Aansluiting tussen het lager
en het voortgezet onderwijs
vraagt een nieuwe aanpak
fPZC
Trouwen-scheiden
-hertrouwen
De Kleine Kaarsendomper
BINNEN ONDERWIJS MOETEN VEEL DREMPELS WORDEN GESLECHT
zaterdagkrant 20
Prinses Margareth van Engeland heeft haar zuster, de regerende vorstin, al
heel wat kopzorgen gegeven en dat schijnt maar niet op te houden. Last ig is zo'n
prinses, die niet gaat zoals van haar verwacht werd en nogal eens wegen kiest
die niet in de historische lijn van de familie liggen, hoe men daarover verder
ook moge denken. Nu is zij dan gescheiden van tafel en bed en als men de
berichten wil geloven, zal zij de definitieve scheiding willen doorzetten om
opnieuw te gaan trouwen.
Wanneer er met de koninkiy ke familie
in Engeland iets aan de hand is, heeft
de kerk, en in dezen dan de Ang
licaanse Kerk, er ook mee te maken.
Wie wel eens de intocht van de nieuwe
burgemeester van de City van Londen
heeft meegemaakt, weet welke sterke
nadruk men nog altijd laat vallen op
de historie en we hebben nog niet ge
hoord van actiegroepen om dit half
middeleeuwse gedoe te verstoren. De
gilden spelen hierin nog een belang
rijke rol. wat die gilden aldaar dan te
genwoordig ook mogen wezen En zo
accepteert men als vanzelfsprekend
de historische band tussen staat, kerk
en koningshuis De Kerk van Enge
land moet nu uitmaken of prinses
Margareth werkelijk kan scheiden om
daarna te hertrouwen. Niemand in
Engeland twijfelt eraan dat dit laatste
zal gebeuren wanneer een scheiding
definitief mogelijk wordt.
De Reformatie is in Engeland heel an
ders verlopen dan in de rest van
Europa. Doordat Hendrik VIII (1491-
1547) in conflict kwam met de paus
(ook al door huwelijksmoeilijkheden)
verbrak hij de band met Rome en
stelde zichzelf aan tot hoofd van de
Engelse Kerk Wanneer we het wel
hebben, is het staatshoofd nog steeds
hoofd van deze kerk. Nu is de positie
van deze Anglicaanse Kerk als staats
kerk in de loop van de eeuwen geleide
lijk aan afgebrokkeld. Maar officiéél -
en bij officiële plechtigheden blijkt dat
ook - blijft deze kerk nauw verbonden
met de natie en haar tradities. In het
Hogerhuis zetelen nog altijd de twee
aartsbisschoppen die Engeland kent
en 24 bisschoppen. Eveneens is er de
bijzondere band met het regerende
vorstenhuis nog altijd. Prinses Mar
gareth kan niet officiéél scheiden en
hertrouwen buiten de toestemming
van de Anglicaanse Kerk. En wanneer
deze kerk aan deze prinses dat toe
staat. houdt dit in dat zij het aan iede
reen moet toestaan
Nu is het zo, dat men in de Kerk van
Engeland reeds enige jaren met de
vragen rondom de echtscheiding is be
zig geweest. Een commissie van advies
heeft een rapport klaar waarin
driekwart van haar leden adviseert
ook kerkelijke echtscheiding te aan
vaarden en het mogelijk te maken dat
gescheiden mensen ook kerkelijk her
trouwen. In juli a.s. komt de Church
Assembly (enigszins te vergelijken
met onze synoden) bijeen, die over de
aanbevelingen van de commissie van
rapport zal moeten beslissen. In 1974
heeft deze Assembly het ook al over
het huwelijksvraagstuk gehad en toen
zijn de voorstellen om na scheiding
een kerkelijk huwelijk mogelijk te
maken, verworpen Het is dus niet zo
dat de Anglicaanse Kerk met moei
lijkheden in deze zit door prinses Mar
gareth Ze had die toch reeds, maar het
geval van haar geeft toch wel een bij
zonder accent aan de besprekingen die
er in juli zullen komen. Zal de Ang
licaanse Kerk een principële houding,
die zij eeuwenlang heeft gehuldigd, nu
loslaten?
Wanneer u nu mocht denken dat dit
een zaak van Engeland alleen is en dat
wij er niet mee hebben te maken, dan
hebt u het toch mis. Praktisch alle
kerken worstelen hier met dezelfde
moeilijkheden. Kan het huwelijk nog
worden gezien als een band voor het
leven? In 1976 zijn er in ons land ruim
22 000 echtscheidingen uitgesproken
en een kwart tot een derde van die,
binnen vier jaar na de huwelijks
voltrekking. Zo iets behoort blijkbaar
voor menigeen steeds meer tot de vrij
heid die hij of zij voor zichzelf begeert
dat een huwelijksband kan worden
verbroken wanneer deze om de een of
andere reden niet meer zint. Wanneer
we zo het een en ander horen van het
geen er in onze samenleving in dezen
omgaat, kunnen we moeilijk anders
dan constateren dat allerlei banden,
waardoor men zich vroeger gebonden
achtte heel wat losser zijn geworden en
daarbij behoort ook de huwelijksband.
Was vroeger de gedachte wanneer men
trouwde, dat het, voor het leven was,
tegenwoordig denken velen blijkbaar
er niet meer zo over
Er is geen volmaakt huwelijk waarbij
mar) en vrouw elkaar altijd precies
aanvoelen en aanvullen. In ieder hu
welijk zal men moeten leven uit de
vergeving der zonden. Het, is echter
mogelijk dat het huwelijk tot een hel
geworden is en zelfs dat de liefde in
haat is verkeerd, zoals men dat
vroeger nog wel eens zei Zo kunnen er
omstandigheden zijn dat het voor de
zielerust van beide echtgenoten maar
beter is uit elkaar te gaandan dat men
zulk een door en door zondige verhou
ding nog langer voortzet. Er moet dan
wel totaal geen uitzicht meer zijn. Ook
kerkelijk moet mep dit kunnen aan
vaarden, al is het dan met, de gedachte
erbij dat men dit doet men tegenwoor
dig symptomen zoekt van de radicale
crisis men tegenwoordig symptomen
zoekt van de radicale crisis waarin de
mensheid zich bevindt, kunnen we
met alle recht ook wijzen op de ont
wrichting die het gezinsverband ver
toont Dit is niet alleen prakt;isch-za-
kelijk bedoeld, maar meer wat betreft
heel de gedachtengang die daarachter
ligt
De R K. Kerk heeft het huwelijk tot
een van haar zeven sacramenten ge
maakt. De protestantse kerken heb
ben dat niet gedaan. Maar deze zijn bij
hun kerkelijke huwelijksvoltrekking
wel uitgegaan van het schriftwoord
Hetgeen dan God samengevoegd
heeft, scheide de mens niet iMatth
19:6) Ieder huwelijk berust op een
menselijke keus. Maar aan de andere
kant ligt er achter ieder huwelijk een
geheimenis dat wij nooit zullen kun
nen doorgronden Waarom nu net deze
man en vrouw? Bij een kerkelijk hu
welijk. in welke kerk dan ook, zal men
uitgaan van dit geheimenis dat naar
zijn wezen diep geworteld is in het
godsdienstige Een huwelijksvoltrek
king is altijd meer dan dat het een
stukje van het sociale en maat
schappelijke leven is Daarop legt men
op het gemeentehuis de nadruk In de
kerk, waar men uitgaat van het ge
heimenis, zal men er altijd de nadruk
op moeten leggen dat het gaat om een
band voor het leven. Zo legt. men voor
Gods aangezicht en in het midden van
Christus' gemeente, zijn gelofte af. Op
de scheppingswil van God ziet men
het huwelijk gegrond. "De mens is
tweezaam geschapen". Het gaat hier
dan om meer dan een menselijke keus
en een onderlinge afspraak.
Nog al eens zal bij een huwelijksbeves
tiging gelezen zijn uit Efezen 5, waar
het gaat om de verhouding van man en
vrouw en van Christus en zijn ge
meente. Deze twee zitten hier zo door
een, dat ze niet te scheiden zijn. Het
huwelijk moet een afglans zijn van de
liefde van Christus tot zijn gemeente
De gemeente is ook niet zonder vlek of
rimpel en daarom is het goed dat ook
bij het kerkelijk huwelijk de aardse en
zondige werkelijkheid niet uit het oog
wordt verloren. Dat is beter dan dat
men op de huwelijksdag in de idealis
tische ballon boven de werkelijkheid
gaat zweven. Tegen het oude huwe
lijksformulier zijn nog al eens bezwa
ren aangevoerd. Ik heb die nooit kun
nen delen, omdat dit formulier niet
buiten de werkelijkheid staat. Dat is
ook het geval met- het Engelse for
mulier, waarvan we moeten erkennen
dat we het schoner vinden dan ons
•oude huwelijksformulier. In twee van
de latere huwelijksformulieren in het
dienstboek der N H Kerk vinden we
stukken van het Engelse formulier te
rug. In de Anglicaanse Kerk dan laat
men bruidegom en bruid beloven
"Belooft gij hem (haar) nimmer te
verlaten, in goede noch kwade dagen,
in rijkdom noch armoede, in ziekte
noch gezondheid, haar (hem) lief te
hebben en verzorgen, tot de dood ons
zal scheiden?" Kan men zo'n belofte
een tweede keer afleggen, wanneer
niet de dood schelding heeft gemaakt
tussen de echtelieden?
Dat is de vraag waarop de Anglicaanse
Kerk in juli a.s. een antwoord zal moe
ten geven, een moeilijke vraag wan
neer we uitgaan van de bijbelse ge
dachten waarop een kerkelijk huwe
lijk berust. Het is even moeilijk als alle
leven met het Evangelie moeilijk is
Vermoedelijk zal het op de Church As
sembly een moeilijke principiële strijd
worden. Maar, nog eens gezegd, de
vragen waarom het hier gaat, zijn de
vragen die in alle kerken aan de orde
komen, zo dat al niet het geval is De
R.K.Kerk zal er spoedig mee klaar
zijn Daar houdt men vast aan de le
venslange sacramentele band. Als een
huwelijk sacramenteel bevestigd is
kan dit, na een scheiding niet voor de
tweede maal gebeuren. Toch is men
met zo'n ferme uitspraak niet uit de
moeilijkheden, want ook deze kerk
krijgt steeds meer te maken met
scheiding en hertrouwen Moet men de
hierbij betrokken mensen als onverbe
terlijke zondaars afschrijven0
Maar ook bij de protestantse kerken in
ons land zal men steeds meer voor vra
gen komen te staan. Al mag hier het
burgerlijk huwelijk ten volle worden
erkend, de vragen na scheiding
blijven. We weten dat er gevallen zyr.
dat men. na scheiding, bij een tweede
huwelijk om een kerkelijke bevesti
ging'heeft gevraagd. In één geval dat.
ons bekend is, was het eerste huwelijk
niet kerkelijk bevestigd en was het
juist de gescheiden partner die daarop
aanhield Voor zover ons bekend zijn
er hier geen kerkelijke richtlijnen Het
zou wel eens goed zijn daarover na te
denken, al weten we dat men met
richtlijnen ook wel verlegen kan zit
ten
h.
De grote familie Kaarsendomper was uitgebreid met een kleine Gedempte
vreugde van rokende kaarsen hing in slierten door de zaal die in stemmig duister
was gehuld. De kleine kaarsendomper had - zo was al spoedig duidelijk - grote
aanpassingsmoeilijkheden die voor de ganse familie een telkens te rugkerende
bron van ergernis werden, zodanig, dat de kleine veroordeeld werd om te worden
opgehangen.
..En. beklaagde", nep de oudste kaarsendomper rokerig, „hebt gij hiertegen nog
iets in te brengen vóór het vonnis wordt voltrokken?"
Toen sprak de kleine als volgt en zei„Allereerst heeft een onlangs gehouden
onderzoek uitgewezen dat ik geboren ben met een gaatje in mijn hoofd, zodat ik
onmogelijk ook maar één kaars kan doven; vervolgens behoort het ook tot de
traditie van de familie Kaarsendomper om. de kaarsen aan te steken, tenslotte
ivil ik mijn familie vragen oft niet beter is méér te denken aan 't licht dal u
ontsteken kunt dan aan 't duister dat u verwekt
Nog steeds om deze woorden staat overal ter wereld de familie Kaarsendomper
met de rug tegen de muur Maar die met het gaatje in zijn hoofd is opgehangen
aan een spijker
Omer Gielliet
Pastoor Breskens
ZATERDAG 27 MEI 1978
slagen onbelangrijke feiten zijn De
benaderingsgebieden veranderen
Kennis verslijt nu bij het leven
Wat nu nieuw is. is morgen achter
haald. Daarom moeten we de accenten
gaan verleggen: minder parate kennis
en meer verwervingsteehnieken, we
ten waar we de wijsheid kunnen halen.
Dit geldt niet alleen voor het lager on
derwijs. maar ook voor het voorgezet
onderwijs. Alleen letten op de leerstof
is te beperkt, er moet ook bekeken
worden hoe de werkwijze van de lagere
school, de differentiatie, kan worden
voortgezet. Het is tweeslachtig om te
denken: er is een aansluitingspro
bleem omdat de lagere school ver
nieuwt. Op papier ziet het er namelijk
heel anders uit dan de feitelijke reali
satie. Er is zoveel nog niet veranderd.
De grote vraag is: bestaat er in beide
schooltypen inzicht in eikaars werk.
Naar mijn mening op dit moment te
weinig".
Creativiteit gaat een steeds belang
rijker plaats innemen in de heden
daagse samenleving. Hoe staat, het
met de creativiteit in het onderwijs?
Van Etten: Creativiteit was vroeger
gereserveerd voor de kunstzinnige
vorming en bestond maar al te vaak
uit reproductie van andermans creati
viteit. Er werden liederen gezongen,
maar niet zeil' gemaakt en dat gold
voor veel zaken Tegenwoordig is
creativiteit in de kunstzinnige vor
ming. maar zeker ook er naast belang
rijk. Kennis wordt pas echt goed te
hanteren als er creativiteit wordt in
gelegd. Beperkte kennis en creativi
teit geven vaak meer resultaat dan al
leen wetenschap. Dit idee gaat steeds
meer leven in het lager onderwijs en is
ook belangrijk voor het voortgezet on
derwijs. Dat staat namelijk wel onder
een examendruk aan het eind van de
cursus, maar het heeft tegelijkertijd de
taak mensen op te voeden De
leerkrachten hebben echter zelf vaak
hun opleiding als handicap. De ideale
onderwijzer van vroeger was de man
die studeerde en veel wist. Deze hele
studie was evenwel zonder belang voor
het kind. maar volledig gericht op de
eigen carrière.
Als je ziet hoe er nu door veel onderwij
zers wordt gestudeerd zonder dat er
extra bevoegdheden tegenover staan,
maar alleen gericht op het kind en de
school, dan zie ik de situatie niet som
ber in. Ik zeg altijd: het oude weg
gooien omdat het oud is, is dom. maar
het is even dom om te zeggen: het
nieuwe is goed omdat het nieuw is. Je
moet het oude en het nieuwe combine
ren cn een groot aantal leerkrachten
van zowel het lager als het voortgezet
onderwijs is daar mee bezig. Het kost
allemaal veel tijd, maar uiteindelijk
zal ook het aansluitingsprobleem
lo-vo verdwenen zijn"
Waar zitten in de praktijk de grootste
knelpunten bij de aansluiting?
Van Etten: "Heel duidelijk bi) de Ne
derlandse taal. Ook hier is het onmo
gelijk een schuldige aan te wijzen. We
moeten bij het maken van leerstof
afspraken erg oppassen, dat we elkaar
niet de wet gaan voorschrijven of be
schuldigend een vinger opsteken. Je
hoort wel eens. dat bepaalde zaken
worden afgeschoven als zijnde een
taak voor de ander. Dat zal wel eens
voorkomen, maar de gehele ontwik
keling rond de Nederlandse taal is
momenteel zo chaotisch, dat naar ik
vermoed niemand op dit moment pre
cies weet hoe je bepaalde woorden
moet schrijven. Je ziet allerlei soorten
spelling en het "groene boek" met
voorkeurspelling heeft iedereen bij de
handVroeger bestond er geen verschil
in opvatting binnen de Nederlandse
taal. Thans is er zelfs verschil in ter
minologie in de grammatica. Kijk eens
naar het verschil in opvatting over de
lessen en methodes in de vreemde ta
len. Op grond daarvan zeg ik: duide
lijke afspraken maken, maar dan ook
over de didactische werkvormen
De rekenvaardigheden worden vaak
niet als zo'n punt gezien Ik denk ech
ter. dat de belangrijkste fout hier ligt
in de structuur van het voortgezet on
derwijs De kinderen krijgen in de
brugklas geen rekenen meer. In de
wiskunde (algebra) komt het reken
werk nauwelijks boven de vier: het
kind wordt een jaar lang niet gecon
fronteerd met rekentechnieken. Ik
denk dat dat nu net niet kan en dat
daardoor later zoveel rekenproblemen
ontstaan".
Zeeland is werkzaam aan de verbete
ring van de aansluiting lo-vo. Schou-
wen-Duiveland heeft de meeste erva
ring: leerstofafspraken voor Neder
landse taal, compleet met pun-
tenlijsten op onderdelen voor ieder
kind dat overgaat van de lagere
school naar de school voor voortgezet
onderwijs en voor wereldoriëntatie.
Bezoeken over en weer en bijeenkom
sten met schoolhoofden en leraren.
Zelfs een documentatiecentrum in dc
stijl van de lagere school in het Pro
fessor Zeemanlyceum te Zierikzee is
er gekomen. Het gehele onderwijs op
Schouwen-Duiveland is er van over
tuigd. dat onderlinge contacten nood
zakelijk zijn en dat het tot nu toe be
reikte resultaat zijn vruchten af
werpt. Het aantal brugklasverlaters
is op Schouwen-Duiveland te ver
waarlozen!
C. J. Dieleman-van de Reepe.
Oplossingen
Staatssecretaris K de Jong Ozn. heeft
jn december van het vorigjaar een be
leidsnotitie toegezegd over deze mate
rie. die op dit moment in een project
groep wordt behandeld. Wanneer deze
notitie zal verschijnen is volgens het
ministerie van onderwijs nog niet be
kend.
Intussen echter is het zoeken naar
oplossingen voor de problematiek van
de aansluiting pok in Zeeland in volle
gang. Zo liggen de plannen voor een
begin van samenwerking tussen beide
onderwijsvormen - te beginnen bij het
lager technisch onderwijs - klaar bij
het Regionaal Pedagogisch Centrum
Zeeland
Op Schouwen-Duiveland bestaat er al
ongeveer acht jaar een vrij intensief
contact tussen het voortgezet onder
wijs en het lager onderwijs. Een con
tact dat geleid heeft tot verschillende
afspraken en dat goed werkt.
De gemeente Vlissingen heeft een
commissie ingesteld waarin het
openbaar lager en voortgezet onder
wijs de problemen gaan inventarise
ren De openbare scholen voor lager en
voorgezet onderwys in de gemeente
Tholen. waar al incidentele contacten
werden onderhouden met de scholen
gemeenschap in Bergen op Zoom, zijn
enkele dagen geleden aangewezen
door het ministerie van onderwijs om
met twee andere groepen van scholen
in ons land volgend jaar een begin te
maken met hot integraal experiment
funderend onderwijs dat naast een
soepele overgang van kleuter- naar la
ger onderwijs ook een vlotte aanslui
ting van het lager naar het voorgezet
onderwijs <van basisschool naar mid
denschool ibeoogt
Dc eerste drie activiteiten zijn nog
duidelijk gebaseerd op de huidige si
tuatie binnen het onderwijs, waarin
weliswaar vormen van samen
werking zijn waar te nemen tussen
kleuter- en lager onderwijs, maar nog
niet kan worden gesproken van een
basisschool als opleiding voor vier-
tot twaalfjarigen.
Het experiment Tholen heeft als uit
gangspunt het funderend onderwijs,
zoals in dc Contourennota van een
toekomstig onderwijsbestel het ge
hele onderwijsveld voor vier- tot zes
tienjarigen wordt genoemd: de
nieuwe onderwijsvormen basis
school (dc geïntegreerde kleuter en
lagere school), het speciale onderw ijs
en de middenschool (een drie a vierja
rige cursus als overstap naar be
roepsopleiding of hoger onderwijs).
Ondanks verschillende uitgangspun
ten zijn alle activiteiten gericht op
dat ene doel. de overgang van de ene Drs C. J. P M. van Etten. directeur van het RPCZ
schroeven. Het zou erg jammer zijn als
deze lto-begeleider weg zou moeten,
want ik zie met name in de aan
sluitingsplannen leuke aanzetten voor
andere terreinen. We hebben daar nu
geen financiële mogelijkheden toe en
bovendien is het de vraag, of een re
gionale schoolbegeleidingsdienst zich
met het voorgezet onderw ijs moet be
moeien. Dit is landelijk nog steeds een
discussiepunt Ik ben van mening, dat
een regionale dienst de begeleiding
van het voortgezet onderwijs niet
moet claimen, dan krijg je een veel te
zwaar geheel. Wel denk ik dat terwille
van de aansluiting lo-vo bmnenkom-
mogelijkheden en samenwerkings
verbanden met brugklasleiders be
langrijke zaken zijn, om de con
tinuïteit te waarborgen.
Als er geen waarborgstructuur voor
aanpassing is. kunnen de kinderen
hierdoor in moeilijkheden komen. Het
echt praten met elkaar heeft op dit
momentechter nog geen platform. Het
is evenwel moeilijk om hier iemand de
schuld van te geven, of zelfs maar in
een bepaalde richting te wijzen. Bij
talloze bijeenkomsten blijkt dat deze
zaak vaak emotioneel wordt behan
deld. Waar we naar toe moeten zijn
duidelijke afspraken en overleg
structuren, zowel vanuit het lager als
vanuit het voortgezet onderwijs. Ter
wijl er ook een regeling moet komen
voor de begeleiding van het voorgezet
onderwijs"
Afspraken
Wat moeten deze afspraken en over
legstructuren inhouden?
Van Etten- "Twee zaken zijn hierbij
van het eerste belang: leerstofafspra
ken en afspraken over de benaderin
gswijze. Ik heb overal eerlijke pogin
gentot samenwerking zien mislukken,
omdat ze zich als regel beperkten tot
leerstofafspraken, het "wat moeten de
kinderen weten en kennen als ze in de
brugklas komen". In de praktijk zet
dit meestal weinig zoden aan de diik.
Wat is namelij'k net geval? Het lager
onderwijs is veranderd en verandert
nog steeds, omdat de cultuur veran
dert. Wat vroeger van belang was voor
de aardrijkskundeboekjes staat er nu
nog vaak in. terwijl het in deze tijd vol-
Van onze ondenoijsmedewerkster
Eén vloeiende lijn waarbinnen het gehele onderwijsproces vanaf de kleuterschool tot de
universiteit zich zonder breukvlakken moet kunnen voltrekken: een waarborg voor een con
tinue ontwikkeling van het kind. Dit principe staat de werkers in het onderwijs al jaren voor
ogen. De kinderen moeten zonder aansluitingsproblemen kunnen over stappen van de ene
schoolvorm naar de andere.
De eerste aanzet tot dit proces begint momenteel gestalte te krijgen binnen de experimenten
rond de nieuwe basisschool. De kleuter en lagere school zullen (waarschijnlijk vanaf 1983) dan
niet meer afzonderlijk fungeren. Een continue ontwikkeling voor het kind is gedurende de
periode tussen zijn vierde en twaalfde jaar verzekerd. Het kind gaat naar de basisschool: één
tussentijdse drempel is geslecht. De volgende drempel echter ligt, in de tijd waarin kind en
onderwijs centraal staan in het maatschappelijk gebeuren, nog net zo stevig op zijn plaats als
vroeger, vaak zelfs nog hoger en steviger dan voorheen: de drempel naar het voortgezet onder
wijs. Het grote verschil dat er in alle opzichten bestaat tussen de zesde klas van de lagere school
en de brugklas. Na de zomervakantie zullen weer veel kinderen over deze drempel struikelen.
Het vervelende bij deze drempel is, dat
iedereen weet dat hy er is en gevaar
oplevert, maar dat op dit moment
niemand precies weet hoe en door wie
hy moet worden opgeruimd. Die ene
grote drempel is namelijk samen
gesteld uiteen aantal kleine drempels,
die ieder een eigen 'opruimingsactie'
vereisen De betrokkenen zyn de
ouders, de scholen en de overheid.
Ieder moet zyn drempel voor zyn re
kening nemen:
- de drempel van de verkeerde school
keuze voor het kind
- de drempel van de onduidelijkheid
over het hanteren van de wettelijke
voorschriften over toelating tot het
voortgezet onderwys
- de drempel van te weinig mogelijk
heden tot interne begeleiding bij het
voortgezet onderwijs
- de drempel van te weinig faciliteiten
voor begeleiding van de scholen voor
voortgezet onderwijs door de lan
delijke pedagogische centra en
schoolbegeleidingsdiensten
r de drempel van het overleg tussen de
iagere school en de school van voort
gezet onderwys over de leerstof en de
werkwijze
Allemaal drempels, die als onderwerp
van gesprek worden aangewezen, door
wyze mannen die zich in ons land bui
gen over de problematiek van de aan
sluiting tussen lager en voortgezet on
derwijs
De Commissie Analyse Voortgezet
Onderwijs heeft "deze drempels" - re
sultaten van onderzoeken bij besture
norganisaties voor algemeen voortge
zet onderwijs en beroepsonderwijs,
alsmede schoolbegeleidingsdiensten -
omgebouwd tot aanbevelingen voor
de minister van onderwys om op deze
wijze een bijdrage te leveren tot verbe
tering van de aansluiting tussen lager
en voortgezet onderwijs
school naar de andere soepel te laten
verlopen en een continue ontwikke
ling van het kind te waarborgen.
Keuze
We hebben verschillende drempels die
deze soepele overgang belemmeren
doorgesproken met drs C. J. P. M. van
Etten, directeur van het Regionaal
Pedagogisch Centrum Zeeland.
Is er verband tussen schoolkeuze en
aansluitingsproblemen9
Van Etten- "Het aansluitingspro
bleem is er altyd geweest. De proble
men werden echter sterker voelbaar
naarmate de democratisering van het
onderwijs toenam. Vroeger bezocht
een vrij selecte groep het gymnasium
of de hbs. Nu moet alles wat van de
lagere school komt verder studeren
Dit vind ik een groot goed. maar als je
het feit van plicht en recht op studie
voor iedereen accepteert, dan moet je
ook hereid zyn je onderwyssysteem
aan te passen. Het vroegere gym
nasium was een elitaire zaak. Het on
derwys was daarop gebaseerd. De
kinderen die er naar toe gingen kon
den zich gemakkelijker aanpassen,
omdat bijvoorbeeld de taal die er ge
sproken werd hen niet vreemd was:
meestal spraken de ouders op dezelfde
wijze, omdat zij ook een dergelijke op
leiding hadden genoten. Nu komen er
ook kinderen die minder elitair zyn.
maar misschien veel meer interesse
hebben. Voor hen is de drempel eigen-
lyk te hoog. omdat het milieu van de
school vaak te weinig is aangepast aan
hun eigen milieu. Je moet al deze ver
anderingen inpassen in een andere
wijze van lesgeven. Het uitzonderlyke
wat er vroeger bij de kinderen werd
ingebracht is er nu uit en dat is goed.
Alle kinderen moeten gelyke kansen
hebben. Dit houdt natuurlijk niet au
tomatisch in, dat alle kinderen ook
hetzelfde verstand hebben. Als te hoog
wordt gegrepen, werkt dat aan
sluitingsproblemen extra in de hand".
Wat is er op het moment te doen aan
die aansluitingproblemen?
Van Etten: "Intern hebben we op het
Centrum de meeste zaken met betrek
king tot een programma om de pro
blemen op te lossen - voor met name
het lager technisch onderwijs - op pa
pier staan. Het was (en is) onze bedoe
ling om bij het Ito te beginnen en dan
van daaruit verder te werken. Het Ito
ligt gunstig, omdat we daarvoor een
begeleider in dienst hebben. Deze
kracht was echter benoemd voor een
driejarig project, dat nu is afgelopen.
De vraag is nu, of er gunstig zal worden
gereageerd op ons verzoek by het mi
nisterie om dit project te verlengen.
Daar wachten we op. Tot op dat mo
ment staat de zaak voorlopig op losse