Bevordering van export WINKEL MOSKOU een problematisch jaar RISICO STAAT: TOTAAL AL 35 MILJOEN GULDEN ploeg Van Agt past één jaar op ZATERDAG 30 DECEMBER 1978 i Door Henk Dam) Men mag aannemen dat dat niet toe vallig is. Vanuit het bedrijfsleven en het parlement klinken nogal eens stemmen op die de overheid, en dan met name het ministerie van financiën, te weinig soepelheid verwijten bij het verlenen van exportkredietverzekering. Het Tweede-Kamerlid Arie van der Hek. voorzitter van de kamercommis sie voor handelsbevordering, zegt bij voorbeeld: „Het duurt allemaal te lang. We hebben te weinig faciliteiten, en we missen de flexibiliteit die je in de handel nodig hebt". Geen geringe verwijten. En dat terwijl de exportkredietverzekering als onder steuning van de export bedoeld is. Dat blijkt, alleen al uit het tijdstip waarop bij exportkredietverzekering met ga ranties van de staat werd begonnen: 1932 Het Nederlandse bedrijfsleven was toen volop in de greep van de crisis. Fabriek Een voorbeeld om duidelijk te maken wat exportkredietverzekering is. Een ontwikkelingsland wil een Neder lands bedrijf een fabriek laten bou wen. Aan geld ontbreekt het echter. Het land wil met de toekomstige baten van de fabriek het Nederlandse bedrijf betalen en vraagt dus krediet. Zoiets is riskant. Er zijn politieke risi co's - hoe zal het met het land verder gaan? Revoluties? Nationaliseringen? Deviezengebrek? - en er zijn com merciële risico's - zal de fabriek ooit ge noeg opbrengen om het verleende kre diet te kunnen aflossen? De bank van het Nederlandse bedryl zal daarom niet gauw het krediet willen geven. Dan is er een uitweg: bij de Ne- derlandsche Credietverzekerings Maatschappij (NCM) in Amsterdam kan men een verzekering voor het kre diet vragen. De NCM heeft als enige de mogelijk heid zo'n verzekering weer bij de Ne derlandse staat onder te brengen. Zegt de staat, met name het ministerie van financiën: .Ja, wij willen dat krediet wel verzekeren", dan zijn de betalings risico's voor rekening van de staat. Nu komt de zaak voor de exporterende firma en zijn bank natuurlijk heel an ders te liggen. Wordt het nu niks met die fabriek, of raakt het land in beta lingsmoeilijkheden, dan betaalt de Ne derlandse staat het krediet terug. Met die garantie in het achterhoofd, wil de bank het krediet geven, en kan het Ne derlandse bedrijf beginnen aan de bouw van de fabriek Vlucht Die exportverzekering heeft een gi gantische vlucht genomen. Het komt erop neer dat in november van dit jaar de Nederlandse staat garanties tot een totaal bedrag van 35 miljard gulden op zich had genomen! Die 35 miljard moet komen, althans het belangrijkste deel, van ontwikkelings landen en Oostbloklanden. Bij handel met die landen is de belangstelling voor exportkredietverzekering nu eenmaal het grootst, omdat de politieke en commerciële risico's het grootst zijn. Ondanks dit astronomische bedrag klinkt er toch vrij veel kritiek uit het bedrijfsleven op, gericht tegen het mi nisterie van financiën dat te gauw toe stemming voor kredietverzekering zou onthouden, of te stringente voor waarden zou hanteren. Daardoor zou ons land orders mislopen. Twee voorbeeldjes zijn in dit verband illustratief. De order voor de bouw van twee suikerfabrieken in Bangladesj en Tanzania ging ons land - met name VMF-Stork - vorig jaar voorbij omdat onvoldoende gunstige kredietvoor- waarden konden worden gekregen Schuldige volgens VMF-Stork: de staat. Pas nog zou de Nederlandse scheeps bouw een order voor een groot aantal visserschepen hebben misgelopen, omdat het gevraagde krediet ook niet gunstig genoeg zou zijn. Ook hier zou de staat debet aan zijn Verhalen Drs. G. H. Ledeboer, hoofd van de afde ling exportkredietverzekeringen en investeringsgaranties bij het minis terie van financiën, kijkt niet meer zo erg van dit soort verhalen op. Als verantwoordelijk beleidsamb tenaar bij financiën voor de exportkre dietverzekeringen. wordt hij daar doorlopend mee geconfronteerd, met name vanuit het bedrijfsleven. „Er gaat aan het weerleggen van veel van die verhalen een behoorlijk deel van myn dagtaak heen", zegt hij. Het gaat niet goed met onze export. Minister Andriessen (financien) heeft dat pas geleden bij een lezing in het Groningse Haren weer eens nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. In diezelfde lezing legde de minister uit, wat de overheid kan doen om die niet naar wens lopende export te bevorderen. Daarbij stond hij vooral lang stil bij de zogenaamde exportkredietverzekering. Hij benadrukt dat bijna altijd ex portkredietverzekering wordt gegeven In maar een paar procent van de geval len onthoudt de staat zijn toestem ming. „Maar dan moet het ook wel heel bar zijn. Bij de order van die visser schepen had de NCM ernstige redenen om aan de kredietwaardigheid van de debiteur - een Oosterse opdrachtgever - te twijfelen. Bovendien werden extra risico's gelopen omdat de order moest gaan naar een scheepswerf die op slui ten stond. Daarop zei de NCM: neen' Ledeboer legt uit hoe het precies gaat als een aanvraag voor exportkre dietverzekering komt. „Die aanvraag komt binnen bij de NCM. De NCM be kijkt de zaak. geeft een advies, en dat voorstel gaal dan naar de Dagelijkse Commissie voor Export- en Importga ranties van de Nederlandsche Bank". „Die dagelijkse commissie bekijkt de zaak nog eens. ook vanuit het belang van de staat gezien, en geeft een advies aan de staat". Gaat het om kleinere be dragen in de orde van grootte van en kele miljoenen - dan mogen NCM ol Dagelijkse Commissie zelf de beslissing nemen. „Formeel gesproken geeft de Dagelijk se Commissie een advies aan de minis ter. Dat komt dan op deze afdeling te recht. Wij bezien de zaak nog eens. Maar omdat NCM en Dagelyk.se Com missie al hun licht over de order hebben laten schijnen, kan dat vaak een kwes tie van enkele dagen zijn". Economische zaken Eén adviserende instantie blijft bij de ze voorstelling van zaken buiten be schouwing. het ministerie van econo mische zaken. Als de Dagelijkse Com- Van der Hek missie haar advies naar financiën stuurt, krijgt het Directoraat-Gene raal Buitenlandse Economische Be trekkingen van EZ er ook een. „Als het advies van de dagelykse Commissie negatief is. kan EZ reage ren Dat gebeurt ook wel eens. met het oog op diezelfde werkgelegenheid". Desgevraagd bevestigt de heer Lede boer' dat meningsverschillen in dezen tussen de ministeries van financiën en economische zaken wel eens voorko men Nu de kntiek. Is financiën te kritisch? Durft men te weinig risico's te nemen bij het geven van toestemming voor ex- por tk redietverzekering? Ontbreekt souplesse „Neen", vindt de heer Ledeboer. „We moeten verantwoordelijkheden afwe gen. Met name in deze tijd van Bestek '81 moet je geen geld weggooien. Om u een voorbeeldje te geven: op het land Zaire hebben we voor 240 miljoen geexporteerd. Het is zeer de vraag of we dat ooit terug zullen krijgen. Als we het terugkrijgen, zal dat toch wel vele jaren duren, want Zaire is nu zo goed als failliet". Een tweede voorbeeld waaruit blijkt hoe de staat haar verantwoordelijkhe den taxeert jegens zowel bedrijfsleven als belastingbetaler - want die draait er eigenlijk voor op als het misgaat - biedt Algerije Het bedrag in Algerije, waarvoor de Nederlandse staat garant staat, ligt tussen de 4 en 5 miljard „Nu dat zo hoog is. willen we de zaak wat regelen. We willen niet alle eieren in één mand gooien", aldus Ledeboer Eigen risico Ledeboer: „Maar dat leidde tot verlies van eontacten voor het Nederlandse bedrijfsleven in die landen. Daarom doen we dat nu anders. We verhogen hel eigen risico". Dit houdt in dat het exporterende be- dryf zelf voor een bepaald percentage het risico moet lopen. Normaal be draagt het eigen risico 10 procent. In 30 landen waar Financien het risico wat hoger inschat, is dat 15 procent, en in landen als Algerije is het eigen risico op 20 procent gebracht. De staat gaat dan dus maar voor 80 procent van het te verzekeren bedrag verplichtingen aan. De maatregel van het. eigen risico geldt ook voor de scheepsbouw Daar gaat het zeer slecht. Men kan zich afvragen of in die sector wel de middelen aanwe zig zijn om een eigen risico te kunnen dragen. Ledeboer beaamt dat. „Maar de over heid moet kunnen zeggen: gelijke mon niken. gelijke kappen. We kunnen de scheepsbouw in dit verband niet uitr sluiten Dan krijg je het hele bedrijfsle ven op je dak Ik geef toe: dat zijn moei lijke beslissingen". OESO-regels Voor de scheepsbouw zijn de kre- dietvoorwaarden gebonden aan regels van de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ont wikkeling, waarbij vrijwel alle „rijke" landen zijn aangesloten. Die regels be palen de procentuele omvang van het krediet, de tijd waarin het krediet moet worden terugbetaald, en de ren te. Nederland zou zich als een der weinige landen aan die regels houden. Andere landen ontduiken naai' willekeur de OESO-voorschnften en geven kredie ten op zachtere voorwaarden, om maar orders binnen te slepen, zo hoor je nogal eens in het bedrijfsleven. Het Tweede-Kamerlid Van der Hek „Nederland houdt zich strikt aan de re gels. Door die rigide toepassing lopen we ordersmis". Ledeboer reageert hier op: „Wij horen vaak geluiden als zou het buitenland van de regels afwijken. Dan zeggen wij: kom daar dan eens mee op tafel, met de voorbeelden, want die willen we natuurlijk dolgraag weten". ..Ik moet u zeggen: ik heb nog nooit een voorbeeld gezien van een land dat de OESO-concensus ontdook. Daarmee wil ik niet zeggen dat het niet gebeurt. Maar in het kader van de concensus zijn mij geen gevallen bekend dat de zaak belazerd werd. Bovendien sprekep de betrokken landen elkaar zeer gere geld" Ook als het bedrijfsleven zegt, dat de kredietvoorwaarden in het buitenland gunstiger zijn dan in ons land. gaat het nogal eensom oncontroleerbare verha len". aldus Ledeboer. „Het is echt niet zo. .De NCM houdt nauwkeurig in de gaten wat zich in het buitenland afspeelt. Wy kennen een aantal zeer gunstige voorwaarden. En kele maanden geleden nog zijn we door de Europese Commissie op de vingers _getikt omdat een bepaalde maatregel concurrentievervalsend zou zijn". Niet ver genoeg Moge het ministerie van financien dus een scala van maatregelen hebben om orders door te laten gaan, het gaat ka merlid Van der Hek niet ver genoeg. Hij vindt dat, bij het afwegen van risi co's die dubieuze betalers met zich meebrengen, de werkgelegenheid hier meer moet meetellen. „Je moet je afvragen wat het kost om de zaak hier dicht te gooien, en wat het kost om zaken te doen met ontwik kelingslanden die mogelijk niet zo best van betalen zijn. Ik vind het beter om met risico een order binnen te halen, dan te saneren. Want dat kost ook- geld". De reactie van Ledeboer hierop is: „Daar ben ik het niet mee eens. Met een enkele order kan je een bedrijf toch niet redden, zodat de staat dan dubbele schade lijdt". Voor Van der Hek zeggen de ambtena ren op Financien als ze een order niet laten doorgaan „per saldo: we kunnen het niet beoordelen, we willen onze vingers niet branden". Hij pleit voor een staatsbank die de expertise doet bij „moeilijke orders", of een Ex- portraad. Eén instantie in ieder geval, in plaats van de vier (NCM, Dagelijkse Commissie, financiën en EZ) die zich nu met de exportkredietverzekering bezighouden. |PZC/opinie en achtergrond t Van ome parlementaire redacteur Frans Kok) Het kabinet Van Agt zit er nog. Dat is eigenlijk het belang, rijkste wapenfeit bij het opmaken van de balans na ?én jaar kabinetsperiode. Zeker na de uiterst ongelukkige stirt met Urenco en het aftreden van defensieminister Kruisingadurfde niemand een gok te wagen op de levensduur van de uit nood geboren ploeg. De laatste maanden is het wat rustiger ^wor den rond het kabinet. Ook de oppositie begint langzaamreke- ning te houden met het feit dat het weieens 1981 kan wtrden voor de wacht wordt afgelost, zeker nu het tegenspel ut de CDA-fractie na het vertrek van Aantjes een gevoelige kmuw heeft gekregen. Opmerkelijk is dat het kabinet maai weinig enthousiaste aanhangers kent. AR-voorzitter Hans de Boer zei het op de AR-partijraad onlangs zo: „Wie my op de man af vraagt of ik tevreden ben over het beleid van het kabinet ant woord ik ontkennend". De onvol doende die De Boer het kabinet gal kwam vooral voort uit de slechte rela tie met grote groepen uit de samenle ving. waaronder de vakbeweging. Het kabinet ontmoet óf wantrouwen óf on verschilligheid en beide zyn niet ge schikt om een beleid op te bouwen dat aanslaat. Het kabinet wordt wel eens arrogantie verweten in zijn contact met het par lement en de vakbeweging. Geheel op zyn plaats is dit woord arrogantie ech ter niet. want daarvoor is een zeker ge voel van superioriteit nodig en dat pretendeert zelfs het-kabinet niet te bezitten. Het is meer een grote mate van onzekerheid, die gemaskeerd wordt door overdreven uitingen van flinkheid en stoere taal. Het kabinet heeft vanaf het begin het besef gehad dat het. zeker in de relatie met de vak beweging, toch weinig goed zou kun nen doen en besloot daarop wat de faitistisch de eigen weg te gaan. De schuld voor de geringe populariteit van het kabinet zou bij de presentatie liggen, zo van: het beleid is wel in orde maar het moet alleen beter verkocht worden. Het is een dooddoener die wel meer van stal wordt gehaald om de fouten te vergoelijken. Nee. wat het kabinet schromelijk mist bij het uit stippelen van het beleid is fantasie en kwaliteit. Het kabinet heeft nu een- maai geen andere maatschappijvisie dan. de economie moet uit het slop worden gehaald via bezuinigingen. Gedurfde oplossingen worden niet ge probeerd en het is dan niet verwon derlijk dat de interesse bij de kiezers verflauwt. aankondigt in 1981 uit de politiik te gaan als er dan geen tweede kabinet- Den Uyl is. Veel betekenend is dat len Uyl met geen woord meer rept ove de kans dat het kabinet al voor 1981ten val komt. Zou Den Uyl de hoop leb ben opgegeven het kabinet te kunen wippen? Tot dusver was zijn taatie altijd dat het najaar van 1979, as de bezuinigingen in hun volle zwarte voelbaar w orden, het cruciale mo ment zou worden. Voor de PvdAs het uitzitten van de rit door het kainet ook veel ongunstiger want heCDA zal dan vrijwel zeker opnieuw vor de WD kiezen. Bij een vroegjdige breuk is de situatie weer geheeipen. Van Agt heeft kans gezien het atste jaar het aantal blunders wat hn zelf betreft redelijk binnen de peten te houden. Binnen het parlemenlukte dat door een consequent a-petieke opstelling, met vermijding vanen in houdelijke, op argumenten geiseer- de discussie. Hij weet zich zo -ijwel ongrijpbaar te maken voor zijnritici. Het Engelse blad The Finantü Ti mes, dat laatst een boeiende jlage over ons land liet verschijnenheet met verbazing zijn doen en latenadt- geslagen. „Hij is in veel opzichtn d' laatste man die je zou verwacht*» al premier van de vooruitstrevende pragmatische Hollanders", zo hidi het. Het Mo, Locht er al iets aan de presentatie ontbreken dan is het meer dat het ka binet op het gebied van de openheid een stap heeft teruggezet. Er wordt nauwelijks meer via de media nieuws gemaakt of in het openbaar over al ternatieven gefilosofeerd. Een ont hullend beeld van de binnenkamer tjes-politiek maar ook van de onreg lementaire wijze waarop het kabinet tot stand is gekomen, geeft prof. Duijnstee in een interview in Vrij Ne derland. Duijnstee, die wel de peet vader van het kabinet is genoemd, maar geen enkele officiële functie heeft in het CDA, legt daar uit hoe het kabinet al in elkaar werd geknutseld toen de formatie van het tweede ka binet-Den Uyl nog aan de gang was. Duijnstee spreekt letterlijk van een revanche voor de wijze waarop het eerste kabinet-Den Uyl tot stand is gekomen. Als dat represèntatief is voor het denken in de CDA-top staat ons nog heel wat te wachten. Tegelijk schopt Duijnstee enkele politici in het CDA gevoelig tegen de schenen. Zo noemt hij Lubbers „een hopeloos man" als fractievoorzitter. Lubbers zal het kabinet meer steunen dan Aantjes. maar door zijn onzekerheid en slapte vormt hij een groot gevaar, zo meent Duijnstee. Het is te hopen dat Lubbers genoeg kracht heeft om, net als Aan tjes, de mening van een figuur als Duijnstee naast zich neer te leggen. Interessant is ook het interview met Den Uyl in de Haagse Post, waarin hij Let blad signaleert ook Van Agt: gave om in het parlement iedereendc wapens uit handen te slaan „al wekt dat wel veel irritatie op". Onmisken baar is ook, zo zegt men, dat Neder land internationaal nauwelijks meer meetelt, al is het beleid inhoudelijk vrijwel niet veranderd. Het kwartet Den Uyl, Van der Stoel, Vredeling en Brinkhorst kon zich door allerlei ini tiatieven internationaal nog wel in de schijnwerpers plaatsen. Nu lijkt het erop dat Nederland er meer voor spek en bonen bij zit en soms zelfs geen idee schijnt te hebben wat er allemaal om- gaat. Zo viel Van Agt onlangs op de g Europese topconferentie alleen op n omdat hij tot verrassing van Neder- j z landers èn Belgen zijn geestverwant Biesheuvel naar voren schoof als „wijze" man voor Europa in plaats van, zoals afgesproken. Van der Stoel. Het is natuurlijk onzin te ontkennen dat het kabinet ook enkele positieve dingen tot stand heeft gebracht in het eerste jaar van zyn bestaan. Ondanks fel verzet is het erin geslaagd per 1 ja nuari een deel van de ombuigingen te realiseren. Een huzarenstukje is ook het akkoord over abortus, een pro bleem waarvan iedereen meende dat het een nauwelijks te passeren klip zou zijn. Maar alles bij elkaar is het beeld na een jaar kabinetsbeleid toch met bemoedigend. In een woord samen gevat kan het beleid getypeerd wor den met: conservatief. Het is duidelijk dat in een tijd van grote economische en sociale problemen een iets dynami scher beleid welkom zou zijn. Het conservatisme van het kabinet was vanaf het begin duidelijk toen Wiegel het begrip „passen op de win kel" als motto introduceerde. Bij die wat passieve bezigheid is het immers niet zozeer belangrijk wat men doet, maar meer dat men lijfelijk aanwezig is. Welnu, het kabinet is nog steeds lijfelijk aanwezig en sleept zich zon der veel ambitie voort. Een rub berbootje op de woelige baren, zei Van Agt eens. Het kabinet blijft in derdaad drijven, maar daar lijkt ook alles mee gezegd. (Door Koen Corver) He, let is voor de Sowjet-burgers een problematisch jaar geweest, maar men' kan 1978 toch met een kleine positieve balans afsluiten. Dat staat tenminste te lezen in diverse beschouwingen en analyses die ook de Sowjet-pers aan het eind van het kalenderjaar pleegt te publiceren. Dergelijke beschouwingen wijken natuurlijk niet af van allerlei bijdragen die gedurende de rest van het jaar gepubliceerd worden. Daarom zal men er ook geen opheldering kun nen vinden over het feit waarom de Sowjet-burger na meer dan 61 jaar communistisch bewind onder andere nog steeds niet genoeg vlees en vele andere zaken kan kopen. Het is al erg genoeg dat Sowjet-par- tijleider en president Leonid Breqpjev daarover geklaagd heeft tijdens zijn laatste redevoering voor het centrale comité van de communistische partij Neen. het problematische van het af gelopen jaar zat hem niet in eigen te kortkomingen of fouten, maar de hin demissen op weg naar een paradyse- fijke toekomst worden louter en alleen in het Westen opgeworpen; het kapita listische Westen wel te verstaan, waar de wapenbaronnen de eigenlijke macht in handen hebben en de lakens uitde len. Althans, dit is de visie die de Sowjet- burger voorgehouden wordt Alleen het luisteren naar korte golfzenders biedt die Sowjet-burger enige gelegenheid om datgene wat hem of haar door de eigen media wordt voorgeschoteld enigszins te vergelijken met westerse informatie. Maar ook van deze extra informatie moet men geen wonderen verwachten. Opvallend duidelijk was dit bijvoorbeeld in het boek van Amal- rik „Haalt de Sowjet-Ume 1984?". Hierin ontleedde hij scherp allerlei mythen en fantasieën van de officiële Sowjet-propaganda waar het om toe standen in zijn eigen land ging. China Wat de „dreiging" van de Chinezen echter betrof, bleek Amalrik ondanks zijn kritische instelling tegenover of ficiële Sowjet-visies voor een groot deel de fervente anti-Chinese Sowjet- propaganda in zijn eigen opinies te hebben verwerkt. Men mag dan ook geen al te grote hoop koesteren, dat ve le Sowjet-burgers geen sombere, nega tieve kijk hebben op het Westen waar sigaren rokende w apenproducenten 's morgens tussen rijen apathische en uitgehongerde werklozen door in hun zacht zoevende automobielen naar hun fabrieken rijden. Ook ons goede vaderland maakt geen uitzondering op deze regel. De bewape ningswedloop is ook in Nederland ver antwoordelijk voor de crisisver schijnselen in de economie zo verkon digen de heren Tsoekasov en Jasry ev in het partydagblad Prawda. waarvan de naam zoals bekend „De Waarheid" be tekent. En wie zou aan de mededelin gen van zo'n blad durven twijfelen? Beide verslaggevers citeren onze ko ningin die in haar troonrede zei. dat de Nederlandse economische situatie „ons zorgen" baart. Hare majesteit kondigde in deze troon rede een begroting aan. die vele vade- relanders teleurstelde. „Wij zagen hon derden en honderden mensen die rond om het parlementsgebouw verzameld waren voor de opening (van de Staten Generaal -red.) en die na deze plechtige gebeurtenis naar huis gingen met duidelijke teleurstelling op hun gezich ten". Aldus beide Sowjet-scribenten. Het lijkt wel een stuk uit een midde leeuws schouwspel Men komt naar Den Haag gestroomd om te horen hoe de begroting er uit ziet en gaat teleur gesteld naar huis. Sjokkend mag men aannemen. Zonder toekomsl Alsof al die teleurgestelde burgers niet liever hun krant pakken om daar niet alleen de begroting maar ook alle posi tieve en negatieve commentaren op het budget te bestuderen. Maar dat doen die Nederlandse burgers hele maal niet. volgens weer een andere deskundige die het Sowjet-publiek over de ontwikkelingen in de buiten wereld voorlicht. Dat is namelijk de heer Joeri Zjoekov, politiek com mentator van het eerder genoemde dagblad Prawda. Zjoekov heeft zojuist een boek gepubliceerd over het Wes ten. dat getiteld is „Maatschappij zon der toekomst". U lezer, die deze regels leest, leeft in een uitzichtloze slop waar geweld, misdaad en verslaving de enige uitweg bieden aan uw veel geplaagde ziel. Met een gro te verzameling citaten uit bekende en onbekende westerse dag- en weekbla den schildert Joeri Zjoekov een dood lopende steeg, waaruit wij arme, gede genereerde westerlingen vergeefs een uitweg zoeken Een wereld waarin de burgers een algemene „apathie" heb ben ontwikkeld tegenover de politiek, zo beweert Zjoekov waarbij hij een Amerikaanse socioloog citeert. En dat betekent weer, dat de Neder landse burger helemaal zijn krant niet leest om de begroting te bestuderen. maar hij sloft teleurgesteld naar huis terug na het aanhoren van de troonre de. Hij grijpt thuisgekomen naar de hasj of de jenever of hij gaat buurman of buurvrouw gewelddadig te lijf om de misdaadstatistieken op peil te houden. Helemaal klopt deze redenering niet. want waneer de Westerse bezoeker aan de Sowjet Unie in politieke discussies verwikkelt raakt (meestal met Sowjet- propagandisten, zoals bijvoorbeeld toeristengidsen) dan krijgt hij of zij vaak het verwijt te horen dat men geen geloof moet hechten aan de anti-Sowjet laster die in de Westerse pers wordt ge publiceerd. Laster Onze pers wordt dus toch gelezen, maar dan alleen de „laster" die tegen de vredelievende machten gericht is. En niet de begroting of commentaren daarop. Het is allemaal een beetje in gewikkeld en nauwelijks aan te ne men, dat iedereen dit zomaar gelooft. Maar aangezien in communistische landen niemand ooit naar zijn mening wordt gevraagd, is er ook geen andere mening dan de „algemene, unanieme" steun van het zwijgende volk, dat de leiders steunt en achter hen aan in ver trouwen naar een gelukkige toekomst Na het laatste Warschau-Pactoverleg In Moskou, vertelde de Roemeense leider Ceaucescu thuis dat hy zich had verzet tegen de Russische eis om meer geld uit te gaan geven voor het militair apparaat. Moskou wil dus meer uitge ven, terwyl de officiële propaganda juist dag in dag uit beweert, dat het te genovergestelde het geval is. In een jaaroverzicht van de heer Gerasimov van het staatspersbureau Novosti. le zen we toch, dat 1978 een jaar van te genstellingen was. Aan de ene kant spraken velen tijdens het speciale VN- ontwapeningsdebat hun zorg uit over de groeiende kembomarsenalen. maar Washington keurde daarentegen een record-defensiebegroting goed. Ballon De bewering van Ceaucescu was dus een zeer gevaarlijke naald waarmee de propagandaballon van het Kremlin dreigde te worden doorgeprikt. Geen wonder dat Sowjet-leider Brezjnjev vertoornd uitriep, dat men geen „de magogische" argumenten moest ge bruiken om eenzijdige ontwapening goed te praten. De Sowjet-pers drukt dat allemaal keurig af en presenteert de lezer tenslotte een „problemati sche" balans van het afgelopen jaar. Problematisch omdat er ondanks alle kleine en grote vorderingen in de goe de richting, toch altijd weer hin dernissen opgeworpen worden door krachten „die zich tegen de ontspan ning verzetten". Dergelijke krachten vindt men volgens de Sowjet-propaganda natuurlijk in de eerste plaats in de kapitalistische we reld. Maar er blijft dan toch nog een raadsel onopgelost. Joeri Zjoekov komt in zijn nieuwste boek tot dezelfde con clusie waartoe Lenin al in 1921 kwam, namelijk dat „het kapitalisme sterft" en dat „er geen macht is die deze in eenstorting kan voorkomen". Dat pro ces is dus nu al tientallen jaren aan de gang, maar ondanks dit afcter- vingsproces is deze kapitalistische we reld (waarmee het Oostblok overigens maar al te graag handel drijft) toch maar steeds in staat hindernissen op te werpen op het pad naar een gelukkige toekomst voor de mensheid. Een sterke grijsaard, deze verrotte Westerse we reld, met een vitaliteit die toch benij denswaard genoemd kan worden voor de Sowjet-maatschappij die na 61 jaar revolutionair bewind al bijna de peni sioengerechtigde leeftyd heeft bereikt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 4