DE VRIJHEID
IN HET ROOD
koude oorlog
hoort bij
mijn bestaan
I
WELKE KANT OP?
I2CI=KI:DWI:I:K
boeken aan banden
theun de vries
zaterdagkrant
hetisweerBoeteivveekvan29maartt/m 7apiill9/9
PZC ZATERDAG 24 MAART 1979
„Ais je het over „Boek en vrijheid" hebt, is voor mij natuurlijk het belangrijkste
hoofdstuk getiteld „De oude oorlog". Die is in de jaren vijftig in alle hevigheid
ingezet, maar gaat nog steeds door. Er zijn nog altijd schoolbibliotheken waar
geen boeken van mij staan. En er zijn bepaalde kranten en bladen die het nog
steeds „onfatsoenlijk" vinden om mijn naam te noemen. Het is een heel bepaalde
groep, een kongsie eigenlijk, die dat nog doet. Je zou die groep kunnen definiëren
als rechtse sociaal-democraten. Zelfs toen ik een eredoctoraat in Groningen
kreeg, negeerden ze het. Dat wordt zo langzamerhand wel komisch hoor, het
krijgt iets lachwekkends".
„Als Ik een krant uit die groep zou
moeten noemen, is Het Parool de
eerste - en alles wat daarmee een
beetje annex is Daarmee bedoel ik
to ook bepaalde journalisten die zijn
fcortgekomen uit het Amsterdamse
fudenterbiad Propria Cures Toen zo
ludent waren, hebben ze me jn
i. Ze
dat. ik de vrijheid bedreigde en
daarom probeerden ze mij preventief
monddood te maken. Als een slacht
offer dan met voor dat soort aanvallen
«11 wijken, proberen ze zijn bestaan te
ontkennen"
-Dat merkte ik al in de jaren vijftig
als ik oude vrienden tegenkwam,
isen die in de oorlog heel goed wa-
geweest - dat blijft een criterium.
Maar als ze me in die periode van de
koude oorlog tegenkwamen, deden ze
net alsof ze me niet zagen, draaiden
hun hoofd af. Dat was ook de hele be
doeling: mensen, uitschakelen".
-W F Hermans heeft mij in die periode
aangevallen in zijn ..Mandarijnen op
amvelzuur". hij noemde me ..de
huursoldaat van de vrede". Ik vond
üi afschuwelijk. Zijn aanval kwam er
op neer dat ik in het Westen grote ho
noraria opstreek en dan in Oost-
van de tweede zoal at. Her
mans stelde dat het een goed door
dachte en uitgekiende politiek van mij
icas Maar als je zou weten hoe weinig
in die tijd verdiende..
-Toen kwam. in 1956. die Hongaarse
ensis Alle schrijversverenigingen or
ganiseerden wat ik noem .tribunalen"
Het begon met de PEN. enkele dagen
later kwam de Vereniging voor Let
terkundigen en daarna de Maat-
voor Letterkunde. Het ging
mei alleen om mij. ook Sonja Prms en
de oude Henri Wiessing kwamen voor
die tribunalen' Het was de bedoeling
dat we 111 het vervolg onze mond zou
tten houden Uitgever-schrijver Geert.
van Oorschot stelde op een van die
■erga de ringen dat hij mij hel schrijven
zelfs het publiceren niet wilde ver
deden, maar dat ik wel moest weten
-at we in een democratie leefden
^nji opvattingen zoals ik die zou
-bben verkondigd zeer onwelkom
'aren. Die uitspraak had een politieke
^diplomatieke dubbele bodem, want
del was tegelijkertijd een uitnodiging
san de uitgevers oin mijn werk te
Wgeren"
geschiedschrijving van de Febru
aristaking is een hele beroerde ge
schiedenis Men probeerde de toon
aangevende rol van de communisten
te kleineren"
„In mijn boek wilde ik laten zien dat de
communisten in liet hele anti-fascisme
een leidende rol hadden gespeeld Na
Hongarije is dat hele idee steeds po
sitiever geworden' tonervhoe de com
munisten zich werkelijk hadden ge
dragen Dat was nodig in die tijd. toen
hen een zogenaamde „onvaderlandse"
houding werd verweten. Het woord
„vijfde colonne" is toen zelfs vaak ge
bruikt. We stonden toen alleen
Niemand durfde opstaan en zeggen
wal jullie met die tribunalen doen. is
dwaasheid De intimidatie was groot,
maar er was gelukkig een aantal dat
daaraan met meedeed En enkelen wa
ren erg goed: Jan Elburg heelt toen
meen ik uit protest voor de PEN be
dankt. En Netty Nijhoff. Je stond wel
alleen, maar was niet helemaal weer
loos aan de wolven overgeleverd"
Vrijheid
Historisch
Jkhrb die hele koude oorlog in mijn
l^iaaii gerelativeerd en ken er
''echts historische betekenis aan toe.
'k heh er natuurlijk wel veel ver
drietigheid van gehad. Natuurlijk
beeft het wel effect gehad, het is een
de aspecten van de facetten van
"lijnbestaan geworden. Het hoort er
bij, net als de oorlog, in het leven van
®s, oudere mensen".
■Misschien zou ik in mijn eigen boeken
teös na moeten gaan waar ik bewust of
jboxust in de afweer ben gegaan,
fto ik ih mijn boeken mensen iets
r® «ggen dat op de koude oorlog
öaat"
inboek als „Februari" is natuurlijk
heel bewuste poging van mij ge-
teest om het beeld van het recente
^niunistisch verleden eens duide-
•W te maken. Ik heb dat gedaan aan
«hand van zeer concrete interviews
fe feitenonderzoekheel uitvoerig en
Wocumenteerd. Ik heb een maand of
jttt aan de voorbereiding gewerkt en
Jteenjaar aan geschreven. Al mijn no-
•fes, een heel pakket documentatie.
helaas verloren gegaan. Dat is een
»an de verdreitigste dingen, want ik
JM unieke gesprekken gevoerd met
fe' mensen die nu al dood zijn. De
„Maar als de CPNB het thema „boek
en vrijheid" voor de Boekenweek
hanteert, doelen ze natuurlijk niet op
het verleden, maar op de actuele si
tuatie - in de lijn van Amnesty Inter
national, zo stel ik me dat tenminste
voor. Het gaat niet om de zelfbeper
king die vrijwel iedere schrijver zich
moet opleggen en die te maken heeft
met tact en goede smaak: het gaat om
de politieke achtergrond van de
schrijver. Bij dat politieke aspect
denk je natuurlijk aan de Latïjnsame-
rikaansc landen en Afrika. En aan de
dissidente Russische schrijvers. Ik
heb het eerste boek van Solzjenitsin,
Een Dag uit het Leven van Ivan Deni-
sovitsj, vertaald. Ik vond het gewel
dig, net als zijn „De Eerste Cirkel" en
„Het Kankerpaviljoen". Maar toen hij
naar het Westen kwam, merkte ik dat
hij allerlei vreemde Dostojewskiaan-
se en religieuze sentimenten begon te
luchten; daarom kan ik hem niet meer
pruimen".
„In zijn totaliteit vind ik het ver
schijnsel van de dissidenten-literatuur
hoogst belangrijk; daar moet je met
sympathie tegenover staan. Maar ik
heb wel geleerd datje ze niet allemaal
kritiekloos aan je boezem moet slui
ten Wat ze in het Westen te vertellen
hebben, is vaak heel dunnetjes. Dan
verzeilen ze in verkeerde kringen en
vallen in handen van de Van 't Reves
en consorten. Ik heb me dikwijls afge
vraagd waarom de leiding in de Sow-
jet-Unie hen niet gewoon laat publice
ren Zo'n grote olifant moet toch de
prikken van zo'n kleine vlo kunnen
verdragen".
Eerbied
„Ik ben grootgebracht in eerbied voor
geld, goed en privé-bezit. Mijn voor
vaderen waren praktisch allemaal
boeren. In de generatie van mijn
grootouders zat eén koopman en in
die van mijn ouders al een paar direc
teuren van zuivelfabrieken en zelfs
een onderwijzer, de eerste intel
lectueel dus. Nu is het helemaal een
burgerlijke familie geworden: het
zijn geen boeren meer".
„Ik heb een bijzonder gelukkige jeugd
gehad in dat kleine Friese dorp, Veen-
wouden. waar ik ben geboren. Het was
een afgeschermd doopsgezind milieu,
de „clan" van mijn jeugd. De doopsge
zinden vormden een sekte die zichzelf
stilletjes voor superieur hield, maar
hei nooit zei: christelijke bescheiden
heid. Dus de gereformeerden en de
hervormden in dat dorp waren altijd
„iets minder". En katholieken heb ik
pas leren kermen toen we in 1915 naar
Leeuwarden verhuisden Maar cüe
doopsgezinden, die waren toch wel het
zout der aarde Je moest je daar ook
naar gedragen Je moest tolerant zijn
tot en met het uiterste, dat zit erbij mij
nog steeds een beetje in. Als je ja" zei.
inoesthetook .ja" zijn Ja-is-ja en nee-
is-nee Maar veel meer dan de uiterlij
ke ethiek was voor mij de solidariteit
van de groep van belang. De onderlin
ge gebondenheid, dat is heel weldadig
voor een kind"
„Dal complex van emoties, m'n Friese
jeugd, is eigenlijk mijn blijmoedig
trauma.. Mijn tweede, maar bittere,
wond is m'n oorlogstrauma Dat heb
ben velen van mijn generatie Toen de
oorlog uitbrak, werd ik door de hele
emotionaliteit van het gebeuren plot
seling op een heel vreemde manier in
gedachten teruggevoerd naar mijn
jeugdherinneringen. In die penode
heb ik ook de eerste van de drie ver
halenbundels geschreven waarin ik
autobiografisch mijn Friese jeugd
verwerk"
Crisis
„Elke keer ais er in mijn leven een
soort politieke crisistoestand kwam,
dan kwamen de jeugdherinneringen
in verhevigde mate opzetten. Dat heb
ik dus weer gehad toen ik in de jaren
zestig grote moeilijkheden met de
CPN begon te krijgen. Na mijn uittre
ding uit de CPN heb ik een periode
gehad waarin ik sterk op mijzelf werd
teruggeworpen. Een pessimistische,
tijd met een totaal ander soort erva
ringen. Het was zoeken naar een
nieuwe oriëntering en in eerste in
stantie kwam er niet veel uit. Noem
het maar „woest en leeg". En in die
periode is dan ook Het Zondagsbed
geschreven en daarna De Vrouwene
ter".
„Mijn doopsgezinde jeugd in Fries
land en mijn lidmaatschap van de
CPN waren twee perioden van gebor
genheid. En naar die geborgenheid
zoek ik nog steeds. Wanneer de CPN
de kant van het Eurocommunisme op
zou gaan, zou ik onmiddellijk weer lid
worden. Maar de CPN, waarmee ik
nog steeds geweldig veel gemeen heb.
spreekt zich niet duidelijk uit. Ze ko
men wel met een grote verklaring als
China Vietnam binnenvalt, maar toen
Vietnam Cambodja binnentrok - mis
schien wel met reden, maar dat is een
andere zaak - kwam er geen woord.
De grootste politieke fout is voor mij
het moment toen China en de Sowjet-
Unie in onmin raakten. Toen
Chroesjtsjov probeerde China tegen
de muur te krijgen".
Schobbejakken
„Ik was in 1960 in Moskou op de con
ferentie van communistische partijen
en toen hebben de Russen voor het
eerst de Chinezen in een lioek probe
ren te krijgen. Na de conferentie, die
een maand duurde, werd elke delega
tie uitgeleide gedaan door een groep
onder leiding van een lid van het Cen
traal Comité. Bij het afscheid zeiden
ze trots: wat hebben we de Chinezen
tegen de muur gekregen, he. Toen
dacht ik: nee jongens... En ik moet
zeggen, Paul de Groot was toen ook
heel kwaad. „Hel zijn schobbejak
ken". zei hij. We waren toen allemaal
heel erg kwaad".
„Want kijk. als China en de Sowjet-
Unie gemeenschappelijk front hadder
gemaakt, hadden ze de Vietnamese
oorlog in een vroeg stadium kunnen
kappen en dan hadden ze alle mogelij
ke narigheid, zoals in Indonesië, kun
nen voorkomen Dat vind ik een ver
schrikkelijke verantwoordelijkheid"
„Als schrijver heb ik seinen de werelc
tn gestuurd. En de weerklank daarvar
heeft me ontzettend goed gedaan
daar ben ik erg blij mee Ik wil de we
reld een beetje beter achterlaten, er
daar zit dat doopsgezinde weer in".
„Schrijven is eenzaam werk Dat moet
wel. Ik zou het zo willen zeggen: schrij
ven is eigenlijk een dialectische
dneèenheid. Je begint in de wereld
indrukken van buitenaf, de omgang
met mensen, de problemen die je zie!
en de antwoorden die je voor jezel:
denkt te vinden. Daarmee trek je je ïr
volledige eenzaamheid terug. Daai
wordt het hele complex verwerkt. Als
dat proces afgelopen is, treed Je weer ir
de openbaarheid, dan ga Je met hel
bewerkte materiaal naar de menser
toe Dan is het boek ook eigenlijk niet
meer van jou"
Alleen
„Jarenlang heb ik het gevoel gehac
dat ik helemaal alleen stond. Toen ik
wat ouder werd. had ik graag een aan
tal jongeren van twintig of dertig
naast me gehad. Maurits Dekker er
Jef Last waren weggevallen en ik
voelde me toen echt alleen staan, ah
linkse auteur, als communist. Daai
heb ik toen wel een beetje aan gele
den. Er kwam niemand. Niemand".
„Ze zeggen dat het ongeluk brengt ah
een schrijver praat over een boek waai
hy aan bezig is. En ik ben wel eer
beetje bijgelovig - iedere atheist is bij
gelovig. Ik ..geloof' alleen in speel
kaarten. Hoe meer zevens ik vind. hoe
gelukkiger ik ben Ik ben geboren ir
1907 en om de zeven jaar was er in mijr
leven steeds iets belangrijks. Ten
minste, zo heb ik dat gereconstrueerd
Dat begon op mijn zevende, toen ik op
school leerde lezen: voor mij een re
volutïonaire gebeurtenis. Met 14 naai
het gymnasium, m'n eerste prijs op
mijn 21e voor Westersche Nachten
Mijn sterfjaar zou eigenlijk okok eer
zeven moeten hebben".
„Ik ben al jaren bezig met een grool
project: de geschiedenis van de sociale
bewegingen in de middeleeuwen, de
sociale ketterijen en het verband tus
sen religie en maatschappij Dat boek
moet eindigen met de wederdopers
Het Ketterboek noemen we het. dat
zou ik nog graag afmaken"
„Daarna wou ik nog doorgaan met de
geschiedenis van de geseculariseerde
sekten en stromingen en zo naar hel
socialisme. Maar daar kom ik waar
schyniyk nooit meer aan toe - dar
moet ik 200 jaar worden"
Kritiek
„En sinds m'n gymnasiumtijd wil ik
al een roman schrijven die in
Griekenland speelt. Maar Vestdijk
heeft me in drie romans al het graf
voor de voeten weggemaaid. Dat
heeft me er overigens niet van weer
houden in mijn boek „De Vrijheid
gaat in het Rood Gekleed" mijn vorm
van kritiek te leveren op Vestdijk*
Rumeiland. De negers in zijn boek
dienen alleen om de witte bazen ver
frissingen aan te dragen. Mijn verhaal
gaat over de negers op Guadeloupe
tijdens de Franse revolutie".
„En toen Vestdijk een roman ovei
Ierland wilde gaan schrijven, heb ik
heel lang met hem gesproken over de
sociale achtergronden van de Ierse ge
schiedenis in de 19e eeuw van de
aardappelziekte tot de Engelse land
heren en de emigratie. Drenthe in het
groot. Toen schreef hij Ierse Nachten
Ik vlei me nog steeds met de gedachte
dat ik de aanzet heb gegeven tot Vest-
dijks enige sociale roman Later heeft
hij zijn oorspronkelijke opzet toch uit
gewerkt in De Zeven Roeiers, over de
mystiek van Ierland, de schemering
de wereld van A. Roland Holst eigen-
ïyk"
„Hetis moeilijk te zeggen op welke van
mijn boeken ik het meest gesteld ben.
Daar zijn in de eerste plaats de Friese
dorpsverhalen. En ook in ..Pan onder
de Mensen" zit een heel stuk auto
biografie. ..Stiefmoeder Aarde" toch
ook wel. vooral de tweede helft. Met
..Het motet voorde Kardinaal" ben ik
een hele tijd bezig geweest het
vraagstuk van de kunstenaar in een
corrupte omgeving. „Februari", het
boek over de staking in '41. was eigen
lijk een documentaire, bijna geen ro
man. Maar ook dat boek ligt me na aan
het hart".
Ti Door Hans van Straten)
oen Sjakie Swart van Ajax
eens uit een onmogelijke positie
het winnende doelpunt had ge
scoord, en men hem na afloop
vroeg hoe hij dat in hemelsnaam
had klaargespeeld, moet hij
geantwoord hebben: „Ik moest
toch die kant op". Deze uitspraak,
die men rustig klassiek mag noe
men. prijkt in deze Boekenw eek op
één (van de tien) papieren boeken-
zakken, die de CPNB via de
bockhandel in omloop brengt.
De letters CPNB hebben, anders
dan buitenstaanders wel eens heb
ben verondersteld, niets te maken
met de CPN en nog minder met
België Ze staan voor „Commissie
voor de Collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek'
Deze CPNB organiseert allerlei ac
tiviteiten in en buiten de Boeken
week (dit jaar van 29 maart tot en
met 8 april, meer een tiendaagse
dus), zoals het Geschenk en de fees
telijke openingsavond. Tot en met
1977 was daar ook het Boekenbal
bij. maar daar zijn ze vorig jaar mee
gestopt en het ziet er niet naar uit.
dat dit eens zo glorieuze festy n ooit
terug zal komen.
Waarom dat zo is besloten, wil Dick
Ouwehand. directeur van de
CPNB, best vertellen, maar dan wel
even langs een omweg. Die omweg
begint in het jaar 1930. toen de Ne
derlandse Uitgeversbond het pre
dikaat ..Koninklijk" verwierf. De
KNUB is sindsdien een begrip in de
boekenwereld.
Bij dat halve eeuwfeest werd een
Dag van het Boek gehouden en het
resultaat was zo positief, dat beslo
ten werd daarmee door te gaan.
Alleen, een Dag van het Boek was
niks. Dat moest een week worden.
Tot in het begin van cje oorlog is
men daarmee doorgegaan. Toen
werd de zaak vijf jaar stopgezet,
maar in 1947 keerde de Boeken
week terug, opgewekter dan ooit
Stagnatie
Elk jaar ging het *6ëier, tot om
streeks het midden van de jaren
zestig door allerlei omstandighe
den de boekenmarkt ging stagne
ren. De vrije zaterdag, de jaarlijk
se loonrondes, de opkomst van het
bibliotheekwezen met uitbouw in
buitenwijken, concentratie in de
dagbladwereld, allemaal factoren
die de samenleving in die jaren
diepgaand hebben beïnvloed.
Het bleek dat cr per hoofd van de
bevolking niet méér boeken wer
den verkocht, er was zelfs sprake
van een lichte teruggang, omdat de
gemiddelde prijs van het boek
steeg. „\ye hadden het idee dat een
kleine groep steeds meer boeken
kocht", aldus Dick Ouwehand „De
basis van de kopersmarkt werd
smaller en dat was een hachelijke
zaak"
Onderzoek
In de jaren 1970-'71 is men zich
binnen de CPNB gaan beraden
over de raag: wat willen we nou.
Welke situatie krijgen we in de
toekomst. Er werd. in samen
werking met de Stichting
Speurwerk Het Boek (het zusje
van de CPNB) nogal wat geld be
steed aan onderzoek en het resul
taat was dat men zei: „In de ko
mende vijf jaar zullen w ij in elk
geval meer aandacht besteden aan
wal men noemt „de minder regel
matige kopers"
Alle onderdelen van de Boeken
week werden eens opnieuw beke
ken vanuit het gezichtspunt: ..Le
vert dit een bydrage aan onze
doelstelling, die minder-regelmati-
ge-kopers te bewegen tot wat re
gelmatiger aankopen? Zo niet. dan
moeten wij deze activiteit tijdelijk
of blijvendstopzetten". Men is toen
nog wel doorgegaan met het
Boekenbal, maar het Geschenk is
men doelbewust zodanig gaan se
lecteren dat een zo groot mogelyk
publiek een aantrekkelijke uitgave
kreeg aangeboden
Vóór 1970 waren het altijd erg
mooie boekjes, typisch gericht op
de trouwe kopers. Dat werd anders.
„Wij wilden voortaan graag zoveel
mogehjk mensen bereiken, zonder
afbreuk te doen aan de kwaliteit'
Verdubbeld
Dick Ouwehand noemt een paar
cijfers. Op het eind van de jaren
zestig werden er 200.000 exempla
ren van het Geschenk gedrukt.
Anno 1979 bedraagt de oplaag
370.000 stuks. Dat is in tien jaar
tijd bijna een verdubbeling.
Men is het geschenk gaan profes
sionaliseren. „Dat is niet hetzelfde
als commercialiseren'.Maar wel
hebben wij geprobeerd met be-
paalde middelen een zo effectief
rrtogeiyk resultaat.te bereiken"
iken werd ook dat de
'eek elk jaar een thema
zou krijgen. Dat is een keer Boek en
Muziek geweest, ook een keer Boek
en Reizen, en Boek en Communica
tie. Dit,Jaar is het: Boek en Vrijheid.
Maar waarom is nu het Boekenbal
verdwenen? Dat had verschillende
redenen Het was natuurlijk op
zichzelf een nuttige zaak dat uit
eenlopende mensen van het vak el
kaar eens per jaar in een feestelyke
sfeer konden ontmoeten: uitgevers,
schrijvers, boekverkopers, noem
maar op. Bovendien werd er in de
jaren na de oorlog uitbundig ge
feest.
Klad
Dat is lang doorgegaan, maar op
een gegeven ogenblik kwam de
klad erin. „Er wordt niet meer ge
danst", constateert Diek Ouwe
hand. „Kijk maar naar uw eigen
omgeving. Vroeger was elke ver
jaardag een feest en op elk feest
werd gedanst. Dat is nu'niet meer
En in de kranten kwamen de dag na
het Boekenbal steeds vaker zure
stukjes, dat het Bal Weer zo was te
gengevallen. Toen heeft de CPNB
er een punt achter gezet.
Wat is gebleven, dat is de
Openingsavond. Het ont
moetingsidee is nog intact. Wal In
de wandelgangen gebeurt, is vaak
minstens zo belangrijk als het ge
beuren in de zaal Die opening
wordt donderdag 29 maart gehou
den in het oude stadhuis aan de
Groenmarkt in Den Haag. Men
heeft Den Haag gekozen omdat dit
jaar de 's-Gravenhaagsche
Boekhandelaren Vereeniging 125
jaar bestaat.
Discussie
Om zes uur 's avonds begint het
met een discussie-programma
Gesprekleiders zijn Koos Postema
en Joop van Tijn. In het panel zit
ten twee uitgevers, een grote. R. E.
M. van den Brink, van Elsevier, en
een kleine: Rob van Gennep. Naast
hen de nieuwe voorzitter van de
Internationale PEN (schrijver
svereniging). de Zweed Per
Waestberg: de Zuidafrikaanse
schrijver Mothali Mutloatse en de
strafreehtsocioloog prof. dr. W H.
Nagel, mevr. Kraaycveld, staats
secretaris van CRM. Anton L. Con-
standse, oud-journalist en de
schrijver J. F. Vogelaar.
Het is de bedoeling dat het publiek
in de zaal (300 plaatsen) zoveel mo
gelijk bij de discussie (over vrijheid
en democratie) wordt betrokken
Henk Batenburgh van Poëzie Har
dop zal gedichten voordragen. Om
streeks 9 uur begint het informele
gedeelte.
Het geschenk is dit jaar een bijzon-
der onsterfelijk boekje, getiteld
„Mooi Kado", een serie ongebun
delde stukjes van Simon Carmlg-
gelt over o.a A Roland Holst, Wil
lem Elsschot, Gerard Reve en nog
enkelen. Peter van Straaten heeft
het geïllustreerd
Er komt ook weer een Boeken
weekaffiche, dat is ontworpen
door Dick Bruna, F.n dan zijn er de
papieren tassen, bedrukt met uit
spraken van beroemde lieden.
Daarvoor is een commissie van
liefst tien man in touw geweest,
onder wie Nico Scheepmaker. L)
kunt nu wel raden wie dat citaat
van Sjakie Swart heeft inge
bracht.
He. gaat op het ogenblik slecht met het
Nederlandse boek. Er is een onmiskenbare
stagnatie in de verkoop. Het aantal ver
kochte boeken schommelt sinds 1974 rond
de 34 miljoen. Het afgelopen jaar onder
scheidde zich echter in ongunstige zin met
een totaal van 32.800.000 verkochte boeken.
De waarde hieryan was gelijk aan die in
1977, namelijk rond 600 miljoen gulden, wat
inhoudt dat de gemiddelde prijs per boek
van 17,45 in 1978 gestegen is naar 18.25.
Wat nu houdt de Nederlander van het boek af Dat zijn
de bestedingen in de vrtjetijdsector. Met name de vakan
ties. verder weg gelegen reisbestemmingen en de aan
koop van duurdere voorzieningen ten behoeve van die
vrije tijd.
Ondanks die stagnatie weten uitgeverij en boekhandel
qua assortiment en aantal verkrijgbare uitgaven goed
stand te houden. Eind 1978 telde Nederland 1880 erken
de boekverkopers en 491 erkende boekuitgevers. terwijl
'die cijfers eind 1977 toch iets lager waren
Niettemin komt er. uiteraard, weer een Boekenweek
Dat wordt ditjaar de 44e. die op 29 maart geopend wordt
en duurt tol en met 7 april. Het thema is deze keer „Boe
ken aan Banden".
De boekenweekeditie van het informatieblad 'De
Boekenmolen' zal ditmaal verschenen in een oplage van
1,25 miljoen exemplaren. De gids bevat titelinformatie
over ongeveer 300 nieuwe boeken.
Aan deze PZC-boekenweekbijlage werkten mee Henk J
Meier. Johannes van der Woude. Hans van Straten. Pe
ter Huijsman, Nico Scheepmaker. Gerrit Komry, Hans
Warren. Hans Rombouïs. Fred Raadman. Wim J. Si
mons. Elly van Hoeven. Kees Tops.Jeanette Everaars en
eindredacteur André Oosthoek.
Anion Koolhaas, schrijver en criticus, opent
vrijdagavond te 20.00 uur de 'Zeeuwse
Boekenweek' in het Vlissings Vcstzakthea-
ter. Koolhaas houdt de lezing 'Tussen Men
sen en Dieren'.