De engel des doods uit Auschwitz in Paraguay UIT HET LEVEN Nederlandse naturalisten van het eerste uur PZG/zaterdagkrant GEBOEKT Croiset Zjivago Stan Lauryssens op het spoor dokter Mengele D, museum het prinsenhof delft ZATERDAG 15 OKTOBER 1977 22 ,.E ster Abramovïci zegt dat zij hem voor het eerst opmerkte, meer dan vijfen dertig jaar geleden nu, opp het perron naast de dodenrails van Auschwitz, hij gaf een kort bevel, grijnslachte tegelijk: de SS-ers trokken schreeuwend de schuttingen van de treinwagons open en meteen walmde er een vreselijke stank uit op: drek, urine, zweet, menstruatiebloed en lijkenvocht. Uit de wa gons stuikten de halfnaakte graatmagere doodzieke polakken. Drek liep als modder langs hun billen. Zijn blik verraadde niet de minste emotie. Een koudbloedige vis. En altijd dat grijnslachje. Hij zag er goed uit, gladgeschoren, bijzonder verzorgd. Mengele glimlachte en Ester Abramovici merkte de spleet op lussen zijn voortanden. Hij wandelde langs het knvooi alsof hij een zon dagochtendwandeling volbracht. De kampdokters Thilo, Eckhardt, Bliss en Schumann volgden hem op een paar passen. Ester hield Lilian bi j de hand. Haar jongste zus. Zij was zestien toen. Een paar rijen verderop stond Ruth. Opeen na deoudste van dekinderen Abramovici. Lilian keek Mengel smekend aan. Recht in z'n bruine ogen. Hij zei cynisch: „U bent vermoeid, Fraulein. Schaamt u zich niet en zegt u het mij. Als u moeilijkheden hebt om u overeind te houden, zet u zich dan links bij de anderen in de rij, dan zullen wij u naar de vrachtwagens brengen." Het staat aan het begin pp 11 en 12) van Stan Lauryssens' nieuwste boek 'De man in de Chacra', waarin de auteur die eerder op zoek ging naar de Eichmann-erfems, 't spoor terug volgt naar dr Josef Mengele, de 'engel des doods van het vernietigingskamp Auschwitz, pleger van vivisectie op grote schaal folteraar, vijand van de mensheid. Ester Abramovici is terug, in Para guay. op de vlucht voor het verleden dat haar en de haren enkel kwaad en onoverkoombare ellende heeft be zorgd Josef Mengele is terug, in Paraguay. op de vlucht voor zichzelf. Hij helpt er de regenng, zegt Stan Lauryssens-terug uit Paraguay-met een geheim project dat de groot scheepse sterilisatie beoogt van de In dianenvolkeren die leven m het gebied dat 'vry' gemaakt dient te worden vooi de olie-exploitatie Hij is voorts, zegt Stan Lauryssens, de directe adviseur van de politieke poli tie. die m de strijd tegen communisten, .socialisten en - alweer - Indianen best een dergelijk 'vakman' die zijn 'klasse' zo overtuigend en afdoend heeft, bewezen, kan gebiuiken Waarschuwing in het blad der ex-SS- ers tegen de onderzoekingen van Lauryssens De informatie is niet he lemaal Deutsch-gründlich. Romantisch Lauryssens op het spoor van Mengele tijdens, wat hij zelf noemt, 'een tocht naar de Poorten der Hel'. Het klinkt alles, ondanks de bittere ervaringen aan de basis, wat roman tisch. Dat is het niet De Belgische journalist Stan Laureys- sens (31 nu) publiceerde in 1975 bij de Wetenschappelijke Uitgeverij in Am sterdam 'De opmars naar het Vierde Rijk', een gunstig ontvangen boek dat de wereldwijde organisatie van ex- nazi's en de plaats van voormalige topfiguren daarin beschreef Een jaar later volgde, bij Manteau- Brussel. 'De Eichmannerfenis', het verslag van een speurtocht in voor namelijk Argentinië en Nederland. Gelijktijdig met de tweede druk van dit Eichmann-boek presenteert Man- teau nu 'De man in de Chacra' het re laas van een privé-zoekactie naar Mengele. Wiesenthaltje Men heeft Lauryssens vanwege die be zigheden al 'het kleine Wiesenthaltje' genoemd. Lauryssens „Dat is helemaal fout De uitgangspunten liggen al anders Wiesen thai is een jood, ïkniet. Hij weet wat een kamp betekent, omdat hijn het zelf heelt meegemaakt, ik niet. Hij heeft alles, de oorlog en de ellende, aan den ljve ondervonden, terwijl ik ben geboren op de dag dat de veroordeel den uit het Neurenberger proces zijn opgeknoopt." Maar de jacht, het. spoorzoeken, de verslagen? Lauryssens: „Het grote verschil zit geloof ik in het feit dat Wiesen thai een mensenjager is, althans een nazi-jager. Hij is geïnteresseerd in een justitiële afronding van zijn werk. Ik heb dat niet. Ik ben 'n pure feitenjager Die pluis ik uit en trach t ik te ordenen op 'n manier die het ieder vrijlaat zijn eigen conclusies aan die uitkomsten van het researchwerk te verbinden. Bij Wieselthal liggen de conclusies van tevoren vast Hij zoekt-móetdat ook - samenwerking met allerlei politie- en justitiediensten. Ik ben een zelf standig journalist en heb als zodanig een eenmansbedrijfje. Wiesenthal schuwt de hulp en aanwijzingen die nog levende nazi's soms kunnen ge ven Ik maak daar wel en vrij vaak ge bruik van bijna elke introductie m die obscure wereld betekent - voor het onderzoek - een stap verder Obsessie Is het toah niet een soort obsessie, dat vastgevreten zijn aan juist deze aspec ten en naweeën van een oorlog? Lauryssens Het is géén obsessie Ik ben er mee bezig Voor mij was tot voor kort de oorlog een afgesloten periode, waaraan ik eigenlijk geen deel had ge had. Oorlog kende ik uit de verhalen Een Antwerpse familie zonder geld ol bezit Daar was oorlog hetzelfde als honger als armoe en verder niets. Toen ik mijn vrouw leerde kennen bleek evenwel dat de oorlog nog lang niet was afgelopen Haar ouders waren wat je noemt 'fout' Haar vader heeft hier in België vast gezeten, collabora tie Dat leeft nu nog dat ismet voorbij Ik ben het met met hem eens We heb ben er nu nog verhitte gesprekken over Wie dan - in Belgie is dat toch sterker dan in Nederland - om zich heen kijkt, ziet, voelt en weet dat de zelfde geest, nog levend en vaardig is De nazi's leven óók nog en ze zijn vaar dig Daar moet men zich niet in vergis- I)e drang naar het willen kennen van de achtergronden brengt Lauryssens in - soms levensgevaarlijke - contac ten met figuren in heel Europa, mei name Duitsland en Oostenrijk, en Zuid-Amerika: Argentinië en Para guay. In december vertrekt Laurys sens naar Brazilië. Het spoor lokt. Ligt er. dichterbij huis. niet genoeg achtergrondmateriaal voor het op scheppen? In de Benelux bijvoor beeld? Lauryssens: „Ongetwijfeld Het wordl ook gedaan Het is de bedoeling dal volgend jaar - bij Manteau - een boek verschijnt dat het fascisme in West- Europa behandelt Ik werk daar aan mee. maar de uitgangspunten liggen wat anders Dat boek zal niet verge lijkbaar zijn met wat ik nu doe Er wordt gedacht aan een veel breder op zet met meer auteurs, ook uit Neder land Daar kunnen ongetwijfeld veel gegevens in verwerkt worden Mengele Terug naar het boek. terug naar Men gele Lauryssens- „Ik heb hem niet gezien of gesproken, ook al ben ik daar dicht bij geweest Ik zou in contact worden ge bracht, maar ik werd er door de Veilig heidsdienst het land uitgezet. Het onderwerp Mengele is in Paraguay taboe, helemaal taboe Wie zich met hem en zijn zaak bezig houdt, speelt met vuur en het is zeker dat hij zijn vingers brandt Ik heb dat beproefd en ondervonden Ik ben vastgezet Men heeft getracht, mij - toen ik weigerde het vliegtuig te nemen - op zogenaamd medische indicatie vast te houden en het is zeker dat ik maar op het nipper tje een niet heel plezierige dans ont sprongen ben In Paraguay brengt al leen al het noemen van de naam Men gele onrust en men is er - volgens pre sidentiële order - alleen gebaat bij rust En daarom zegt diezelfde Stroes- sner. een Duitser van afkomst, ook keihard 'Er zijn hier geen nazi's", ter wijl het in de Duitse kolonies ronkt van de Hitlerfoto's en hakenkruis- vlaggen Ik heb dat alles zelf gezien De Duitsers en andere gevluchte Euro pese SS-ers spreken er - anders dan hun president - graag over Oppositie Is er - in het land - dan mets voelbaar van oppositie? Lauryssens: „Zeker wel De liberaal- radicale partij, de enige niet Stroes- sner-groepering, verzetzich tegen deze toestanden, maar kan in feite al heel weinig doen De stelling is daar: „deze figuur doet het land onrecht aan wij willen daar een eind aan maken. Het helpt niet veel. Ik heb er een man ont moet die vroeger chirurg was Hij heeft me zijn vingers laten zien Alle nagels waren er af getrokken. „Dat is de schuld van onder anderen Mengele zei die man. De vrucht van oppositie." Hij heeft me ook gewaarschuwd, elk contact met doktoren te vermijden omdat die de handlangers van het re gime zijn Ik heb dat ervaren toen ze mij zelf gingen behandelen Er werden uitsluitend politieke vragen gesteld Waarom ik in Paraguay was? Waarom ik een enquête naar nazi's hield Waarom ik toch zo geïnteresseerd was in juist Mengele Waarom ik spotte met de wetten van het land De kliniek had geen ramen zonder tralies Boek Het relaas van de speurtocht naar Mengele ligt vast in 'De man in de Chacra'. Het is een boeiende repor tage die men enerzijds zou kunnen be titelen als een 'ego-trip' van een am bitieus jounalist en anderzijds als een treffende illustratie van het droeve feit dat het bruine spook nog rond waart. dat de geest nog levend en vaardig is. dat de dragers van de idee nog springlevend en uiterst vaardig zijn. Lauryssens heeft geschreven op di rectheid Kampfhtsen (Auschwitz) én de realiteit van 1977 lopen zonder overgang in en door elkaar Het kan een voordeel zijn maar het werkt hier en daar ook verwarrend Een oplossing - zonder de tekst aan te tasten - zou te vinden zijn in een wat. afwijkende ty pografie en daarmee zou dan ook een wat meer documentair uitziend resul taat worden bereikt. Als dan ook nog het typisch Zuidnederlands idioom,, dat hier en daar hardnekkig opduikt, zou worden vervangen door wat alge mener klinkend Nederlands, dan zou de produktie nog beter zijn dan ze nu al is Ik moet'De man in de Chacra'een verhaal zonder echt einde, een onder werp dat - pijnlyk genoeg - blijft, aan bevelen. ANDRE OOSTHOEK i Stan Lauryssens 'De man in de Chacra'. op het spoor van dr Josef Mengele Uitgave Manteau ilnfo) Brussel-Den Haagi. - Utrechtse paragnost Gerard Croiset heeft autobiografie 'Croiset paragnost' geschreven. Het 320 pa gina's tellende boek behandelt de uit eenlopende gebeurtenissen van Croisets opmerkelijke leven van 1919 - toen hij op 10-jarige leeftijd zijn eerste diagnose stelde - tot 1951. In een later stadium zal uitgeverij Strengholt, waarschijnlijk in 1979, het vervolg uitbrengen. Gezien de opvallende recente ontwik kelingen rond de in Amerika wonende George de Mohrenschildt - deze vond (als zoveelste) op nog onduidelijke wijze de dood, nadat hij had aange kondigd een belangrijke getuigenis te willen afleggen met betrekking tot de moord op president Kennedy - is be sloten aan het eind van Croisets auto biografie een hoofdstuk over Ken nedy, De Mohrenschildt en Croisets rol bij de naspeuringen naar de moord op de Amerikaanse president toe te voegen. De paragnost bracht de journalist Willem Oltmans op het spoor van De Mohrenschildt Volgens Croiset had i ADVERTENTIE! 13 okt. t/m 2 nov. 1977 Weekdagen van 10.00-17.00 uur Zondags van 13.00-17.00 uur Bovendien dinsdag en donderdagavond van 19 00-22.00 uur De Mohrenschild t. een groot aandeel in de moord op Kennedy Bij de presentatie van Croisets auto biografie deze week waren ver schillende wetenschappers, voorma lige patiënten en collega-paragnosten aanwezig Prof dr W H C Tenhaeff, de grondlegger van de parapsycholo gie ui Nederland, vertelde enkele erva ringen met Croiset Sinds 1945 werkt deze intemauonaal bekende parap sycholoog met Croiset samen De Westduitse prol Hans Bender, direc teur van het Institut fur Grenzgebiet und Psycho Hygiene en verbonden aan de universiteit van Freiburg, be nadrukte het belang van Tenhaeffs werk en de inbreng daarbij van Croiset- „In Utrecht is eigenlijk de pa rapsychologie. dank zij Tenhaeff en 1 a- ter Croiset, geboren. Nederland is de pionier op het gebied van de parap sychologie" An februari verschijnen bij Dooble- day in New York de memoires van Olga Ivinskaja, de vriendin van Boris Pasternak die model stond voor „Lara" in zijn roman „Dr. Zjivago". Ivinskaja schrijft in die memoires dat zij Pasternak indertijd hielp bij het op stellen van de brief waarin hij afzag van de Nobelprijs Ze betreurt nu dat. ze de brief wegstuurde. „Het was mijn schuld. De brief had nooit verstuurd moeten worden", schrijft zij in „A Cap tive of our time" In haar boek be schrijft Olga Ivinskaja de veertien jaar die zij aan Pasternaks zijde door bracht en de twaalf die zij moest door brengen in Siberie. als straf voor haar intieme vriendschap met de grootste dichter van Rusland van die tijd. Olga Ivinskaja schrijft dat zij en Pasternak onafgebroken afgeluisterd werden en dat Pasternak het altijd had over de „onzichtbare deelnemer in onze con versatie. die lieve kleine micro" Ivinskaja die nu 62 jaar is en in Moskou woont met haar moeder, schrijft dat ze de tekst van de brief bewerkte waarin Pastemak afzag van de Nobelprijs.De brief werd geschreven nadat de Rus sische autoriteiten de schrijver hadden laten weten dat hij de Sow- jet-Unie niet meer zou mogen bin nenkomen. als hij naar Zweden ging om de prijs in ontvangst te nemen. Dat was in 1958 Pasternak had volgens Ivinskaja ge wild dat in de brief zou worden ge schreven dat hij niet was geboren in de Sowjet-Unie, „maar in Rusland". Aan de naam van de hoofdpersoon in het boek, Zjivago. is Pasternak vol gens Ivinskaja op de meest prozaïsche wijze gekomen. Hij liep te wandelen en zag hem toen staan op het deksel van een mangat in het wegdek, als de naam van de fabrikant Het was de naam die hij zocht: De naam van iemand die vrijwel onbekend was en had behoord of tot de wereld van de handel of misschien tot de semi-intel- ligentia. Hij zou de held van zijn roman zijn. De literaire kritiek merkte op dat de naam Zjivago veel lijkt op het Rus sische woord voor leven en con cludeerde dat hij het thema van het boek weerspiegelde iemand die een normaal leven probeert te leiden on gehinderd door de revolutie en bur geroorlog om hem heen Mevrouw Ivinskaja geeft in haar memoires ook de beschrijving die Pastemak gaf van Joseph Stalin: „een man die eruit ziet als een krab en die in het halfduister op mij komt toelopen. Geel en pok dalig van gezicht, dwergachtig, buiten verhouding breed en ogenschijnlijk niet langer dan een jongen van twaalf jaar. met een oud aandoend gezicht" Over de r i die i schreef, zegt Ivinskaja, dat Pasternak zijn gedichten slechts zag als voorbe reiding op een belangrijk werk in proza. Zelfs Shakespeare, meende hij, kwam alleen maar tot verzen door het maken van ruwe schetsen voor proza./ Het naturalisme in de letterkunde, en speciaal de Nederlandse variant daarvan, is een stroming waar niet direct mijn voorkeur naar uit gaat. Het natura lisme. omstreeks het midden van de vorige eeuw in Frankrijk ontstaan, waar het voortkwam uit het nauw verwante realisme (de begrippen overlappen elkaar vaak) streeft naar een nauwkeurig observeren en beschrijven van de werkelijkheid. Het natura lisme doet dit haast op een nog wetenschappelijker manier dan het realisme, dal minder programma tisch was, minder woordvoerders had ook. In de eerste plaats was het natuurlijk een reaktie. en wel op de romantiek In de tweede plaats was het een voortvloeisel uit de filosofie en de wetenschap van die tijd het positivisme van Com te, het determinisme, on slaan door de onvloed van Darwin's erfelijkheidsleer. Mendels wetten etc Hogere of bovennatuurlijke machten werden niet erkend. Afstamming, erfelijk heid, milieu, die waren bepalend, en als nieuwigheden kwamen daarbij: grote voorliefde voor pathologische gevallen en nadruk op de seksualiteit Vooral dat laatste werd als schokkend ervaren, men was blijkbaar de libertijnse vrijheden van de achttiende eeuw weer al volkomen vergeten. In de praktijk komt het erop neer dat naturalistische romans over het algemeen onge hoord pessimistisch zijn De negentiende eeuw was immers ook de eeuw van de grote verpaupering ten gevolge van de industrialisatie, waardoor arme men sen er vaak veel erger aan toe waren dan de echte slaven van weleer In later tijden zal de 19de eeuw mogelijk als een van de meest duistere en be schamende tijden bekend staan, een allerpijnlijkste fase tussen de Verlichting van dc 18de eeuw en de Chaos van nu Pessimistisch is het naturalisme, er is geen sprankje humor, er is geen ironie, er is geen afstand. Uitvoerig en haast verstikkend komt die sfeer op de lezer over, er word je immers niets bespaard, Alle kleine en grote nangheden worden breed uitgesponnen, er is weinig fantasie, weinig droom, en als die er al zijn. zijn ze vaak ziekelijk.de voorkeur voor pathologische toest anden is groot. Uitzicht is er niet. Bij grote schrijvers als Flaubert of. in mindere mate. bij Zola komt men bo ven elk „isme" uit in de regionen van eersteklas kunst, literatuur. Maai- bij de mindere goden (en daartoe be hoort de hele Nederlandse tak van het naturalisme Couperus, voorzover hij erbij hoort, incluis) blijft men vaak in de pure misere zi tten - al wil dat niet zeggen dat het met belangwekkend is. er uit cultuurhistorisch standpunt alleen al. kennis van te nemen. In „Uit het Leven", naturalistische verhalen rond 1885. hebben N'. Maas en M. Stapert-Eggen een bloemlezing van twaalf verhalen van Nederlandse naturalisten van het eerste uur bijeengebracht, te we ten van Marcellus Emants. Arij Prins, Frans Net- scher. Aug. P. van Groeningen en A. Aletrino. Al deze verhalen vallen zeker geheel onder de noemer „naturalisme" en dan zeer speciaal de Nederlandse varian t. daarvan, die zo mogelijknogwat, somberder en lichtlozerisdan de Franse Nuzijn, op Emants na. zelfs voor Nederland al deze schrijvers figuren van het zo veelste plan. en ik verzeker U dat de lectuur van dit boek allesbehalve opwekkend is. Dat komt oolc nog een beetje door de compositie van het geheel hel be- gmtmethetallerbeste. een novelle van Emants. en het zakt dan geleidelijk af tot een paar vnjwel onlees- baar-vervelendc impressies van Aletrino het gaat dus steeds bergaf En toch is dit een boek dal ik le met veel belangstelling gelezen heb: 2e graag als haast voor beeldig aanbeveel Waarom dan wel, en vanwaar deze tegenstrijdigheid In de eerste plaats omdat dit boek een educatieve strekking heeft en als zodanig aan zeer hoge eisen voldoet De samenstellers hebben in hun algemene inleiding en in korte inleidingen bij elk van de opgenomen letterkundigen heel wat informatie ge stopt. en door de uitstekende keuze van de vrijwel onbekende verhalen een bijzonder goede indruk weten te geven van dit genre m Nederland Ieder die zich voor studie of genoegen daarvan een beeld wil vormen, zal erdanook goed aan doen. van deze bloemlezing kennis tenemen In de tweede plaats bevatten de verhalen op zich haast stuk voor stuk boeiende informatie over het leven omstreeks 1885 Juist door de minutieuze be schrijvingen zijn hier. zoals op een oude foto, dingen vastgelegd die men elders nergens vindt, en clle kun nen helpen, ons een beeld te vormen van het dagelijks leven van honderd jaar geleden. Wie bijvoorbeeld 'Op de bewaarschool' van Van Groeningen gelezen heeft is er bij geweest hoe zo'n d agje verliepm geuren en kleu ren en geluiden en alle ellende. Je kimt zeggen: voor mij hoelt het met, maar het is wél een sensatie. hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK Uat geldt voor de meeste verhalen. Ziehier de staal kaart: 'Een avontuur' van Marcellus Emants is qua omvang (een zestig bladzijs) en teneur het belang rijkste verhaal, het dateert uit 1879. Een pas afgestu deerd student uit een zeer welgesteld milieu heeft een wat teleurstellende reis door enkele Europese landen gemaakt, en komt op zijn terugreis in België door een samenloop van omstandigheden in een klein logement in contact met een kamermeisje dat hem bevalt en dat hij dus, gewoontegetrouw, direct in zijn bed wil trek ken Zij biedt echter veel weerstand, hij gaat zich voor haar uitzonderlijk ellendige toestand intèresseren en werpt zich op tot haar beschermer Het meisje gaat natuurlijk van hem houden. Hij blijft voorlopig in Bel gië. maakthaartot zijnmaitresse Het meisje past zich wonderwel by hem aan. maar het grote standsverschil, een eeuw geleden /o belangrijk, blijft natuurlijk be staan. Dat wordt hem pijnlijk duidelijk als hij zijn vroegere vnenden ontmoet die hem er van overtuigen dat hij deze Hanna nooit aan zijn moeder voor kan stellen Hij doet haar dan 'over' aan een vioolleraar, een rechtschapen man die haar redelijk gelukkig weet te maken Na zestien jaren zien ze elkaar nog eens terug. Een tekenende zin 'Zij was erg veranderd. De fijne trekken waren grover geworden, uit liet tengere kind was een gezette vrouw gegroeid in wie het overgeërfd burgerlijk karakter, dat nergens meer een tegenwicht vond in al zijn volheid lot ontwikkeling was gekomen. De sprekende, bruine ogen waren onbetekenender van uitdrukking gewor- den'.ipag. 101 'Een Buitenkansje' van Arij Prins verhaalt hoe een groepje arbeiders op een ijzerfabriek de 88 gulden verzuipen die zij met z'n vieren inde loterij gewonnen hadden. Het is een heel knap, goor, uitzichtloos ver haal. en dat geldt ook voor 'De dood van Jaap Oliehoek' van Prins. Dat speelt nu wel niet in een fabriek en in kroegjes, maar tijdens het hooien op het platteland. Verder verloopt het even ellendig, of nog erger: de oude boer sterft aan de veretteringen in zijn been, opgelopen door de trap vaneen paard: de dokter wordt pas gehaald als hij stervende is. Van Frans Netscher is een ontzettend somber verhaal 'Stille Waters' over een levenslustig lief meisje uit de provincie dat volkomen verdort en verkommert als gezelschapsjuffrouw van een krengig oud wijfje in Den Haag. Vooral de interieurbeschrijving in dit verhaal is bijzonder onthullend - verder is het wel erg pietluttig. Netsehers 'Mijmering' gaatoverde vleselijke aanvech tingen van een 26-jarige vrouw die al een paar jaar weduwe is. en die nu lastheeft van kriebels op een hete. onweersaehtige zomeravond. Het is een akelig, onfris verhaal, even broeierig als het onderwerp, en er ge beurt ook niets ui. Lize spnngt helaas niet de eerste de beste kerel op straat in de armen, maar pakt. als het onweer voorbij is en haar schroeyende warmte' ook wal bekoeld, 'in een doffe, dulle mijmering verzonken' een Tauchmtz-deeltje op Zestien bladzijs over niets, want dat een keurige weduwe van 26 omstreeks 1880 seksueel volkomen uitgerangeerd was. wist u toch al lang0 Ejen aparte plaats nemen de verhalen van Aug. P. van Groeningen in, het pseudoniem van de jong ge storven onderwijzer A. P. Barendrecht (1866-1894) Hij had. in tegenstelling tot de andere schrijvers uit deze bundel, zelf het ellendige leven in Rotterdamse ach terbuurten gekend, en hij kwam er. door zijn werk. nog dagelijks mee in aanraking. Zijn twee verhalen 'Op de bewaarschool' en 'Besmettelijke ziekte' maken indruk door hun oprechte, eigen toon. ze zijn haast afschuwe lijk authentiek. Literair gezien zijn 'ze minder dan een 'avontuur* van Emants. maar gewoon menselijk gezien zijn dit de twee belangrijkste verhalen uit deze bloemlezing. Ze zijn doordrongen van mededogen en bewogenheid met het lot van de armzalige mensen die ze ten tonele voeren. Het eerste beschrijft een dag op een roomse bewaarschool in een arme volksbuurt, waar de trots van een jongetje gebroken wordt dat geen eten van zijn moeder meegekregen had. maar ook niet de boterham van een welgestelder knaapje dat te veel heëft. aan wil nemen. In 'Besmettelijke ziekte' wordt verhaald hoe een water-en-vuur vrouw haar zoontje zonder enige verzorging aan de pokken laat sterven, en pas de dokter (te laat) laat roepen als ze merkt dat ze dan een slaatje kan slaan uit de dood van het kind. omdat voor alle van gemeentewege ver nietigde besmette lorren dan vergoeding wordt gege ven Dit relaas van onvoorstelbare ellende is naar de werkelijkheid getekend. De minste in de rij is Arnold Aletrino, van wie maar liefst vijf verhalen werden opgenomen Daarvan heeft enkel Een einde' enig belang- een uitbeelding van de maandenlange martelgang van een meisje dat aan tbc gaat sterven, door iedereen verlaten, op een zaaltje in een ziekenhuis U ziet het. misère troef, want ik sla nu een paar pathologische gevallen en een zelfmoord over. Het boek is. m samenwerking met de Maat schappij der Nederlandse Letterkunde, fraai uitgege ven. geïllustreerd met portretten, handschriften e d in de reeks 'Klassieken', en het kost 24.50. N. Maas/M. Stapert-Eggen. Uit het leven, bloemlezing nauira- listische verhalen rond 1885. Tjeenk WiUink/Noorduijn. Cu- lemborg 1977, 24.50. Dr Josef Mengele. foto genomen voor het stamboek van de SS bij Mengeles toetre den m 1937. Gerard Croiset

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1977 | | pagina 22