Aansluiting tussen het lager en het voortgezet onderwijs vraagt een nieuwe aanpak fPZC Trouwen-scheiden -hertrouwen De Kleine Kaarsendomper BINNEN ONDERWIJS MOETEN VEEL DREMPELS WORDEN GESLECHT zaterdagkrant 20 Prinses Margareth van Engeland heeft haar zuster, de regerende vorstin, al heel wat kopzorgen gegeven en dat schijnt maar niet op te houden. Last ig is zo'n prinses, die niet gaat zoals van haar verwacht werd en nogal eens wegen kiest die niet in de historische lijn van de familie liggen, hoe men daarover verder ook moge denken. Nu is zij dan gescheiden van tafel en bed en als men de berichten wil geloven, zal zij de definitieve scheiding willen doorzetten om opnieuw te gaan trouwen. Wanneer er met de koninkiy ke familie in Engeland iets aan de hand is, heeft de kerk, en in dezen dan de Ang licaanse Kerk, er ook mee te maken. Wie wel eens de intocht van de nieuwe burgemeester van de City van Londen heeft meegemaakt, weet welke sterke nadruk men nog altijd laat vallen op de historie en we hebben nog niet ge hoord van actiegroepen om dit half middeleeuwse gedoe te verstoren. De gilden spelen hierin nog een belang rijke rol. wat die gilden aldaar dan te genwoordig ook mogen wezen En zo accepteert men als vanzelfsprekend de historische band tussen staat, kerk en koningshuis De Kerk van Enge land moet nu uitmaken of prinses Margareth werkelijk kan scheiden om daarna te hertrouwen. Niemand in Engeland twijfelt eraan dat dit laatste zal gebeuren wanneer een scheiding definitief mogelijk wordt. De Reformatie is in Engeland heel an ders verlopen dan in de rest van Europa. Doordat Hendrik VIII (1491- 1547) in conflict kwam met de paus (ook al door huwelijksmoeilijkheden) verbrak hij de band met Rome en stelde zichzelf aan tot hoofd van de Engelse Kerk Wanneer we het wel hebben, is het staatshoofd nog steeds hoofd van deze kerk. Nu is de positie van deze Anglicaanse Kerk als staats kerk in de loop van de eeuwen geleide lijk aan afgebrokkeld. Maar officiéél - en bij officiële plechtigheden blijkt dat ook - blijft deze kerk nauw verbonden met de natie en haar tradities. In het Hogerhuis zetelen nog altijd de twee aartsbisschoppen die Engeland kent en 24 bisschoppen. Eveneens is er de bijzondere band met het regerende vorstenhuis nog altijd. Prinses Mar gareth kan niet officiéél scheiden en hertrouwen buiten de toestemming van de Anglicaanse Kerk. En wanneer deze kerk aan deze prinses dat toe staat. houdt dit in dat zij het aan iede reen moet toestaan Nu is het zo, dat men in de Kerk van Engeland reeds enige jaren met de vragen rondom de echtscheiding is be zig geweest. Een commissie van advies heeft een rapport klaar waarin driekwart van haar leden adviseert ook kerkelijke echtscheiding te aan vaarden en het mogelijk te maken dat gescheiden mensen ook kerkelijk her trouwen. In juli a.s. komt de Church Assembly (enigszins te vergelijken met onze synoden) bijeen, die over de aanbevelingen van de commissie van rapport zal moeten beslissen. In 1974 heeft deze Assembly het ook al over het huwelijksvraagstuk gehad en toen zijn de voorstellen om na scheiding een kerkelijk huwelijk mogelijk te maken, verworpen Het is dus niet zo dat de Anglicaanse Kerk met moei lijkheden in deze zit door prinses Mar gareth Ze had die toch reeds, maar het geval van haar geeft toch wel een bij zonder accent aan de besprekingen die er in juli zullen komen. Zal de Ang licaanse Kerk een principële houding, die zij eeuwenlang heeft gehuldigd, nu loslaten? Wanneer u nu mocht denken dat dit een zaak van Engeland alleen is en dat wij er niet mee hebben te maken, dan hebt u het toch mis. Praktisch alle kerken worstelen hier met dezelfde moeilijkheden. Kan het huwelijk nog worden gezien als een band voor het leven? In 1976 zijn er in ons land ruim 22 000 echtscheidingen uitgesproken en een kwart tot een derde van die, binnen vier jaar na de huwelijks voltrekking. Zo iets behoort blijkbaar voor menigeen steeds meer tot de vrij heid die hij of zij voor zichzelf begeert dat een huwelijksband kan worden verbroken wanneer deze om de een of andere reden niet meer zint. Wanneer we zo het een en ander horen van het geen er in onze samenleving in dezen omgaat, kunnen we moeilijk anders dan constateren dat allerlei banden, waardoor men zich vroeger gebonden achtte heel wat losser zijn geworden en daarbij behoort ook de huwelijksband. Was vroeger de gedachte wanneer men trouwde, dat het, voor het leven was, tegenwoordig denken velen blijkbaar er niet meer zo over Er is geen volmaakt huwelijk waarbij mar) en vrouw elkaar altijd precies aanvoelen en aanvullen. In ieder hu welijk zal men moeten leven uit de vergeving der zonden. Het, is echter mogelijk dat het huwelijk tot een hel geworden is en zelfs dat de liefde in haat is verkeerd, zoals men dat vroeger nog wel eens zei Zo kunnen er omstandigheden zijn dat het voor de zielerust van beide echtgenoten maar beter is uit elkaar te gaandan dat men zulk een door en door zondige verhou ding nog langer voortzet. Er moet dan wel totaal geen uitzicht meer zijn. Ook kerkelijk moet mep dit kunnen aan vaarden, al is het dan met, de gedachte erbij dat men dit doet men tegenwoor dig symptomen zoekt van de radicale crisis men tegenwoordig symptomen zoekt van de radicale crisis waarin de mensheid zich bevindt, kunnen we met alle recht ook wijzen op de ont wrichting die het gezinsverband ver toont Dit is niet alleen prakt;isch-za- kelijk bedoeld, maar meer wat betreft heel de gedachtengang die daarachter ligt De R K. Kerk heeft het huwelijk tot een van haar zeven sacramenten ge maakt. De protestantse kerken heb ben dat niet gedaan. Maar deze zijn bij hun kerkelijke huwelijksvoltrekking wel uitgegaan van het schriftwoord Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet iMatth 19:6) Ieder huwelijk berust op een menselijke keus. Maar aan de andere kant ligt er achter ieder huwelijk een geheimenis dat wij nooit zullen kun nen doorgronden Waarom nu net deze man en vrouw? Bij een kerkelijk hu welijk. in welke kerk dan ook, zal men uitgaan van dit geheimenis dat naar zijn wezen diep geworteld is in het godsdienstige Een huwelijksvoltrek king is altijd meer dan dat het een stukje van het sociale en maat schappelijke leven is Daarop legt men op het gemeentehuis de nadruk In de kerk, waar men uitgaat van het ge heimenis, zal men er altijd de nadruk op moeten leggen dat het gaat om een band voor het leven. Zo legt. men voor Gods aangezicht en in het midden van Christus' gemeente, zijn gelofte af. Op de scheppingswil van God ziet men het huwelijk gegrond. "De mens is tweezaam geschapen". Het gaat hier dan om meer dan een menselijke keus en een onderlinge afspraak. Nog al eens zal bij een huwelijksbeves tiging gelezen zijn uit Efezen 5, waar het gaat om de verhouding van man en vrouw en van Christus en zijn ge meente. Deze twee zitten hier zo door een, dat ze niet te scheiden zijn. Het huwelijk moet een afglans zijn van de liefde van Christus tot zijn gemeente De gemeente is ook niet zonder vlek of rimpel en daarom is het goed dat ook bij het kerkelijk huwelijk de aardse en zondige werkelijkheid niet uit het oog wordt verloren. Dat is beter dan dat men op de huwelijksdag in de idealis tische ballon boven de werkelijkheid gaat zweven. Tegen het oude huwe lijksformulier zijn nog al eens bezwa ren aangevoerd. Ik heb die nooit kun nen delen, omdat dit formulier niet buiten de werkelijkheid staat. Dat is ook het geval met- het Engelse for mulier, waarvan we moeten erkennen dat we het schoner vinden dan ons •oude huwelijksformulier. In twee van de latere huwelijksformulieren in het dienstboek der N H Kerk vinden we stukken van het Engelse formulier te rug. In de Anglicaanse Kerk dan laat men bruidegom en bruid beloven "Belooft gij hem (haar) nimmer te verlaten, in goede noch kwade dagen, in rijkdom noch armoede, in ziekte noch gezondheid, haar (hem) lief te hebben en verzorgen, tot de dood ons zal scheiden?" Kan men zo'n belofte een tweede keer afleggen, wanneer niet de dood schelding heeft gemaakt tussen de echtelieden? Dat is de vraag waarop de Anglicaanse Kerk in juli a.s. een antwoord zal moe ten geven, een moeilijke vraag wan neer we uitgaan van de bijbelse ge dachten waarop een kerkelijk huwe lijk berust. Het is even moeilijk als alle leven met het Evangelie moeilijk is Vermoedelijk zal het op de Church As sembly een moeilijke principiële strijd worden. Maar, nog eens gezegd, de vragen waarom het hier gaat, zijn de vragen die in alle kerken aan de orde komen, zo dat al niet het geval is De R.K.Kerk zal er spoedig mee klaar zijn Daar houdt men vast aan de le venslange sacramentele band. Als een huwelijk sacramenteel bevestigd is kan dit, na een scheiding niet voor de tweede maal gebeuren. Toch is men met zo'n ferme uitspraak niet uit de moeilijkheden, want ook deze kerk krijgt steeds meer te maken met scheiding en hertrouwen Moet men de hierbij betrokken mensen als onverbe terlijke zondaars afschrijven0 Maar ook bij de protestantse kerken in ons land zal men steeds meer voor vra gen komen te staan. Al mag hier het burgerlijk huwelijk ten volle worden erkend, de vragen na scheiding blijven. We weten dat er gevallen zyr. dat men. na scheiding, bij een tweede huwelijk om een kerkelijke bevesti ging'heeft gevraagd. In één geval dat. ons bekend is, was het eerste huwelijk niet kerkelijk bevestigd en was het juist de gescheiden partner die daarop aanhield Voor zover ons bekend zijn er hier geen kerkelijke richtlijnen Het zou wel eens goed zijn daarover na te denken, al weten we dat men met richtlijnen ook wel verlegen kan zit ten h. De grote familie Kaarsendomper was uitgebreid met een kleine Gedempte vreugde van rokende kaarsen hing in slierten door de zaal die in stemmig duister was gehuld. De kleine kaarsendomper had - zo was al spoedig duidelijk - grote aanpassingsmoeilijkheden die voor de ganse familie een telkens te rugkerende bron van ergernis werden, zodanig, dat de kleine veroordeeld werd om te worden opgehangen. ..En. beklaagde", nep de oudste kaarsendomper rokerig, „hebt gij hiertegen nog iets in te brengen vóór het vonnis wordt voltrokken?" Toen sprak de kleine als volgt en zei„Allereerst heeft een onlangs gehouden onderzoek uitgewezen dat ik geboren ben met een gaatje in mijn hoofd, zodat ik onmogelijk ook maar één kaars kan doven; vervolgens behoort het ook tot de traditie van de familie Kaarsendomper om. de kaarsen aan te steken, tenslotte ivil ik mijn familie vragen oft niet beter is méér te denken aan 't licht dal u ontsteken kunt dan aan 't duister dat u verwekt Nog steeds om deze woorden staat overal ter wereld de familie Kaarsendomper met de rug tegen de muur Maar die met het gaatje in zijn hoofd is opgehangen aan een spijker Omer Gielliet Pastoor Breskens ZATERDAG 27 MEI 1978 slagen onbelangrijke feiten zijn De benaderingsgebieden veranderen Kennis verslijt nu bij het leven Wat nu nieuw is. is morgen achter haald. Daarom moeten we de accenten gaan verleggen: minder parate kennis en meer verwervingsteehnieken, we ten waar we de wijsheid kunnen halen. Dit geldt niet alleen voor het lager on derwijs. maar ook voor het voorgezet onderwijs. Alleen letten op de leerstof is te beperkt, er moet ook bekeken worden hoe de werkwijze van de lagere school, de differentiatie, kan worden voortgezet. Het is tweeslachtig om te denken: er is een aansluitingspro bleem omdat de lagere school ver nieuwt. Op papier ziet het er namelijk heel anders uit dan de feitelijke reali satie. Er is zoveel nog niet veranderd. De grote vraag is: bestaat er in beide schooltypen inzicht in eikaars werk. Naar mijn mening op dit moment te weinig". Creativiteit gaat een steeds belang rijker plaats innemen in de heden daagse samenleving. Hoe staat, het met de creativiteit in het onderwijs? Van Etten: Creativiteit was vroeger gereserveerd voor de kunstzinnige vorming en bestond maar al te vaak uit reproductie van andermans creati viteit. Er werden liederen gezongen, maar niet zeil' gemaakt en dat gold voor veel zaken Tegenwoordig is creativiteit in de kunstzinnige vor ming. maar zeker ook er naast belang rijk. Kennis wordt pas echt goed te hanteren als er creativiteit wordt in gelegd. Beperkte kennis en creativi teit geven vaak meer resultaat dan al leen wetenschap. Dit idee gaat steeds meer leven in het lager onderwijs en is ook belangrijk voor het voortgezet on derwijs. Dat staat namelijk wel onder een examendruk aan het eind van de cursus, maar het heeft tegelijkertijd de taak mensen op te voeden De leerkrachten hebben echter zelf vaak hun opleiding als handicap. De ideale onderwijzer van vroeger was de man die studeerde en veel wist. Deze hele studie was evenwel zonder belang voor het kind. maar volledig gericht op de eigen carrière. Als je ziet hoe er nu door veel onderwij zers wordt gestudeerd zonder dat er extra bevoegdheden tegenover staan, maar alleen gericht op het kind en de school, dan zie ik de situatie niet som ber in. Ik zeg altijd: het oude weg gooien omdat het oud is, is dom. maar het is even dom om te zeggen: het nieuwe is goed omdat het nieuw is. Je moet het oude en het nieuwe combine ren cn een groot aantal leerkrachten van zowel het lager als het voortgezet onderwijs is daar mee bezig. Het kost allemaal veel tijd, maar uiteindelijk zal ook het aansluitingsprobleem lo-vo verdwenen zijn" Waar zitten in de praktijk de grootste knelpunten bij de aansluiting? Van Etten: "Heel duidelijk bi) de Ne derlandse taal. Ook hier is het onmo gelijk een schuldige aan te wijzen. We moeten bij het maken van leerstof afspraken erg oppassen, dat we elkaar niet de wet gaan voorschrijven of be schuldigend een vinger opsteken. Je hoort wel eens. dat bepaalde zaken worden afgeschoven als zijnde een taak voor de ander. Dat zal wel eens voorkomen, maar de gehele ontwik keling rond de Nederlandse taal is momenteel zo chaotisch, dat naar ik vermoed niemand op dit moment pre cies weet hoe je bepaalde woorden moet schrijven. Je ziet allerlei soorten spelling en het "groene boek" met voorkeurspelling heeft iedereen bij de handVroeger bestond er geen verschil in opvatting binnen de Nederlandse taal. Thans is er zelfs verschil in ter minologie in de grammatica. Kijk eens naar het verschil in opvatting over de lessen en methodes in de vreemde ta len. Op grond daarvan zeg ik: duide lijke afspraken maken, maar dan ook over de didactische werkvormen De rekenvaardigheden worden vaak niet als zo'n punt gezien Ik denk ech ter. dat de belangrijkste fout hier ligt in de structuur van het voortgezet on derwijs De kinderen krijgen in de brugklas geen rekenen meer. In de wiskunde (algebra) komt het reken werk nauwelijks boven de vier: het kind wordt een jaar lang niet gecon fronteerd met rekentechnieken. Ik denk dat dat nu net niet kan en dat daardoor later zoveel rekenproblemen ontstaan". Zeeland is werkzaam aan de verbete ring van de aansluiting lo-vo. Schou- wen-Duiveland heeft de meeste erva ring: leerstofafspraken voor Neder landse taal, compleet met pun- tenlijsten op onderdelen voor ieder kind dat overgaat van de lagere school naar de school voor voortgezet onderwijs en voor wereldoriëntatie. Bezoeken over en weer en bijeenkom sten met schoolhoofden en leraren. Zelfs een documentatiecentrum in dc stijl van de lagere school in het Pro fessor Zeemanlyceum te Zierikzee is er gekomen. Het gehele onderwijs op Schouwen-Duiveland is er van over tuigd. dat onderlinge contacten nood zakelijk zijn en dat het tot nu toe be reikte resultaat zijn vruchten af werpt. Het aantal brugklasverlaters is op Schouwen-Duiveland te ver waarlozen! C. J. Dieleman-van de Reepe. Oplossingen Staatssecretaris K de Jong Ozn. heeft jn december van het vorigjaar een be leidsnotitie toegezegd over deze mate rie. die op dit moment in een project groep wordt behandeld. Wanneer deze notitie zal verschijnen is volgens het ministerie van onderwijs nog niet be kend. Intussen echter is het zoeken naar oplossingen voor de problematiek van de aansluiting pok in Zeeland in volle gang. Zo liggen de plannen voor een begin van samenwerking tussen beide onderwijsvormen - te beginnen bij het lager technisch onderwijs - klaar bij het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland Op Schouwen-Duiveland bestaat er al ongeveer acht jaar een vrij intensief contact tussen het voortgezet onder wijs en het lager onderwijs. Een con tact dat geleid heeft tot verschillende afspraken en dat goed werkt. De gemeente Vlissingen heeft een commissie ingesteld waarin het openbaar lager en voortgezet onder wijs de problemen gaan inventarise ren De openbare scholen voor lager en voorgezet onderwys in de gemeente Tholen. waar al incidentele contacten werden onderhouden met de scholen gemeenschap in Bergen op Zoom, zijn enkele dagen geleden aangewezen door het ministerie van onderwijs om met twee andere groepen van scholen in ons land volgend jaar een begin te maken met hot integraal experiment funderend onderwijs dat naast een soepele overgang van kleuter- naar la ger onderwijs ook een vlotte aanslui ting van het lager naar het voorgezet onderwijs <van basisschool naar mid denschool ibeoogt Dc eerste drie activiteiten zijn nog duidelijk gebaseerd op de huidige si tuatie binnen het onderwijs, waarin weliswaar vormen van samen werking zijn waar te nemen tussen kleuter- en lager onderwijs, maar nog niet kan worden gesproken van een basisschool als opleiding voor vier- tot twaalfjarigen. Het experiment Tholen heeft als uit gangspunt het funderend onderwijs, zoals in dc Contourennota van een toekomstig onderwijsbestel het ge hele onderwijsveld voor vier- tot zes tienjarigen wordt genoemd: de nieuwe onderwijsvormen basis school (dc geïntegreerde kleuter en lagere school), het speciale onderw ijs en de middenschool (een drie a vierja rige cursus als overstap naar be roepsopleiding of hoger onderwijs). Ondanks verschillende uitgangspun ten zijn alle activiteiten gericht op dat ene doel. de overgang van de ene Drs C. J. P M. van Etten. directeur van het RPCZ schroeven. Het zou erg jammer zijn als deze lto-begeleider weg zou moeten, want ik zie met name in de aan sluitingsplannen leuke aanzetten voor andere terreinen. We hebben daar nu geen financiële mogelijkheden toe en bovendien is het de vraag, of een re gionale schoolbegeleidingsdienst zich met het voorgezet onderw ijs moet be moeien. Dit is landelijk nog steeds een discussiepunt Ik ben van mening, dat een regionale dienst de begeleiding van het voortgezet onderwijs niet moet claimen, dan krijg je een veel te zwaar geheel. Wel denk ik dat terwille van de aansluiting lo-vo bmnenkom- mogelijkheden en samenwerkings verbanden met brugklasleiders be langrijke zaken zijn, om de con tinuïteit te waarborgen. Als er geen waarborgstructuur voor aanpassing is. kunnen de kinderen hierdoor in moeilijkheden komen. Het echt praten met elkaar heeft op dit momentechter nog geen platform. Het is evenwel moeilijk om hier iemand de schuld van te geven, of zelfs maar in een bepaalde richting te wijzen. Bij talloze bijeenkomsten blijkt dat deze zaak vaak emotioneel wordt behan deld. Waar we naar toe moeten zijn duidelijke afspraken en overleg structuren, zowel vanuit het lager als vanuit het voortgezet onderwijs. Ter wijl er ook een regeling moet komen voor de begeleiding van het voorgezet onderwijs" Afspraken Wat moeten deze afspraken en over legstructuren inhouden? Van Etten- "Twee zaken zijn hierbij van het eerste belang: leerstofafspra ken en afspraken over de benaderin gswijze. Ik heb overal eerlijke pogin gentot samenwerking zien mislukken, omdat ze zich als regel beperkten tot leerstofafspraken, het "wat moeten de kinderen weten en kennen als ze in de brugklas komen". In de praktijk zet dit meestal weinig zoden aan de diik. Wat is namelij'k net geval? Het lager onderwijs is veranderd en verandert nog steeds, omdat de cultuur veran dert. Wat vroeger van belang was voor de aardrijkskundeboekjes staat er nu nog vaak in. terwijl het in deze tijd vol- Van onze ondenoijsmedewerkster Eén vloeiende lijn waarbinnen het gehele onderwijsproces vanaf de kleuterschool tot de universiteit zich zonder breukvlakken moet kunnen voltrekken: een waarborg voor een con tinue ontwikkeling van het kind. Dit principe staat de werkers in het onderwijs al jaren voor ogen. De kinderen moeten zonder aansluitingsproblemen kunnen over stappen van de ene schoolvorm naar de andere. De eerste aanzet tot dit proces begint momenteel gestalte te krijgen binnen de experimenten rond de nieuwe basisschool. De kleuter en lagere school zullen (waarschijnlijk vanaf 1983) dan niet meer afzonderlijk fungeren. Een continue ontwikkeling voor het kind is gedurende de periode tussen zijn vierde en twaalfde jaar verzekerd. Het kind gaat naar de basisschool: één tussentijdse drempel is geslecht. De volgende drempel echter ligt, in de tijd waarin kind en onderwijs centraal staan in het maatschappelijk gebeuren, nog net zo stevig op zijn plaats als vroeger, vaak zelfs nog hoger en steviger dan voorheen: de drempel naar het voortgezet onder wijs. Het grote verschil dat er in alle opzichten bestaat tussen de zesde klas van de lagere school en de brugklas. Na de zomervakantie zullen weer veel kinderen over deze drempel struikelen. Het vervelende bij deze drempel is, dat iedereen weet dat hy er is en gevaar oplevert, maar dat op dit moment niemand precies weet hoe en door wie hy moet worden opgeruimd. Die ene grote drempel is namelijk samen gesteld uiteen aantal kleine drempels, die ieder een eigen 'opruimingsactie' vereisen De betrokkenen zyn de ouders, de scholen en de overheid. Ieder moet zyn drempel voor zyn re kening nemen: - de drempel van de verkeerde school keuze voor het kind - de drempel van de onduidelijkheid over het hanteren van de wettelijke voorschriften over toelating tot het voortgezet onderwys - de drempel van te weinig mogelijk heden tot interne begeleiding bij het voortgezet onderwijs - de drempel van te weinig faciliteiten voor begeleiding van de scholen voor voortgezet onderwijs door de lan delijke pedagogische centra en schoolbegeleidingsdiensten r de drempel van het overleg tussen de iagere school en de school van voort gezet onderwys over de leerstof en de werkwijze Allemaal drempels, die als onderwerp van gesprek worden aangewezen, door wyze mannen die zich in ons land bui gen over de problematiek van de aan sluiting tussen lager en voortgezet on derwijs De Commissie Analyse Voortgezet Onderwijs heeft "deze drempels" - re sultaten van onderzoeken bij besture norganisaties voor algemeen voortge zet onderwijs en beroepsonderwijs, alsmede schoolbegeleidingsdiensten - omgebouwd tot aanbevelingen voor de minister van onderwys om op deze wijze een bijdrage te leveren tot verbe tering van de aansluiting tussen lager en voortgezet onderwijs school naar de andere soepel te laten verlopen en een continue ontwikke ling van het kind te waarborgen. Keuze We hebben verschillende drempels die deze soepele overgang belemmeren doorgesproken met drs C. J. P. M. van Etten, directeur van het Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland. Is er verband tussen schoolkeuze en aansluitingsproblemen9 Van Etten- "Het aansluitingspro bleem is er altyd geweest. De proble men werden echter sterker voelbaar naarmate de democratisering van het onderwijs toenam. Vroeger bezocht een vrij selecte groep het gymnasium of de hbs. Nu moet alles wat van de lagere school komt verder studeren Dit vind ik een groot goed. maar als je het feit van plicht en recht op studie voor iedereen accepteert, dan moet je ook hereid zyn je onderwyssysteem aan te passen. Het vroegere gym nasium was een elitaire zaak. Het on derwys was daarop gebaseerd. De kinderen die er naar toe gingen kon den zich gemakkelijker aanpassen, omdat bijvoorbeeld de taal die er ge sproken werd hen niet vreemd was: meestal spraken de ouders op dezelfde wijze, omdat zij ook een dergelijke op leiding hadden genoten. Nu komen er ook kinderen die minder elitair zyn. maar misschien veel meer interesse hebben. Voor hen is de drempel eigen- lyk te hoog. omdat het milieu van de school vaak te weinig is aangepast aan hun eigen milieu. Je moet al deze ver anderingen inpassen in een andere wijze van lesgeven. Het uitzonderlyke wat er vroeger bij de kinderen werd ingebracht is er nu uit en dat is goed. Alle kinderen moeten gelyke kansen hebben. Dit houdt natuurlijk niet au tomatisch in, dat alle kinderen ook hetzelfde verstand hebben. Als te hoog wordt gegrepen, werkt dat aan sluitingsproblemen extra in de hand". Wat is er op het moment te doen aan die aansluitingproblemen? Van Etten: "Intern hebben we op het Centrum de meeste zaken met betrek king tot een programma om de pro blemen op te lossen - voor met name het lager technisch onderwijs - op pa pier staan. Het was (en is) onze bedoe ling om bij het Ito te beginnen en dan van daaruit verder te werken. Het Ito ligt gunstig, omdat we daarvoor een begeleider in dienst hebben. Deze kracht was echter benoemd voor een driejarig project, dat nu is afgelopen. De vraag is nu, of er gunstig zal worden gereageerd op ons verzoek by het mi nisterie om dit project te verlengen. Daar wachten we op. Tot op dat mo ment staat de zaak voorlopig op losse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1978 | | pagina 20