Zeventig jaar mijnendienst
ZATERDAG 15 OKTOBER 1977
de Mijnendienst Nederland van de Koninklijke Marine
bestaat dit jaar zeventig jaar Dat komt doordat men de
invoering van de eerste Nederlandse mijn met de weinig
fantasievolle naam ..type 1907" heeft aangenomen als het
beginpunt van de dienst Intern is en wordt het jubileum
luister bijgezet met feestelijkheden, variërend van feesta
vonden voor het personeel tot de instelling van een spe
ciale mijnendienst-stropdas en de vervaardiging van een
film over de verrichtingen van de dienst.
De eigenlijke kennismaking van de manne met het nog
altijd actuele mijnwapen vond ruimschoot eerder dan in
1907 plaats alin 1865 werden proefnemingen gedaan met
een stoomkanonneerboot, die m de Nol bij Bnelle een mijn
- toen nog torpedo genaamd - overboord zette om daar
vervolgens langzaam overheen te varen. Een jaar later
werden de proeven uitgebreid, doordat de aandacht ook
werd gericht op methoden en middelen om de mijnen weer
op te vissen. De omgebouwde stoomkanonneerboot Hr
Ms. Hadda werd op 7 juni 1906 de eerste Nederlandse
mijnenlegger. Er kwam een splitsing tot stand tussen de
torpedodienst en de Mijnendienst.
In 1910 splitste zich het toenmalige Nederlands Oost-Indi
■en Indische Mijnendienst af van de in dat land geves
tigde Torpedodienst. Mijnenleggers en hulpmijnenleg-
gers, bij elkaar in de periode 1906-1942 ongeveer veertig
exemplaren, maakten geleidelijk plaats voor mijnenve
gers. Eerst nog acht stuks in de periode tot 1940. gevolgd
door talloze trawler-hulpmijnenvegers in de jaren 1940-
1942, diein de daarop volgende twee jaar werden vervan
gen door speciaal voor dit doel gebouwde motorische
voortgestuwde mijnenvegers met een zogenaamde in-
vloeds-veegcapaciteit.
Na de Tweede V/ereldoorloa begon een mijnenveeg-
penode. die operationeel gesproken eindigde met de gi
gantische veegoperaties ten noorden van de Wadde
neilanden in de jaren 1967-1970 De acties werden uitge
voerd onder de codenaam „New Broom"
De Mijnendienst van de marine bereikte m 1960 een top-
sterkte. toen men een varend materieel ter beschikking
had over zes oceaanmijnenvegers. 32 kustmijnenvegers
van het type WU. veertien kustmijnenvegers van de
Beemster-klasse, enkele duikvaartuigen tde „Byms"), een
duikwerkschip en zestien ondiepwatermijnenvegers Bij
elkaar ongeveer 70 schepen.
Met de verbouwing van Hr. Ms Dokkum in 1968 werd het
mijnenjachtlijdperk ingeluid. De duik- en demonteer-
ploeg werd een steeds belangrijker onderdeel van de Mij
nendienst.
De huidige Mijnendienst omvat de mijnenbestrijdmg, de
duik- en demonleergroep en de tlogistiekeverzorging
van het oceanografisch vaartuig, de zogenaamde opne-
mers en de patrouilleboten van de Balder-klasse. Geza-
menlijk ongeveer 43 schepen, waarvan 25 stuks in dienst
De varende mijnenbestrijdingsschepen zijn ingedeeld in
twee flottieljes, waarvan er één gestationeerd is tn Vlis-
singen en één in Den Helder Elk flottielje bestaat uil tien
schepen, ingedeeld m een squadron van vier kustmijnen
vegers. een divisie bestaande uit twee mijnenjagers en een
duikvaartuig plus een divisie van drie ondiepwater
mijnenvegers. Alle mijnenbestrijdingsschepen. de hyd
rografische opnemingsvaartuigen en de patrouilleboten
vallen onder het gezag van de Commandant Mijnendienst
Nederland, tegemvoordig de kapitein ter zee F Berlijn.
Het personeelsbestand bedraagt ongeveer 1200 man. On
geveer de helft is op schepen geplaatst
(Door Hans de Bruijn en Flip Feij)
Op de bodem van de zeeën in Noordwest-Europa moeten er nog tienduizenden liggen: mijnen in
allerlei soorten en vormen. Met talrijke op de vernietiging gerichte eigenaardigheden ook. Stil liggen
ze te getuigen van soms bijzonder verstrekkende internationale conflictsituaties, waarover de ge
schiedenisboekjes uitvoerig berichten. Regelmatig worden exemplaren van het oorlogstuig opge
vist. Ook spoelen ze aan. Doorgaans komt dan de Mijnendienst van de Koninklijke Marine in actie
om ze met ervaring verworven kennis onschadelijk te maken.
De Mijnendienst Nederland heeft tot
taak het vaarwater langs de Neder
landse kust(en de aanlooproutcs naar
belangrijke zeehavengebieden mij-
nenvrij te houden, zodat de koop
vaardij onder de meest bizarre om
standigheden kan doorgaan met de
aanvoer van voor Nederland en
West-Europa noodzakelijke goede
ren. De dienst is - evenals de andere
krijgsmachtonderdelen - niet op aan
val gericht, maar zuiver op bestrij
ding. Het gegeven „De ontwerper is de
bestrijder altijd een stap voor" is
daarbij realiteit en noodzaakt de
dienst al tijden tot grote activiteit,
waarvan de buitenstaander overi
gens vaak maar weinig merkt.
De grote naoorlogse mijnenveegope
raties behoren tot het verleden. De
scheepvaartroutes zijn „schoon" ver
klaard. Niettemin komt de marine
gemiddeld eenmaal daags in touw om
een mijn onschadelijk te maken. Geen
wonder, want in de Eerste Wereldoor
log is er een kwart miljoen mijnen ge
legd. in de Tweede Wereldoorlog zelfs
meer dan een een half miljoen. Veel
van die mijnen hebben hun doel niet
gemist: oorlogsschepen en koopvaar
dijschepen gingen met groot kabaal in
rook op. Het laatste schip in de buurt
van Nederland, dat door een zeemijn
uit elkaar klapte was de Zweed ..Ulla"
(1962. benoorden de Waddeneilanden)
De meeste zijn echter zonder functie
gebleven. Ze bezitten na al die jaren
nog wel hun explosieve lading, maar
het mechanisme dat de ontploffing
moest bewerkstelligen is in het onge
rede geraakt. Nochtans blijven ze ge
vaarlijk
De Commandant Mijnendienst Ne
derland. de kapitein ter zee F Bertijn,
is ervan overtuigd, dat de mijnen in
ternationaal nog steeds worden be»
De 20 mm mitrailleur aan boord van
een mijnenveger is ook een mijnen-
bestrijdingswapen. De mitrailleur
wordt niet gebruikt voor de zelfverde
diging maar voor het tol ontploffing
brengen van naar het oppervlak van
de zee gebrachte mijnen
schouwd als bijzonder effectieve
strijdmiddelen De bestrijding ervan
moet daarom steeds aandacht krijgen
en steeds verder geperfectioneerd
worden: „Alleen of straffe van im
mobiliteit en gebrek aan levensbe
hoeften zou men kunnen nalaten te
genmaatregelen te nemen", zegt hij
De mijn zelf. nu reeds twee eeuwen
het blok aan het been van maritieme
strategen en tactici .vergelijkt hjj met
een robot, die kan worden geprog
rammeerd voor uiteenlopende vormen
vanhopeloze vemietigingsfuncties Hij
verwacht, dat de invloedsmijn zich de
komende tijd zal ontwikkelen van een
ondiepwater-wapen met een kort be
reik en bruikbaar tot diepten van 35
vadem tot een wapen voor diepten van
1000 vadem en meer „Een op grote
afstand gedetecteerd doel zal. wan
neer het zich binnen de werkingssfeer
van 1 zeemijl bevindt, met dodelijke
zekerheid worden getroffen. Zodoende
kan bijvoorbeeld een diepe en brede
passage met. een klein aantal mijnen
voor onderzeeboten en oppervlakte
schepen worden afgesloten" Hij voor
ziet, dat de problemen van de bestrij
ding van mobiele of doelzoekende
diepwatermijnen op korte termijn zeer
actueel zullen worden.
Achterhaald
De Mijnendienst blijft zich in eerste
aanleg richten op de Noordzee en het
Kanaal Het is echter achterhaald om
te blijven spreken van een nationaal
belang of een louter nationale taak bij
het openhouden van de aan- en af-
voerwegen en het toegankelijk houden
van de in dit gebied gelegen bases.
Commandant Bertijn: „Onze flottiel
jes en de schepen die deel uitmaken
van STANAVFORCHAN zouden
eigenlijk bij elke vlootoefening, ja zelfs
bij de routines van het in- en uitvaren
van de zeegaten en bij het passeren
van het Kanaal en de Noordzee door
de eskaders, een rol moeten spelen.
Het is mijn overtuiging, dat de in gang
gezette vormen van gezamenlijk oefe
nen van mijnenbestrijdingseenheden
met andere vlooteenheden in de toe
komst verder krachtig moet worden
aangepakt en uitgebreid De toekomst
is altijd een uitdaging De ..mijnen-
diensttrein" is behoedzaam op een
hoofdspoor gerangeerd Zal daar
blijven en langzaam maar zeker meer
en meer vaart krijgen
Kleiner
Hoewel de betekenis van de Mijnen
dienst dus zeker niet afneemt, wordt
de omvang van de vloot wel kleiner.
In 1967 had de Mijnendienst de be
schikking over 71 schepen en 1600
man personeel. Nu, tien jaar later, is
het aantal schepen als gevolg van een
reorganisatie gehalveerd (37) en is het
personeelsbestand teruggebracht lot
1200.
De Mijnendienst beschikt momenteel
over 16 (kleine) ondiepwatermijnen
vegers. elf grotere vegers, vier mii-
nenjagers. drie duikvaartuigen en drie
zogenaamde „hoofdkwartieron-
dersteuningsschepen" Van de 37
vaartuigen zijn er overigens slechts 21
m actieve dienst.. De rest, iigt in de
„mottenballen" en kan in oorlogstijd
onmiddellijk ingezet worden
De vermindering van het aantal sche
pen (tot 31) en het personeelsbestand
(tot 900) zal in de komende jaren
voortgaan. De vloot zal. met uitzonde
ring van de 16 ondiepwatermijnenve
gers. geheel worden vernieuwd De
resterende 21 schepen worden in begin
van de jaren "80 vervangen door 15
nieuwe, hypermoderne mijnenbestrij-
dingsvaartuigen (over ..vegen"
spreekt men niet meer), die gebouwd
worden op de werf Van der Giessen-De
Noord in Alblasserdam.
Het gaat om schepen van 40 miljoen
gulden per stuk die - volgestouwd met
elektronische opsporingsapparat uur -
het onschadelijk maken van de mo
dernste mijnen moet vergemak
kelijken. De eerste van deze nieuwe
schepen, de „Alkmaar", zal in 1980 in
de vaart komen, terwijl toten met 1986
elk jaar drie nieuwe schepen aan de
vloot zullen worden toegevoegd.
De bouw van deze mijnenbestrij-
dingsvaartuigen vindt plaats in het
kader van een Frans. Belgisch, Ne
van een salvo uit de mitrailleur van de
mijnenveger onschadelijk worden
gemaakt
De bestrijding van magnetische
mijnen lijkt hier veel op Alleen wordt
dan achter de mijnenveger een kabel
in de vorm van een lus gesleept Door
die kabel wordt een elektrische stroom
met- een zeer hoog Ampère-gehalte tot
3000 A) gestuurd Het daardoor opge
wekte magnetische veld laat de mijn
„denken" dat er een stalen schip pas
seert. en doet hem ontploffen Op
veilige afstand achter de mijnenveger
die geheel van hout en niet-magneti-
sche metalen is gemaakt en dus geen
gevaar loopt
De bestrijding van akoestische
mijnen, die reageren op motorgeluid
gebeurt door middel van een zoge
naamde ..hamer", een soort ton die op
veilige afstand achter de mijnenveger
door het water wordt gesleept In die
ton bevindt zich een hamer die in een
regelmatig tempo tegen de wand var
de ton slaat en daarmee het onderwa
tergeluid van een scheepsmotor na
bootst.
Maar met het uitvinden van zeer ver
nuftige mijnen heeft de Mijnendienst
het werkterrein moeten uitbreiden tot
de elektronische bestrijding Mijner
die op de zeebodem liggen en alleen
geactiveerd worden door onderwa-
terlawaai van bepaalde scheepsmoto
ren zijn met sleepkabels niet meer te
bestryden
De elektronica moest, uitkomst bren
gen. Vier van de serie grote mijnenve
gers werden daartoe omgebouwd tot
..mijnenjagers"' Zij beschikken niet.
meer over het sleeptuig van de oude
vegers In de buik van het schip be
vindt zich een sonar-apparaat. dat
functioneert als een soort onderwa
ter-radar Met de sonar wordt sys
tematisch de zeebodem afgetast en op
beeldschermen in beeld gebracht
Elke oneffenheid van enige omvang
wordt gesignaleerd
De zo gevonden mijnen worden on
schadelijk gemaakt door vanuit een
rubberbootje een explosieve lading
vlak naast de myn op de zeebodem te
deponeren en deze van een afstand tot
ontploffing te brengen.
Het nieuwste van het nieuwste is de
PAP („Poisson Auto Propulsé"), een
soort onbemand duikbootje, dat vanaf
de mfjnenjager via een kabel bestuurd
wordt. In de PAP zit een televisieca
mera die van heel dichtbij de zeeb
odem kan afzoeken. Als via de sonar
een vermoedelijke mijn is opgespoord
kan via dit apparaat de ware identiteit
van het voorwerp definitief worden
vastgesteld. De PAP vervangt in feite
de duiker, die zekere gevaren loopt bij
het zoeken naar mijnen. Als de plaats
van de door de PAP opgespoorde mijn
is vastgesteld wordt door middel van
een springlading die de PAP bij zich
draagt, de mijn tot ontploffing ge
bracht.
Het echte mijnenvegen of-jagen wordt
momenteel ondanks de aanwezigheid
van tienduizenden oude mijnen, niet
meer beoefend. Nu langs de hele kust
veilige scheepsroutes zijn geveegd be
staat het werk van de Mijnendienst
voor het grootste deel uit oefenen
..voor het geval dat". Maar in vredes
tijd vervult de Mijnendienst nog tal
van andere taken Zo moesten mij
nenjagers van de marine enkele weken
geleden te hulp komen om een Ameri
kaanse Phantom-straaljager die op de
Noordzee was neergestort, op te vis
sen Mijnenjagers haalden uit de
Noordzee ook containers naar boven
die in een vliegende storm bij een schip
van de Norfolk Lijn overboord waren
geslagen. De gekste vangst was een
fomuis. dat een Nederlandse veger bij
de Franse kust naar boven haalde.
Een hoogst belangrijke taak is de in
structie van duikers. De Mijnendienst
beschikt over zeer gespecialiseerde
duikers die in veel gevallen bijstand
verlenen aan politiekorpsen, rijkswa
terstaat en andere instanties. Het uit
schroeven verwijderen van kabels, het
vrijmaken van klemmende sluisdeu
ren en het instrueren van onderzeeb
ootbemanningen in het ontsnappen
bij ongevallen onder water, behoort
ook tot de werkzaamheden van de
Mijnendienst.
Tenslotte zijn bij de Mijnendienst. om
redenen van doelmatigheid, ook nog
enkele andere diensten van de marine
ondergebracht. Zo staan de schepen
voor oceanografisch onderzoek (de
gloednieuwe „Tydeman" keerde don
derdag 13 oktober van zijn eerste reis
terug) en de Noordzeeopnemings-
vaartuigen. die werk verrichten ten
behoeve van onder meer de zeekarte-
ring, onder het commando van de
Commandant Mijnendienst.
Tekening van een mijnenzoekoperatie
met behulp van de PAP. een Franse
vinding die momenteel bij de Mijnen
dienst uitvoerig wordt getest. Nadat
de Sonar een oneffenheid heeft opge
merkt. wordt de PAP erop afgestuurd
om de identiteit vast te stellen
derlands project Deze dne landen
zullen in de tachtiger jaren de be
schikking kri'ge- over identieke sche
pen hel geer- re standaardisatie in
NAVO-verban' ren goede komt. Het
complete aandrijfsysteem (motoren,
assen, schroeven, besturing) wordt
door de Nederlandse industrie gele
verd De mogelijkheid bestaat dat ook
de Duitsers, die overigens pas aan het
eind van het volgende decennium aan
een vervanging van hun mijnenvegers
toe zijn, uiteindelijk in het gemeen
schappelijke project zullen gaan deel
nemen
Het mijnen .vegen" zal - met de komst
van steeds verfijnder onderwater-wa
pentuig - in de toekomst het veld moe
ten ruimen voor het zogenaamde .ja
gen" mei elektronische opsporings-
apparatuur Vegen heeft in feite alleen
nog zin bij zogenaamde con
tact mijnendie met kabels aan een in
de zeebodem gelegd anker vastzitten
en ontploffen indien een schip tegen
hen aan vaart, of bij de magnetische
mijnen, die reageren op het magneti
sche veld dat. elk stalen schip veroor
zaakt.
Achter een mijnen veger wordt daartoe
een met een boei verbonden kabel ge
sleept. die onder water tegen de an
kerkabels van de mijnen moet schu
ren. Door middel van op de sleepkabel
bevestigde ..klauwen" (soms met ex
plosieven) wordt dan de ankerkabel
doorgesneden De mijn komt vervol
gens bovendrijven en kan doormiddel
Duikers van de mijnenjager Veere gaan met een rubberbootje te water om een
via de sonar opgespoorde mijn onschadelijk te maken. Voor de voeten van de
mannen op het moederschip ligt de springlading die naast zo'n mijn wordt aange
bracht Achter hen de PAP, een soort onbemand duikbootje. dat met een TV-ca-
mera de zeebodem op mijnen afzoekt en daarna een springlading loslaat die de
mijn onschadelijk maakt