hun soortgenoten: ie
dereen zal wel zulke individualis
ten kennen.
Gait Berk besteed veel aandacht
aan uit verre landen ingevoerde
bomen. Er zijn in de koloniale tijd
nogal wat oosterse planten naar
ons land gebracht omdat de artsen
van de Verenigde Oostindische
Compagnie de opdracht hadden
naar kruiden en boomprodukten te
zoeken. Heel algemeen in ons land
is de vlier: vroeger mocht hij bij
geen enkel huis op het platteland
ontbreken omdat men geloofde dat
de boom/heester (hij houdt zo'n
beetje het midden!) geluk aan
bracht. Het boek is fraai geïllu
streerd. Een van de aantrekkelijk
ste foto's staat op pagina 160. hij is
gemaakt in een polder tussen
Waalwijk en Sprang-Capelle, een
gebied waar, anders dan in Zee
land, nog niet al te veel schade aan
het landschap is aangericht. De
laatstemaanden is, met namen op
Zuid-Beveland, door het omhak
ken van bomen en het rooien van
heggen weer onherstelbare sghade
toegebracht. De natuurbe
schermingsgedachte moet telkens
opnieuw weer uitgedragen worden,
het lijkt wel of de georganiseerde
vernieling meer kwaadaardige
handlangers heeft dan ooit. Als het
doorgaat zoals nu, heerst over een
poosje mogelijk alleen nog maar
rust in oude stadstuinen, waar in
'Zwerven door ons bomenland' een
paar mooie kiekjes van staan. De
waarde van dit boek schuilt in de
foto's maar ook in de tekst, waarin
soms opmerkelijke dingen over
bomen worden verteld.
Zwerven door ons bomenland, door Gait
L. Berk. Prijs 27,50 (tot 1 mei 19,501.
Uitgave Romen/Unieboek BV Baarn.
Amfibieën en Reptielen zijn van
alle gewervelde dieren het minst
bestudeerd omdat ze voor de mens
van weinig econmosich belang
zijn. Wel bestaan er heel wat le
genden over deze groepen dieren.
Men kan zich dat wel voorstellen
als men een paar van deze bizarre
foto's uit 'Reptielen en Amfibieën'
uit de serie 'Hoe dieren leven' be-
kijkt.Bij voorbeeld op blz. 68 de
kop van een grootkop-modder-
schildpad, op pag. 75 een slang die
een ei eet dat onmogelijk groot
voor hem is, maar dat hij toch weet
door te slibken en op blz. 115 een
foto van een moloch, een luguber
ogend, stekelig dier dat in Aust rali
voorkomt. In dit boek van Dr A. C.
Echternacht wordt uitvoerig in
gegaan op het ontstaan en de evo
lutie van amfibieën en reptielen.
Van alle uitgestorven reptielen
spreken de reuzenreptielen, die in
het Mesozoïcum leefden, het meest
tot de verbeelding. Waarom aan
het eind van het Krijt de reptielen
plotseling massaal uitstierven is
niet bekend.
In dit boeiende boek wordt ook
aandacht besteed aan de verhou
ding van amfibieën en reptielen tot
de mens. Slangen worden zeer ge
vreesd om hun soms giftige beten
voor wurgslangen hoeft men met
bang te zyn. Nu valt het allemaal
erg mee met het gevaar dat we van
slangen te duchten hebben; er zyn
maar enkele soorten giftige slan
gen voor de mens. En slangen val
len mensen enkel aan wanneer ze in
het nauw worden gebracht. Kro
kodillen zijn heel wat gevaarlijker;
de nijlkrokodll en de zeekrokodil
besliupen mensen waarschijnlijk
om ze op teeten. Daar staat tegen
over dat de mens vanwege het
waardevolle' leer de krokodil bijna
heeft uitgeroeid.
Hoe dieren leven - Reptielen en Am
fibieën door Dr A C. Echternacht. vert.
J. B. Goosens. Uitgeverij Elsevier, Am
sterdam.
LONDEN - Graaf Antoine Seilern.
telg uit een oud Oostenrijks adellijk
geslacht, heeft zijn kunstverzame
ling ter waarde van 30 miljoen
pond sterling vermaakt aan het In
stituut Courtauld in Londen.
Naar de Londense Daily Telegrafp
zaterdag berichtte had de vorig
jaar op 77-jarige leeftijd in de Brit
se hoofdstad overleden graaf, per
soonlijke banden met het kleine
museum dat met de universiteit
van Londen verbonden is.
Courtauld verwerft werk van Mi-
chelangelop Rembrandt, Rubens
Cezanne en Brueghel. In Seilerns
collectie bevinden zich van Rubens
alleen al 33 schilderijen en 23 teke
ningen. Hij had voor de meester
een bijzondere voorliefde. De graaf
laat het Kunsthistorisch Museum
in Wenen twee schilderijen na. In
de Oostenrijkse hoofdstad had
Seilern gestudeerd onder de intus
sen overleden professor Johannes
Wilde, die later onderdirecteur van
Courtauld was. Plaatsgebrek voor
het onderbrengen van de collectie-
Seilern dwingt het Instituut.
Courtauld waarschijnlijk tot
nieuwbouw. Graaf Antoine Seilern
schafte zijn verzameling tussen
1938 en het einde van de jaren zes
tig grotendeels op veilingen aan.