DE VRIJHEID IN HET ROOD koude oorlog hoort bij mijn bestaan I WELKE KANT OP? I2CI=KI:DWI:I:K boeken aan banden theun de vries zaterdagkrant hetisweerBoeteivveekvan29maartt/m 7apiill9/9 PZC ZATERDAG 24 MAART 1979 „Ais je het over „Boek en vrijheid" hebt, is voor mij natuurlijk het belangrijkste hoofdstuk getiteld „De oude oorlog". Die is in de jaren vijftig in alle hevigheid ingezet, maar gaat nog steeds door. Er zijn nog altijd schoolbibliotheken waar geen boeken van mij staan. En er zijn bepaalde kranten en bladen die het nog steeds „onfatsoenlijk" vinden om mijn naam te noemen. Het is een heel bepaalde groep, een kongsie eigenlijk, die dat nog doet. Je zou die groep kunnen definiëren als rechtse sociaal-democraten. Zelfs toen ik een eredoctoraat in Groningen kreeg, negeerden ze het. Dat wordt zo langzamerhand wel komisch hoor, het krijgt iets lachwekkends". „Als Ik een krant uit die groep zou moeten noemen, is Het Parool de eerste - en alles wat daarmee een beetje annex is Daarmee bedoel ik to ook bepaalde journalisten die zijn fcortgekomen uit het Amsterdamse fudenterbiad Propria Cures Toen zo ludent waren, hebben ze me jn i. Ze dat. ik de vrijheid bedreigde en daarom probeerden ze mij preventief monddood te maken. Als een slacht offer dan met voor dat soort aanvallen «11 wijken, proberen ze zijn bestaan te ontkennen" -Dat merkte ik al in de jaren vijftig als ik oude vrienden tegenkwam, isen die in de oorlog heel goed wa- geweest - dat blijft een criterium. Maar als ze me in die periode van de koude oorlog tegenkwamen, deden ze net alsof ze me niet zagen, draaiden hun hoofd af. Dat was ook de hele be doeling: mensen, uitschakelen". -W F Hermans heeft mij in die periode aangevallen in zijn ..Mandarijnen op amvelzuur". hij noemde me ..de huursoldaat van de vrede". Ik vond üi afschuwelijk. Zijn aanval kwam er op neer dat ik in het Westen grote ho noraria opstreek en dan in Oost- van de tweede zoal at. Her mans stelde dat het een goed door dachte en uitgekiende politiek van mij icas Maar als je zou weten hoe weinig in die tijd verdiende.. -Toen kwam. in 1956. die Hongaarse ensis Alle schrijversverenigingen or ganiseerden wat ik noem .tribunalen" Het begon met de PEN. enkele dagen later kwam de Vereniging voor Let terkundigen en daarna de Maat- voor Letterkunde. Het ging mei alleen om mij. ook Sonja Prms en de oude Henri Wiessing kwamen voor die tribunalen' Het was de bedoeling dat we 111 het vervolg onze mond zou tten houden Uitgever-schrijver Geert. van Oorschot stelde op een van die ■erga de ringen dat hij mij hel schrijven zelfs het publiceren niet wilde ver deden, maar dat ik wel moest weten -at we in een democratie leefden ^nji opvattingen zoals ik die zou -bben verkondigd zeer onwelkom 'aren. Die uitspraak had een politieke ^diplomatieke dubbele bodem, want del was tegelijkertijd een uitnodiging san de uitgevers oin mijn werk te Wgeren" geschiedschrijving van de Febru aristaking is een hele beroerde ge schiedenis Men probeerde de toon aangevende rol van de communisten te kleineren" „In mijn boek wilde ik laten zien dat de communisten in liet hele anti-fascisme een leidende rol hadden gespeeld Na Hongarije is dat hele idee steeds po sitiever geworden' tonervhoe de com munisten zich werkelijk hadden ge dragen Dat was nodig in die tijd. toen hen een zogenaamde „onvaderlandse" houding werd verweten. Het woord „vijfde colonne" is toen zelfs vaak ge bruikt. We stonden toen alleen Niemand durfde opstaan en zeggen wal jullie met die tribunalen doen. is dwaasheid De intimidatie was groot, maar er was gelukkig een aantal dat daaraan met meedeed En enkelen wa ren erg goed: Jan Elburg heelt toen meen ik uit protest voor de PEN be dankt. En Netty Nijhoff. Je stond wel alleen, maar was niet helemaal weer loos aan de wolven overgeleverd" Vrijheid Historisch Jkhrb die hele koude oorlog in mijn l^iaaii gerelativeerd en ken er ''echts historische betekenis aan toe. 'k heh er natuurlijk wel veel ver drietigheid van gehad. Natuurlijk beeft het wel effect gehad, het is een de aspecten van de facetten van "lijnbestaan geworden. Het hoort er bij, net als de oorlog, in het leven van ®s, oudere mensen". ■Misschien zou ik in mijn eigen boeken teös na moeten gaan waar ik bewust of jboxust in de afweer ben gegaan, fto ik ih mijn boeken mensen iets r® «ggen dat op de koude oorlog öaat" inboek als „Februari" is natuurlijk heel bewuste poging van mij ge- teest om het beeld van het recente ^niunistisch verleden eens duide- •W te maken. Ik heb dat gedaan aan «hand van zeer concrete interviews fe feitenonderzoekheel uitvoerig en Wocumenteerd. Ik heb een maand of jttt aan de voorbereiding gewerkt en Jteenjaar aan geschreven. Al mijn no- •fes, een heel pakket documentatie. helaas verloren gegaan. Dat is een »an de verdreitigste dingen, want ik JM unieke gesprekken gevoerd met fe' mensen die nu al dood zijn. De „Maar als de CPNB het thema „boek en vrijheid" voor de Boekenweek hanteert, doelen ze natuurlijk niet op het verleden, maar op de actuele si tuatie - in de lijn van Amnesty Inter national, zo stel ik me dat tenminste voor. Het gaat niet om de zelfbeper king die vrijwel iedere schrijver zich moet opleggen en die te maken heeft met tact en goede smaak: het gaat om de politieke achtergrond van de schrijver. Bij dat politieke aspect denk je natuurlijk aan de Latïjnsame- rikaansc landen en Afrika. En aan de dissidente Russische schrijvers. Ik heb het eerste boek van Solzjenitsin, Een Dag uit het Leven van Ivan Deni- sovitsj, vertaald. Ik vond het gewel dig, net als zijn „De Eerste Cirkel" en „Het Kankerpaviljoen". Maar toen hij naar het Westen kwam, merkte ik dat hij allerlei vreemde Dostojewskiaan- se en religieuze sentimenten begon te luchten; daarom kan ik hem niet meer pruimen". „In zijn totaliteit vind ik het ver schijnsel van de dissidenten-literatuur hoogst belangrijk; daar moet je met sympathie tegenover staan. Maar ik heb wel geleerd datje ze niet allemaal kritiekloos aan je boezem moet slui ten Wat ze in het Westen te vertellen hebben, is vaak heel dunnetjes. Dan verzeilen ze in verkeerde kringen en vallen in handen van de Van 't Reves en consorten. Ik heb me dikwijls afge vraagd waarom de leiding in de Sow- jet-Unie hen niet gewoon laat publice ren Zo'n grote olifant moet toch de prikken van zo'n kleine vlo kunnen verdragen". Eerbied „Ik ben grootgebracht in eerbied voor geld, goed en privé-bezit. Mijn voor vaderen waren praktisch allemaal boeren. In de generatie van mijn grootouders zat eén koopman en in die van mijn ouders al een paar direc teuren van zuivelfabrieken en zelfs een onderwijzer, de eerste intel lectueel dus. Nu is het helemaal een burgerlijke familie geworden: het zijn geen boeren meer". „Ik heb een bijzonder gelukkige jeugd gehad in dat kleine Friese dorp, Veen- wouden. waar ik ben geboren. Het was een afgeschermd doopsgezind milieu, de „clan" van mijn jeugd. De doopsge zinden vormden een sekte die zichzelf stilletjes voor superieur hield, maar hei nooit zei: christelijke bescheiden heid. Dus de gereformeerden en de hervormden in dat dorp waren altijd „iets minder". En katholieken heb ik pas leren kermen toen we in 1915 naar Leeuwarden verhuisden Maar cüe doopsgezinden, die waren toch wel het zout der aarde Je moest je daar ook naar gedragen Je moest tolerant zijn tot en met het uiterste, dat zit erbij mij nog steeds een beetje in. Als je ja" zei. inoesthetook .ja" zijn Ja-is-ja en nee- is-nee Maar veel meer dan de uiterlij ke ethiek was voor mij de solidariteit van de groep van belang. De onderlin ge gebondenheid, dat is heel weldadig voor een kind" „Dal complex van emoties, m'n Friese jeugd, is eigenlijk mijn blijmoedig trauma.. Mijn tweede, maar bittere, wond is m'n oorlogstrauma Dat heb ben velen van mijn generatie Toen de oorlog uitbrak, werd ik door de hele emotionaliteit van het gebeuren plot seling op een heel vreemde manier in gedachten teruggevoerd naar mijn jeugdherinneringen. In die penode heb ik ook de eerste van de drie ver halenbundels geschreven waarin ik autobiografisch mijn Friese jeugd verwerk" Crisis „Elke keer ais er in mijn leven een soort politieke crisistoestand kwam, dan kwamen de jeugdherinneringen in verhevigde mate opzetten. Dat heb ik dus weer gehad toen ik in de jaren zestig grote moeilijkheden met de CPN begon te krijgen. Na mijn uittre ding uit de CPN heb ik een periode gehad waarin ik sterk op mijzelf werd teruggeworpen. Een pessimistische, tijd met een totaal ander soort erva ringen. Het was zoeken naar een nieuwe oriëntering en in eerste in stantie kwam er niet veel uit. Noem het maar „woest en leeg". En in die periode is dan ook Het Zondagsbed geschreven en daarna De Vrouwene ter". „Mijn doopsgezinde jeugd in Fries land en mijn lidmaatschap van de CPN waren twee perioden van gebor genheid. En naar die geborgenheid zoek ik nog steeds. Wanneer de CPN de kant van het Eurocommunisme op zou gaan, zou ik onmiddellijk weer lid worden. Maar de CPN, waarmee ik nog steeds geweldig veel gemeen heb. spreekt zich niet duidelijk uit. Ze ko men wel met een grote verklaring als China Vietnam binnenvalt, maar toen Vietnam Cambodja binnentrok - mis schien wel met reden, maar dat is een andere zaak - kwam er geen woord. De grootste politieke fout is voor mij het moment toen China en de Sowjet- Unie in onmin raakten. Toen Chroesjtsjov probeerde China tegen de muur te krijgen". Schobbejakken „Ik was in 1960 in Moskou op de con ferentie van communistische partijen en toen hebben de Russen voor het eerst de Chinezen in een lioek probe ren te krijgen. Na de conferentie, die een maand duurde, werd elke delega tie uitgeleide gedaan door een groep onder leiding van een lid van het Cen traal Comité. Bij het afscheid zeiden ze trots: wat hebben we de Chinezen tegen de muur gekregen, he. Toen dacht ik: nee jongens... En ik moet zeggen, Paul de Groot was toen ook heel kwaad. „Hel zijn schobbejak ken". zei hij. We waren toen allemaal heel erg kwaad". „Want kijk. als China en de Sowjet- Unie gemeenschappelijk front hadder gemaakt, hadden ze de Vietnamese oorlog in een vroeg stadium kunnen kappen en dan hadden ze alle mogelij ke narigheid, zoals in Indonesië, kun nen voorkomen Dat vind ik een ver schrikkelijke verantwoordelijkheid" „Als schrijver heb ik seinen de werelc tn gestuurd. En de weerklank daarvar heeft me ontzettend goed gedaan daar ben ik erg blij mee Ik wil de we reld een beetje beter achterlaten, er daar zit dat doopsgezinde weer in". „Schrijven is eenzaam werk Dat moet wel. Ik zou het zo willen zeggen: schrij ven is eigenlijk een dialectische dneèenheid. Je begint in de wereld indrukken van buitenaf, de omgang met mensen, de problemen die je zie! en de antwoorden die je voor jezel: denkt te vinden. Daarmee trek je je ïr volledige eenzaamheid terug. Daai wordt het hele complex verwerkt. Als dat proces afgelopen is, treed Je weer ir de openbaarheid, dan ga Je met hel bewerkte materiaal naar de menser toe Dan is het boek ook eigenlijk niet meer van jou" Alleen „Jarenlang heb ik het gevoel gehac dat ik helemaal alleen stond. Toen ik wat ouder werd. had ik graag een aan tal jongeren van twintig of dertig naast me gehad. Maurits Dekker er Jef Last waren weggevallen en ik voelde me toen echt alleen staan, ah linkse auteur, als communist. Daai heb ik toen wel een beetje aan gele den. Er kwam niemand. Niemand". „Ze zeggen dat het ongeluk brengt ah een schrijver praat over een boek waai hy aan bezig is. En ik ben wel eer beetje bijgelovig - iedere atheist is bij gelovig. Ik ..geloof' alleen in speel kaarten. Hoe meer zevens ik vind. hoe gelukkiger ik ben Ik ben geboren ir 1907 en om de zeven jaar was er in mijr leven steeds iets belangrijks. Ten minste, zo heb ik dat gereconstrueerd Dat begon op mijn zevende, toen ik op school leerde lezen: voor mij een re volutïonaire gebeurtenis. Met 14 naai het gymnasium, m'n eerste prijs op mijn 21e voor Westersche Nachten Mijn sterfjaar zou eigenlijk okok eer zeven moeten hebben". „Ik ben al jaren bezig met een grool project: de geschiedenis van de sociale bewegingen in de middeleeuwen, de sociale ketterijen en het verband tus sen religie en maatschappij Dat boek moet eindigen met de wederdopers Het Ketterboek noemen we het. dat zou ik nog graag afmaken" „Daarna wou ik nog doorgaan met de geschiedenis van de geseculariseerde sekten en stromingen en zo naar hel socialisme. Maar daar kom ik waar schyniyk nooit meer aan toe - dar moet ik 200 jaar worden" Kritiek „En sinds m'n gymnasiumtijd wil ik al een roman schrijven die in Griekenland speelt. Maar Vestdijk heeft me in drie romans al het graf voor de voeten weggemaaid. Dat heeft me er overigens niet van weer houden in mijn boek „De Vrijheid gaat in het Rood Gekleed" mijn vorm van kritiek te leveren op Vestdijk* Rumeiland. De negers in zijn boek dienen alleen om de witte bazen ver frissingen aan te dragen. Mijn verhaal gaat over de negers op Guadeloupe tijdens de Franse revolutie". „En toen Vestdijk een roman ovei Ierland wilde gaan schrijven, heb ik heel lang met hem gesproken over de sociale achtergronden van de Ierse ge schiedenis in de 19e eeuw van de aardappelziekte tot de Engelse land heren en de emigratie. Drenthe in het groot. Toen schreef hij Ierse Nachten Ik vlei me nog steeds met de gedachte dat ik de aanzet heb gegeven tot Vest- dijks enige sociale roman Later heeft hij zijn oorspronkelijke opzet toch uit gewerkt in De Zeven Roeiers, over de mystiek van Ierland, de schemering de wereld van A. Roland Holst eigen- ïyk" „Hetis moeilijk te zeggen op welke van mijn boeken ik het meest gesteld ben. Daar zijn in de eerste plaats de Friese dorpsverhalen. En ook in ..Pan onder de Mensen" zit een heel stuk auto biografie. ..Stiefmoeder Aarde" toch ook wel. vooral de tweede helft. Met ..Het motet voorde Kardinaal" ben ik een hele tijd bezig geweest het vraagstuk van de kunstenaar in een corrupte omgeving. „Februari", het boek over de staking in '41. was eigen lijk een documentaire, bijna geen ro man. Maar ook dat boek ligt me na aan het hart". Ti Door Hans van Straten) oen Sjakie Swart van Ajax eens uit een onmogelijke positie het winnende doelpunt had ge scoord, en men hem na afloop vroeg hoe hij dat in hemelsnaam had klaargespeeld, moet hij geantwoord hebben: „Ik moest toch die kant op". Deze uitspraak, die men rustig klassiek mag noe men. prijkt in deze Boekenw eek op één (van de tien) papieren boeken- zakken, die de CPNB via de bockhandel in omloop brengt. De letters CPNB hebben, anders dan buitenstaanders wel eens heb ben verondersteld, niets te maken met de CPN en nog minder met België Ze staan voor „Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek' Deze CPNB organiseert allerlei ac tiviteiten in en buiten de Boeken week (dit jaar van 29 maart tot en met 8 april, meer een tiendaagse dus), zoals het Geschenk en de fees telijke openingsavond. Tot en met 1977 was daar ook het Boekenbal bij. maar daar zijn ze vorig jaar mee gestopt en het ziet er niet naar uit. dat dit eens zo glorieuze festy n ooit terug zal komen. Waarom dat zo is besloten, wil Dick Ouwehand. directeur van de CPNB, best vertellen, maar dan wel even langs een omweg. Die omweg begint in het jaar 1930. toen de Ne derlandse Uitgeversbond het pre dikaat ..Koninklijk" verwierf. De KNUB is sindsdien een begrip in de boekenwereld. Bij dat halve eeuwfeest werd een Dag van het Boek gehouden en het resultaat was zo positief, dat beslo ten werd daarmee door te gaan. Alleen, een Dag van het Boek was niks. Dat moest een week worden. Tot in het begin van cje oorlog is men daarmee doorgegaan. Toen werd de zaak vijf jaar stopgezet, maar in 1947 keerde de Boeken week terug, opgewekter dan ooit Stagnatie Elk jaar ging het *6ëier, tot om streeks het midden van de jaren zestig door allerlei omstandighe den de boekenmarkt ging stagne ren. De vrije zaterdag, de jaarlijk se loonrondes, de opkomst van het bibliotheekwezen met uitbouw in buitenwijken, concentratie in de dagbladwereld, allemaal factoren die de samenleving in die jaren diepgaand hebben beïnvloed. Het bleek dat cr per hoofd van de bevolking niet méér boeken wer den verkocht, er was zelfs sprake van een lichte teruggang, omdat de gemiddelde prijs van het boek steeg. „\ye hadden het idee dat een kleine groep steeds meer boeken kocht", aldus Dick Ouwehand „De basis van de kopersmarkt werd smaller en dat was een hachelijke zaak" Onderzoek In de jaren 1970-'71 is men zich binnen de CPNB gaan beraden over de raag: wat willen we nou. Welke situatie krijgen we in de toekomst. Er werd. in samen werking met de Stichting Speurwerk Het Boek (het zusje van de CPNB) nogal wat geld be steed aan onderzoek en het resul taat was dat men zei: „In de ko mende vijf jaar zullen w ij in elk geval meer aandacht besteden aan wal men noemt „de minder regel matige kopers" Alle onderdelen van de Boeken week werden eens opnieuw beke ken vanuit het gezichtspunt: ..Le vert dit een bydrage aan onze doelstelling, die minder-regelmati- ge-kopers te bewegen tot wat re gelmatiger aankopen? Zo niet. dan moeten wij deze activiteit tijdelijk of blijvendstopzetten". Men is toen nog wel doorgegaan met het Boekenbal, maar het Geschenk is men doelbewust zodanig gaan se lecteren dat een zo groot mogelyk publiek een aantrekkelijke uitgave kreeg aangeboden Vóór 1970 waren het altijd erg mooie boekjes, typisch gericht op de trouwe kopers. Dat werd anders. „Wij wilden voortaan graag zoveel mogehjk mensen bereiken, zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit' Verdubbeld Dick Ouwehand noemt een paar cijfers. Op het eind van de jaren zestig werden er 200.000 exempla ren van het Geschenk gedrukt. Anno 1979 bedraagt de oplaag 370.000 stuks. Dat is in tien jaar tijd bijna een verdubbeling. Men is het geschenk gaan profes sionaliseren. „Dat is niet hetzelfde als commercialiseren'.Maar wel hebben wij geprobeerd met be- paalde middelen een zo effectief rrtogeiyk resultaat.te bereiken" iken werd ook dat de 'eek elk jaar een thema zou krijgen. Dat is een keer Boek en Muziek geweest, ook een keer Boek en Reizen, en Boek en Communica tie. Dit,Jaar is het: Boek en Vrijheid. Maar waarom is nu het Boekenbal verdwenen? Dat had verschillende redenen Het was natuurlijk op zichzelf een nuttige zaak dat uit eenlopende mensen van het vak el kaar eens per jaar in een feestelyke sfeer konden ontmoeten: uitgevers, schrijvers, boekverkopers, noem maar op. Bovendien werd er in de jaren na de oorlog uitbundig ge feest. Klad Dat is lang doorgegaan, maar op een gegeven ogenblik kwam de klad erin. „Er wordt niet meer ge danst", constateert Diek Ouwe hand. „Kijk maar naar uw eigen omgeving. Vroeger was elke ver jaardag een feest en op elk feest werd gedanst. Dat is nu'niet meer En in de kranten kwamen de dag na het Boekenbal steeds vaker zure stukjes, dat het Bal Weer zo was te gengevallen. Toen heeft de CPNB er een punt achter gezet. Wat is gebleven, dat is de Openingsavond. Het ont moetingsidee is nog intact. Wal In de wandelgangen gebeurt, is vaak minstens zo belangrijk als het ge beuren in de zaal Die opening wordt donderdag 29 maart gehou den in het oude stadhuis aan de Groenmarkt in Den Haag. Men heeft Den Haag gekozen omdat dit jaar de 's-Gravenhaagsche Boekhandelaren Vereeniging 125 jaar bestaat. Discussie Om zes uur 's avonds begint het met een discussie-programma Gesprekleiders zijn Koos Postema en Joop van Tijn. In het panel zit ten twee uitgevers, een grote. R. E. M. van den Brink, van Elsevier, en een kleine: Rob van Gennep. Naast hen de nieuwe voorzitter van de Internationale PEN (schrijver svereniging). de Zweed Per Waestberg: de Zuidafrikaanse schrijver Mothali Mutloatse en de strafreehtsocioloog prof. dr. W H. Nagel, mevr. Kraaycveld, staats secretaris van CRM. Anton L. Con- standse, oud-journalist en de schrijver J. F. Vogelaar. Het is de bedoeling dat het publiek in de zaal (300 plaatsen) zoveel mo gelijk bij de discussie (over vrijheid en democratie) wordt betrokken Henk Batenburgh van Poëzie Har dop zal gedichten voordragen. Om streeks 9 uur begint het informele gedeelte. Het geschenk is dit jaar een bijzon- der onsterfelijk boekje, getiteld „Mooi Kado", een serie ongebun delde stukjes van Simon Carmlg- gelt over o.a A Roland Holst, Wil lem Elsschot, Gerard Reve en nog enkelen. Peter van Straaten heeft het geïllustreerd Er komt ook weer een Boeken weekaffiche, dat is ontworpen door Dick Bruna, F.n dan zijn er de papieren tassen, bedrukt met uit spraken van beroemde lieden. Daarvoor is een commissie van liefst tien man in touw geweest, onder wie Nico Scheepmaker. L) kunt nu wel raden wie dat citaat van Sjakie Swart heeft inge bracht. He. gaat op het ogenblik slecht met het Nederlandse boek. Er is een onmiskenbare stagnatie in de verkoop. Het aantal ver kochte boeken schommelt sinds 1974 rond de 34 miljoen. Het afgelopen jaar onder scheidde zich echter in ongunstige zin met een totaal van 32.800.000 verkochte boeken. De waarde hieryan was gelijk aan die in 1977, namelijk rond 600 miljoen gulden, wat inhoudt dat de gemiddelde prijs per boek van 17,45 in 1978 gestegen is naar 18.25. Wat nu houdt de Nederlander van het boek af Dat zijn de bestedingen in de vrtjetijdsector. Met name de vakan ties. verder weg gelegen reisbestemmingen en de aan koop van duurdere voorzieningen ten behoeve van die vrije tijd. Ondanks die stagnatie weten uitgeverij en boekhandel qua assortiment en aantal verkrijgbare uitgaven goed stand te houden. Eind 1978 telde Nederland 1880 erken de boekverkopers en 491 erkende boekuitgevers. terwijl 'die cijfers eind 1977 toch iets lager waren Niettemin komt er. uiteraard, weer een Boekenweek Dat wordt ditjaar de 44e. die op 29 maart geopend wordt en duurt tol en met 7 april. Het thema is deze keer „Boe ken aan Banden". De boekenweekeditie van het informatieblad 'De Boekenmolen' zal ditmaal verschenen in een oplage van 1,25 miljoen exemplaren. De gids bevat titelinformatie over ongeveer 300 nieuwe boeken. Aan deze PZC-boekenweekbijlage werkten mee Henk J Meier. Johannes van der Woude. Hans van Straten. Pe ter Huijsman, Nico Scheepmaker. Gerrit Komry, Hans Warren. Hans Rombouïs. Fred Raadman. Wim J. Si mons. Elly van Hoeven. Kees Tops.Jeanette Everaars en eindredacteur André Oosthoek. Anion Koolhaas, schrijver en criticus, opent vrijdagavond te 20.00 uur de 'Zeeuwse Boekenweek' in het Vlissings Vcstzakthea- ter. Koolhaas houdt de lezing 'Tussen Men sen en Dieren'.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1979 | | pagina 21