CHRISTIAAN DIELEMAN Weten die mensen veel...die hebben hun benen nog... PZC ZATERDAG 30 DECEMBER 1973 alsof hij een klap voor z'n kop had gekregen, we! vijf minuten. Ik zeg: „Wat denk je ervan", maar hij zei maar niks terug. Toen hebben ze me allemaal bekeken, een voor een. De professor bleef in een kamertje zitten en daar moesten ze hem vertellen wat zij ervan vonden, die andere dokters. De professor kwam later terug en zei: „Je hebt nog twee dagen te leven en als we niets doen, is het met je gedaan. Maar je moet zelf beslissen. Wij staan voor je klaar en als je zegt dat we onze gang kunnen gaan, is het binnen een half uur gebeurd". Hij wees me op die plekjes in m'n been.... vergif. Het zat in m'n bloed en als het in m'n kop kwam, was het gedaan. Natuurlijk heb ik 'ja' gezegd. Ze doen dat ma chinaal hè, zo'n been. Nou ja, ma chinaal, ze werken het wel goed af na tuurlijk...". Het andere been volgde een jaar later. In 1970 leerde Dleleman weer lopen. Dat was in Amsterdam. Daarna mocht hij terug naar Zaamslag. Zonder be nen. „Dan kom je zonder benen thuis, man... onvoorstelbaar. Die bur gemeester kwam ook langs en die was zo onder de indruk dat hij direct van alles voor ons wilde doen. We moesten maar in zo'n bejaardenhuisje, vond hij, want in dit huis was het toch niks ge daan. Maar we zijn hier blijven wonen, met bed in de woonkamer, want ik kan die trappen niet op hè..." voor uw deur kwam. En dan mag die arme kantonrechter de zaak opruimen...". Requisitoir Dagvaarding „Was ik maar verhuisd meneer, denk ik weieens bij mezelf, daarmee was ik misschien toch beter af geweest", peinsde Dieleman dinsdagochtend, toen hij in zijn rolstoel voor het bu reau van de kantonrechter zat. Om tien uur moest hij er zijn, vermeldde de dagvaarding. Zijn vrouw duwde de rolstoel, de DAF stond wat verder op op de Markt van Temeuzen gepark keerd. „Zullen we naar boven gaan", vraagt de officier van justitie de kantonrech ter. Beide heren stappen de gang in. m toga. De Jonge griffier, die altijd nog een beetje moet lachen, wanneer hij de zwarte jurk met dat witte "slabbetje" aandoet, volgt in hun voetspoor. „Nee", luidt het antwoord van de kan tonrechter. „we gaan die zaak hier be neden doen". In een hoekje zit Diele man. zijn vrouw staat met een bood schappentas (vol 'stukken' en foto's over de-situatie-terplaatse) achter de rolstoel. Binnen maakt de rechter plaats achter zijn bureau Er wordt geïm proviseerd en Dieleman wordt de kamer binnen gereden. „Hoe is het nu. heer Dieleman", begint de kan tonrechter „Och. nog niet veel opge schoten hè", zegt deze. De sfeer is wel gemoedelijk. De tenlastelegging: twee parkeerover- tredingen. Een in Juni 1977 en een in augustus van dit jaar. „Heer Diele man, ge hebt de Ombudsman inge schakeld hè? Was dat nu wel zo'n goe de beslissing", vraagt de kantonrech ter. „Dat moet meneer natuurlijk zelf weten hè", brengt de officier in het midden „Ik heb die ombudsman in Middelburg een paar jaar geleden aangeschreven om te vragen of die niet eens iets voor me kon doen", vertelt Dieleman. „Ja. ja", verzucht de rechter later, „u moest daar weg omdat er een Het requisitor van de officier is nuch ter: „Als je twee benen hebt, praat je natuurlijk gemakkelijk, maar ik vind toch dat we bij de rechtspraak met beide benen op de grond moeten blij ven staan. De heer Dieleman heeft twee overtredingen gepleegd. De vo rige keer hebben we hem geen boete opgelegd; ik wil daarin nu verande ring brengen, ook al omdat de heer Dieleman dan in hoger beroep kan gaan. eis ik twee boetes van dertig gulden". „Dat vind ik nog al wat", reageert de invalide. Later zal hij verklaren: „Toen had ik nog niet precies door dat die boete zo hoog moest zijn, omdat ik an ders niet in hoger beroep kon. Ja, het is eigenlijk wel goed zo...". De rechter en de officier geven Dieleman ook nog een wijze raad: ..Stap eens naar een recht swinkel en probeer de zaak nu ook eens op een andere manier op te los sen. Er zou toch opnieuw met de ge meente gepraat moeten worden. Mis schien zou het ook beter zijn. wanneer u wat uit de publiciteit bleef....". Dan stappen de heren op, snellen de trap op, op weg naar de rechtszaal. Daar wacht een volgepakte publieke tribune: leerlingen van de Levens school. Op een teken van hun leraar staan zy op, wanneer de kantonrech ter. de officier en de griffier bin nenstappen Als één man planten vijf meisjes vervolgens het zitvlak weer neer op een lange bank, die krakend bezwijkt. Een bloedneus, een pijnlijke bil en minutenlang gegiechel. Het echtpaar Dieleman verlaat intussen moeizaam het gerechtsgebouw. Hij heeft zijn handtekening gezet: hij gaat in hoger beroep bij de rechtbank in Middelburg. Dieleman „Natuurlijk zijn er altijd mensen, die zeggen dat je je aanstelt en datje het allemaal doet om mede lijden op te wekken. Toen ik nog maar een paar weken thuis was. hoorde ik van de melkboer dat er mensen waren die zich afvroegen wat ik nu eigenlijk nog met die auto moest.... Die bur gemeesterzei in dat radioprogramma dat ze van de Ombudsman alles zo zielig mogelijk hadden wülen af schilderen. Weet die man veel... hij heeft ze nog allebei, z'n benen...". Wout Bare man „Bloedvaatvemauwing, zo noemen ze het Het was hier op den duur dag en nacht krioelen Van de pijn op de bank. Ik deed geen oog meer dicht. De dok- Na een tijdje ging ik helemaal draaien. Die zuster vroeg nog: „Maar meneer Dieleman, wat doet u nu". Ik zeg: „Ja zuster, nu gaat het niet goed hoor... Je moet die professor eens roepen". Ze zei: „Dat hoeft toch niet persé de pro cessor te zijn", maar ik stond erop en toen heeft ze hem gehaald Zo'n pro fessor. dat zijn ook maar gewone men sen hoor en als-ie rondliep was het net een schaa herder met z'n kudde. De schapen waren dan die do toren hè, die hem volgden, van die jonge gasten. Je kon aan die man vragen wat je wilde. Ja, ik had veel vertrouwen in hem...". Een klap... ,Die professor kwam en gooide die deken van over m'n benen opzij. Ik zag direct aan die man dat het hele maal mis was. Hij stond verstomd. Hij mist beide benen en zit in een rolstoel. In z'n linkerhand houdt hij een wandelstok, waarmee hij steeds vervaarlijk heen en weer zwaait. „Kijk", zegt hij en trekt de broekspijp van het rechterbeen op, „het gaat tot net onder de knie. 's Avonds doen we de deur op slot en dan gooi ik die dingen af'. Hij heeft al drie paar kunstbenen versleten en nog steeds gaat het maar erg moeizaam. Met behulp van stokken, een rolstoel en een aangepaste DAF kan hij nog enigszins uit de voeten. Naar de caravan op de Veluwe bijvoorbeeld, in de gemeente van de vroegere bur gemeester van Temeuzen. „Die man was goed voor me", zegt hij nog vaak. Christiaan F. Dieleman ls 70. In febru ari wordt hij 71zijn vrouw is het al. Hij werd geboren in een huisje in de Een- drachtpolder, achter de zeedijk bij Zaamslag. Tot in 1962 woonde hij er, daarna verhuisde het echtpaar Diele- man naar de Achterstraat in Zaamslag zelf. Verderop in het dorp kocht Dieleman direct ook maar een garage „Ja, als je je benen nog hebt, maakt dat weinig uit hè". Het is een straat met oudere woningen en aan de overzijde vooral garages, verbouwde schuren eigenlijk. Hal verwege, een pui of drie verwijderd van nummer 13, is een rechthoek met een kruis erin op de straat gekalkt Het is vóór een bouwval, kromgetrokken muren en een dak zonder pannen. Er staat ook een bordje bij. zo'n blauw bord met de korte mededeling: 'Inva lidenparkeerplaats'. Nummer 13: de opgeknapte woning van Christiaan Dleleman. Hij heeft het woninkje zelf opgeknapt, toen hij nog 'goed' was. Tweehonderd meter hard board heeft hij erin vertimmerd. Nu beweegt hij zich moeizaam door het huis. Het verhaal van Dieleman is zo lang zamerhand wel bekend. De kranten schreven erover, VARA's Ombuds man Frits Bom besteedde er aandacht aan en ook in het radioprogramma 'Zoeklicht op Nederland' (NOS) kwam het 'probleem Dieleman' ter sprake. Burgemeester C. Ockeloen. die ook te zien was in het programma van de "Ombudsman, beklaagde zich voor de NOS-radiomicrofoon over de wijze waarop hij door de VARA-me- dewerkers was behandeld. De regels van het fatsoen waren overschreden, vond hij. „Ze hebben de zaak zo zielig mogelijk willen afschilderen", ver trouwde hij de interviewer en de duizenden luisteraars toe. „Ja, als u vindt dat Barbertje moet hangen, gaat u uw gang maar", had hij de me dewerker van de Ombudsman voor de camera toegevoegd. De kleine strijd van een invalide. Op bescheiden schaal voert Dieleman al meer dan twee jaar actie. Hij schreef brieven, kreeg bekeuringen, nam een advocaat en toen hij ontdekte dat die man ook zaken deed met de gemeente nam hij een andere. „Maar toen de VARA mij meldde dat ze er aandacht aan zouden besteden, heb ik echt ge huild, dat mag je best weten" Het probleem, in 1976 besloot de ge meente de speciale parkeerplaats, waarVan Dieleman al jaren gebruik maakte, te verplaatsen. Die wijziging was noodzakelijk geworden nadat de gemeente een andere inwoner van Zaamslag vergunning had verleend Voor de bouw van een garage recht tegenover de woning van Dieleman. op de plaats waar deze nu net een ge reserveerd parkeerplaatsje voor de DAF had. Op 30 juni 1976 deelt loco-burgemees ter drs R. C. E. Barbé van Temeuzen de Zaamslagse invalide mee dat zijn vaste plekje wordt verschoven. Een ci taat uit die brief. „Wij menen dat deze oplossing voor u geen onoverkomelij ke bezwaren zal hebben. Overigens delen wij u mede de gang van zaken bij het verlenen van een bouwvergunning aan de heer Van Doom voor de ver bouwing van het schuurtje te betreu ren". Er volgen meer brieven. Burgemeester C. Ockeloen schrijft in 1977: „Wij mer ken wel op dat wij destijds hebben meegedeeld de gang van zaken bij het verlenen van de bouwvergunning voor de verbouwing van het schuurtje tot garage te betreuren. Hierbij heeft het college niet het oog gehad op het feit dat de vergunning is verleend, want deze moest immers verleend worden, maar op het feit dat niet eerst even over leg is gepleegd..,". Sinds 1976 parkeert Dieleman zijn au to dus verderop, al kost het hem zo nu en dan moeite die plaats te bereiken. Soms 'overtreedt' hij de regels en laat de auto voor de deur staan. Na tien minuten komt dan de politie. De inva lide heeft zich al enkele malen voor de kantonrechter moeten verantwoor den. Dinsdag nog kreeg hij twee boetes van dertig gulden. Hij gaat in hoger beroep. Amputatie ter hier - ja ik ga hem nu geen trap nageven hoor, dat heeft geen zin heeft me te lang Vastgehouden. Een oudere man hè. die dacht dat het allemaal wel goed zou komen. Maar dat kwam het niet en op den duur besloot hij me toch maar naar Temeuzen, naar het ziekenhuis te sturen. Die dokter daar zei dat het niks bijzonders was en dat het maar een kleinigheid was. J a, ja.... Het verhaal van de lijdensweg. „In 1968 ging m'n eerste been en een jaar later m'n tweede. In 1967 ging het zo in die benen zitten hè, in die kuiten. De bloedstroming was niet meer wat ze moest zijn. Toen ik werd geboren hield m'n moeder er een bloeduitstor ting aan over. Dat is nooit meer goed gekomen en toen ze 56 jaar was, is ze eraan gestorven. Dat Vertelde m'n vader me. van die moeilijkheden bij de geboorte". kom maandag maar, dan helpen we je er vanaf, zei die man". „Toen ze me in Temeuzen hadden open gemaakt, zagen ze pas goed wat er met me aan de hand was. Ze konden hier in Zeeuwsch-Vlaanderen niks voor me doen en toen die dokter me wakker had gemaakt, vertelde hij me dat ik direct naar Leiden zou worden vervoerd. Ik weet het nog goed. Het was met Dekker, die man die de am bulance bestuurde en met een poli tiewagen ervoor. Zo door de rode stop lichten reden we!" „M'n linkse been was het ergste, ze hebben er de hele nacht aan gewerkt Die professor draaide er niet omheen, zei alles zoals het was. Hij vertelde ook dat het bloedvaatvemauwing was en dat ze dergelijke zaken in Temeuzen helemaal niet mochten behandelen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 37