Nagedachtenis die levend is en ontroerend IEPER ZESTIG JAAR NA DE EERSTE WERELDOORLOG PZC/ zaterdagkrant 19 Vandaag Is het zestig jaar geleden dat een einde kwam aan de Eerste Wereldoorlog. Precies om elf uur kondigden klaroenstoten de mede aan - de „grote oorlog" was voorbij. Miljoenen hadden hun leven gelaten in de modderige slagvelden van Frankrijk en Vlaanderen. „In Vlaanderen waar de klaprozen bloeien", zoals het beroemde Engelse soldatengedicht het zei. Onze Brusselse correspondent Jan Gerritsen bezocht de voormalige frontlijn bij leper en IJzer. De klaprozen zijn er verdwenen en vervangen door kool en suikerbiet. Wel zijn er nog de graven, de officiële op de kerkhoven, en de onbekende, de talloze onbekende, in de hard geworden grond. Hierbij volgt zijn reportage. (Door Jan Gerritsen) IN og een jaar en dan vieren ze in leper weer een jubileum dat met de Eerste Wereldoorlog te maken heeft. Dan is het vijftig jaar geleden dat ze begonnen met elke avond de „Last Post" te spelen. Sinds 11 november 1929 is het zo gegaan, elke avond om acht uur: twee mannen van de Ieperse brandweer blazen „The Last Post" op hun zilveren hoorns, ter ere van de mannen, jongens en kinderen wier namen zijn ingegrift op de Menen- poort.Het zijn er 54.896 - „officieren en manschappen" van het Britse expeditieleger die in de eerste drie jaar van die oorlog hun leven lieten in de modder van de Vlaamse loopgraven en „to whom the fortune of war denied the known and honoured burial given to their comrades in death" (aan wie het lot van de oorlog een bekende en eervolle begrafenis ontzegde die aan hun kameraden in de dood werd gegeven). Natuurlijk was er de onderbreking door de granaten werd gespaard. Vier van de Tweede Wereldoorlog: van 5 mei 1940 tot 6 september 1944 waren de Duitsers de baas in de stad die ze in de „groteoorlog" van een kwarteeuw eerder maar één dag in hun macht hadden gehad. Maar nog diezelfde avond van die zesde september werd de doden van de poort over de weg die naar Menen leidt, weer hun ont roerende hulde gebracht. De brandweermannen staan dan een paar meter voor de poortin een plotr selinge stilte omdat het verkeer de voortgang wordt belemmerd. Hun gezichten zijn gericht naar de einde loze rijen van namen, hun ruggen naar het voormalige slagveld, de Yp- res Salient (letterlijk: vooruitsprin gende punt van leper), waar de bloedige oorlog vier jaar vreselijk woedde. Naar men zegt is de naam van leper op 27 verschillende manleren gespeld sinds de stad halverwege de midde leeuwen uitgroeide tot de rijkste en machtigste van heel Vlaanderen, dat ach toen ook nog ver In Frankrijk uitstrekte. Tweehonderdduizend in woners telde leper ooit in de dertien de eeuw dankzij de bloeiende laken nijverheid. De Lakenhal, het grootste en mooiste bouwwerk in zijn soort in heel West-Europa, was later het sym bool van dit grootse verleden. In de zestiende eeuw, toen het inwonertal tot een schamele 5000 was gedaald, en In 1914, toen de Duitse cavalerie binnenreed. Vier jaar daarna was leper met de grond gelijk gemaakt. Ook de Laken hal, de trots van eeuwen, was in puin geschoten, op het onderste deel van de Belfort na. dat voor de vernietiging grote slagen werden geleverd tussen de Duitsers en de verdedigers van de vooruitgeschoven frontlijn rond leper, vooral Engelsen, maar ook Fransen en Belgen. De verdedigers wonnen, de stad verloor. Herbouwen De Belgen negeerden de raad van de Britten om leper elders te herbou wen. Steen voor steen werden de huizen, de kerken en ook de Laken hal herbouwd, vaak in hun oor spronkelijke vorm. Ruim veertig jaar vergde de reconstructie van de Lakenhal, die met hernieuwde glorie domineert over de Groote Markt, een van de mooiste pleinen van Vlaande ren. Schuin aan de overzijde staat de Menenpoort - twee overwinningen op het menselijk ongeluk. Voorbij de Menenpoort of de Rijsel- poort naar het zuiden - die nog sporen van beschietingen draagt - ligt het harde land van de Salient. De bomen zyn hier nergens hoog en nog minder oud. Alleen de lange populieren mas keren het verleden van de „grote oorlog" toen alle groen werd bedol ven onder het zwart en het geel van de omwoelde grond. Maar wel zijn er de kerkhoven: 150 op een oppervlakte van 140 vierkante kilometers. De meeste zijn Brits, maar er zijn ook Duitse en Franse en Belgische. Hier bij leper en verderop in het Vlaamse land liggen soldaten uit alle delen van de wereld: Amerikanen en Russen. Portugezen. Tsjechen en zij die toen nog geen vaderland hadden: ..Spag- hi's mort pour la France" iNoordafri- kanen gestorven voor Frankrijk) en joden met een davidsster op him Britse, Franse of Amerikaanse graf zerk Ze hebben vaak vreemde n Bntse begraafplaatsen waarvan er vele tientallen zijn. Hooge Crater Cemetery. Lone Tree Cemetery, La Belle Alliance Cemetery. Er zijn kleine begraafplaatsen, met enkele tientallen zerken, en grote met duizenden. Op Tyne Cot Cemetery in Passendale staat een magnifiek kruis boven ruim 11.000 zerken. De bijbe horende inscriptie „dat hun naam eeuwig leve" heeft tevens betrekking op de 33.782 Britten die tussen 15 augustus 1917 en het einde van de oorlog werden vermist. Hun namen zijn gebeiteld in een lange muur. vanwaar de hele Salient kan worden overzien. Route Tussen de landerijen, die groen en blauw kleuren naar de soorten kool, die hier volop worden verbouwd, is een route T4-T8 uitgezet. Die voert langs dorpen wier namen ooit bij tienduizenden voor eeuwig in het geheugen zijn gegrift: Passendale. Zillebeke, Zonnebeke. Vlamer- tinghe, Ploegsteert (hier staat het derde en laatste Britse „Missing Memorial" voor de gesneuvelden die nimmer werden teruggevonden. Naast de kerkhoven zijn er de mo numenten, klein, groot, indruk wekkend, bespottelijk, aanspre kend, verouderd. Voor de Britten van de Ypres Salient is Paschendaele, zoals het toen werd geschreven, misschien wel de be roemdste naam. Het dorp ligt op een lage heuvelrug, waarom vier jaar lang hevig werd gevochten. In november 1917 wisten de Canadese troepen de heuvel te bezetten, na de „bloedigste slag uit de geschiedenis". Op het mo nument dat daaraan herinnert staat: „Ze kwamen door deze vallei, toen een verraderlijk moeras". Gelukkig heeft het leven van alledag zijn in vloed doen gelden: tweehonderd me ter verderop is een autokerkhof, dat nu de vallei domineert Hier vlakbij zijn Tyne Cot Cemetery (de grootste Britse militaire be graafplaats buiten Engeland) en Langenmark met zijn Soldatenfried- hof - tussen de bunkers, die nog vrij wel ongeschonden zijn liggen vele duizenden Duitse soldaten begraven, op de Alter Friedhof 10.143, van wie 3836 onbekende soldaten, in het Ka- meradengrab (massagraf) 24.834 sol daten en op de Eindbettungsfriedhof liggen 9475 mannen begraven. Na die bloedige jaren telden Britten en Duitsers in Belgiè even veel „vermis ten" - soldaten die in de modder ge bleven waren: 90.000. Er zijn geen Amerikanen in het Ieper se begraven. De weinige doden uit de Eerste Wereldoorlog die ze in België achterlieten (de meesten werden ge repatrieerd) zijn bijgezet op een kerkhof in Waregem. enkele tiental len kilometers verderop. Op Memo rial Day 1927 (30 mei) vloog Charles Lindbergh, negen dagen na zijn be roemde vlucht van Amerika naar Europa over de 368 kruisen, die hier zijn opgericht en dropte er klaprozen „Flanders Fields" heet het kerkhol immers naar het beroemde gedicht van de Canadese kolonel John McCrae: In Flanders Fields the pop pies blow, between the crosses row on row (In de velden groeien de klapro zen tussen de kruisen, rij na rij). De klaproos („kollebloem" op zijn Vlaams) was een van de weinige bloemen die nog groeide op de slag velden. De klaproos werd het sym bool van de oud-strijders van de Yp res Salient. Er is nog een loopgravenmuseum na bij leper - „Sanctuary Wood" op heuvel 62 van de Britse stafkaarten, enkele loopgraven temidden van struikgewas, keurig onderhouden met golfplaten om inzakken te voor komen - precies zoals het in 1918 werd aangetroffen, meldt de kaartverko per in vier talen. In een aanbouwsel achter het belendende café bevindt zich een verzameling 'roestige wa pens, helmen, delen van uniformen, grauw en primitief, afstotend, zoals het altijd zou moeten zijn. Elders zijn er kraters, veroorzaakt door de ontploffingen van grote mij nen. Vaak zijn het nu visvijvers, ro mantische waters, omringd door wil gen en populieren, die voor verade ming zorgen in een landschap dat geen lieflijkheid kent. Zo is het ook bij heuvel 60. ten zuidwesten van leper: een strategische positie van de Duitsers die de Britten pas wisten te veroveren door middel van onder mijning: de explosie van twee mijnen van resp. 53.500 en 70.000 pond ex plosieven. die in Londen moet zijn gevoeld, sloeg kraters van twintig en dertig meter diep en honderd meter breed. Heuvel-62 Ook van heuvel 62 rest nog een stukje origineel strijdtoneel - de grillige vormen, veroorzaakt door de inslag van duizenden granaten - zijn ge ruststellend met gras begroeid. In het vochtige herfstlicht ziet he er heel mooi uit. Wat herinnert eigen lijk aan de moordende strijd om deze heuvel, die duizenden Britten het le ven kostte? Of aan het groene gifgas waarmee de Duitsers in 1915 hun te genstanders uit de stellingen verjoe gen? Hoe velen zijn hier achtergebleven, diep verborgen onder die wonderlijk kleine heuveltjes die weer op andere heuveltjes lijken te zijn gestapeld? Een enkele maal vindt een boer bij leper nog botten, verroest Ijzer, aan wijzingen die een naamloze dode her kenbaar kunnen maken. Maar uit vrees voor officiële paperasserij wor den ze weer snel onder de grond ge werkt. De boeren hebben wel andere zorgen. Een enkeling heeft een vondst als trofee uitgestald, zoals in een tuin bij een villa in Beesinghe waar een Kleine Berta („Minenwerfer") prijkt op een bunker die volledig achter donkergroen klimop verscholen gaat. Elders is een Engeise observatiepost in gebruik als opslagplaats. Buiten staat een rek met melkbussen. En voor het bureau van de rijkswacht in Westzozenbeke staan twee bommen, keurig wit en blauw geverfd. Met het rode rijkswachtembleem in het mid den. Uit Wereldoorlog I of H? Dichter bij de Noordzeekust zijn de herinneringen aan de Eerste Wereld oorlog minder talrijk. Bij Houthulst, waar ooit werd gevochten om het be zit van een groot bos. is een groot Bel gisch erekerkhof met veel onbekende soldaten en ook Italianen. Hier geen Duitsers, zoals op elke grote Britse begraafplaats, waar afgeplatte zer ken het enige verschil vormen met de zerken van de Britse doden De sym boliek is hier anders: op elk graf de Belgische vlag en waar nodig strikte tweetaligheid. Ongeveer bij Houthulst begon de Belgische frontlijn, die doorliep tot de sluizen bij Nieuwpoort, die koning Albert had laten openen om de IJzer linie te vormen. Hier werd veel min der gevochten dan in de Salient van leper. De Britten betreurden 130 000 doden op Belgische grond, het Belgi sche dodental is - typerend voor het ontbreken van zorgvuldigheid in dit land - niet precies bekend: het schommelt tussen 27.000 en 40 000. Hier zijn dan ook minder be graafplaatsen, maar meer n ten. De Lakenhal in leper werd volledig verwoest op het onderste deel van de Belfortna. De herbouw nam 40 jaar in beslag. IJzertoren Het belangrijkste daarvan is de Uzertoren in Diksmuide, de hel- denhuldezerk voor de Vlaamse ge sneuvelden, die ooit grafstenen had den gekregen met de letters AW WK - „Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Christus". Dezelfde letters prijken op de toren die het symbool zou worden van Vlaams na tionalisme („Hier ons bloed, wan neer ons recht'TDaarom werd ze na Wereldoorlog Twee opgeblazen door daders, die nooit werden gevonden. De huidige toren, centrum van jaar lijkse Ijzerbedevaart, werd vanaf 1952 nog grootser en lelijker her bouwd en in 1965 ingehuldigd. .Hier liggen hun lijken als zaden in 't zand. hoop op de oogst, o Vlaanderenland", is de oproep die de IJzertoren uit laat gaan. Onder deze politieke steen des aanstoots, die helaas ook de griezeli ge soorten nationalisme aantrekt, staat een crypte, waarin in 1932 acht dode soldaten symbolisch werden bijgezet. Een hunner is. naar men hardnekkig beweert, een Waal, Fieviez geheten, met de voornaam Aimé. Van Diksmuide naar de kust voert de weg door kaal, vlak land. waar de stormwind uit zee vrij spel heeft. Hier geen groene bordjes van de British War Graves Commission, die naar militaire begraafplaatsen verwijzen. Er zijn hier en daar wel monumenten, maar de meeste zijn lelijk en slecht onderhouden Het grootste is een cirkelvormig bouwwerk ter ere van de Belgische koning Albert die de Belgische troe pen leidde. Het is opgericht naast de sluizen die hij in 1914 open liet zetten - het instromende water riep de aan vallers uit het oosten een halt toe dat definitief zou blijken Hier was het westelijke einde van de frontlijn die tot de Zwitserse grens negenhonderd kilometer lang was De Nieuwpoortse toerismefolders reppen echter met geen woord over de oorlog, ook al werd dit plaatsje in '14-T8 grotendeels vernietigd en met diezelfde „vooroorlogse toewijding" herbouwd Maar niet elke stad heeft een Menen poort en hoornblazers die de doden zo langdurig eren. In Nieuwpoort en al die andere Belgische stadjes en dorpen waarde frontlijn lag. hebben ze daar geen moeite mee - leper is uniek omdat het beste van Britten en Belgen er verenigd is in een nage dachtenis die levend is en ont roerend. ZATERDAG 11 NOVEMBER 1978 Moge bomen ztfn zeldzaam in de Vlaamse westhoek. In de le wereldoorlog werd de aarde hier verschroeid. Vlaamse soldaten aan het IJzerfront

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 19