BOEKOVSKI
MOOI
cadea u
een kasteel
tussen vier muren
carmiggelt
PZC/zaterdagkrant
ZATERDAG 24 MAART 1979
23
(Door Nico Scheepmaker)
De inhoud van Russische dissidentenliteratuur kan heel deprimerend zijn. Ik heb meermalen,
voor het slapen gaan, een boek van een Russische dissident dat ik wilde gaan lezen, toch weer
teruggelegd, omdat ik zeker wist dat al die stupide pesterijen, die mensonterende behandeling
door de KGB. die starre domheid, die muur van bureaucratie, die corruptie en leugens waarmee
dissidenten voortdurend te maken hebben, onherroepelijk aan mijn gemoedsrust zouden gaan
vreten, waardoor ik weer moeilijk in slaap zou kunnen komen en de slaap zelf hoogst onrustigzou
worden. Uit zelfbescherming legde ik zo'n boek dan weer weg en pakte een ander.
Naarmat e een boek over de spreek -
woordelijk geworden Goelag Archipel
beter geschreven is, is de inhoud ervan
tok beter te verdragen. Dat zal wel
Kt kunstgenot te maken hebben. Is
s'n boek niet alleen uitstekend ge-
rhreven. maar blijkt de auteur ook
»g gezegend te zijn met veel gevoel
voor humor en betrekkelijkheid, dan
lees je zo'n boek zelfs met enige vreug
de Ik had dat met Building a Castle
van Vladimir Boekovski. Ha!, dacht ik
verheugd, als ik in mijn bed stapte
lekker lezen in Boekovski! En dan las
ik tol mijn oogleden het niet langer
toestonden, waarna ik zonder proble
men in slaap viel.
Betekent dat. dat Boekovski de toe
standen in de kampen, de gevangenis-
en de psychiatrische inrichtingen
oppervlakkiger schildert, of ter wille
de leesbaarheid of zoiets een
beetje opsmukt, vrolijker maakt? In
tegendeel. hij heeft zo'n geweldig oog
toor kenmerkende detaüs\ en. geefl
ook blijk zoveel van „de mens-an-sich
lof hoe moet ik dat anders noemena.f
te weten, dat ik nu pas. na enige
Bentallen boeken van dissidenten ge-
te hebben, sommige dingen, toe
standen, psyches, handelingen en
reacties goed begrijp.
Het verfrissende van Building a Castle
Is verder, dat het niet geschreven werd
door een slachtoffer, een verliezer,
naar door een winnaar, ccn uitdager
Je hebt dissidenten in nel zoveel soor-
als er mensen zijn. Solzjenitsyn is
*eer anders dan Sacharov. die is weer
aiders dan Zjores Med vedjev. die weer
aders is dan zijn tweelingbroer Roy.
die weer heel anders is dan Amalrik.
die weer hemelsbreed verschilt van
Sinjavski, en die verschilt weer sterk
van Maximov, die van Martsjenko ver
schilt die weer van Ginzburg verschilt.
Zo kun je eindeloos doorgaan.
kust
Van de enkele tientallen dissidenten
die ik in de loop der jaren ontmoet
•wb. was Vladimir Boekovski de rus-
tyite, maakte hij dc meest uitgeba
lanceerde indruk, wat des te merk
waardiger was, omdat hij toen kers
vers Uit de Sowjet-Unie in het Westen
Jas gearriveerd (uitgewisseld tegen
de Chileense leider van dc communis
me partij, Luis Corvalan). Zijn
vrijlating, zoals hij dat in Building a
Caslle minutieus beschrijft, is op
nchïclf trouwens al een bijzonder
leesbare novelle. Ten huize van Henk
jjohak in de Van Woustraat (Henk
"olzak had het Boekovski Comité
'Pfericht dat in Nederland voor
tokovski's vrijlating had geijverd)
Boekovski, als dc rust zelve, on
vermoeibaar Engels sprekend, het
drukke maar vriendelijke gedoe van
'I die onbekende vrienden om hem
'een te bekijken, zich niet bewust van
datgene waar al die Nederlanders
och wel degelijk bewust van waren:
4,1 zij in het gezelschap verkeerden
^■•Een held van onze Tijd" (zoals de
"faamde, uit 1840 daterende roman
van de Russische schrijver Lcr-
oontov heet).
ton alle bekende Russische dissiden-
'dn was Boekovski immers de onver-
^enlijkste, de onverblddelijkste ge-
*e«st. Die grote gemoedsrust die hij
^straalde, kon moeilijk toegeschre-
,{n worden aan het probleemloze le-
l^ntje dat hij tot dan geleid had. want
;-&en 1963 en zijn vrijlating in de-
tt®ber 1976 had hij twaalf jaar door-
pbrachim gevangenissen, werkkam
pen psychiatrische inrichtingen. Af
boe werd hij vrijgelaten, maar in
^ats van nu eens rust ig in zij n schulp
kruipen, ervan uitgaand dat hij nu
""Bamerhand wel genoeg voor de
goede zaak gedaan en geleden had.
benutte hij die maanden dat hij vrij
was om weer zoveel mogelijk activitei
ten vóór een democratisering in de
Sowjet-Unie. en tegen het Sowjet-re-
gune te ontwikkelen En elke keer wist
hij dat hij haast had. omdat hij ieder
ogenblik weer gevangen kon worden
genomen Dat gebeurde dan ook
prompt, waarna hij vanuit zijn ge
vangenschap doorging het systeem uit
.te hollen, maar dan in de meest let-
terlijke zin „van binnen uit".
Weerstand
Enfin, u moet het maar lezen, te zijner
tijd in de Nederlandse vertaling van
Will Steeman die waarschijnlijk
„Kasteel binnen vier muren" zal gaan
heten en bij Spectrum zal verschij
nen, of anders in de gebonden Engelse
editie van Andre Deutsch. De titel
slaat terug op de wijze waarop
Boekovski geestelijk weerstand bood
aan het gevangenisleven en de treitc-
rijen van „de autoriteiten".
Jarenlang hield hij zich bezig met het
bouwen van een kasteel - zijn kasteel
Op stukjes krantepapier, op de muur.
op de vloer tekende hij zijn kasteel, tot
in de kleinste details: de fundering, de
vloeren, de wanden, de trappen, de ge
heime gangen, de plafonds, de
vloerbedekking, de wandbekledlng.
het meubilair, en hij dekte de tafels,
nodigde de gasten uit, stak de kaarsen
aan. verkende de open veranda met
uitzicht op het meer. inspecteerde de
paardenstallen en wandelde in de tuin.
diehij natuurlijkook meter voor meter
zelf ontworpen had Hel kostte hem
soms dagen voordat hij zeker wist wat
voor tafel hij in de eetkamer wilde
hebben, en hoe de kasten eruit moes
ten zien in de bibliotheek. „Zelfs nu
nog, als ik mijn ogen sluit, kan ik me
dat kasteel tot in ieder detail weer voor
de geest roepen", schrijft Boekovski
„Eens zal ik het vinden - of bouwen"
Fragmenten
Omdat het thema van de boekenweek
dit jaar „boeken aan banden" is. heb
ik vertaler Will Steeman gevraagd
om nu alvast enkele passages van zijn
vertaling af te staan, waarin
Boekovski beschrijft hoe en wat hij in
de gevangenissen las, en hoe het
daarbij toeging. Ik heb ze voor dc
duidelijkheid eigenhandig titels ge
geven.
Lees twintig, dertig keer hetzelfde
Vermenigvuldig nu al deze lasten met
jaren en jaren, hef ze in het kwadraat
en voeg hierbij al de jaren die je
vroeger hebt uitgezeten, in andere
kampen en huizen van bewaring. Dan
valt te begrijpen waarom je iedere mi
nuut die je hebt, moet besteden aan
een vaste bezigheid. Het beste aan de
bestudering van een ingewikkeld en
verward onderwerp, dat geweldige
concentratie vereist Doordatje altijd
bij elektrisch licht werkt, beginnen je
ogen te jeuken en raken ze ontstoken
Tientallen malen lees je één en dezelf
de zin. maar de inhoud dringt niet tot
je door. Met uiterste krachtsinspan
ning krijg je een bladzijde onder de
kniemaar net heb je hem omgeslagen
of je herinnert je er geen letter meer
van. Begin opnieuw, lees twintig, der
tig keer hetzelfde: sta jezelf niet. toe
een sigaret op te steken voor je het
hoofdstuk onder de knie hebt: sta je
zelf niet toe ergens over na te denken,
te dromen of af te dwalen, verbied des
noods jezelf naar de wc te gaan: voor
jou bestaat er niets belangrijkers op de
wereld dan dat te doen wat je je voor
die dag hebt voorgenomen. En als je je
de volgende dag niets meer herinnert,
begin opnieuw te lezen. Als je een boek
uit hebt. mag je jezelf één vrije dag
gunnen Eentje maar, want de tweede
dag begint je geheugen minder te wor
den. je concentratievermogen te ver
slappen Je gaat weer langzaam kopje
onder, als een drenkeling verdwijn je
onder water. Dieper en dieper, tot het
in je oren begint te suizen en je kleuri
ge cirkels voor je ogen ziet dansen Het
is niet zeker of je ooit nog boven komt.
Een zak boeken
Daar zat ik dan in de Vladimir-boeken
te lezen. Ik had naast mijn hoofdvak -
biologie - ook nog Engels gestudeerd.
De meeste mensen in onze cellen leren
een of andere taal dejoden leren in de
regel Ivriet, van de overigen sommigen
Engels, anderen Duits, weer anderen
Spaans. Onze methode is dóódsimpel:
lees zoveel mogelijk boeken met een
woordenboek, schrijfde woorden die je
met kent op en herhaal die iedere keer.
Gewoonlijk schrijven we zo'n woord
op een stukje papier: op de ene kant
het woord zelf en op de andere de Rus
sische betekenis. Van die kaartjes kun
je later heel handig een van de twee
kanten doornemen
Om te voorkomen dat ze door elkaar o(
weg raakten, kwam het bij ons in de
mode van lege lucifersdoosjes een
kastje te plakken. Je kreeg een heel
handig kastje met vijf of zes rijen
schuiflaatjes. Hiermee kon je met de
nodige inspanning in één maand wel
twee- of zelfs drieduizend woordjes le
ren. Je kon ze in de laatjes groeperen
naar betekenis of naar een ander ken
merk De gevangenisleiding was al zo
aan onze kastjes gewend, dat ze zelfs
niet werden afgepakt by het schuie
ren. Maar met boeken en vooral met
woordenboeken hadden we veel meer
problemen.
Boeken van thuis ontvangen was met
toegestaan. De gevangenisbibliotheek
was armzalig. Maar wel mocht je boe
ken bestellen - onder rembours. Niet
alle boeken waren echter toegestaan.
Speciaal was het verboden boeken die
niet in de USSR waren uitgegeven, in
je bezit, te hebben, zelfs woordenboe
ken. zelfs als ze in Praag of Warschau
waren uitgegeven Daarom probeerde
iedereen natuurlijk op klandestiene
wijze aan boeken te komen
In dat opzicht had ik geluk gehad Ik
zat nog in voorarrest in de Lcfortovo.
toen mijn moeder al begon iedere
maand drie of vier boeken mee te
brengen, in plaats van voedselpakket
ten Ook zaten er tussen de Sowjet-
uitgaven andere boeken, uitgegeven
in Engeland en de Verenigde Staten.
De Lefortovo-leiding gaf ze natuurlijk
niet aan mij door. maar sloeg ze op in
het magazijn Ze rekenden erop dat ik
niet van hun bestaan afwist en dat ik
ze bij mijn vertrek niet op zou eisen Zo
lag er al een dertigtal boeken van mij
in het magazijn Nu moest ik op een
nacht van de Lefortovo naar de Vla
dimir worden overgebracht, op een
tijdstip dat er geen hoge pieten aan
wezig waren. Ik begon natuurlijk een
scène te maken, myn boeken op te ei
sen. en ik dreigde tegen de kon
vooisoldaten te zeggen dat de gevang
enis spullen van mij achterhield Een
konvooisoldaat valt noch onder het
gevangeniswezen, noch onder de
KGB; en wat meer is. net als alle of
ficieren van het ministerie van bin
nenlandse zaken staat hij op voet van
vijandschap met. de KGB Daarom -
en daar rekende ik op - kon de soldaat
wel eens pertinent weigeren mij mee
op transport, te nemen, omdat ik ..ma
teriële aanspraken ten opzichte van de
gevangenis" had Zo heet dat. Daar
waren de Lefortovo-bewakers ook
bang voor. Natuurlijk maakte de
dienstdoende officier fatsoenshalve
eerst een half uurtje ruzie, probeerde
me het mes op de keel te zetten Maar
ze kenden me goed genoeg: ik zat al
voor de derde keer bij hen Ze begre
pen dat ik me er niet bij neer zou leg
gen en gaven me mijn boeken. Zo
bracht ik een hele zak boeken mee
naar de Vladimir, ik kon ze amper dra
gen.
Met die zak boeken had ik later voort
durend ellende Nu eens werden ze van
me afgepakt voor controle en kreeg ik
ze niet terug, dan weer, precies het te
genovergestelde. kreeg ik te horen dat
ze niemand hadden voor de controle
en dat ik ze daarom niet terug kon
krijgen, dan weer werd er een limiet
gesteld: vijf boeken mocht ik bij me
houden, de andere werden weer mee
genomen En elke keer moest ik weer
klachten indienen of een hongersta
king beginnen. Een keer. het was m het
kamp. heb ik ze zelfs uit hel magazijn
gestolen en er andere boeken voor in
de plaats gelegd. In een woord: een
drama. Het vreemdste was wel dat
niemand ze ooit heeft ingekeken.
Niemand wist dat het geen Sowjet-
uitgaven waren, anders had geen hon
gerstaking me kunnen helpen Mijn
boekenzak irriteerde de autoriteiten
gewoon. „Het is hier bij ons geen uni
versiteit, studeren kunt u na uw vrijla
ting" Dat was het dan
Hoe dan ook, maar ieder van ons had
zijn zak met boeken Bovendien wer
den boeken in de regel overgeërfd van
de ene generatie G D s op de andere,
ze waren als het ware gemeen
schappelijk bezit geworden Daarom
waren we in eert voortdurende
boekenoorlog met de leiding gewik
keld, zoals overigens ook de strijd om
de andere regimekwesties werd voort
gezet. We moesten de boeken - vooral
voor het geval ze kwamen schuieren -
verstoppen, zodat de cipiers ze niet
onder ogen kregen Dat is beslist geen
eenvoudige opgave Een boek is geen
naald: waar verstop je het? In de cel.
hoewel niet makkelijk, redde je dat
nog wel. Maar Je kon het je niet be
roerder bedenken dan wanneer het
eetluikje plotseling open ging en de
afdelingscipier zei: „Gereedmaken
met je spullen!" Dat kon van alles be
tekenen: overplaatsing naar een ande
re cel. overplaatsing naar een ander
gebouw, de strafcel. transport. En in
alle gevallen werd je individueel ge
schuierd. Waar moest je ze^stoppen.
die verdomde boeken0
Een goede methode was de kaft. van de
boeken te scheuren, het titelblad eruit
en desnoods ook het voorwoord. Dan
kon je verdedigen dat het helemaal
geen boek was, maar toiletpapier. Zo
kon je wel een of twee boeken achter
houden, De jongens kregen het ook
voor elkaar het bibliotheekstempel na
te maken: dat boek is helemaal niet
van mij, maar van de bibliotheek
Maar dat kregen ze na een tijdje door
Als je de kaft van een boek afscheurde
en ervoor in de plaats de omslag van
een dik tijdschrift plakte, dan kon je
het door laten gaan voor een tijd
schrift, Oktjabr of Novyj Mir bijvoor
beeld Maar al gauw begonnen ze tijd
schriften ook af te pakken. De veiligste
methode was wel, het boek zo snel mo
gelijk door te lezen en dan zoveel mo
gelijk in een schrift over te schrijven
Dergelijke excerpten werden al als le
gaal eigendom van de G D 's be
schouwd en werden ook bij erflating
doorgegeven. Wel werden ze vaak door
de KGB ter controle meegenomen, om
te kijken of we geen anti-Sowjet-boe-
ken of gevangenismemoires schreven.
Kort en goed. de honderdjarige
boekenoorlog
Alles bewaard gebleven
Meestal zat ik te lezen De Lefortovo
heeft een pracht van ccn bibliotheek
alle boeken die in een halve eeuw tijd
by de „vijanden van het volk" zijn ge
confisqueerd. zijn hier samen
gebracht In het hele land zyn de bi
bliotheken gezuiverd. De ..schadelij
ke" boeken vernietigd Maar hier is
alles bewaard gebleven: het is een oa
se Niemand haalde het in zyn hoofd de
bibliotheek van de KGB-gevangenis
te zuiveren. Wie wil er roomser dan de
paus zijn? Academische uitgaven van
vóór de revolutie: Poesjkin en Gogol.
A K Tolstoj en Lermontov. Hamsun
en Maeterlinck. Marcel Proust en
Zamjatin Vraag liever wat er met is.
De boeken zijn in prima staat. Alleen
staan byna alle bladzijden vol met
stempels: „Interne gevangenis HDSV
VCBZ" (zie noot li, een vooroorlogs
stempel; „Preventie-isolator KGB bij
MR USSR" (zie noot 2). een heden
daags stempel En in een forse kolom
over de hele pagina ..Het beschadigen
van boeken en aanbrengen van merk
tekens in de tekst met potlood, luci
ferhoutje. vingernagel, e d wordt be
straft met stopzetting van de boeke-
nultleen".
Noten HDSV Hoofd Directoraat voor
Staatsveiligheid
VCBZ Volkscomité voor Binnenlandse
[Zaken.
<2i AfR USSR MmlsterRaad van de USSR
'Door Peter Huysmani
XVoland Holst was. behalve begiftigd met een aanzienlijk ge
voel voor humor, een erkend liefhebber van mooie vrouwen.
Hij. de „prins der dichters", schreef de redactie van De Lach
eens of hij kon beschikken over naam en adres van een lieftal
lige dame die in het voormalige, met vriendelijke sex door
spekte moppenblaadje ongekleed stond afgebeeld. Helaas, zo
antwoordden de heren van De Lach, ze was zojuist getrouwd en
naar elders vertrokken.
Een prachtig stukje over onze ver
maarde poêei. dat voorkomt in „Mooi
kado" van Simon Carmiggelt. het
Boekenweekgeschenk-1979 dat de
boekenkoper toch maar mooi cadeau
knjgt bij besteding van f 17.50 De ex
tra aanbeveling die uitgaat van de titel
„Mooi kado" is voor een produkt van
Carmiggelt eigenlijk niet nodig, maar
vooruit, in het 22e en laatste verhaaltje
ziet de geweldenaar van het korte ver
haal zelfs nog kans (een beetje ge
dwongen?) enige aardige regels aan de
verschillende betekenissen van het
woordje „mooi" i„ En ik kreeg mooi zes
maanden gevangenisstraf"' te wijden
Toch lijkt het slolstukje er enigszins
met de haren bijgesleept.
Voor het overige is het boekje een aan
eenschakeling van voorbeelden van
Carmiggelts humor en vertelkunst Er
komen persoonlijke herinneringen in
voor aan Speenhoff. Tati en Erich
Kastner. Van Koos Speenhoff rep
roduceert hij de woorden die hem ten
deel vielen toen hij zich als bedrem
meld jong verslaggever aan zijn
Schevenmgse woning vervoegde: ..Zo
jongeman, wat gaan we doen? Zullen
■we eerst wat babbelen of zullen we ons
meteen gaan bedrinken
Met veel plezier denkt Carmiggelt ook
terug aan een bezoek aan Tati. de
„uitvinder" van monsieur Hulot. „Je
zit tegenover een man met een
scherpzinnig oordeel en een enorme
kennis van zyn métier, die toch nooit
ophoudt een formidabele komiek te
zijn", zegt Carmiggelt ergens over de
beroemde filmer. Van een gesprek met
Kastner in een café in Muenchen, is
hem het zinnetje bijgebleven dat de
schrijver van „Emil en zyn detectives"
overhad voor dg wel zeer behulpzame
ober: „Hij is goed Maar hij praat te
veel".
H,
Let openingsverhaal in „Mooi ka
do" - „Zoet smaakt de schrijver
sroem" - is ronduit geweldig en be
schrijft de ervaringen van een jonge
Carmiggelt in het gemeentelijk bad
huis in de Haagse Torenstraat. Voor
de liefhebbers van het werk van Ge
rard Reve is het interessant te verne
men dat Carmiggelt in dit Boeken
weekgeschenk enkele nog niet eerder
gepubliceerde fragmenten heeft laten
opnemen van zijn brieven aan Reve.
Trouwens, ze zijn even interessant
voor de liefhebbers van Carmiggelt.
Omgekeerd kennen we de brieven van
Reve aan Carmiggelt uit Reve's „He
taal der liefde". Een saillante zin uit
een schrijven van Carmiggelt aan
Reve van 29 oktober 1971: „Begrijp
me wel: als jij de superioriteit van het
blanke ras boven hel zwarte serieus
zou bepleiten, vind ik dal onzin en ook
in strijd met je geloof'. Op een heel
andere manier is Carmiggelt w eer be
zig in „Lees eens wat anders", waarin
hij verhaalt van de strenge regels,
waarbinnen een aannemer zijn vak
moet uitvoerende stijlen op de
neuten met de Stalen doken is geen
vondst van een letterkundige, maar
komt voor in lid 2, paragraaf 31.
tweede afdeling, behelzende voor
schriften. waaraan zo'n aannemer
zich dient te houden.
Het verhaal dat gaal over hel houden
van een lezing door Carmiggelt in een
kazerne is bekend, maar bij herlezing
nog even verrukkelijk. Nadat een ka
pitein de literaire bijeenkomst al bij
voorbaat in de grond heeft geboord,
weet de genode schrijver toch nog uit
te brengen dat hij hier is om een vrolijk
verhaal voor te lezen. Een heel wat
ernstiger sfeer (hoewel Carmiggelts
humor bijna altijd „serieus" isi ademt
het stukje dat getiteld is ,Het laatste
blaadje van Herman Heijermans"
Kort voordat de „grootste geénga-
geerde toneelschrijver die ons land
heeft voortgebracht" in een zieken
huis aan kanker stierf, schreef hij nog
een - onvoltooid - stukje dat hij
„Ziekenhuisschetsjes" noemde. Car
miggelt. kreeg het manuscript van
Heijermans' weduwe
Voorts bladert hij wat in zijn map
„Brieven - bewaren". Carmiggelt ci
teert in dit stukje uit brieven die hij in
de loop van zijn leven ontving van
Godfried Bomans, Jan Hanlo, Gerard
den Brabander en de door hem diep
bewonderde dichter Jacques Bloem.
Dat Lodewijk van Deyssel een man
van groot literair formaat, maar ook
nogal onbenaderbaar en eigenlijk
nogal onaardig was. bewijzen de
w oorden die hij eens een jeugdig be
diende in een boekenzaak (die het lef
had Van Deyssel een boek aan te heve
len) toevoegde: „Jongeman, je bent
een grote nul voor mij. Ik ken je niet".
Carmiggelt kreeg het voorval te ho
ren van boekverkoper J. Dekker, die
onder meer werkte bij boekhandel
Ervan I.oosjes in Haarlem, .waar de
grote Van Deyssel - weliswaar telefo
nisch aangekondigd - zich persoon
lijk liet voorlichten over nieuwe uit
gaven.
In het hoofdstukje „Vroeg werk ge
waagt Carmiggelt var. literaire
.jeugdzonden" van reuzen als Mars
man. Vestdijk en Slauerhoff Het ma
teriaal werd hem geleverd door een ze
kere dr. J. C Bemtrop jr., een stu
diegenoot van Slauerhoff. Deze zelfde
Bemtrop stelde Vestdijk omstreeks
1930 in de open tram naar Schevenin-
gen eens „de nu nogal komisch aan
doende vraag": „Schrijf je nog wel eens
wat?" Bovendien memoreert Carmig
gelt in dit verhaal dat Vestdijk hem op
een na-oorlogs Boekenbal eens mee
deelde ,.fk lees je niet meer". Hij werd
door Carmiggelts werk te veel beïn
vloed. Een groter compliment is nau
welijks denkbaar Dat zal ook Carmig
gelt zelf hebben gevonden.
Willem Elsschot ontbreekt In „Mooi
kado" niet. Je zou bijna zeggen: van
zelfsprekend Evenmin ontbreken
voortreffelijke anecdotes over beken
de buitenlandse auteurs. En wie ten
slotte niet genoeg heeft aan dit prach
tige „geschreven geschenk", kan zich
dan ook nog verlustigen aan even
magnifieke tekeningen en cartoons,
soms betrekking hebbend op de ver
halen van Carmiggelt, van Peter van
Straten.
„Mooi kado" is een mooi cadeau in de
meest letterlijke zin van het woord.