'AANSLAG' OP VISSTAND VALT IN PRAKTIJK MEE NAVO moet evenwicht met Russen handhaven MEER RAKETTEN VOOR DE NAVO TROEPEN PZC/opinie en achtergrond Visseizoen op 1 juni weer open Duitsland-Nederland een agrarische vergelijking ZATERDAG 27 MEI 1978 DeNAVO-strijdkrachten krijgen voor september van dit jaar nog 47.000 geleide anti-tankraketten extra. De anti- tankgevechtskracht van de NAVO-troepen wordt daar door met eenderde vergroot. Dit gebeurt om beter het hoofd te kunnen bieden aan de overmacht aan tanks (bijna drie tegen één) van het Warschau-Pakt. Dit zei de Amerikaanse minister van defensie, Harold Brownin een rede direct na afloop van de NA VO-raad van ministers van defensie, twee weken geleden. Brown sprak in het Duitse Ramstein, waar het hoofdkwartier van de Amerikaanse luchtmacht in Europa is gevestigd Hij maakte geen melding van enig verband tussen deze maat regelen en het afzien door president Carter van de produk- tie van de neutronenbom, het wapen dat speciaal is ont worpen om tegen tanks ingezet te worden Brown gaf in zijn rede een overzicht van de voor Amerika belangrijkste aanbevelingen in het lange-termijndefen- sieprogramma dat de NAVO-regeringsleiders volgende week op hun topberaad in Washington zullen aannemen. De meeste daarvan hebben betrekking op een snellere aanvoer van versterkingen naar Europa in geval van een crisis Daarover Brown: „Vooreind volgend jaar komen er nog 8000 man Amerikaanse troepen in Europa bij" Voor 1983 willen de Amerikanen in staat zijn in tien dagen vijf complete divisies (nu: één divisie) en zestig squadrons tactische luchtstrijdkrachten (nu: 40) naar Europa over te brengen. In geval van een crisis zullen de eerste Amerikaanse ver sterkingen door de lucht worden aangevoerd. De doelstellingen zijn nu verdubbeling van de Amerikaanse grondtroepen in minder dan twee weken en verdrievoudi ging van de Amerikaanse luchtmacht in Europa in minder dan een week. Harold Brown BRUSSEL - De NAVO-landen moeten het militaire evenwicht met de Sowjet-Unie en haar bondgenoten zoveel mogelijk hand haven. Dat is de belangrijkste conclusie van een diepgaande stu die van de NAVO-landen over de betrekkingen tussen het Westen en het Oostblok in de komende tien jaar. De studie krijgt vol gende week de „politieke zegen" van de regeringsleiders van de NAVO-landen, die voor topberaad in Washington bijeen komen. Veel bewindslieden uit de Europese schat. Het gaat tenslotte om materiele NAVO-landen vertrekken dezer dagen naar Amerika met twee redevoeringen op zak: één voor de ontwapeningscon ferentie van de Verenigde Naties in New York en één voor de NAVO-top in Was hington. Handhaving van het militaire evenwicht tussen Oost en West. bijge volg voortzetting van de bewapenings wedloop. is nu niet direct een populaire boodschap voor de Verenigde Naties, die daaraan juist een eind willen maken - vandaar dat de Oost-Weststudie uit het licht van de publiciteit is gehouden. De meeste NAVO-landen willen ook in Washington geen publicitair vertoon, hetgeen niet verhindert dat de studie, waartoe de Londense NAVO-top van vorig jaar op voorstel van president Car ter besloot, in de kanselarijen van de westerse hoofdsteden hoog wordt inge- veiligheid. terwijl ontwapening voor alsnog een abstractie blijft. De studie draagt overigens geen militair karakter, het is een politieke analyse over de Oost-Westbetrekkingen in de ruimste zin des woords. De uitkomsten van de studie, waaraan door experts uit alle NAVO-landen is deelgenomen, geven geen aanleiding de huidige defensiepolitiek opnieuw te be zien. „We zijn pessimistischer noch op timistischer over de doelstellingen van de Warschaupaktlanden en de manier waarop die te bereiken", aldus een Brussels NAVO-expert. Het militaire evenwicht tussen Oost en West moet zoveel mogelijk gehandhaafd blijven De vraag hoever de Sowjet-Unie zal gaan bij het nastreven van zijn doelein den, is immers afhankelijk van Mos- kou's opvatting over de politieke wil en de militaire inspanningen van de NAVO-landen. Het Russische streven wordt omschre ven als: Europa met vreeswekkende (militaire) macht dwingen tot aanpas sing aan de Russische verwachtingen. Dat houdt een voortgaande toename in van militaire dreiging op elk gebied van bewapening. Economische moei lijkheden, interne problemen (met dis sidenten) of met Eurocommunisten in ïiet Westen, zullen de Sowjetleiders niet in betekenende mate van de voor genomen koers afbrengen, zo wordt in de studie voorspeld. In de zeer geringe mate dat van de op volgers van Brezjnjev iets anders is te verwachten dan van het huidige Russi sche leiderschap, zal het eerder nega tiever dan positiever zijn, zo wordt ver ondersteld Impliciet wordt vastgesteld dat de westelijke pogingen om het Kremlin met zijn huidige, hoogbejaar deleiders. in te kapselen in een web van internationale samenwerking, ten dele zijn mislukt De conferentie van Belgrado over vrede en veiligheid in Europa heeft aange toond dat de Sowjet-Unie op het punt van de mensenrechten niet aanspreek baar is op de wijze die het Westen zich had voorgesteld Anderzijds is er de uit breiding van de Russische invloed in Afrika, met name in Angola en Ethiopië Deze expansie, die zich moeilijk ver draagt met ontspanning, raakt direct de belangen van Europa, dat geo-politiek op Afrika is aangewezen, meer dan op Azië of Latijns-Amerika Wat moet het Westen hier politiek te genover stellen? Dat is de vraag die de regeringsleiders in Washington te beantwoorden krijgen. Er zijn goede voornemens: jaarlijks drie procent meer aan defensie-uitgaven (tot 1984) en het lange-termijndefensiep- rogramma - ook een initiatief van Car ter - dat 300 aanbevelingen omvat waarmee de militaire planners het de regeringen de komende tien jaar lastig kunnen maken. Er zijn dan nog de conc rete wapenbesprekingen met het Oost blok (over beperking van troepen in Centraal-Europa - MBFR) en de beper king van de strategische kernbewape ning (van Amerika en de Sowjet-Unie). Maar boven het niveau van routine waartoe plannen en conferenties beho ren, speelt de vraag van de onderlinge ENSCHEDE - Voor het eerst sinds tijden wordt dit jaar het visseizoen weer op 1 juni - dat is in de nacht van aanstaande woensdag op donderdag - geopend. Jaren achtereen viel deze datum name lijk steeds vlak achter een weekeinde en dat was telkens weer aanleiding voor de minister van landbouw en visserij over zijn hart te strijken en te bepalen dat het visseizoen dan maar één of twee dagen eerder open moest, zodat het weekeinde vóór 1 juni dan al gevist kon worden. Dit keer was er geen pardon. Want een tuurlijk niet dagelijks vissen. Je hebt afwijking van de officiële datum in dit allerlei soorten vissers, broodvissers, geval zou al te zeer lijken op een gedeel- mooiweervissers. recreatievissers, telijke opheffing van het zogenaamde Isnoekvissers. vlieghengelvissers, uitge sproken voomvissers en ga zo maar door. Er zijn ons op dit moment geen gesloten seizoen en dat is toch al een teer punt van discussie in sportvisserij- kringen. Dus zit er voor het sportvis- cijfers bekend over de regelmaat. serslegioen niets anders op dan öf de komende donderdag vrijaf nemen, óf de lusten te bedwingen tot het volgende weekeinde. Voor die tijd zijn de vissen gewaarschuwd! Dat laatste klinkt als een grapje, maar dc feitelijke vraag bij de opening van het waarmee een sportvisser naar de water kant gaat, maar het zou ons niet verba zen als dat minder vaak was dan men vermoedt, zodat het aantal „echte" vis sers, dus zij, die het hele jaar door gere geld met de hengel op stap gaan, be perkt blijft tot enkele honderdduizen- visseizoen is natuurlijk wel of het niet den of misschien nog wel minder. n beetje uit de hand loopt met die gi gantische belangstelling voor het hen gelen. De officiële cijfers duiden er namelijk op. dat het sportvisserslegioen al wel bijna anderhalf miljoen aanhangers in Nederland telt en veronderstel nu eens. dat al die mensen in de praktijk gemid deld bijvoorbeeld een stuk of tien visjes perj aar willen vangen (dat is toch niet te veel), dringt zich dan niet de vraag op of er wel zoveel vis voorradig is in ons zoete binnenwater? Is dat geen zware over belasting? Dit argument gevoegd by die van de klachten over vervuiling enzovoort, is het sportvissen dan nog wel een verant woorde bezigheid? Zijn we dan niet be zig roofbouw te plegen „op alles wat leeft en bloeit en ons altijd weer boeit" in het zoete water? Vragen ook. die vooral leven bij degenen, die het sportvissen kritisch benaderen of die het misschien zelfs zouden willen verbieden. Want ook op dit punt is het hengelen in discussie. De Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij is het officiële bedrijf dat zich bezighoudt met „de bevordering van de verbetering van de binnenvis serij". Aan de OVB zijn verbonden al die men sen, die alles weten over het kweken van vis met alles wat daar bijkomt. Zij zijn het dus ook, die uit de dagelijkse con tacten met viswaterbeheerders (mees tal verenigingen) een goede kijk hebben op de totale situatie in Nederland, ook wat de knelpunten betreft. En daar deze dienst voor een groot deel wordt gefi nancierd met geld van sportvissers, weet zij ook exact hoeveel visdocumen- ten er worden uitgegeven V isacte Inderdaad blijkt daaruit, dat er op dit moment in totaal ongeveer één miljoen Nederlanders zijn, die een grote of kleine visacte of een zogenaamd bij- dragebewijs in hun zak hebben. Maar al die mensen, die dus wettelijk gerechtigd zijn te vissen (daarnaast is er waarschijnlijk nog een aardig legertje „zwartvissers") gaan in de praktijk na- Dus waar de officiële cijfers voorlichting en het beleid toe een posi tief beeld vertonen, vormen ze in wer kelijkheid geen representatief beeld voor de belasting van het water. Dat be tekent meteen al. dat de vis het een stuk makkelijker krijgt. Bovendien, zo blijkt uit onderzoekingen van de OVB. valt het met de visstand in het zoete water in Zodra het water van redelijke of goede kwaliteit is (en gelukkig blijkt door zuiveringsmaatregelen, dat steeds meer water daarvoor in aanmerking komt) ontwikkelt de visstand zich daarin goed. Vooral bij proefvisserijen op openbaar water blijkt, dat „de bo dem bezaaid is met vis", vooral met de oorspronkelijke inheemse soorten, zoals witvis, brasem, baars, snoekbaars, zeelt, karper, snoek en pa ling. Hoe komt die vis daar? In de eerste plaats uiteraard omdat ze daar na tuurlijkerwijs thuishoort. Ze heeft er voldoende te eten en plant zichzelf voort. Op veel plaatsen in Nederland is zoveel vis voorradig, dat beroepsvissers daaraan nog een bestaan hebben. Een van hun activiteiten is het vangen van vis en deze te verhandelen naar plaat sen, waar ze minder voorkomt Uit cij fers van de OVB blijkt, dat vooral het IJsselmeer. de randmeren en de Zuidhollendse wateren belangrijke le veranciers van vis zijn, terwijl provin cies als Limburg, Brabant en Overijssel belangrijke afnemers zijn. Maar hoe is dat met soorten, die minder voorradig zijn, zoals karper, snoek, snoekbaars of zelfs forel etc.? Die kweekt de OVB zelf. Op grote kweekvij vers in Lelystad (240 hectare) wordt voor aanzienlijke produkties van verschei dene vissoorten gezorgd. Zodra een vis vereniging vindt, dat er snoek of snoekbaars of wat ook maar te weinig in haar water voorkomt, kan ze die bij de OVB bestellen Op deze wijze wordt dan voor de aanvulling van het visbestand gezorgd. Onderzoek Behalve in Lelystad heeft de OVB ook nog een bedrijf in het. Gelderse Beesd. dat is speciaal voor onderzoek over de houdbaarheid en vangbaarheid van verscheidene soorten. In dit verband trok jaren geleden sterk de aandacht het op uitgebreide schaal beschikbaar stellen door de OVB van partijen forrel- len aan verènigingen. die dat vroegen. On, samenwerking. En die spitst zich. gege ven de krachtsverhoudingen in en bui ten de NAVO, onvermijdelijk toe op het op zijn minst aarzelend optreden van president Carter, die nog onlangs in een Duits weekblad (Der Spiegel) als „reli gieuze zwetser" werd afgeschilderd. Onbetwist hoogtepunt in het Ameri kaanse aarzelen is de affaire met de neutronenbom, het wapen dat ook een Nederlandse minister uitschakelde. Zoals bekend, besloot Carter van de in voering van dit wapen af te zien. Hij ma noeuvreerde echter zó onhandig, dat Moskou een klinkende propagandao- verwinning boekte zonder ook maar een geringe concessie te hoeven doen. Wel vroeg Carter de Russen terughouding te betrachten bij de wapenwedloop. Maar wat daaronder moet worden verstaan, werd niet nader gespecificeerd. Het waarom daarachter is één van de stenen des aanstoots die bij het gezamenlijk optrekken van de NAVO-bondgenoten veel irritatie en politieke onzekerheid veroorzaken De top van Washington staat dus in alle opzichten in het teken van Carter: van zijn vorig jaar hartelijk verwelkomde initiatieven en van zijn gekritiseerd leiderschap van de laatste maanden. je stro te verbranden na de graanoogst had je vroeger alleen een lucifer nodig, tegenwoordig moet je eerst de gemeente bellen, daarna het ministerie van landbouw - afdeling bosbouw, daarna de brandweer. Pas als al die instanties hun fiat hebben gegeven, mag je - onder toezicht - je lucifer aansteken voor een fikkie van een kwartiertje, aldus de voorzitter van de Boerenbond in Hessen (West- Duitsland) in een ironisch, soms wat grimmig betoog tijdens een congres bij Heidelberg afgelopen week. We waren op uitnodiging van Duitse col lega's op deze agrarische conferentie aanwezig die het actuele thema had: "Hoe landbouw te bedrijven in dicht bevolkte gebieden die bovendien sterk geïndustrialiseerd zijn en waar verkeer en recreatie steeds grotere ei sen gaan stellen". Een actueel thema omdat dit eigenlijk voor heel Neder landen speciaal voor sommige gebie den een bijna dagelijkse terugke rende vraag is voor de landbouw. Voor Hessen is dit thema ook een hoogst actueel hangijzer, hebben wij uit eigen ervaring kunnen vaststel len. Gelegen in de driehoek die ge vormd wordt door Frankfurt, Mann heim en Heidelberg met daarachter het Odenwald, is hier een gebied ont staan met een miljoenen bevolking en zeer talrijke industriên. Gelegen bo vendien in het natuurlijk kruispunt van verkeer van Noord en Zuid Duits land (noord en zuid Europa bijna) is er sprake van een gigantisch uitgedijd verkeersnet dat nog steeds hogere ei sen stelt. De pracht van het Odenwald tenslotte geeft een grote druk van de recreatie-industrie. Kortom, een prachtig uitgangspunt om aan de hand van je eigen ervaringen verge lijkingen te maken voor problemen en gezochte oplossingen in beide lan den. Inspringen op bijvoorbeeld recreatie door boeren heeft natuurlijk ook alles te maken met je opvattingen over hoe je boer bent Parttime farming Is in Nederland niet altijd onverdeeld gun stig door het beleid beoordeeld (inclu sief door ondergetekende) Als je ech ter ziet hoe soepel de boeren daar in springen op andere mogelijkheden en die en passant handig benutten, ben je geneigd je misschien te dogmatische Nederlandse mening te gaan herzien Je moet er wel bij bedenken dat de opvatting van heel veel Duitse boeren (zeker die in Hessen) wat anders is dan in Nederland In Duitsland is het al meer dan 100 jaar min of meer ge bruikelijk dat boeren er andere baan tjes bij hebben, terwijl daar in Neder land tot voor kort maar nauwelijks sprake van was. Maar toch, ondanks de rem die parttime farming op de structuur van de landbouw heeft, zijn er op menselijk (en maatschappelijk''i vlak toch nog al wat voordelen En structuurbeleid is toch ook niet het enig zaligmakend evangelie'' De De Inmiddels is die manier weer wat ge luwd. Op afgesloten binnenwateren werden de forellen te vlug gevangen en voortplantingsmogelijkheden bleken ze hier niet te hebben. Alleen op sommige Deltawateren gedijen de forellen goed. In de ijskast zitten op het -ogenblik de plannen met de meerval, omdat deze vis niet lang geleden is terecht gekomen op de fijst van beschermde dieren, zodat het weinig zin heeft deze soort voor de sportvisserij uit te zetten Het voor naamste experiment, waarmee de OVB zich thans op uitgebreide schaal bezig houdt. is dat met. de kweek van de Chinese graskarper, ook al is die nog maar nauwelijks voor de sportvisserij bestemd. De graskarper lijkt, wat vorm en schubbenbeeld betreft, nog het. meest op de kopvoom(meun). Opvallend daarbij is de merkwaardige plaats van de ogen op zijn kop (laag en ver naar achteren) Vergelijken we daarentegen de gras- karper met de karper, dan vormt het ontbreken van de baarddraden een kenmerkend verschil. Deze graskarper is een van de weinige vissoorten uit de gematigde klimaat zone, die zich hoofdzakelijk met plan ten voedt. Hij is afkomstig uit China, kan 1,5 meter lang en 40 kilo zwaar worden. Tot dusver wordt hij in Neder land uitgezet en gebruikt voor algenbe- strijding in het water. Het blijkt, dat sloten en plassen, die voorheen met chemische middelen moesten worden schoongehouden, ook door deze gras- karpers kunnen worden „schoongevre- ten". Een nadeel is echter, dat deze vis zich hier niet kan voortplanten. Op byna 100 plaatsen in Nederland worden thans proeven met de gras- karpers genomen. De OVB kan ze. dankzij wetenschappelijk onderzoek, wel op grote schaal kweken Tot dusver waren ze niet bestemd voor de sportvis serij De OVB vindt evenwel, dat zo spoedig mogelijk een vorm van samen werking moet worden gevonden tussen de beheerseenheden. die voor de gras- karper als regulator van de plantengroei hebben gekozen. Uit proeven is wel duidelijk gebleken dat. de graskarper ook een vis is die het, hart van de hen gelaar kan doen opspringen van vreugdéJaar de voorwaarde is dan ui teraard wel, dat de karper direct na de vangst wordt teruggezet, zodat ze voor haar taak niet verloren gaat. Uit een en ander is ten slotte duidelijk, dat men zich in het algemeen geen zor gen hoeft te maken over de visstand in het Nederlandse water Zaak is. dat ver scheidene belangen zo goed mogelijk tegen elkaar worden afgewogen, waarbij ook het aspect van het natuurbeheer dient te worden betrokken. Een zorg vuldig beheer door mensen, die er ver stand van hebben (aan de kader vorming van bestuurders van visvere nigingen dient véél meer te worden ge daan') zal ertoe leiden, dat de hen gelsport in een grote behoefte kan blijven voorzien te geciteerde uitlatingen van de voorman van de boerenbond in Hes sen, illustreren de tegenzin waarmee boeren in Duitsland en evenzo bij ons de alsmaar bureaucratischer wor dende samenleving ervaren en soms maar morrend accepteren Wat dat be treft is er maar weinig verschil tussen beide landen. Het belang om de be- troffenen te overtuigen van de nood zaak van de invoering van bepaalde administratieve regels of verordenin gen zouden wij ook nog eens voor Ne derland willen onderstrepen. De steeds groeiende papierwinkel wekt nogal wat weerstanden op. terwyl de motivatie (als die al gegeven wordt) voor een bepaalde verordening of be paling vaak gebrekkig is. Het is niet verwonderlijk dat evenals bij ons in het dichtbevolkte Hessen de grondprijzen de pan uitgevlogen zyn. Het merkwaardige is echter dat men zich daar niet zo zeer over de grondp rijzen druk maakt, in eerste instantie althans, maar over de thans heersende pachtprijzen. Duitsland kent, in te genstelling tot Nederland, niet of nauwelijks een pachfrprijsjbe- scherming. De verpachter is daar op permachtig en heeft onder invloed van de sterk gestegen grondprijzen de pachtprijzen per hectare opgejaagd tot soms meer dan D.M. 1400 voor ak kerbouwgewassen. Vandaar dat men nu allerwege zoekt naar middelen om meer pachtlprysjbescherming te gaan genieten. Pas daarna wil men in Iand- bouwkringen gaan discussiëren over de te hoge grondprijzen. Voor ons kan dit Duitse voorbeeld slechts beteke nen dat ons hele huidige pachtinsti- tuut van onschatbare betekenis is. Een heel andere gang van zaken valt te bespeuren op het gebied van de rec reatie. Hier kunnen wij bepaald nog wat leren van onze Hessische ooster buren. De landbouw daar heeft de grote recreatie-stroom uit de steden benut om ook een graantje van mee te pikken. Vakantie op de boerderij is in Nederland in doorsnee genomen een mogelijkheid waarvan slechts weinig boeren gebruik maken. In Duitsland daarentegen zijn grootscheepse or ganisaties opgezet (zgn. Urlaubsrin- gen) die heel vakkundig bemiddelen, voorlichting geven etc., aan boeren en burgers. Heel veel boeren uit Hessen hebben zodoende verblijfsmogelijk heden op hun hoeves gemaakt voor naburige stedelingen en hebben daarmee niet alleen een aardige bij verdienste maar dragen zo ook bij aan meer begrip tussen stad en land Het i ligging van een groot deel van Nederland onder de zeespiegel, heeft al sinds de Middeleeuwen een water staatkundige organisatie in het leven geroepen die uniek in de wereld is: de waterschappen en alles wat daar bij hoort. In Hessen, dat voor een deel ook uit een lage rivierendelta bestaat (stroomgebied van Rijn. Mainz en Neckar), kampt men ook al sinds eeuwen met problemen op gebied van waterhuishouding. Heel handig heeft men het Nederlandse waterschaps voorbeeld na de tweede wereldoorlog gevolgd en ook daar publiek-rech- telijke organen voor de waterhuis houding gesticht. Toen men echter in korte tijd de grote voordelen van een gezamenlijke waterhuishouding had ervaren, heeft men die nieuwe instel ling niet alleen gebruikt voor het op gerichte doel. maar er een veel wijder gebruik aan gegeven - Nederland ten voorbeeld. Omdat de mechanisering van de landbouw enorme (vaak on rendabele) kapitalen per bedrijf op slokt, zijn er de laatste jaren in Hes sen een heleboel van die Duitse wa terschappen die tevens voor een dorp of een regio de hele mechanisering hebben overgenomen (zaaimachines, combines, beregeningsinstallaties. etc. etc.) Een individuele boer hoeft zodoende bijna geen cent meer uit te geven aan dure werktuigen. Dat Bo den-verband, zoals men die instelling daar noemt, verzorgt de volledige mechanisatie, de boeren betalen slechts een zeer matig tarief (na de betreffende werkzaamheden) vooral ook omdat E.E.G., Duitse overheid en bankinstellingen (terecht) zeer forse subsidies verstrekken voor bevorde ring van dit soor efficiency. Wellicht dat dit soort ontwikkelingen in Duits land, in Nederland weer navolging vinden, in welk (op te richten of be staand) verband dan ook. In het kader van een kort artikel past, een wat uitvoeriger vergelijking niet zo erg. Toch willen we een paar dingen nog graag even aanstippen. Het enorme toegenomen zoet-water ver bruik door consumenten en industrie, vervult de Duitse landbouw met zorg voor de toekomst. Reden te meer voor Nederland, dat zo afhankelijk is van de watertoevoer van de Rijn, op zijn qui vive te zyn wat dat betreft. In Neder land en Duitsland heerst nogal wat werkeloosheid, desondanks kampen in beide landen vooral de tuinbouwsectoren met een groot te kort aan arbeidskrachten - eigenlijk een schandelijke toestand Zouden Duitsland én Nederland het begrip "passende arbeid" op korte termyn niet eens gaan herzien? Tenslotte nog een gezamenlijke ergenis - land bouworganisaties) in beide landen hebben de grootste moeite om voeder- silo's van plusminus 20 meter by boerderijen geplaatst te krijgen, ter wijl industrie en atoomcentrales zon der blikken of blozen koeltorens en schoorstenen neerzetten van 60 tot 120 meter hoog, zonder merkbaar bezwaar van gemeenten en provincies. Dit soort vorm van discriminatie is blijk baar internationaal. Mr Gerard W Smallegange

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 4