Ik heb tegen de deurpost een potje staan grienen PZC/zaterdagkrant verslag van een ondergang ZATERDAG 2 DECEMBER 1978 19 Zie kijken elkaar aan en vragen dan: „Je vindt ons zeker stom hè? Zoveel jaar op dat werfje werken, onderbetaald worden, altijd problemen en er toch blijven werken. Ja, misschien zijn we wel stom geweest....". Ruim een week geleden zaten ze naast elkaar in de kantine van de scheepswerf. De bewindvoerders, 'twee mannen van buiten', hadden het net verteld: de werf ging dicht. Peet, de 'prater' van het tweetal, drukte zich kernachtig uit: „We hebben altijd lopen ouwehoeren, maar niks gedaan. Weet je wat we hadden moeten doen? We hadden naar het kantoor moeten stappen, de directiekamer binnen en die vent op straat sodemieteren.... Maar nee, als een zieke koe liepen we overal achteraan... en maar kankeren". Peet Vaal en Jo Schippers. Allebei 42 jaar: allebei na 26 jaar ontslagen bij de Temeuzense Scheepsbouw Maat schappij (TSM). Peet was er lasser en Jo ijzerwerker/portier. Vooral de laatste jaren, toen Jo Schippers er naast z'n gewone werk het baantje van portier bij kreeg, leerden ze elkaar steeds beter kennen. Iedere ochtend weer... Jo opende de werf om kwart over zeven (het werk begon om acht uur) en Peet was er niet veel later. Sa men met bankwerker Jan Verduyn praatten ze. vooral de laatste maan den, over niets anders dan over de werf. De ochtendbladen werden uitge plozen. Schippers: „Iedere morgen hadden we het over dat. werfje...". Vaal: „Ik zeg nog: het lijkt wel een vervolgroman maar dan wel met een verrekt slechte afloop" Schippers: ..De kranten wis ten veel meer dan wij. De onderne mingsraad zweeg. Gelukkig kon je het allemaal volgen in de krant...". Bij Jo Schippers thuis. Peet Vaal zit op de bank. doet het woord. Schippers zit op een kleinere bank er tegenover. Hij vult aan, met zachte stem. Z'n vrouw, dochter en zoontje volgen het gesprek stilzwijgend. Een mooi ingericht huis. niet zonder luxe. Een huurhuis overi gens. Schippers en Vaal wonen in een huis van de woningbouwvereniging, in de 'bloemenbuurt' van Temeuzen thun geboorteplaats). Een week geleden, die bewuste don derdagmiddag in de kantine, hoorden ze. het. Daarna kiuam het weekend, de maandag, de dinsdag... Schippers: „We beseften het eerst niet zo erg goed. maar we stonden wel op straat...". Vaal: „Ik besef het nu nog steeds niet". Schippers (wijzend naar de achter deur): ..Ik ben daar binnen gekomen - echt ik zal het eerlijk zeggen - en ik ben tegen die deurpost gaan staan en een potje gaan staan grienen. M'n vrouw ging meedoen... die emoties hè... en ik weet nu nog steeds niet wat voor dag ik eigenlijk leef. Je ritme is weg". Vaal: „Ik heb een heel rot-weekend gehad. Ik zeg tegen m'n vrouw, toen ik thuiskwam: het is naar de knoppen, we staan op straat. Nou. die reactie... en ondanks dat je er weieens vaker over hebt gepraat. Je reageert natuur lijk niet direct van goh, wat moet ik nu gaan doen. Dat komt niet direct in je op Ik had maagpijn en buikpijn. Dan zat ik soms zomaar een uur voor me uit. te staren. Gisteren vroegen ze nog of ik al achter werk was geweest. Ik zeg eerlijk gezegd niet nee. ik kan niet zeg gen dat m'n hoofd daar naar staat. Er ergens zit er natuurlijk nog een vonkje, nog eeh'sprankje hoop Dan lees je die uitspraken van zo'n directeur van het arbeidsbureau en van die Belgische werf. die wel Interesse heeft". Slechter kan dus eigenlijk niet. We zijn nog eens een hele tijd bezig geweest met een goed classificatie-systeem. Om een groep vakmensen uit 'die groep 5 te lichten en ze in groep 6 te zetten. De vroegere directeur Pan- nevis had die classificatie stil gezet. Voor hem was een sjouwer net zo be langrijk als een goeie plaatwerker of bankwerker. Dat is ook wel zo, want die mens is natuurlijk niets minder dan een ander. Maar qua werkzaam heden, qua vakwerk stond zo'n man natuurlijk op een ander niveau... Schippers: „Een kwestie van verant woordelijkheid hè...". Vaal: „Toen is dus gevraagd of die groep 6 kon worden ingevoerd. Dat gebeurde niet. ook onder Engelsma niet. Die trok de lijn gewoon door. Dan was het weer dit, dan weer dat en dan was de administrateur weer ziek. Een mooie smoes natuurlijk, maar een dooddoener. Die mensen op kantoor deden heel andere ervaringen op. Daar werden echt baantjes gecreëerd. Baantjes, die vooral de laatste jaren helemaal overbodig waren. Een jaar of vijf geleden zat je met twee directeu ren, een onderdirecteur, een bedrijfs leider en nog een hele staf met bazen. Dat is allemaal mooi en aardig als je goed en degelijk in je werk zit. maar op een gegeven moment werd het wel aardig topzwaar. „We maakten de gekste dingen mee, Dat werk van de NAPM bijvoorbeeld. Dan kreeg je te maken met koppelba zen, maar er zaten ook mensen van de IMC die uitgeleend waren en die ver dienden over het algemeen het dub bele van wat wij in het zakje kregen. Die ingehuurde krachten hebben de werf de nekslag gegeven. Vooral dat werk met die koppelbazen". Schippers: „Ik had een Engelse maat bij me... die jongen kon niks. En dat is niet erg hoor, maar hij ving wel het dubbele...". 'Werkvolk' Van nieuwbouw- en reparatïewerf (in de bloeiperiode, toen Vaal en Schippers er werk vonden, telde TSM zeker tweehonderd werknemers) tot reparatïewerf. De nieuwbouw stokte aan het eind van de zestiger jaren. De opdrachten werden minder en er kwam verloop onder het 'werkvolk'. Vaal: „De omliggende bedrijven deden wat meer in het loonzakje, dat is zeker. En toch niet weggaan hè. Waarom? Ja. dat vraag ik me nog steeds af. Ik ben het weieens van plan geweest natuur lijk. Naar de Dow en de Philips ge weest... Ik ging naar de Dow en ik werd afgekeurd en ik ging naar de Philips en daar werd ik ook afgekeurd. Toen kwam het uit: ik heb een klompvoet en ik moet eigenlijk orthopedisch schoeisel dragen en dat deed ik niet. Die mensen waren dus bang voor rug klachten en ziekteverzuim". „Natuurlijk hebben we onszelf tekort gedaan", beseffen ze. Schippers: „Ja, maar er kwam bij mij nog iets anders by. Ik was niet alleen ijzerwerker, maar de laatste negen jaar ook nog portier. Dat geld kon ik goed gebrui ken, dertig uur per maand...!" Vaal: „Och ja, porteir. Tegen Jo zeiden we altijd: daar heb je de open- en dichtdoener...". Schippers: „Ik heb dus negen jaar open en dicht gedaan, zoals wij dat dan noemden. Echt waar dan moest ik vorige week vrijdagavond die sleutels inleveren bij de directeur Tien over vijf. Dat was wel zo'n men tale klap voor me, om dat te verwer ken. Je sluit daar een gebouw af en 'poef, klaar En het is voor iedereen gedaan^iè". Sukkelen Ruim twintig jaar, bijna dertig, werd de TSM geleid door directeur Pan- nevis. Vorig jaar vertrok hij. En gelsma, afkomstig van de ook al ge sloten scheepswerf IHC Gusto in Schiedam, volgde hem op. Vaal en Schippers: „Ja de verpakking was anders, zoals eens ergens in een blaadje heeft gestaan, maar de resul taten waren hetzelfde. Het was al sukkelen onder Pannevis en het bleef sukkelen. Die Engelsma wist in welke situatie hij terechtkwam. En iemand die willens en wetens cijfers achter houdt, om het mooïeren beter te laten lijken dan het in werkelijkheid is. zo'n man is in onze ogen niet goed te pralen. Uit het oogpunt van werkge legenheid.... als ze de poorten an derhalf jaar eerder hadden gesloten, dan had het er voor ons nu misschien beter voorgestaan". Klagen over de verdiensten, klagen over de arbeidsomstandigheden. Schippers: „Toen de werf nog volop in het werk zat, bleven de verdiensten even slecht". Vaal: „De werf heeft in Zeeuwsch- Vlaanderen, wat betalen aangaat, een hele slechte naam gehad. Altijd". De situatie dreigde al jaren geleden uit de hand te lopen. De ouderen zagen in welke staat de machines verkeerden. onderwelke omstandigheden er moest worden gewerkt. Die bevindingen werden 'boven', bij de directie, op tafel gelegd. Inspraak Vaal: „Inspraak? Daar hadden ze nog nooit van gehoord. Dat idee van die inspraak kwam natuurlijk van de ver keerde kant. Als ze nu zelf op het idee waren gekomen.... Van de mensen van de ondernemingsraad hebben we wei eens gehoord dat er met die Pannevis absoluut niet te onder handelen vieL En hij was natuurlijk kwieker dan de meeste mensen. Ja, hij beschouwde de ondernemingsraad als een klant, die hij aankon...". Vernieuwd Schippers: „Die werf is niet met z'n tijd meegegaan. Er waren orders ge noeg en die moeten toch geld opgele verd hebben. Dan vraag je je toch af waar dat geld is gebleven. Er is heel w at binnen gekomen, dat weten we. En ik weet ook dat de directiekamer driemaal is vernieuwd. De kantine hooguit één keer._". Vaal: „Daar weet ik nog een leuke over. Dat was typisch... Engelsma kwam hier en het was een warme dag. Hij wou een gekoeld flesje limonade, maar er was geen koelkast. Vanaf die dag stond er mooi een koelkast in de kamer van de directie. Dus iets goeds heeft-ie dan misschien toch nog wèl teweeg gebracht...". Maar dan toch: „Och, die omgang met Engelsma was wel goed. Je ging er ge- makkelyker mee om dan met Pan nevis. Die voelde zich meer 'de man'. We hebben één keer geprotesteerd te gen overwerk. Daar voelden we niks voor. Maar het moest: gedwongen dus eigenlijk. En qua salaris stond er niks tegenover. Vijf gulden voor een avondje overwerk...", Vaal: „Die bonden zijn zo dikwijls op de werf geweest. Er waren zo vaak be sprekingen over arbeidsvoorwaarden enzo. Maar het heeft ook aan ons gele gen. We hadden veel harder moeten optreden. Zo van: zo en zo moet het en zo niet dan gooien we de zaak plat. Te laks hè". Overall uit Op een kwade dag is Jo Schippers het kantoor van directeur Engelsma bin nengestapt om te praten over dc belo ning. Hij wist precies hoe de verhou dingen lagen, de salarissen van de werkman en van de tekenaar. „Hoe ik erachter kwam... ja, ook niet eerlijk, maar ik wist het", vertelt hij. ..Een tekenaar, een kantoorklerk en dan wy. De verhoudingen waren ont zettend scheef getrokken. Als je op die werf die overall maar eenmaal had uitgetrokken en mooi in je pakje kon rondlopen, wasje boven Jan". Vaal„Dat is allemaal onder Pannevis ingevoerd. Die man was kapitein in het leger geweest en daar heeft hij die Gaatjes boren Peet Vaal mislukte op de MULO. Hij had problemen met de 'rekenvakken'. Halverwege het schooljaar stapte hij op. klopte bij de TSM aan cn werd aangenomen. Nagel jongen is hij nooit geweest, meldt hij. Hij begon met het boren van gaatjes, voor kabels. Toen er een tekort aan lassers dreigde, werd hem niet gevraagd of hij wel wilde. Z'n bazen vertelden hem ge woon: Je moet gaan lassen en Vaal deed het. Veel papieren heeft hij niet. Vaal heeft, zegt hij, wel recht op een certificaat. Hij behaalde het. toen de lassers een proef moesten afleggen om in aanmer king te kunnen komen voor de mede werking aan een karwei voor de NAPM in het Sloegebied. Een certificaat. Hij heeft er recht op. maar het is hem nooit overhandigd. Jo Schippers heeft een diploma van de LTS plus een 'papiertje' van de avond school. Het is hem al goed van pas ge komen bij z'n eerste sollicitatiege sprekken. .Anders was ik niet aan bod gekomen; ik moest toch een klein beetje kennis laten zien", zegt hij '...groep 6...' De werknemer De werknemers, 116 in iotaal, werden slecht betaald bij de TSM. Vaal: „Ja, vooral de laatste jaren. Jo Schippers en Peet Vaal na 26 jaar op straat tik opgedaan. Rangen en standen. Geef acht!" De roep om modernisering. Er werd in al die jaren wel iets gedaan. Er kwam een loods bij en er werd, na jaren tob ben, een extra stukje rails gelegd voor een van de kranen. Toen Vaal en Schippers in dienst traden, werd er op de werf nog veel klinkwerk gedaan. Vaal: „Dan moest je met dat mobiele kraantje godgenade, dat was suk kelen. Op een stelling en dan een sleutel in dat gat. vlug een bout en een moer erop en aandraaien. Ik heb die man nog wel geweten. Stoutjesdijk die boekhouder, Als die kwam. moest hij 's morgens eerst helpen met platen bin nendragen. En als je hem zag.die fladderde in de wind. Er werd nooit geluisterd. De hele tekenkamer kwam kijken, maar verder niks". Schippers: „Je had die platen. Om die van de ene naar de andere loods te krijgen werd er twintig man inge schakeld. Met z'n twintigen onder een plaat, zes meter lang en twee meter breed en dan nog tien dik. Dat was je eerste gang 's morgens, vóór je ander werk ging doen". Vaal: „Als je altijd op zo'n werfje hebt gewerkt, dan weet je op den duur ook niet beter En tóch niet. weggaan. Stom'' Och. toen we hier in de omtrek volop in de kanaalwerken zaten en toen de Dow kwam, waren er moge lijkheden. Maar ja, toen zaten wij ook volop in het werk". „Dat werfje, je kreeg er een band mee. En trouwens nog. Want als je dat leest van zo'n Belgische werf enzo en wie weet, dan denk je toch: verdomme, als ze mensen nodig hebben, zitten we misschien toch wel goed hier in Ter- neuzen. Dat die nieuwe bazen zeggen van 'Ja. die hebben er al zo lang ge werkt, die weten hoe het moet'. Maar ik ga me wel kritischer opstellen". Tachtig procent Nog zes weken loon. Dan waarschijn lijk de ww in. Ze hebben het al uitge rekend: het scheelt ze een dag op de week, tachtig procent. Schippers: „Als ik in de ww kom, moet ik een stapje terug hè, dat is onher roepelijk. Dat vind ik heel erg... je bent het gewend. Dan heb je 26 jaar voor dezelfde baas gewerkt, vol ellende, en dan is er aan het eind van de maand geen loon meer. Dat is ook een tik hoor. Ja mag het natuurlijk niet zeg gen, maar ik zou die Engelsma vast willen pakken en hem tegen de muur zetten tot hij er niet meer af komt. Want dat is de dader, in elk geval een medeplichtige1" Vaal: „Ik had al vakantieplannen ge maakt. Nou. die kan ik rustig vergeten Als je nou nog in de ww zou zitten, dan kan het. maar zitje bij een andere baas dan is dat afgelopen Je hebt geen va kantiedagen hè. Je moet helemaal op nieuw beginnen Schippers: „Ik had gepland half in het volgend jaar een andere auto te kopen. Dat valt mooi in duigen Leningen? Och. ik ben nog ouwerwets Alleen ko pen als ik contant kan betalen. Dat is ook het systeem met hoor, dat weet ik wel.. Vaal heeft nog geen plannen, moet zich nog oriënteren. Schippers is maandagochten direct op zoek ge gaan. Hij wil niet in de ww en is doodsbang dat, als straks de jongeren gaan solliciteren, de deur voor z'n neus wordt dicht geslagen. „Ik denk ook: ik ben al 42 jaar en als die jonge gasten afkomen, waar sta ik dan... Die hebben allemaal meer diploma's en kennis en ik kan alleen een stuk erva ring meebrengen". „Ik zat er nog aan te denken hè. voor ik hier naar toe kwam", zegt Peet Vaal. „al die jongens waarmee je jaren hebt samengewerkt. Die uit het oosten en uit het westen, die zie je nooit meer. Misschien nogeens op de boot Dat is toch maar allemaal mooi stuk ge maakt hè!" Schippers: „En die Van Agt heeft ons ook mooi in de kou laten staan. Mooie regering. Peet Vaal schiet zijn jas aan en rept zich naar het clublokaal van dc bil jartvereniging. „Het is clubavond he", verduidelijkt hij. Jo Schippers blijft thuis. Hij moet nog bellen, over een sollicitatie. In de gang blijven ze nog even staan. Praten. „Ja. dat bij de NSM...", begint Schippers. De deur valt dicht. Wout Bareman Onbegrijpelijk dat die werf zich niet kan handhaven in zo'n druk havengebied als dat van Terneuzen", zeiden -in koor- de deskundigen over de 'Terneuzense Scheepsbouw Maat schappij' (TSM). Maar toen wees de kalender inmiddels don derdag 23 november aan en zat het personeel in de karig be meubelde kantine om van bewindvoerders ir Chr. Scherpen- huysen en mr C. Galama, te hulp geroepen toen er uitstel van betaling werd verleend, te horen dat er een faillissement op til was. Deze week ging de poort dicht en staan er 116 werknemers buiten op de gure Zeeuws-Vlaamse arbeidsmarkt. „Onbegrijpelijk", zal Scherpenhuy- zen, oud-directeur van de Am sterdamse NDSM en 'gepokt en gema zeld' in de scheepsbouw, die middag van de 23e herhalen ten kantore van Galama. De jonge Temeuzense ad vocaat oogt wat gespannen: de werf js zijn eerste faillissement. „We komen in feite anderhalf jaar te laat" stelt het tweetal bedrukt vast. 's Avonds, onder de kleurige Rotarv- vaantjes van grand hotel 'Rot terdam', waar de werf vroeger zo me nige receptie placht te geven, bijt dis- trictsbestuuder Henk Bijvank van de Industriebond NW de -afwezige- TSM directeur ingenieur Ide Jacohus Engelsma (38) toe: ..Het management toont pas karakter in moeilijke tijden. De directie van de TSM heeft geen karakter getoond om dat ze het niet bezit". Een hard oor deel, dat door andere betrokkenen wordt afgezwakt. „Toen Engelsma in 1977 kwam was de TSM al noodlij dend. Wat had hij in z'n eentje nou nog kunnen doen?" De ondergang van de Si jaar oude werf is door raadselen omgeven. Wanbe heer, domme pech of kortzichtigheid van economische zaken, dat twee miljoen rijkssteun weigerde toen het bedrijf nog gered had kunnen worden? Winstgevend is de TSM de laatste ja- ren niet of nauwelijks geweest. Al om streeks 1970, de leiding is dan nog in handen van ing J. Pannevis. zakt de meuwbouwmarkt van kustvaarders, kleine vrachtschepen en een enkele kotter reddeloos in. Het personeelsbe stand. in betere tijden zo'n 200 man. slinkt langzaam maar zeker: sommi gen zien zwaar weer opdoemen. Eind 1975 zoekt de raad van commissaris sen contact met de rederij Vroon te Breskens. die 45 schepen in de vaart heeften bij TSM laat repareren. Presi dent-commissaris A.A. Verdyk. een gemoedelijke, wat breedsprakige Brabander onthult. „Onze aandeel houders waren indertijd bereid om het bedrijf voor niets aan Vroon over te doen. mits de overheid zou bij sprin gen" Economische zaken weigert: de transactie zou miljoenen kosten. De bonden zijn furieus: „Vroon wil alleen maar profiteren van een rijksbijdra ge" Temidden van de chaos haalt de werf Engelsma binnen. De manager komt van Gusto in Schiedam, waar hij werkzaam was op de afdeling onder houd. Hij besluit tot een reorganisa tie. De wankele nleuwbouwafdeling moet dicht en de TSM dient zich te speciali seren in betimmeringen (de werf levert complete bar-interieurs) en reparatie. Het plan lijkt aanvankelijk vruchten af te werpen: er komen orders binnen. Al snel blijkt echter dat TSM niet kan optomen tegen de miljoenenschulden uit het verleden. De werf benadert economische zaken: „Zou het minis terie bereid zijn om twee miljoen te fi- nancieren"?De aanvraag sleept een jaar. De rijksoverheidsdienst maakt een rapport Dan komt deze zomer het bericht 'afgewezen'. Het ministerie vindt dat TSM niet heeft aangetoond met steun van de overheid rendabel te kunnen werken. En bovendien valt het - zo is een overweging - met de -werk loosheid in de Kanaalzone wel mee De vakbonden - later gesteund door een brief van het gemeentebestuur van Temeuzen - doen een poging het besluit teruggedraaid te krijgen. Ze wijzen ln een uitvoerige nota op de kwaliteiten van de directie Later zul len de werknemersvertegenwoordi gers volhouden dat Engelsma hun onjuiste cijfers heeft voorgespiegeld. In oktober antwoordt minister Van Ardenne op vragen van de PvdA-ka- merleden Roels en Castricum dat de TSM in zijn huidige vorm geen be staansrecht meer heeft. Steun komt er definitief niet: de resultaten over he- teerste half jaar van 1978 bijna vier ton verlies) zyn zwaar tegengevallen. De gehavende werf rest dan nog een uitweg: samengaan met de 'Inter nationale Metaalverwerkende Com binatie' (IMC), een metaalverwer- kings- en industrieel servicebedrijf dat ook zwaar aan de grond zit. De bijna 80 personeelsleden daar hoor den enkele maanden eerder dat het mis was. Toen sprong een miljoene norder voor de levering van mest- verwerkingsinstaliaties aan Libiè af. Gedelegeerd commissaris (cn bur gemeester van Bergambacht) PJ. Huijbrecht maakt een fusieplan. Het vraagt 23 ontslagen en 4 miljoen steun van het rijk. „De lamme helpt de blin de....misschien moet je 't zo zeggen", aarzelt Engelsma in die dagen. Den Haag voelt niets voor de opzet, hoezeer Huijbrecht ook schaaft en plakt. Op de middag dat Scherpenhuyzen en Galama het TSM-personeel informe ren over het faillissement wordt ook zijn idee ten grave gedragen. „We wen sen u sterkte", mompelt de ouddirec teur van de NDSM. ,..4a« sterkte heb ben we niks. werk moeten we hebben", klinkt een stem uit de kantine Bob Lagaaij.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 19