'AANSLAG' OP VISSTAND
VALT IN PRAKTIJK MEE
NAVO moet evenwicht
met Russen handhaven
MEER RAKETTEN VOOR
DE NAVO TROEPEN
PZC/opinie en achtergrond
Visseizoen op 1 juni weer open
Duitsland-Nederland
een agrarische
vergelijking
ZATERDAG 27 MEI 1978
DeNAVO-strijdkrachten krijgen voor september van dit
jaar nog 47.000 geleide anti-tankraketten extra. De anti-
tankgevechtskracht van de NAVO-troepen wordt daar
door met eenderde vergroot. Dit gebeurt om beter het
hoofd te kunnen bieden aan de overmacht aan tanks
(bijna drie tegen één) van het Warschau-Pakt.
Dit zei de Amerikaanse minister van defensie, Harold
Brownin een rede direct na afloop van de NA VO-raad van
ministers van defensie, twee weken geleden. Brown sprak
in het Duitse Ramstein, waar het hoofdkwartier van de
Amerikaanse luchtmacht in Europa is gevestigd Hij
maakte geen melding van enig verband tussen deze maat
regelen en het afzien door president Carter van de produk-
tie van de neutronenbom, het wapen dat speciaal is ont
worpen om tegen tanks ingezet te worden
Brown gaf in zijn rede een overzicht van de voor Amerika
belangrijkste aanbevelingen in het lange-termijndefen-
sieprogramma dat de NAVO-regeringsleiders volgende
week op hun topberaad in Washington zullen aannemen.
De meeste daarvan hebben betrekking op een snellere
aanvoer van versterkingen naar Europa in geval van een
crisis Daarover Brown: „Vooreind volgend jaar komen er
nog 8000 man Amerikaanse troepen in Europa bij" Voor
1983 willen de Amerikanen in staat zijn in tien dagen vijf
complete divisies (nu: één divisie) en zestig squadrons
tactische luchtstrijdkrachten (nu: 40) naar Europa over te
brengen.
In geval van een crisis zullen de eerste Amerikaanse ver
sterkingen door de lucht worden aangevoerd. De
doelstellingen zijn nu verdubbeling van de Amerikaanse
grondtroepen in minder dan twee weken en verdrievoudi
ging van de Amerikaanse luchtmacht in Europa in minder
dan een week.
Harold Brown
BRUSSEL - De NAVO-landen moeten het militaire evenwicht
met de Sowjet-Unie en haar bondgenoten zoveel mogelijk hand
haven. Dat is de belangrijkste conclusie van een diepgaande stu
die van de NAVO-landen over de betrekkingen tussen het Westen
en het Oostblok in de komende tien jaar. De studie krijgt vol
gende week de „politieke zegen" van de regeringsleiders van de
NAVO-landen, die voor topberaad in Washington bijeen komen.
Veel bewindslieden uit de Europese schat. Het gaat tenslotte om materiele
NAVO-landen vertrekken dezer dagen
naar Amerika met twee redevoeringen
op zak: één voor de ontwapeningscon
ferentie van de Verenigde Naties in New
York en één voor de NAVO-top in Was
hington. Handhaving van het militaire
evenwicht tussen Oost en West. bijge
volg voortzetting van de bewapenings
wedloop. is nu niet direct een populaire
boodschap voor de Verenigde Naties,
die daaraan juist een eind willen maken
- vandaar dat de Oost-Weststudie uit
het licht van de publiciteit is gehouden.
De meeste NAVO-landen willen ook in
Washington geen publicitair vertoon,
hetgeen niet verhindert dat de studie,
waartoe de Londense NAVO-top van
vorig jaar op voorstel van president Car
ter besloot, in de kanselarijen van de
westerse hoofdsteden hoog wordt inge-
veiligheid. terwijl ontwapening voor
alsnog een abstractie blijft. De studie
draagt overigens geen militair karakter,
het is een politieke analyse over de
Oost-Westbetrekkingen in de ruimste
zin des woords.
De uitkomsten van de studie, waaraan
door experts uit alle NAVO-landen is
deelgenomen, geven geen aanleiding de
huidige defensiepolitiek opnieuw te be
zien. „We zijn pessimistischer noch op
timistischer over de doelstellingen van
de Warschaupaktlanden en de manier
waarop die te bereiken", aldus een
Brussels NAVO-expert. Het militaire
evenwicht tussen Oost en West moet
zoveel mogelijk gehandhaafd blijven
De vraag hoever de Sowjet-Unie zal
gaan bij het nastreven van zijn doelein
den, is immers afhankelijk van Mos-
kou's opvatting over de politieke wil en
de militaire inspanningen van de
NAVO-landen.
Het Russische streven wordt omschre
ven als: Europa met vreeswekkende
(militaire) macht dwingen tot aanpas
sing aan de Russische verwachtingen.
Dat houdt een voortgaande toename in
van militaire dreiging op elk gebied
van bewapening. Economische moei
lijkheden, interne problemen (met dis
sidenten) of met Eurocommunisten in
ïiet Westen, zullen de Sowjetleiders
niet in betekenende mate van de voor
genomen koers afbrengen, zo wordt in
de studie voorspeld.
In de zeer geringe mate dat van de op
volgers van Brezjnjev iets anders is te
verwachten dan van het huidige Russi
sche leiderschap, zal het eerder nega
tiever dan positiever zijn, zo wordt ver
ondersteld Impliciet wordt vastgesteld
dat de westelijke pogingen om het
Kremlin met zijn huidige, hoogbejaar
deleiders. in te kapselen in een web van
internationale samenwerking, ten dele
zijn mislukt
De conferentie van Belgrado over vrede
en veiligheid in Europa heeft aange
toond dat de Sowjet-Unie op het punt
van de mensenrechten niet aanspreek
baar is op de wijze die het Westen zich
had voorgesteld Anderzijds is er de uit
breiding van de Russische invloed in
Afrika, met name in Angola en Ethiopië
Deze expansie, die zich moeilijk ver
draagt met ontspanning, raakt direct de
belangen van Europa, dat geo-politiek
op Afrika is aangewezen, meer dan op
Azië of Latijns-Amerika
Wat moet het Westen hier politiek te
genover stellen? Dat is de vraag die de
regeringsleiders in Washington te
beantwoorden krijgen. Er zijn goede
voornemens: jaarlijks drie procent
meer aan defensie-uitgaven (tot 1984)
en het lange-termijndefensiep-
rogramma - ook een initiatief van Car
ter - dat 300 aanbevelingen omvat
waarmee de militaire planners het de
regeringen de komende tien jaar lastig
kunnen maken. Er zijn dan nog de conc
rete wapenbesprekingen met het Oost
blok (over beperking van troepen in
Centraal-Europa - MBFR) en de beper
king van de strategische kernbewape
ning (van Amerika en de Sowjet-Unie).
Maar boven het niveau van routine
waartoe plannen en conferenties beho
ren, speelt de vraag van de onderlinge
ENSCHEDE - Voor het eerst sinds tijden wordt dit jaar het visseizoen weer op 1 juni - dat is in de
nacht van aanstaande woensdag op donderdag - geopend. Jaren achtereen viel deze datum name
lijk steeds vlak achter een weekeinde en dat was telkens weer aanleiding voor de minister van
landbouw en visserij over zijn hart te strijken en te bepalen dat het visseizoen dan maar één of twee
dagen eerder open moest, zodat het weekeinde vóór 1 juni dan al gevist kon worden.
Dit keer was er geen pardon. Want een tuurlijk niet dagelijks vissen. Je hebt
afwijking van de officiële datum in dit allerlei soorten vissers, broodvissers,
geval zou al te zeer lijken op een gedeel- mooiweervissers. recreatievissers,
telijke opheffing van het zogenaamde Isnoekvissers. vlieghengelvissers, uitge
sproken voomvissers en ga zo maar
door. Er zijn ons op dit moment geen
gesloten seizoen en dat is toch al een
teer punt van discussie in sportvisserij-
kringen. Dus zit er voor het sportvis- cijfers bekend over de regelmaat.
serslegioen niets anders op dan öf de
komende donderdag vrijaf nemen, óf de
lusten te bedwingen tot het volgende
weekeinde. Voor die tijd zijn de vissen
gewaarschuwd!
Dat laatste klinkt als een grapje, maar
dc feitelijke vraag bij de opening van het
waarmee een sportvisser naar de water
kant gaat, maar het zou ons niet verba
zen als dat minder vaak was dan men
vermoedt, zodat het aantal „echte" vis
sers, dus zij, die het hele jaar door gere
geld met de hengel op stap gaan, be
perkt blijft tot enkele honderdduizen-
visseizoen is natuurlijk wel of het niet den of misschien nog wel minder.
n beetje uit de hand loopt met die gi
gantische belangstelling voor het hen
gelen.
De officiële cijfers duiden er namelijk
op. dat het sportvisserslegioen al wel
bijna anderhalf miljoen aanhangers in
Nederland telt en veronderstel nu eens.
dat al die mensen in de praktijk gemid
deld bijvoorbeeld een stuk of tien visjes
perj aar willen vangen (dat is toch niet te
veel), dringt zich dan niet de vraag op of
er wel zoveel vis voorradig is in ons zoete
binnenwater? Is dat geen zware over
belasting?
Dit argument gevoegd by die van de
klachten over vervuiling enzovoort, is
het sportvissen dan nog wel een verant
woorde bezigheid? Zijn we dan niet be
zig roofbouw te plegen „op alles wat
leeft en bloeit en ons altijd weer boeit" in
het zoete water? Vragen ook. die vooral
leven bij degenen, die het sportvissen
kritisch benaderen of die het misschien
zelfs zouden willen verbieden. Want ook
op dit punt is het hengelen in discussie.
De Organisatie ter Verbetering van de
Binnenvisserij is het officiële bedrijf dat
zich bezighoudt met „de bevordering
van de verbetering van de binnenvis
serij".
Aan de OVB zijn verbonden al die men
sen, die alles weten over het kweken van
vis met alles wat daar bijkomt. Zij zijn
het dus ook, die uit de dagelijkse con
tacten met viswaterbeheerders (mees
tal verenigingen) een goede kijk hebben
op de totale situatie in Nederland, ook
wat de knelpunten betreft. En daar deze
dienst voor een groot deel wordt gefi
nancierd met geld van sportvissers,
weet zij ook exact hoeveel visdocumen-
ten er worden uitgegeven
V isacte
Inderdaad blijkt daaruit, dat er op dit
moment in totaal ongeveer één miljoen
Nederlanders zijn, die een grote of
kleine visacte of een zogenaamd bij-
dragebewijs in hun zak hebben.
Maar al die mensen, die dus wettelijk
gerechtigd zijn te vissen (daarnaast is er
waarschijnlijk nog een aardig legertje
„zwartvissers") gaan in de praktijk na-
Dus waar de officiële cijfers
voorlichting en het beleid toe een posi
tief beeld vertonen, vormen ze in wer
kelijkheid geen representatief beeld
voor de belasting van het water. Dat be
tekent meteen al. dat de vis het een stuk
makkelijker krijgt. Bovendien, zo blijkt
uit onderzoekingen van de OVB. valt
het met de visstand in het zoete water in
Zodra het water van redelijke of goede
kwaliteit is (en gelukkig blijkt door
zuiveringsmaatregelen, dat steeds
meer water daarvoor in aanmerking
komt) ontwikkelt de visstand zich
daarin goed. Vooral bij proefvisserijen
op openbaar water blijkt, dat „de bo
dem bezaaid is met vis", vooral met de
oorspronkelijke inheemse soorten,
zoals witvis, brasem, baars,
snoekbaars, zeelt, karper, snoek en pa
ling.
Hoe komt die vis daar? In de eerste
plaats uiteraard omdat ze daar na
tuurlijkerwijs thuishoort. Ze heeft er
voldoende te eten en plant zichzelf
voort. Op veel plaatsen in Nederland is
zoveel vis voorradig, dat beroepsvissers
daaraan nog een bestaan hebben. Een
van hun activiteiten is het vangen van
vis en deze te verhandelen naar plaat
sen, waar ze minder voorkomt Uit cij
fers van de OVB blijkt, dat vooral het
IJsselmeer. de randmeren en de
Zuidhollendse wateren belangrijke le
veranciers van vis zijn, terwijl provin
cies als Limburg, Brabant en Overijssel
belangrijke afnemers zijn.
Maar hoe is dat met soorten, die minder
voorradig zijn, zoals karper, snoek,
snoekbaars of zelfs forel etc.? Die
kweekt de OVB zelf. Op grote kweekvij
vers in Lelystad (240 hectare) wordt voor
aanzienlijke produkties van verschei
dene vissoorten gezorgd. Zodra een vis
vereniging vindt, dat er snoek of
snoekbaars of wat ook maar te weinig in
haar water voorkomt, kan ze die bij de
OVB bestellen Op deze wijze wordt dan
voor de aanvulling van het visbestand
gezorgd.
Onderzoek
Behalve in Lelystad heeft de OVB ook
nog een bedrijf in het. Gelderse Beesd.
dat is speciaal voor onderzoek over de
houdbaarheid en vangbaarheid van
verscheidene soorten. In dit verband
trok jaren geleden sterk de aandacht
het op uitgebreide schaal beschikbaar
stellen door de OVB van partijen forrel-
len aan verènigingen. die dat vroegen.
On,
samenwerking. En die spitst zich. gege
ven de krachtsverhoudingen in en bui
ten de NAVO, onvermijdelijk toe op het
op zijn minst aarzelend optreden van
president Carter, die nog onlangs in een
Duits weekblad (Der Spiegel) als „reli
gieuze zwetser" werd afgeschilderd.
Onbetwist hoogtepunt in het Ameri
kaanse aarzelen is de affaire met de
neutronenbom, het wapen dat ook een
Nederlandse minister uitschakelde.
Zoals bekend, besloot Carter van de in
voering van dit wapen af te zien. Hij ma
noeuvreerde echter zó onhandig, dat
Moskou een klinkende propagandao-
verwinning boekte zonder ook maar een
geringe concessie te hoeven doen. Wel
vroeg Carter de Russen terughouding te
betrachten bij de wapenwedloop. Maar
wat daaronder moet worden verstaan,
werd niet nader gespecificeerd. Het
waarom daarachter is één van de stenen
des aanstoots die bij het gezamenlijk
optrekken van de NAVO-bondgenoten
veel irritatie en politieke onzekerheid
veroorzaken
De top van Washington staat dus in alle
opzichten in het teken van Carter: van
zijn vorig jaar hartelijk verwelkomde
initiatieven en van zijn gekritiseerd
leiderschap van de laatste maanden.
je stro te verbranden na de
graanoogst had je vroeger alleen een
lucifer nodig, tegenwoordig moet je
eerst de gemeente bellen, daarna het
ministerie van landbouw - afdeling
bosbouw, daarna de brandweer. Pas
als al die instanties hun fiat hebben
gegeven, mag je - onder toezicht - je
lucifer aansteken voor een fikkie van
een kwartiertje, aldus de voorzitter
van de Boerenbond in Hessen (West-
Duitsland) in een ironisch, soms wat
grimmig betoog tijdens een congres
bij Heidelberg afgelopen week. We
waren op uitnodiging van Duitse col
lega's op deze agrarische conferentie
aanwezig die het actuele thema had:
"Hoe landbouw te bedrijven in dicht
bevolkte gebieden die bovendien
sterk geïndustrialiseerd zijn en waar
verkeer en recreatie steeds grotere ei
sen gaan stellen". Een actueel thema
omdat dit eigenlijk voor heel Neder
landen speciaal voor sommige gebie
den een bijna dagelijkse terugke
rende vraag is voor de landbouw.
Voor Hessen is dit thema ook een
hoogst actueel hangijzer, hebben wij
uit eigen ervaring kunnen vaststel
len. Gelegen in de driehoek die ge
vormd wordt door Frankfurt, Mann
heim en Heidelberg met daarachter
het Odenwald, is hier een gebied ont
staan met een miljoenen bevolking en
zeer talrijke industriên. Gelegen bo
vendien in het natuurlijk kruispunt
van verkeer van Noord en Zuid Duits
land (noord en zuid Europa bijna) is er
sprake van een gigantisch uitgedijd
verkeersnet dat nog steeds hogere ei
sen stelt. De pracht van het Odenwald
tenslotte geeft een grote druk van de
recreatie-industrie. Kortom, een
prachtig uitgangspunt om aan de
hand van je eigen ervaringen verge
lijkingen te maken voor problemen
en gezochte oplossingen in beide lan
den.
Inspringen op bijvoorbeeld recreatie
door boeren heeft natuurlijk ook alles
te maken met je opvattingen over hoe
je boer bent Parttime farming Is in
Nederland niet altijd onverdeeld gun
stig door het beleid beoordeeld (inclu
sief door ondergetekende) Als je ech
ter ziet hoe soepel de boeren daar in
springen op andere mogelijkheden en
die en passant handig benutten, ben je
geneigd je misschien te dogmatische
Nederlandse mening te gaan herzien
Je moet er wel bij bedenken dat de
opvatting van heel veel Duitse boeren
(zeker die in Hessen) wat anders is dan
in Nederland In Duitsland is het al
meer dan 100 jaar min of meer ge
bruikelijk dat boeren er andere baan
tjes bij hebben, terwijl daar in Neder
land tot voor kort maar nauwelijks
sprake van was. Maar toch, ondanks
de rem die parttime farming op de
structuur van de landbouw heeft, zijn
er op menselijk (en maatschappelijk''i
vlak toch nog al wat voordelen En
structuurbeleid is toch ook niet het
enig zaligmakend evangelie''
De
De
Inmiddels is die manier weer wat ge
luwd. Op afgesloten binnenwateren
werden de forellen te vlug gevangen en
voortplantingsmogelijkheden bleken ze
hier niet te hebben. Alleen op sommige
Deltawateren gedijen de forellen goed.
In de ijskast zitten op het -ogenblik de
plannen met de meerval, omdat deze vis
niet lang geleden is terecht gekomen op
de fijst van beschermde dieren, zodat
het weinig zin heeft deze soort voor de
sportvisserij uit te zetten Het voor
naamste experiment, waarmee de OVB
zich thans op uitgebreide schaal bezig
houdt. is dat met. de kweek van de
Chinese graskarper, ook al is die nog
maar nauwelijks voor de sportvisserij
bestemd.
De graskarper lijkt, wat vorm en
schubbenbeeld betreft, nog het. meest op
de kopvoom(meun). Opvallend daarbij
is de merkwaardige plaats van de ogen
op zijn kop (laag en ver naar achteren)
Vergelijken we daarentegen de gras-
karper met de karper, dan vormt het
ontbreken van de baarddraden een
kenmerkend verschil.
Deze graskarper is een van de weinige
vissoorten uit de gematigde klimaat
zone, die zich hoofdzakelijk met plan
ten voedt. Hij is afkomstig uit China,
kan 1,5 meter lang en 40 kilo zwaar
worden. Tot dusver wordt hij in Neder
land uitgezet en gebruikt voor algenbe-
strijding in het water. Het blijkt, dat
sloten en plassen, die voorheen met
chemische middelen moesten worden
schoongehouden, ook door deze gras-
karpers kunnen worden „schoongevre-
ten". Een nadeel is echter, dat deze vis
zich hier niet kan voortplanten.
Op byna 100 plaatsen in Nederland
worden thans proeven met de gras-
karpers genomen. De OVB kan ze.
dankzij wetenschappelijk onderzoek,
wel op grote schaal kweken Tot dusver
waren ze niet bestemd voor de sportvis
serij De OVB vindt evenwel, dat zo
spoedig mogelijk een vorm van samen
werking moet worden gevonden tussen
de beheerseenheden. die voor de gras-
karper als regulator van de plantengroei
hebben gekozen. Uit proeven is wel
duidelijk gebleken dat. de graskarper
ook een vis is die het, hart van de hen
gelaar kan doen opspringen van
vreugdéJaar de voorwaarde is dan ui
teraard wel, dat de karper direct na de
vangst wordt teruggezet, zodat ze voor
haar taak niet verloren gaat.
Uit een en ander is ten slotte duidelijk,
dat men zich in het algemeen geen zor
gen hoeft te maken over de visstand in
het Nederlandse water Zaak is. dat ver
scheidene belangen zo goed mogelijk
tegen elkaar worden afgewogen, waarbij
ook het aspect van het natuurbeheer
dient te worden betrokken. Een zorg
vuldig beheer door mensen, die er ver
stand van hebben (aan de kader
vorming van bestuurders van visvere
nigingen dient véél meer te worden ge
daan') zal ertoe leiden, dat de hen
gelsport in een grote behoefte kan
blijven voorzien
te geciteerde uitlatingen van de
voorman van de boerenbond in Hes
sen, illustreren de tegenzin waarmee
boeren in Duitsland en evenzo bij ons
de alsmaar bureaucratischer wor
dende samenleving ervaren en soms
maar morrend accepteren Wat dat be
treft is er maar weinig verschil tussen
beide landen. Het belang om de be-
troffenen te overtuigen van de nood
zaak van de invoering van bepaalde
administratieve regels of verordenin
gen zouden wij ook nog eens voor Ne
derland willen onderstrepen. De
steeds groeiende papierwinkel wekt
nogal wat weerstanden op. terwyl de
motivatie (als die al gegeven wordt)
voor een bepaalde verordening of be
paling vaak gebrekkig is.
Het is niet verwonderlijk dat evenals
bij ons in het dichtbevolkte Hessen de
grondprijzen de pan uitgevlogen zyn.
Het merkwaardige is echter dat men
zich daar niet zo zeer over de grondp
rijzen druk maakt, in eerste instantie
althans, maar over de thans heersende
pachtprijzen. Duitsland kent, in te
genstelling tot Nederland, niet of
nauwelijks een pachfrprijsjbe-
scherming. De verpachter is daar op
permachtig en heeft onder invloed van
de sterk gestegen grondprijzen de
pachtprijzen per hectare opgejaagd
tot soms meer dan D.M. 1400 voor ak
kerbouwgewassen. Vandaar dat men
nu allerwege zoekt naar middelen om
meer pachtlprysjbescherming te gaan
genieten. Pas daarna wil men in Iand-
bouwkringen gaan discussiëren over
de te hoge grondprijzen. Voor ons kan
dit Duitse voorbeeld slechts beteke
nen dat ons hele huidige pachtinsti-
tuut van onschatbare betekenis is.
Een heel andere gang van zaken valt te
bespeuren op het gebied van de rec
reatie. Hier kunnen wij bepaald nog
wat leren van onze Hessische ooster
buren. De landbouw daar heeft de
grote recreatie-stroom uit de steden
benut om ook een graantje van mee te
pikken. Vakantie op de boerderij is in
Nederland in doorsnee genomen een
mogelijkheid waarvan slechts weinig
boeren gebruik maken. In Duitsland
daarentegen zijn grootscheepse or
ganisaties opgezet (zgn. Urlaubsrin-
gen) die heel vakkundig bemiddelen,
voorlichting geven etc., aan boeren en
burgers. Heel veel boeren uit Hessen
hebben zodoende verblijfsmogelijk
heden op hun hoeves gemaakt voor
naburige stedelingen en hebben
daarmee niet alleen een aardige bij
verdienste maar dragen zo ook bij aan
meer begrip tussen stad en land Het
i ligging van een groot deel van
Nederland onder de zeespiegel, heeft
al sinds de Middeleeuwen een water
staatkundige organisatie in het leven
geroepen die uniek in de wereld is: de
waterschappen en alles wat daar bij
hoort. In Hessen, dat voor een deel
ook uit een lage rivierendelta bestaat
(stroomgebied van Rijn. Mainz en
Neckar), kampt men ook al sinds
eeuwen met problemen op gebied van
waterhuishouding. Heel handig heeft
men het Nederlandse waterschaps
voorbeeld na de tweede wereldoorlog
gevolgd en ook daar publiek-rech-
telijke organen voor de waterhuis
houding gesticht. Toen men echter in
korte tijd de grote voordelen van een
gezamenlijke waterhuishouding had
ervaren, heeft men die nieuwe instel
ling niet alleen gebruikt voor het op
gerichte doel. maar er een veel wijder
gebruik aan gegeven - Nederland ten
voorbeeld. Omdat de mechanisering
van de landbouw enorme (vaak on
rendabele) kapitalen per bedrijf op
slokt, zijn er de laatste jaren in Hes
sen een heleboel van die Duitse wa
terschappen die tevens voor een dorp
of een regio de hele mechanisering
hebben overgenomen (zaaimachines,
combines, beregeningsinstallaties.
etc. etc.) Een individuele boer hoeft
zodoende bijna geen cent meer uit te
geven aan dure werktuigen. Dat Bo
den-verband, zoals men die instelling
daar noemt, verzorgt de volledige
mechanisatie, de boeren betalen
slechts een zeer matig tarief (na de
betreffende werkzaamheden) vooral
ook omdat E.E.G., Duitse overheid en
bankinstellingen (terecht) zeer forse
subsidies verstrekken voor bevorde
ring van dit soor efficiency. Wellicht
dat dit soort ontwikkelingen in Duits
land, in Nederland weer navolging
vinden, in welk (op te richten of be
staand) verband dan ook.
In het kader van een kort artikel past,
een wat uitvoeriger vergelijking niet
zo erg. Toch willen we een paar dingen
nog graag even aanstippen. Het
enorme toegenomen zoet-water ver
bruik door consumenten en industrie,
vervult de Duitse landbouw met zorg
voor de toekomst. Reden te meer voor
Nederland, dat zo afhankelijk is van de
watertoevoer van de Rijn, op zijn qui
vive te zyn wat dat betreft. In Neder
land en Duitsland heerst nogal wat
werkeloosheid, desondanks kampen
in beide landen vooral de
tuinbouwsectoren met een groot te
kort aan arbeidskrachten - eigenlijk
een schandelijke toestand Zouden
Duitsland én Nederland het begrip
"passende arbeid" op korte termyn
niet eens gaan herzien? Tenslotte nog
een gezamenlijke ergenis - land
bouworganisaties) in beide landen
hebben de grootste moeite om voeder-
silo's van plusminus 20 meter by
boerderijen geplaatst te krijgen, ter
wijl industrie en atoomcentrales zon
der blikken of blozen koeltorens en
schoorstenen neerzetten van 60 tot 120
meter hoog, zonder merkbaar bezwaar
van gemeenten en provincies. Dit
soort vorm van discriminatie is blijk
baar internationaal.
Mr Gerard W Smallegange