Bevordering
van export
WINKEL
MOSKOU een problematisch jaar
RISICO STAAT: TOTAAL
AL 35 MILJOEN GULDEN
ploeg Van Agt
past één jaar op
ZATERDAG 30 DECEMBER 1978
i Door Henk Dam)
Men mag aannemen dat dat niet toe
vallig is. Vanuit het bedrijfsleven en het
parlement klinken nogal eens stemmen
op die de overheid, en dan met name
het ministerie van financiën, te weinig
soepelheid verwijten bij het verlenen
van exportkredietverzekering.
Het Tweede-Kamerlid Arie van der
Hek. voorzitter van de kamercommis
sie voor handelsbevordering, zegt bij
voorbeeld: „Het duurt allemaal te
lang. We hebben te weinig faciliteiten,
en we missen de flexibiliteit die je in
de handel nodig hebt".
Geen geringe verwijten. En dat terwijl
de exportkredietverzekering als onder
steuning van de export bedoeld is. Dat
blijkt, alleen al uit het tijdstip waarop
bij exportkredietverzekering met ga
ranties van de staat werd begonnen:
1932 Het Nederlandse bedrijfsleven
was toen volop in de greep van de crisis.
Fabriek
Een voorbeeld om duidelijk te maken
wat exportkredietverzekering is. Een
ontwikkelingsland wil een Neder
lands bedrijf een fabriek laten bou
wen. Aan geld ontbreekt het echter.
Het land wil met de toekomstige baten
van de fabriek het Nederlandse bedrijf
betalen en vraagt dus krediet.
Zoiets is riskant. Er zijn politieke risi
co's - hoe zal het met het land verder
gaan? Revoluties? Nationaliseringen?
Deviezengebrek? - en er zijn com
merciële risico's - zal de fabriek ooit ge
noeg opbrengen om het verleende kre
diet te kunnen aflossen?
De bank van het Nederlandse bedryl
zal daarom niet gauw het krediet willen
geven. Dan is er een uitweg: bij de Ne-
derlandsche Credietverzekerings
Maatschappij (NCM) in Amsterdam
kan men een verzekering voor het kre
diet vragen.
De NCM heeft als enige de mogelijk
heid zo'n verzekering weer bij de Ne
derlandse staat onder te brengen. Zegt
de staat, met name het ministerie van
financiën: .Ja, wij willen dat krediet
wel verzekeren", dan zijn de betalings
risico's voor rekening van de staat.
Nu komt de zaak voor de exporterende
firma en zijn bank natuurlijk heel an
ders te liggen. Wordt het nu niks met
die fabriek, of raakt het land in beta
lingsmoeilijkheden, dan betaalt de Ne
derlandse staat het krediet terug. Met
die garantie in het achterhoofd, wil de
bank het krediet geven, en kan het Ne
derlandse bedrijf beginnen aan de
bouw van de fabriek
Vlucht
Die exportverzekering heeft een gi
gantische vlucht genomen. Het komt
erop neer dat in november van dit jaar
de Nederlandse staat garanties tot een
totaal bedrag van 35 miljard gulden op
zich had genomen!
Die 35 miljard moet komen, althans het
belangrijkste deel, van ontwikkelings
landen en Oostbloklanden. Bij handel
met die landen is de belangstelling voor
exportkredietverzekering nu eenmaal
het grootst, omdat de politieke en
commerciële risico's het grootst zijn.
Ondanks dit astronomische bedrag
klinkt er toch vrij veel kritiek uit het
bedrijfsleven op, gericht tegen het mi
nisterie van financiën dat te gauw toe
stemming voor kredietverzekering
zou onthouden, of te stringente voor
waarden zou hanteren. Daardoor zou
ons land orders mislopen.
Twee voorbeeldjes zijn in dit verband
illustratief. De order voor de bouw van
twee suikerfabrieken in Bangladesj en
Tanzania ging ons land - met name
VMF-Stork - vorig jaar voorbij omdat
onvoldoende gunstige kredietvoor-
waarden konden worden gekregen
Schuldige volgens VMF-Stork: de
staat.
Pas nog zou de Nederlandse scheeps
bouw een order voor een groot aantal
visserschepen hebben misgelopen,
omdat het gevraagde krediet ook niet
gunstig genoeg zou zijn. Ook hier zou de
staat debet aan zijn
Verhalen
Drs. G. H. Ledeboer, hoofd van de afde
ling exportkredietverzekeringen en
investeringsgaranties bij het minis
terie van financiën, kijkt niet meer zo
erg van dit soort verhalen op.
Als verantwoordelijk beleidsamb
tenaar bij financiën voor de exportkre
dietverzekeringen. wordt hij daar
doorlopend mee geconfronteerd, met
name vanuit het bedrijfsleven. „Er gaat
aan het weerleggen van veel van die
verhalen een behoorlijk deel van myn
dagtaak heen", zegt hij.
Het gaat niet goed met onze export. Minister Andriessen (financien) heeft dat pas geleden bij een
lezing in het Groningse Haren weer eens nadrukkelijk onder de aandacht gebracht. In diezelfde
lezing legde de minister uit, wat de overheid kan doen om die niet naar wens lopende export te
bevorderen. Daarbij stond hij vooral lang stil bij de zogenaamde exportkredietverzekering.
Hij benadrukt dat bijna altijd ex
portkredietverzekering wordt gegeven
In maar een paar procent van de geval
len onthoudt de staat zijn toestem
ming. „Maar dan moet het ook wel heel
bar zijn. Bij de order van die visser
schepen had de NCM ernstige redenen
om aan de kredietwaardigheid van de
debiteur - een Oosterse opdrachtgever
- te twijfelen. Bovendien werden extra
risico's gelopen omdat de order moest
gaan naar een scheepswerf die op slui
ten stond. Daarop zei de NCM: neen'
Ledeboer legt uit hoe het precies gaat
als een aanvraag voor exportkre
dietverzekering komt. „Die aanvraag
komt binnen bij de NCM. De NCM be
kijkt de zaak. geeft een advies, en dat
voorstel gaal dan naar de Dagelijkse
Commissie voor Export- en Importga
ranties van de Nederlandsche Bank".
„Die dagelijkse commissie bekijkt de
zaak nog eens. ook vanuit het belang
van de staat gezien, en geeft een advies
aan de staat". Gaat het om kleinere be
dragen in de orde van grootte van en
kele miljoenen - dan mogen NCM ol
Dagelijkse Commissie zelf de beslissing
nemen.
„Formeel gesproken geeft de Dagelijk
se Commissie een advies aan de minis
ter. Dat komt dan op deze afdeling te
recht. Wij bezien de zaak nog eens.
Maar omdat NCM en Dagelyk.se Com
missie al hun licht over de order hebben
laten schijnen, kan dat vaak een kwes
tie van enkele dagen zijn".
Economische zaken
Eén adviserende instantie blijft bij de
ze voorstelling van zaken buiten be
schouwing. het ministerie van econo
mische zaken. Als de Dagelijkse Com-
Van der Hek
missie haar advies naar financiën
stuurt, krijgt het Directoraat-Gene
raal Buitenlandse Economische Be
trekkingen van EZ er ook een.
„Als het advies van de dagelykse
Commissie negatief is. kan EZ reage
ren Dat gebeurt ook wel eens. met het
oog op diezelfde werkgelegenheid".
Desgevraagd bevestigt de heer Lede
boer' dat meningsverschillen in dezen
tussen de ministeries van financiën en
economische zaken wel eens voorko
men
Nu de kntiek. Is financiën te kritisch?
Durft men te weinig risico's te nemen bij
het geven van toestemming voor ex-
por tk redietverzekering? Ontbreekt
souplesse
„Neen", vindt de heer Ledeboer. „We
moeten verantwoordelijkheden afwe
gen. Met name in deze tijd van Bestek
'81 moet je geen geld weggooien. Om u
een voorbeeldje te geven: op het land
Zaire hebben we voor 240 miljoen
geexporteerd. Het is zeer de vraag of
we dat ooit terug zullen krijgen. Als we
het terugkrijgen, zal dat toch wel vele
jaren duren, want Zaire is nu zo goed
als failliet".
Een tweede voorbeeld waaruit blijkt
hoe de staat haar verantwoordelijkhe
den taxeert jegens zowel bedrijfsleven
als belastingbetaler - want die draait er
eigenlijk voor op als het misgaat - biedt
Algerije
Het bedrag in Algerije, waarvoor de
Nederlandse staat garant staat, ligt
tussen de 4 en 5 miljard „Nu dat zo
hoog is. willen we de zaak wat regelen.
We willen niet alle eieren in één mand
gooien", aldus Ledeboer
Eigen risico
Ledeboer: „Maar dat leidde tot verlies
van eontacten voor het Nederlandse
bedrijfsleven in die landen. Daarom
doen we dat nu anders. We verhogen
hel eigen risico".
Dit houdt in dat het exporterende be-
dryf zelf voor een bepaald percentage
het risico moet lopen. Normaal be
draagt het eigen risico 10 procent. In 30
landen waar Financien het risico wat
hoger inschat, is dat 15 procent, en in
landen als Algerije is het eigen risico op
20 procent gebracht. De staat gaat dan
dus maar voor 80 procent van het te
verzekeren bedrag verplichtingen aan.
De maatregel van het. eigen risico geldt
ook voor de scheepsbouw Daar gaat
het zeer slecht. Men kan zich afvragen
of in die sector wel de middelen aanwe
zig zijn om een eigen risico te kunnen
dragen.
Ledeboer beaamt dat. „Maar de over
heid moet kunnen zeggen: gelijke mon
niken. gelijke kappen. We kunnen de
scheepsbouw in dit verband niet uitr
sluiten Dan krijg je het hele bedrijfsle
ven op je dak Ik geef toe: dat zijn moei
lijke beslissingen".
OESO-regels
Voor de scheepsbouw zijn de kre-
dietvoorwaarden gebonden aan regels
van de OESO, de Organisatie voor
Economische Samenwerking en Ont
wikkeling, waarbij vrijwel alle „rijke"
landen zijn aangesloten. Die regels be
palen de procentuele omvang van het
krediet, de tijd waarin het krediet
moet worden terugbetaald, en de ren
te.
Nederland zou zich als een der weinige
landen aan die regels houden. Andere
landen ontduiken naai' willekeur de
OESO-voorschnften en geven kredie
ten op zachtere voorwaarden, om maar
orders binnen te slepen, zo hoor je nogal
eens in het bedrijfsleven.
Het Tweede-Kamerlid Van der Hek
„Nederland houdt zich strikt aan de re
gels. Door die rigide toepassing lopen
we ordersmis". Ledeboer reageert hier
op: „Wij horen vaak geluiden als zou het
buitenland van de regels afwijken. Dan
zeggen wij: kom daar dan eens mee op
tafel, met de voorbeelden, want die
willen we natuurlijk dolgraag weten".
..Ik moet u zeggen: ik heb nog nooit een
voorbeeld gezien van een land dat de
OESO-concensus ontdook. Daarmee
wil ik niet zeggen dat het niet gebeurt.
Maar in het kader van de concensus zijn
mij geen gevallen bekend dat de zaak
belazerd werd. Bovendien sprekep de
betrokken landen elkaar zeer gere
geld"
Ook als het bedrijfsleven zegt, dat de
kredietvoorwaarden in het buitenland
gunstiger zijn dan in ons land. gaat het
nogal eensom oncontroleerbare verha
len". aldus Ledeboer.
„Het is echt niet zo. .De NCM houdt
nauwkeurig in de gaten wat zich in het
buitenland afspeelt. Wy kennen een
aantal zeer gunstige voorwaarden. En
kele maanden geleden nog zijn we door
de Europese Commissie op de vingers
_getikt omdat een bepaalde maatregel
concurrentievervalsend zou zijn".
Niet ver genoeg
Moge het ministerie van financien dus
een scala van maatregelen hebben om
orders door te laten gaan, het gaat ka
merlid Van der Hek niet ver genoeg.
Hij vindt dat, bij het afwegen van risi
co's die dubieuze betalers met zich
meebrengen, de werkgelegenheid hier
meer moet meetellen.
„Je moet je afvragen wat het kost om
de zaak hier dicht te gooien, en wat het
kost om zaken te doen met ontwik
kelingslanden die mogelijk niet zo best
van betalen zijn. Ik vind het beter om
met risico een order binnen te halen,
dan te saneren. Want dat kost ook-
geld".
De reactie van Ledeboer hierop is:
„Daar ben ik het niet mee eens. Met een
enkele order kan je een bedrijf toch
niet redden, zodat de staat dan dubbele
schade lijdt".
Voor Van der Hek zeggen de ambtena
ren op Financien als ze een order niet
laten doorgaan „per saldo: we kunnen
het niet beoordelen, we willen onze
vingers niet branden". Hij pleit voor
een staatsbank die de expertise doet
bij „moeilijke orders", of een Ex-
portraad. Eén instantie in ieder geval,
in plaats van de vier (NCM, Dagelijkse
Commissie, financiën en EZ) die zich
nu met de exportkredietverzekering
bezighouden.
|PZC/opinie en achtergrond
t Van ome parlementaire redacteur Frans Kok)
Het kabinet Van Agt zit er nog. Dat is eigenlijk het belang,
rijkste wapenfeit bij het opmaken van de balans na ?én jaar
kabinetsperiode. Zeker na de uiterst ongelukkige stirt met
Urenco en het aftreden van defensieminister Kruisingadurfde
niemand een gok te wagen op de levensduur van de uit nood
geboren ploeg. De laatste maanden is het wat rustiger ^wor
den rond het kabinet. Ook de oppositie begint langzaamreke-
ning te houden met het feit dat het weieens 1981 kan wtrden
voor de wacht wordt afgelost, zeker nu het tegenspel ut de
CDA-fractie na het vertrek van Aantjes een gevoelige kmuw
heeft gekregen.
Opmerkelijk is dat het kabinet maai
weinig enthousiaste aanhangers kent.
AR-voorzitter Hans de Boer zei het op
de AR-partijraad onlangs zo: „Wie my
op de man af vraagt of ik tevreden ben
over het beleid van het kabinet ant
woord ik ontkennend". De onvol
doende die De Boer het kabinet gal
kwam vooral voort uit de slechte rela
tie met grote groepen uit de samenle
ving. waaronder de vakbeweging. Het
kabinet ontmoet óf wantrouwen óf on
verschilligheid en beide zyn niet ge
schikt om een beleid op te bouwen dat
aanslaat.
Het kabinet wordt wel eens arrogantie
verweten in zijn contact met het par
lement en de vakbeweging. Geheel op
zyn plaats is dit woord arrogantie ech
ter niet. want daarvoor is een zeker ge
voel van superioriteit nodig en dat
pretendeert zelfs het-kabinet niet te
bezitten. Het is meer een grote mate
van onzekerheid, die gemaskeerd
wordt door overdreven uitingen van
flinkheid en stoere taal. Het kabinet
heeft vanaf het begin het besef gehad
dat het. zeker in de relatie met de vak
beweging, toch weinig goed zou kun
nen doen en besloot daarop wat de
faitistisch de eigen weg te gaan.
De schuld voor de geringe populariteit
van het kabinet zou bij de presentatie
liggen, zo van: het beleid is wel in orde
maar het moet alleen beter verkocht
worden. Het is een dooddoener die wel
meer van stal wordt gehaald om de
fouten te vergoelijken. Nee. wat het
kabinet schromelijk mist bij het uit
stippelen van het beleid is fantasie en
kwaliteit. Het kabinet heeft nu een-
maai geen andere maatschappijvisie
dan. de economie moet uit het slop
worden gehaald via bezuinigingen.
Gedurfde oplossingen worden niet ge
probeerd en het is dan niet verwon
derlijk dat de interesse bij de kiezers
verflauwt.
aankondigt in 1981 uit de politiik te
gaan als er dan geen tweede kabinet-
Den Uyl is. Veel betekenend is dat len
Uyl met geen woord meer rept ove de
kans dat het kabinet al voor 1981ten
val komt. Zou Den Uyl de hoop leb
ben opgegeven het kabinet te kunen
wippen? Tot dusver was zijn taatie
altijd dat het najaar van 1979, as de
bezuinigingen in hun volle zwarte
voelbaar w orden, het cruciale mo
ment zou worden. Voor de PvdAs het
uitzitten van de rit door het kainet
ook veel ongunstiger want heCDA
zal dan vrijwel zeker opnieuw vor de
WD kiezen. Bij een vroegjdige
breuk is de situatie weer geheeipen.
Van Agt heeft kans gezien het atste
jaar het aantal blunders wat hn zelf
betreft redelijk binnen de peten te
houden. Binnen het parlemenlukte
dat door een consequent a-petieke
opstelling, met vermijding vanen in
houdelijke, op argumenten geiseer-
de discussie. Hij weet zich zo -ijwel
ongrijpbaar te maken voor zijnritici.
Het Engelse blad The Finantü Ti
mes, dat laatst een boeiende jlage
over ons land liet verschijnenheet
met verbazing zijn doen en latenadt-
geslagen. „Hij is in veel opzichtn d'
laatste man die je zou verwacht*» al
premier van de vooruitstrevende
pragmatische Hollanders", zo hidi
het.
Het
Mo,
Locht er al iets aan de presentatie
ontbreken dan is het meer dat het ka
binet op het gebied van de openheid
een stap heeft teruggezet. Er wordt
nauwelijks meer via de media nieuws
gemaakt of in het openbaar over al
ternatieven gefilosofeerd. Een ont
hullend beeld van de binnenkamer
tjes-politiek maar ook van de onreg
lementaire wijze waarop het kabinet
tot stand is gekomen, geeft prof.
Duijnstee in een interview in Vrij Ne
derland. Duijnstee, die wel de peet
vader van het kabinet is genoemd,
maar geen enkele officiële functie
heeft in het CDA, legt daar uit hoe het
kabinet al in elkaar werd geknutseld
toen de formatie van het tweede ka
binet-Den Uyl nog aan de gang was.
Duijnstee spreekt letterlijk van een
revanche voor de wijze waarop het
eerste kabinet-Den Uyl tot stand is
gekomen. Als dat represèntatief is
voor het denken in de CDA-top staat
ons nog heel wat te wachten. Tegelijk
schopt Duijnstee enkele politici in het
CDA gevoelig tegen de schenen. Zo
noemt hij Lubbers „een hopeloos
man" als fractievoorzitter. Lubbers zal
het kabinet meer steunen dan Aantjes.
maar door zijn onzekerheid en slapte
vormt hij een groot gevaar, zo meent
Duijnstee. Het is te hopen dat Lubbers
genoeg kracht heeft om, net als Aan
tjes, de mening van een figuur als
Duijnstee naast zich neer te leggen.
Interessant is ook het interview met
Den Uyl in de Haagse Post, waarin hij
Let blad signaleert ook Van Agt:
gave om in het parlement iedereendc
wapens uit handen te slaan „al wekt
dat wel veel irritatie op". Onmisken
baar is ook, zo zegt men, dat Neder
land internationaal nauwelijks meer
meetelt, al is het beleid inhoudelijk
vrijwel niet veranderd. Het kwartet
Den Uyl, Van der Stoel, Vredeling en
Brinkhorst kon zich door allerlei ini
tiatieven internationaal nog wel in de
schijnwerpers plaatsen. Nu lijkt het
erop dat Nederland er meer voor spek
en bonen bij zit en soms zelfs geen idee
schijnt te hebben wat er allemaal om-
gaat. Zo viel Van Agt onlangs op de g
Europese topconferentie alleen op n
omdat hij tot verrassing van Neder- j z
landers èn Belgen zijn geestverwant
Biesheuvel naar voren schoof als
„wijze" man voor Europa in plaats
van, zoals afgesproken. Van der Stoel.
Het is natuurlijk onzin te ontkennen
dat het kabinet ook enkele positieve
dingen tot stand heeft gebracht in het
eerste jaar van zyn bestaan. Ondanks
fel verzet is het erin geslaagd per 1 ja
nuari een deel van de ombuigingen te
realiseren. Een huzarenstukje is ook
het akkoord over abortus, een pro
bleem waarvan iedereen meende dat
het een nauwelijks te passeren klip zou
zijn. Maar alles bij elkaar is het beeld
na een jaar kabinetsbeleid toch met
bemoedigend. In een woord samen
gevat kan het beleid getypeerd wor
den met: conservatief. Het is duidelijk
dat in een tijd van grote economische
en sociale problemen een iets dynami
scher beleid welkom zou zijn.
Het conservatisme van het kabinet
was vanaf het begin duidelijk toen
Wiegel het begrip „passen op de win
kel" als motto introduceerde. Bij die
wat passieve bezigheid is het immers
niet zozeer belangrijk wat men doet,
maar meer dat men lijfelijk aanwezig
is. Welnu, het kabinet is nog steeds
lijfelijk aanwezig en sleept zich zon
der veel ambitie voort. Een rub
berbootje op de woelige baren, zei
Van Agt eens. Het kabinet blijft in
derdaad drijven, maar daar lijkt ook
alles mee gezegd.
(Door Koen Corver)
He,
let is voor de Sowjet-burgers een
problematisch jaar geweest, maar men'
kan 1978 toch met een kleine positieve
balans afsluiten. Dat staat tenminste
te lezen in diverse beschouwingen en
analyses die ook de Sowjet-pers aan
het eind van het kalenderjaar pleegt te
publiceren. Dergelijke beschouwingen
wijken natuurlijk niet af van allerlei
bijdragen die gedurende de rest van
het jaar gepubliceerd worden. Daarom
zal men er ook geen opheldering kun
nen vinden over het feit waarom de
Sowjet-burger na meer dan 61 jaar
communistisch bewind onder andere
nog steeds niet genoeg vlees en vele
andere zaken kan kopen.
Het is al erg genoeg dat Sowjet-par-
tijleider en president Leonid Breqpjev
daarover geklaagd heeft tijdens zijn
laatste redevoering voor het centrale
comité van de communistische partij
Neen. het problematische van het af
gelopen jaar zat hem niet in eigen te
kortkomingen of fouten, maar de hin
demissen op weg naar een paradyse-
fijke toekomst worden louter en alleen
in het Westen opgeworpen; het kapita
listische Westen wel te verstaan, waar
de wapenbaronnen de eigenlijke macht
in handen hebben en de lakens uitde
len.
Althans, dit is de visie die de Sowjet-
burger voorgehouden wordt Alleen het
luisteren naar korte golfzenders biedt
die Sowjet-burger enige gelegenheid
om datgene wat hem of haar door de
eigen media wordt voorgeschoteld
enigszins te vergelijken met westerse
informatie. Maar ook van deze extra
informatie moet men geen wonderen
verwachten. Opvallend duidelijk was
dit bijvoorbeeld in het boek van Amal-
rik „Haalt de Sowjet-Ume 1984?".
Hierin ontleedde hij scherp allerlei
mythen en fantasieën van de officiële
Sowjet-propaganda waar het om toe
standen in zijn eigen land ging.
China
Wat de „dreiging" van de Chinezen
echter betrof, bleek Amalrik ondanks
zijn kritische instelling tegenover of
ficiële Sowjet-visies voor een groot
deel de fervente anti-Chinese Sowjet-
propaganda in zijn eigen opinies te
hebben verwerkt. Men mag dan ook
geen al te grote hoop koesteren, dat ve
le Sowjet-burgers geen sombere, nega
tieve kijk hebben op het Westen waar
sigaren rokende w apenproducenten 's
morgens tussen rijen apathische en
uitgehongerde werklozen door in hun
zacht zoevende automobielen naar
hun fabrieken rijden.
Ook ons goede vaderland maakt geen
uitzondering op deze regel. De bewape
ningswedloop is ook in Nederland ver
antwoordelijk voor de crisisver
schijnselen in de economie zo verkon
digen de heren Tsoekasov en Jasry ev in
het partydagblad Prawda. waarvan de
naam zoals bekend „De Waarheid" be
tekent. En wie zou aan de mededelin
gen van zo'n blad durven twijfelen?
Beide verslaggevers citeren onze ko
ningin die in haar troonrede zei. dat de
Nederlandse economische situatie „ons
zorgen" baart.
Hare majesteit kondigde in deze troon
rede een begroting aan. die vele vade-
relanders teleurstelde. „Wij zagen hon
derden en honderden mensen die rond
om het parlementsgebouw verzameld
waren voor de opening (van de Staten
Generaal -red.) en die na deze plechtige
gebeurtenis naar huis gingen met
duidelijke teleurstelling op hun gezich
ten". Aldus beide Sowjet-scribenten.
Het lijkt wel een stuk uit een midde
leeuws schouwspel Men komt naar
Den Haag gestroomd om te horen hoe
de begroting er uit ziet en gaat teleur
gesteld naar huis. Sjokkend mag men
aannemen.
Zonder toekomsl
Alsof al die teleurgestelde burgers niet
liever hun krant pakken om daar niet
alleen de begroting maar ook alle posi
tieve en negatieve commentaren op
het budget te bestuderen. Maar dat
doen die Nederlandse burgers hele
maal niet. volgens weer een andere
deskundige die het Sowjet-publiek
over de ontwikkelingen in de buiten
wereld voorlicht. Dat is namelijk de
heer Joeri Zjoekov, politiek com
mentator van het eerder genoemde
dagblad Prawda. Zjoekov heeft zojuist
een boek gepubliceerd over het Wes
ten. dat getiteld is „Maatschappij zon
der toekomst".
U lezer, die deze regels leest, leeft in een
uitzichtloze slop waar geweld, misdaad
en verslaving de enige uitweg bieden
aan uw veel geplaagde ziel. Met een gro
te verzameling citaten uit bekende en
onbekende westerse dag- en weekbla
den schildert Joeri Zjoekov een dood
lopende steeg, waaruit wij arme, gede
genereerde westerlingen vergeefs een
uitweg zoeken Een wereld waarin de
burgers een algemene „apathie" heb
ben ontwikkeld tegenover de politiek,
zo beweert Zjoekov waarbij hij een
Amerikaanse socioloog citeert.
En dat betekent weer, dat de Neder
landse burger helemaal zijn krant niet
leest om de begroting te bestuderen.
maar hij sloft teleurgesteld naar huis
terug na het aanhoren van de troonre
de. Hij grijpt thuisgekomen naar de
hasj of de jenever of hij gaat buurman of
buurvrouw gewelddadig te lijf om de
misdaadstatistieken op peil te houden.
Helemaal klopt deze redenering niet.
want waneer de Westerse bezoeker aan
de Sowjet Unie in politieke discussies
verwikkelt raakt (meestal met Sowjet-
propagandisten, zoals bijvoorbeeld
toeristengidsen) dan krijgt hij of zij
vaak het verwijt te horen dat men geen
geloof moet hechten aan de anti-Sowjet
laster die in de Westerse pers wordt ge
publiceerd.
Laster
Onze pers wordt dus toch gelezen,
maar dan alleen de „laster" die tegen
de vredelievende machten gericht is.
En niet de begroting of commentaren
daarop. Het is allemaal een beetje in
gewikkeld en nauwelijks aan te ne
men, dat iedereen dit zomaar gelooft.
Maar aangezien in communistische
landen niemand ooit naar zijn mening
wordt gevraagd, is er ook geen andere
mening dan de „algemene, unanieme"
steun van het zwijgende volk, dat de
leiders steunt en achter hen aan in ver
trouwen naar een gelukkige toekomst
Na het laatste Warschau-Pactoverleg
In Moskou, vertelde de Roemeense
leider Ceaucescu thuis dat hy zich had
verzet tegen de Russische eis om meer
geld uit te gaan geven voor het militair
apparaat. Moskou wil dus meer uitge
ven, terwyl de officiële propaganda
juist dag in dag uit beweert, dat het te
genovergestelde het geval is. In een
jaaroverzicht van de heer Gerasimov
van het staatspersbureau Novosti. le
zen we toch, dat 1978 een jaar van te
genstellingen was. Aan de ene kant
spraken velen tijdens het speciale VN-
ontwapeningsdebat hun zorg uit over
de groeiende kembomarsenalen. maar
Washington keurde daarentegen een
record-defensiebegroting goed.
Ballon
De bewering van Ceaucescu was dus
een zeer gevaarlijke naald waarmee de
propagandaballon van het Kremlin
dreigde te worden doorgeprikt. Geen
wonder dat Sowjet-leider Brezjnjev
vertoornd uitriep, dat men geen „de
magogische" argumenten moest ge
bruiken om eenzijdige ontwapening
goed te praten. De Sowjet-pers drukt
dat allemaal keurig af en presenteert
de lezer tenslotte een „problemati
sche" balans van het afgelopen jaar.
Problematisch omdat er ondanks alle
kleine en grote vorderingen in de goe
de richting, toch altijd weer hin
dernissen opgeworpen worden door
krachten „die zich tegen de ontspan
ning verzetten".
Dergelijke krachten vindt men volgens
de Sowjet-propaganda natuurlijk in de
eerste plaats in de kapitalistische we
reld. Maar er blijft dan toch nog een
raadsel onopgelost. Joeri Zjoekov komt
in zijn nieuwste boek tot dezelfde con
clusie waartoe Lenin al in 1921 kwam,
namelijk dat „het kapitalisme sterft"
en dat „er geen macht is die deze in
eenstorting kan voorkomen". Dat pro
ces is dus nu al tientallen jaren aan de
gang, maar ondanks dit afcter-
vingsproces is deze kapitalistische we
reld (waarmee het Oostblok overigens
maar al te graag handel drijft) toch
maar steeds in staat hindernissen op te
werpen op het pad naar een gelukkige
toekomst voor de mensheid. Een sterke
grijsaard, deze verrotte Westerse we
reld, met een vitaliteit die toch benij
denswaard genoemd kan worden voor
de Sowjet-maatschappij die na 61 jaar
revolutionair bewind al bijna de peni
sioengerechtigde leeftyd heeft bereikt.