Nog evenwil
er toch één vangen
HET GROTE WACHTEN
Een stilleven waar iedere hengelaar een gruwelijke hekel aan heeft. Een leeg leefnet. Eddie Smit had het allemaal wel
voorspeld.
Ai s je de berichten mag geloven, dan is dit hèt jaargetij voor de sportvissers. De kabeljauwen en
de platvissen - zo willen de verhalen - verdringen zich gewoon rond de haak met de sappige zager,
en het enige wat de hengelaar eigenlijk te doen staat, is het uitdelen van volgnummertjes. Maar
hoe anders zou dat die zaterdag aflopen. Eddie Smit had de vorige dag al waarschuwend met z'n
vinger gezwaaid. „Ik kan je geen enkele garantie geven. Reken er nou maar niet al te vast op, dat
we veel zullen vangen. Anders valt het misschien zo tegen", temperde hij het schier grenzeloze
optimisme. „Misschien, met die verandering van het weer, en als we een beetje geluk hebben
Maar als ik jou was, zou ik er maar niet al te overtuigd van zijn".
Maar eigenwijs als we zijn, waren de
verwachtingen zeer hoog gespannen en
met gul gebaar werden vrienden en be
kenden een fiks maaltje vis in het voor
uitzicht gesteld. Want als je gaat vissen
met een kei als Eddie Smit, wat kan er
dan tenslotte nog mis gaan. Dan kan
het toch niet anders, of je moet met
volle emmers terugkomen? Oh zalige
naiviteit.
Om te beginnen: een kei is Eddie Smit.
Niet voor niets is hij kampioen van
Schouwen-Duiveland. Niet voor niets
ligt hij in de strijd om het club
kampioenschap van de hengelsport
vereniging 'De Oosterschelde' met nog
een wedstrijd voor de boeg slechts en
kele luttele grammetjes vis achter op
z'n naaste concurrent. En het is niet
voor niets, dat de dertig-jarige Zierik-
zeese gemeenteambtenaar in het week
einde van 14 en 15 oktober bij de Ne
derlandse kampioenschappen bootvis-
sen op een zeer eervolle derde plaats
eindigde.
Eervol, dat was het. Een vloot van ne
gen schepen met aan boord tweehon-
derdtweeendertig fanatieke zeesport
vissers. Twee dagen duurden die kam
pioenschappen. De vangst was prima.
Grote hoeveelheden steenbolk, schar,
wijting en gul werden aan de lopende
band over de railing getild. En op die
eerste mistige dag voor de Scheven-
ingse kust had het er alle schijn van,
dat Eddie Smit de beste boothengelaar
van Nederland zou worden. De ene na
de andere knaap takelde hij omhoog.
Een dikke dertien pond vis sleepte de
Zierikzeeenaar die dag binnen en
voerde daarmee fier het klassement
aan. Maar op de tweede en beslissende
dag ging het helaas een pietsie minder,
en kaapte Rene Qogaert uit het
Zeeuws-Vlaamse Kloosterzande de ti
tel zo maar voor zijn neus weg. Eddie
Smit hees in totaal zo'n vierentwintig
pond zeebanket uit het woelige Noord
zeewater, en dat was een paar pondjes
te weinig. Maar het was altijd nog ge
noeg om zich comfortabel op de derde
plaats te nestelen.
Eerste les
Laat er dus geen enkel misverstand
over bestaan: Eddie Smit is een des
kundige. Dat moet een ieder nu wel
duidelijk zijn. Vandaar ook, dat we
maar bij hem hebben aangebeld met
het beleefde verzoek, of we misschien 's
een keertje met 'm meemochten om de
kunst af te kijken. Dat was goed. Zon
der schroom twaalf piek neergeteld
voor drie ons zagers, want dat zou er
toch wel weer uitkomen, dachten we.
Even voor alle duidelijkheid: zelf zijn
we niet zo verschrikkelij k fanatiek waar
het om hengelen gaat. In de zomer, als
het zonnetje schijnt, dan willen we nog
wel eens met de hengel in de ene en het
klapstoeltje in de andere hand naar de
waterkant trekken. Een leefnet, dat
hebben we ook. Maar dat doet meer
dienst om er wat bierflesjes in te depo
neren, dan dat het gebruikt wordt als
bergplaats voor gevangen schollen.
Echt zo'n type dus, waarvoor de meer
gevorderden onder het hen
gelaarsvolkje wat minachtend de neus
ophalen. Echte sportvisserskledij komt
niet in onze garderobe voor. Dus maar
een paar sokken over elkaar, de
pyamabroek onder de pantalon en een
paar extra dikke truien. Gelukkig is het
nog niet echt koud.
Het visgerei in de achterbak en wegwe
zen. Eddie Smit weet een goed stek-
kie.Bij de Kurkenol (even buiten
Zierikzee) moeten we zijn. En na wat
klimpartij tj es over prikkeldraadaf
rastering (ai, dat kost ccn broek) moet
het gaan gebeuren. Eerste les: voortaan
toch wat zuiniger op de spullen zijn.
Een beetje meewarig werpt de kenner
een blik in ons viskoffertje. De onder-
lijntjes zitten hopeloos in de knoop en
de haken zijn zo roestig, dat het niet
anders kan of de zager moet wel een
accute bloedvergiftiging oplopen. In de
werpmolen zit een spinneweb. Het kost
zeker tien minuten om dat spul zo goed
en zo kwaad als het gaat te fatsoeneren.
Eddie Smit heeft al lang met zeer
soepele hand zijn lood en haken zeker
vijftig meter ver het ijskoude Ooster-
scheldewater in geworpen. "Eerst maar
even een platvisje proberen". En dan
begint het grote wachten.
Heel arsenaal
Dolgelukkig was 'ie toen hij als zeven
jarig knulletje van zijn Ome Gerard zijn
eerste hengel cadeau kreeg. Gewoon
zo'n bamboe stok met een lijntje en een
dobbertje. Voor Ed Smit is het vissen
heel wat meer geworden dan alleen
maar een hengel vasthouden. Hij gaat
er helemaal in op. Voor hem is het een
wetenschap geworden. Hoe vaak trekt
hij er niet in z'n eentje op uit. Weer of
geen weer. Thuis houdt hij het allemaal
keurig bij. Hoeveel vis hij gevangen
heeft, waar. tijdens welke weersom
standighedenEn bekijk zijn spullen
eens. Een heel arsenaal hengels en mo
lens.
Nog steeds geen beetje gehad. De top
pen van de hengels worden alleen be
wogen door de golfslag. En Eddie Smit
geeft college. Hij vertelt, dat zagers
toch wel het beste aas zijn, welke type
onderlijn je dan en dan moet gebruiken,
welke soort en maten haken, welke
lijndikte, hoeveel lood, hoe ver je moet
ingooien.... Maar verlang nu niet van
een leergierige doch eenvoudige leek,
dat hij dit alles keurig kan na vertellen.
Want daar zijn de zaken toch echt wel
een beetje te ingewikkeld voor. Al die
kneepjes kunnen je niet op één zater
dagmorgen bijgebracht worden. Zelfs
niet als je met Ed Smit op stap bent.
We staan bijna een uur op de dijk. Het
wordt nu toch wel wat frisjes. De wind
priemt venijnig door de pyamabroek.
Nog steeds geen visje gezien. „We gaan
het een stukje verderop proberen", be
sluit hij. We passeren twee geheel ver
kleumde Belgen. Een vriendelijke
groet. Nee, ze hebben ook nog niks ge
vangen. Weinig opwekkend, brengen
we in het midden. „Ach, ben je gek",
houdt Eddie Smit de moed er in. „Des
te meer voldoening geeft het, als wij
straks wel wat vangen". Daar zit wat
in. Van die kant hadden we het nog niet
bekeken.
Er zijn kenners, die beweren dat het
succes van de hengelaar voor zeventig
procent wordt bepaald door ervaring en
voor twintig procent door het materiaal
dat hij gebruikt. En die resterende tien
procent, wel. je moet ook een beetje
geluk hebben. Nou. de nodige ervaring
kun je Ed Smit niet ontzeggen. Spullen
heeft 'ie ook. Alleen het geluk ontbreekt
vandaag. Nog steeds geen sjoege dus.
We krijgen bezoek. Eveneens deskun
digen, dat hoor je zo. Of de verslaggever
ook aan het vissen is. Dat is nou weer
zo'n vraag, waar je zeer moedeloos van
kunt worden. We staan toch zeker niet
voor niets zo mal uitgedost met een
hengel in de hand ergens op een dijk
langs de Oosterschelde kou te kleumen.
Bijna twee uur duurt het nu al. Voor
zichtig opperen we: „Zullen we maar
niet weer 's opstappen, het wordt toch
niets...". Maar het is een volhouder.
„Nog even, ik wil er toch een vangen...".
Dan begint het nog te gieten ook.
Het leefnet is leeg gebleven. Thuis
wacht de ons de hoon van vrienden en
bekenden. Eddie Smit had het alle
maal wel voorspeld. Wie wil er nu nog
een beter bewijs dat hij er heel wat van
kan
Derde is Eddie Smit geworden bij de landelijke kampioenschappen boothengelen De trofee heeft een ereplaatsje in de
huiskamer gekregen