Verdere sanering vloot
wellicht niet nodig
PLO nog steeds de politieke
spreekbuis van de Palestijnen
PZC/o
RMS-ERS IN
INDONESIË
MET RESERVE
ONTVANGEN
Koffie Hag
probleemloos
lekker!
MINISTER VAN DER STEE:
WHflCmag
opinie en achtergrond
DONDERDAG 23 FEBRUARI 1978
o
(Door Hans de Bruijn en Theo Klein,
Den haag - Minister Fons van der Stee is er „diep van overtuigd" dat er nog vóór de zomer een
besluit valt over een Europees visserijbeleid, ondanks de tegenwerking van de Engelsen. „Deze
situatie kan niet eeuwig duren. Er valt vandaag of morgen een beslissing. En dat is of een comp
romis met de Engelsen of een stemming in de Europese Ministerraad", aldus Van der Stee. Sinds het
vastlopen van het Europese gesprek, eind januari, wordt er binnen de gemeenschap nog druk
overlegd door de acht landen die het met elkaar eens zijn, maar ook met de Engelsen, zij het met hen S an er illg
„slechts" op ambtelijk niveau.
Men hoopt op die manier de Britten
toch nog mee te kunnen krijgen, maar
mocht dat niet lukken, dan zullen de
Europese visserijministers naar het ui
terste middel: de stemming, grijpen
waardoor de Engelsen gedwongen zul
len worden zich toch bij demeerderheid
neer te leggen. „We kunnen niet ac
cepteren dat een land het gemeen
schappelijk beleid blokkeert. Als we dit
toestaan, dan kunnen we de Europese
Gemeenschap wel op ons buik
schrijven Zeker tegen de achtergrond
van een mogelijke uitbreiding van de
Gemeenschap van negen naar twaall
leden (Spanje. Portugal en Griekenland
zijn de nieuwkomers - red.) mag het niet
mogelijk zijn dat één land een beslissing
een half jaar ophoudt. Als we dat niet
uitbannen, dan kunnen we het woord
gemeenschap wel vergeten", zegt de
minister.
Zoals bekend liepen de onderhandelin
gen over een gemeenschappelijk vis
serijbeleid m Brussel vast op de koppig
heid van de Engelsen, die niet mee wil
len werken wanneer zij geen exclusieve
50-mijlszone rond Engeland krijgen.
Volgens Van der Stee betekent dit niet
dat de Nederlandse (en andere Euro
pese) vissers nu toch rekening moeten
houden met de aanspraken van de Brit
ten op die 50-mijlszone. „Er kan", aldus
de minister, „geen sprake zijn van die
50-mijl. Die zou niemand ooit erkennen.
In de EEG-stukken bestaat alleen een
12-mijlsgrens".
Onwettig
De acht Europese naties die het wel
eens zijn over een gemeenschappelijk
beleid zijn sterker komen te staan door
de uitspraak van het Europese Hof
waarmee de vorig jaar eenzijdig door
de Ieren uitgeroepen 50-mijlszone on
wettig werd verklaard. Van der Stee:
„Met het voorbeeld van de Ieren voor
ogen zullen de Engelsen nu wel twee
keer nadenken voor ze met nationale
maatregelen zullen komen. Het is van
belang dat je weet wat je je als lidstaat
kunt veroorloven en wat niet".
„Van de Ieren vallen nauwelijks meer
moeilijkheden te verwachten. De ove
rige leden zijn ver tegemoet gekomen
aan de andere Ierse visserijwensen. Zij
kunnen hun aandeel in de totale vangst
verdubbelen. En dat is meer dan ze op
dit moment zelfs kunnen vangen met de
schepen die ze hebben". Zelfs onder
druk van de (vorige week nog) demon
strerende Ierse vissers verwacht men in
Brussel niet dat de houding van de Ierse
regering nu nog zal veranderen. Van der
Stee: Wij zijn hetmetde Ieren binnen de
EEG wel eens geworden. Zij hebben zich
nu ook gebonden".
Van der Stee is niet ontevreden over het
aandeel dat hij voor Nederland uit het
vuur heeft gesleept voor dit jaar. „He
lemaal tevreden ben je natuurlijk nooit.
Ik zou liever tweemaal zoveel binnen
hebben gehaald. Maar waar niet is, ver
liest de keizer zijn recht. Gelet op de
situatie van de visstapels hebben we
toch een redelijke trek gemaakt. Wat de
haring op de Noordzee betreft,, die is
stilgelegd tot 1 juni. Van de tongvangst
hadden we 75 tot 80 procent van het
Europese totaal en die hebben we ge
houden en ook het scholquotum is on
geveer wat we hadden", zegt de minister
niet zonder trots
Geducht
Van der Stee heeft zich de laatste jaren
doen kennen als een geducht onder
handelaar. Zijn kwaliteiten als Neder
lands vertegenwoordiger in Brussel
staan ook in visserijkringen nauw
elijks ter discussie. De kritiek van de
vissers richt zich voornamelijk op de
door de regeringen overgenomen be
wering van de biologen dat de zee
wordt leeggevist en de maatregelen die
genomen zouden moeten worden om de
gevolgen van de daaraan gekoppelde
vangstbeperking op te vangen.
Officieel bestaat er al enkele jaren een
quotering, maar in de praktijk vinden
de vissers zoveel slinkse wegen om hun
te veel gevangen vis toch aan de man te
brengen, dat er in werkelijkheid eerder
meer dan minder vis is gevangen. Vol
gens Van der Stee zal daar dit jaar ech
ter rigoureus een eind aan worden ge
maakt. Hij verwacht veel effect van het
harde justitiële beleid (de vissers wor
den tot hoge boetes veroordeeld), de
controle op zee en een veilplicht, die nu
ook in het pakket van Europese maat
regelen wordt opgenomen.
Het is een publiek geheim dat jaarlijks
voor vele miljoenen guldens vis buiten
de afslagen om wordt verhandeld. Van
der Stee: „Ook in het buitenland weet
men daarvan en dat heeft mijn positie
als onderhandelaar in Brussel schade
berokkend. Ik merk dat in de praktijk
duidelijk. Ze zeggen tegen mij: jouw
vissers trekken zich toch niets van de
maatregelen aan. Mijn positie is daar
door aanmerkelijk verzwakt".
De minister voelt er echter weinig voor
om de vuile was buiten te hangen. Ook
in het parlement spreekt hij niet uit
eigener beweging over alle trucs van de
vissers om hun te veel gevangen vis toch
af te zetten. „Je schiet er ook weinig mee
op om je positie verder af te brokkelen
dan zij al doen, Ik kan het niet billijken,
ook niet waarderen, maar ik heb er wel
begrip voor. Er staan immers duizenden
mensen met de rug tegen de muur. De
vissers hebben wel meer verdiend dan
anders het geval zou zijn en dat doet
mjjn bereidheid om steun te verlenen
natuurlijk niet toenemen".
Steun
nen guldens kost, is het duidelij k dat het
hier bij een vloot van 340 schepen om
enkele tientallen miljoenen guldens zal
gaan. Komt er een gemeenschappelijke
Europese regeling, dan neemt de EEG
daarvan 25 tot 50 procent voor haar
rekening. Van der Stee wil echter nog
niet in het openbaai' over cijfers praten.
Hij zegt dat te willen bewaren voor de
onderhandelingen met de vissers.
Ook het verlenen van die steunmaatre
gelen is in belangrijke mate gebonden
aan het succes van het Europese vïs-
serijberaad. Van der Stee: „Ondanks de
onwil van Engeland wordt er momen
teel toch nog in Brussel doorgepraat
over het pakket steunmaatregelen voor
de vissers. Ook Engeland is daarbij be
trokken". De steunmaatregelen kun
nen echter pas in uitvoering worden
genomen nadat men in de Belgische
hoofdstad een beslissing heeft geno
men over een gemeenschappelijk vis
serijbeleid. hetzij door overeenstem
ming. hetzij door stemming.
Een allerlaatste uiterste mogelijkheid
kan zijn dat de Negen beslissen om het
nemen van maatregelen over te laten
aan de nationale regeringen. De Neder
landse vissers kunnen er volgens Van
der Stee echter hoe dan ook op rekenen
dat ze geholpen worden. Hij vervolgt:
„Als we er in de EEG uitkomen, dan is
dat ook bindend. Dan mogen we geen
cent meer of minder betalen. Maar ko
men we er niet uit, dan zullen we met een
aantal landen tot nationale maatrege
len moeten komen. Ik kan niet zeggen:
als er geen EEG-regeling is, is er niets, want die zijn ook weer aan vangstbe-
Bovendien hebben ook die nationale perkingen gebonden".
maatregelen altijd nog de goedkeuring
van de Europese Commissie nodig, ik
kan niet in het, wilde weg stappen on- v^UOtQ
dememen".
De bewindsman heeft deze week de
quota voor de rest van het jaar vast
gesteld. De vissers mogen nu zelf bepa
len in welke maanden ze de hun toege
wezen hoeveelheden tong en schol op
vissen. Het gevaar blijft, dat ze dit zo
snel zullen doen, dat ze halverwege het
jaar weer in problemen komen. De be
reidheid van de vissers om de komende
veertien dagen niet uit te varen, doet
daar niets aan af. Van der Stee heeft
echter geen medelijden met ze. Hij zegt:
„Ze kunnen het zelf in de hand houden.
Een grote aanvoer in korte tijd bete
kent dat ze lage prijzen voor hun vis
krijgen. Het is in hun eigen belang dat
ze de vangst over het hele jaar uitsme
ren. Doen ze dat niet, dan zullen ze het
tweede halfjaar moeten leven van de
winst uit het eerste halfjaar".
Voor de haringvissers is de situatie zo
mogelijk nog somberder. Tot 1 juni mag
op de Noordzee helemaal geen haring
worden gevangen en Van der Stee*zegt
„ernstige twijfels te hebben of er na die
datum wel haring te vangen valt". In
maart verwacht hij een rapport van een
internationaal biologengezelschap over
Van der Stee is van mening dat de kot-
tervloot, die driekwart van de Neder
landse visserij uitmaakt, na uitvoering
van de huidige saneringsmaatregelen
niet verder hoeft te worden ingekrom
pen. Het gaat nu alleen nog om de al
eerder aangekondigde vermindering
met ongeveer 30 van de 340 schepen,
een gevolg van het oude sanerings
programma. Een verwijt van de vissers
was juist dat Van der Stee over sane
ring sprak, terwijl de vangstquota
steeds verder achteruitging. Zij vrees
den datzij daardoor onder de vorig jaar
met veel moeite geaccepteerde nul-lijn
zouden terechtkomen.
Van der Stee: „De verlaging van de
vangstquota voor dit jaar heeft geen in
vloed meer op het aantal kotters. We
hebben vorig jaar op basis van het toen
geldende tongquotum (9200 ton) een
nullijn gesteld. Dat programma is nog haringstand. Nederlandse biologen
niet voltooid. Nu het, tongquotum
hebben al laten weten dat er dit jaar
7400 ton is gegaan, hoeft er niet verder gerust, weer 100.000 ton gevangen kan
gesaneerd te worden. Dat overlappen -
we wel met steunmaatregelen. Die om
vang van de vloot is dan wat ze moet
zijn".
Minister Van der Stee is het niet eens
met de kritiek van de vissers op het feit
dat in voorgaande jaren weggesaneerde
schepen aan Engelsen en Duitsers zijn
verkocht, die daarmee nu op de Noord
zee weer „op onze vis vissen". Er liggen
nog altijd enkele tientallen schepen op
verkoop te wachten. Van der Stee: „Het
maakt helemaal niet uit of ze door an- Fer VCllt
dere Europese landen gekocht worden.
worden, maar Van der Stee is daar ui
terst sceptisch over. Ook al omdat een
relatief klein haringquotum ergmoeilijk
over de Europese visserijlanden te ver
delen valt. Al deze problemen zullen ook
de prijs van de vis beinvloeden. „De vis
zal in beginsel in de winkel duurder
worden", aldus Van der Stee. „Hoeveel
precies valt niet te schatten. Dat hangt
af van de vraag of de mensen ook
duurdere vis zullen blijven eten".
Ondanks alle teleurstellingen en te
genwerking blijft Fons van der Stee
heilig geloven in de Europese samen
werking. Hij beschouwt de viscrisis als
een tijdelijke inzinking. „In moeilijke
tijden zijn we allemaal geneigd de pro
blemen op anderen af te wentelen.
Iedereen wil matigen, maar wil vooral
eerst zeker weten dat de ander matigt.
De EEG is net een krakende wagen, die
af en toe stilstaat, maar toch steeds
weer op gang komt. Iedereen is binnen
de EEG toch wel doordrongen van de
noodzaak van samenwerking. Ik ook, ik
blijf een fervent Europeaan".
Het ontbreken van steunmaatregelen,
nodig om de magere jaren met een be
perkte visvangst te overbruggen, vor
men de belangrijkste grief van de vis
sers. Ze vinden dat Van der Stee zelf
maar over de brug moet komen, als er
in Europees verband geen oplossing
mogelijk is. De kottervissers hebben
zelf al berekend dat nationale
steunmaatregelen de regering op 60
miljoen gulden per jaar zouden komen.
Als de voorstellen van de Europese
Commissie geheel worden overgeno
men. dan krijgen de vissers die in het
kader van een stilligregeling een tijd
aan de kant moeten blijven, een vergoe
ding van 8 procent van de aanschafprijs
van hun schip per jaar. Aangezien een
moderne kotter al gauw enkele miljoe-
y Van onze speciale ve
Ak hoop dat u een juist beeld zal ge
ven over het onderwijs op de Moluk-
ken". Dat zei deze week mevr. drs. En-
gko, hoofd van het departement van
onderwijs op Ambon aan de RMS-de-
legatie die een twee-weeks bezoek
brengt aan de Molukken.
Mantouw, Kuhuwael, Metekohy, Ma-
nuhutu en Rutumalessi mochten zien
hoe les wordt gegeven op de Molukse
scholen.Zij werden begeleid doordrs.
Engko die na afloop van de excursie
aan Kuhuwael een vaas gaf als herin
nering. In een toespraak zei zij te ho
pen dat er meer RMS-gezinden uit
Nederland naar de Molukken komen
om er „zich persoonlijk een oordeel te
vormen over de situatie op de Moluk
ken".
De groep heeft tijdens zijn verblijf op
de Molukken gesprekken gehad met
de gouverneur, generaal Hassan Sla-
met, zijn staf, docenten van de univer
siteit Pattimura en de theologische
hogeschool. De gesprekken droegen
aanvankelijk een nogal gereserveerd
karakter, mede omdat de Molukse au
toriteiten argwaan koesterden jegens
de bedoelingen van een verzoek van de
RMS'ers. Wellicht zijn ze tevoren op de
hoogte-' gesteld van de alternatieve
nota van de RMS-president Manu-
sama en van diens opmerking dat hij
de delegatie naar Indonesië heeft ge
stuurd met de opdracht het RMS-
standpunt zo goed mogelijk te verde
digen. Het concept van de alternatieve
nota zou zijn opgesteld door Mantouw,
co-voorzitter van de commissie-Kub-
ben. In Jakarta had Metekohy al ge
zegd dat er was afgesproken dat de
nota van Manusama zou verschijnen
wanneer de groep in Indonesië zou zit
ten.
Niettemin kregen de gesprekken later
op Ambon een ontspannen karakter
en werd door beide partijen openhar
tig van gedachte gewisseld over hun
standpunten. Er deed zich één inci
dent voor. dat was tijdens de bespre
king van de groep met de functionaris
sen van Bappeda, het regionaal plan
bureau. Ruud Metekohy pros-
testeerde fel tegen het feit dat er foto's
werden gemaakt door een fotograaf
van Sinar Harapan. De ruzie werd bij
gelegd na een kleine woordenwisse
ling. De groep heeft ook een kijkje
slaggever. Bob Mantiri
kunnen nemen op de andere Molukse
eilanden. Hun bezoek aan Ambon
duurt tot 25 februari. Daarna vertrek
ken ze naar Udjung Pandang het
vroeger Makassar, waar zij de dialoog
zullen hebben met de Molukse ge
meenschap, die voor deze gelegenheid
bü elkaar is getrommeld.
Dialoog
Generaal Joost Muskita was in ja
nuari daar speciaal voor van Jakarta
naar Udjung Pandang gevlogen om de
Molukse gemeenschap voor te lichten
over de bedoelingen van deze
dialoogreis waartoe de radicale jon
geren uit Bövensmilde Solissa en
Thenu de eerste aanzet hebben gege
ven. De RMS-groep zal in Udjung
Pandang ook worden ontvangen door
luitenant-generaal Leo Lopulisa,
sinds kort territoriaal bevelhebber
van de Indonesische strijdkrachten in
Oost-Indonesiê. Volgens Lopulisa kan
geweld noch terreur nu nog de
dialoog tussen de Molukse gemeen
schap in Nederland en die in Indon
esië in de weg staan. Aan beide kanten
is duidelijk de behoefte om elkaar be
ter te leren begrijpen, aldus Lopulisa.
Generaal Lopulisa, de hoogste Am
bonees in het Indonesische leger is
ervan overtuigd dat er positieve re
sultaten zullen komen uit deze
ilialoog-ontmoetingen.
De aanslag op Kuhuwael, wiens ge
zondheid redelijk wordt genoemd, ziet
hij als een zwaktebod. „Een minder
heid probeert de behoefte bij de meer
derheid om een dialoog te beginnen
met de Molukkers in Indonesië door
geweld te saboteren", zegt hij. Over de
verklaring van Manusama in zijn al
ternatieve nota dat hij de dialoog en de
repatriatie van Molukkers uit Neder
land zal tegenwerken wanneer het
RMS-streven niet zal worden gehono
reerd, zegt Lopulisa. die Ujung Pan
dang als hoofdkwartier heeft: „Manu
sama heeft het recht niet om Moluk
kers die voor toenadering zijn of naar
Indonesië willen terugkeren, tegen te
houden".
Intussen hebben de twee leden van de
Nederlandse repatriëringscommis
sie, drs. De Jong van buitenlandse za
ken en mr. De Winter van CRM hun
oriëntatiereis door de Molukken
beëindigd. Ze hebben op verschei
dene eilanden gesproken met Moluk
kers die in de loop der jaren naar In
donesië zijn gerepatrieerd. Hun glo
bale indruk is dat er alleen bij die Mo
lukkers die in de jaren zestig zijn gc-
rapatrieerd ontevredenheid bestaat
over hun lot. Bij degenen die na 1970
zijn teruggekeerd zouden er geen
klachten zijn.
De heren Mantquw. Metekohy, Ku
huwael. Manuhutu en Rutumalessi
gaan na Udjung Pandang naar Bali
Het is nog met zeker of zij via Jakarta
naar Nederland zullen reizen. De auto
riteiten in Jakarta zijn er niet zo hap
pig op dat de vijf RMS'ers Jakarta nog
eens aandoen. Maar zowel van de kant
van de Molukse gemeenschap in Ja
karta als van de vijf RMS'ers bestaat
de behoefte om in de Indonesische
hoofdstad een afrondend gesprek met
elkaar te hébben.
VAN DER STEE
Ligt u wel eens wakker van koffie...?
Hag is échte koffie waar
gelukkig de coffeine uit is
Dat is beter voor hart en
zenuwen en je ligt er ook
niet wakker van
<Van onze correspondent Rienko Wil-
Dtom
e Palestijnen, hun toekomst en as-
pireties vormen de kern van het Mid
den-Oostenconflict. Bij de vredes
besprekingen in het Midden-Oosten
staat de Palestijnse kwestie centraal,
bij vliegtuigkapingen en moordaan
slagen valt al snel de naam van een Pa
lestijnse organisatie (hoewel het ge
mak waarmee terroristen met Pales
tijnen worden geïdentificeerd onrust
barend is), op allerlei manieren wordt
de wereld. Arabieren en Israëli's op
vreedzame, maar ook op hardhandige
wijze duidelijk gemaakt dat de Pales
tijnen er zijn en dat ze iets willen, wat
hen afgenomen werd: Palestina of een
stukje daarvan.
De Palestijnse Bevrijdingsorganisatie
PLO (opgericht 1965) is. ondanks zijn
wisselende invloed op Palestijnen bin
nen en buiten Israël, nog steeds dè poli
tieke spreekbuis bij uitstek voor het
Palestijnse volk. Het is in ieder geval de
enige organisatie die consequent de
Palestijnse rechten heeft verdedigd en
de Palestijnse frustraties politiek en
militair heeft gekanaliseerd. De PLO
wordt, met name door Israëlische pro
paganda die nog al te gemakkelijk in het
Westen als juist aanvaard wordt, afge
schilderd als een club van terroristen.
Politiek
Hoewel de organisatie menige terreur
daad (of vrijheidsdaad, zoals de Pales
tijnen het zelf zien) op z'n geweten
heeft, is de PLO eerder een politieke
dan een militaire organisatie. Zo'n
20.000 kaderleden vormen de kern van
het „verzet" in Israël (in geheime cel
len), in de bezette gebieden, en min of
meer openlijk onder de Palestijnen in
de diaspora, d.w.z. in Jordanië, Syrië,
Libanon, de Golfstaten enz.
Vanaf het moment dat Palestijnen uit
him vaderland verdreven werden of
wegtrokken uit angst voor oorlog (1948
en 1967) en zich vestigden in de om Is
raël gelegen Arabische staten, hebben
zij min of meer op gespannen voet ge
staan met de „gastlanden". De Pales
tijnen ondernamen sinds 1949 com
mando-acties tegen Israël, die meestal
door Israëlische „over-kill"-reacties te
gen Palestijnse kampen en daarbuiten
in Jordanië. Syrië en Libanon werden
beantwoord.
Hierdoor, en doordat de PLO steeds
meer betrokken raakte in binnenlandse
politieke aangelegenheden van de gas
tlanden en inter-Arabische verhoudin
gen. kregen de Palestijnen de naam van
„onruststokers". Het gevolg was dat de
Arabische regimes de Palestijnen-in hun
handelen sterke beperkingen oplegden.
Egypte gaf hen nooit de vrije hand. In
Syrië werden zij onder streng militair
toezicht geplaatst en de elite onder hen
door het leger getraind tot speciale aan
de regering loyale Palestijnse eenheden
Saiqa gehetenIn Jordanië werd de PLO
in 1970 en '71 militair uitgeschakeld
door koning Hoesseins bedouinenregi-
menten.
Libanon
Alleen in Libanon hebben zo'n 370.000
Palestijnen zich politiek en militair
ongestoord kunnen ontplooien. De Pa
lestijnse aanwezigheid in het land kan
echter niet als enige oorzaak van de Li
banese burgeroorlog ('75-'76l be
schouwd worden. Beiroet is nog steeds
de de-facto-hoofdstad van de Pales
tijnen.
Hier hebben alle organisaties hun
hoofdkwartieren. De PLO is eigenlijk
een overkoepelend lichaam van ver
schillende ideologische organisaties die
het Palestijns nationalisme centraal
stellen in hun politieke handelen. Fatah
is de grootste (politiek en militair ge
sproken) Palestijnse organisatie Yasser
Arafat staat aan het hoofd ervan.
De ideologie van Fatah is binnen de
Palestijnse verhoudingen zeer gema
tigd. bijna „burgerlijk". Fatah wordt
grotendeels gefinancierd door Saoedi-
Arabië en Koeweit, zelf gematigde
oliegiganten, die via de geldst room een
matigende invloed op het Palestijnse
verzet in zijn totaliteit kunnen uitoefe
nen Fatali kan bijvoorbeeld door Syrië
of Irak gecontroleerde Palestijnse or
ganisaties „in de gaten houden".
Belangrijker voor het fel anti-com
munistische Saoedi-Arabië is de functie
van „waakhond" van Fatah over de
(quasi) marxistische Palestijnse organi
saties. zoals bijvoorbeeld het „Volks
front, voor de Bevrijding van Palestina
van George Habasj. Het Habasj-front,
samen met drie andere in wezen pro-
Iraakse splintergroeperingen, vormen
het zgn. Palestijnse ..verwerpingsfront".
Dit front is het dat de meeste kapingen
en dergelijke op zijn naam heeft staan.
Het verwerpt (nog steeds, maar er komt
heel langzaam verandering in) een poli
tiek vergelijk met Israël. Habasj wil heel
Palestina, ontmanteling van het zionis
tische staatsapparaat (beslist niet de fy
sieke uitdrijving van de joden uit Israël
en dat alles bij voorkeur via de klassen
strijd.
Mini-staat
Fatah daarentegen wil genoegen ne
men met een Palestijnse „ministaat" op
de westelijke Jordaanoever en de Ga-
zastrook, en het uiteindelijke doel: een
dcmocratisch-seeulier Palestina via
evolutie, met uitsluitend politieke
middelen aan de komende generaties
overlaten.
Eveneens op de gematigde lijn zitten de
pro-Syrische Saiqa-beweging en het
Democratisch Volksfront. Vervolgens
zijn er veel „onafhankelijke" Palestijnse
politici en actievoerders, zijn er syn
dicaten en talloze organisaties (vrou
wen-, solidariteits- enz. i Ten slotte is in
Israël zelf en in de door Israël bezette
gebieden het „Palestijns Nationaal
Front" actief.
Dit geheel, van bommenplanters op de
markt in Jeruzalem tot een spinnerij
van Palestijnse kleden in een der ach
terbuurten van Beiroet, valt onder de
directe verantwoordelijkheid van de
PLO. De PLO heeft een uitvoerend
commité (is gelijk aan regering) onder
voorzitterschap van Yasser Arafat (die
dus een dubbelfunctie heeft: chef van
Fatah en de PLO).
Voorts is er een zgn. Nationale Raad (is
gelijk parlement! van ruim 250 leden,
die op papier elk jaar bij elkaar moet
komen. In de Nationale Raad. waarin
alle stromingen zijn vertegenwoordigd -
de keiharde commandochefs zitten er
naast de verwarde professoren - ver
loopt de besluitvorming op redelijk de
mocratische wijze' het is een kwestie
van overreden. Volgende maand moet
de Nationale Raad weer bijeenkomen,
ditmaal waarschijnlijk in Libië
PLA
De PLO beschikt ook nog over hel PLA,
Hat is het zeer strak georganiseerde Pa
lestijnse bevrijdingsleger dat uit en
kele brigades bestaat die in ver
schillende Arabische landen gestatio
neerd zijn. Het PLA moet niet verward
worden met de „eigen strijders" van
bijvoorbeeld Fatah (in oorlogstijd
circa 10.000), Saiqa, Volksfront enz. Dat
zijn de echte guerrilla-organisaties.
Het is duidelijk dat de verscheidene
Arabische landen hun inter-Arabische
politiek via de verschillende aan hen
„loyale" Palestijnse bevrijdingsorgani
saties proberen te voeren. De Iraaks-Sy-
rische tegenstelling heeft al tot talloze
botsingen tussen het Verwerpingsfront
en Saiqa geleid. Het algemeen Pales
tijnse streven om zich als politieke fac
tor niet door eigen Arabische regimes te
laten misbruiken, faalt meestal omdat
de Palestijnen sterk afhankelijk zijn van
militaire, politieke en economische
steun van de Arabische broeders.