Ook 1977 wordt niet gemakkelijk Gerechtvaardigde werknemersbelangen niet inslikken...! Mijn voorspelling is zeer somber KANS ONRUST WORDT GROTER PZC/oudjaar WIM KOK (FNV) J. Lanser (cnv) VAN DER SCHALIE (MHP) VRIJDAG 31 DECEMBER 1976 1976 PERQUIN Het jaar 1976 was moeilijk, maar 1977 zal ook niet gemakkelijk zijn. Dit schrijft minister Boersma sociale za ken) in een bijdrage van zijn handdie wij vroegen min of meer als reacties op de voor spellingen die zes voormannen van werk gevers en vakbeweging in onze krant doen. Boersma zegt dat er problemen genoeg zijn. maar dat we onszelf niet de put in moeten praten. Vanuit de eigen verantwoordelijkheid moe ten de sociale partners tot een gezamenlijk beleid komen. Het motto moet daarbij blij ven 'opkomen voor de zwakken in onze sa- menleving We moeten ons blijven inspannen voor een beter sociaal klimaat, aldus de bewinds man. De zes voorzitters, die eerder aan het ivoord kwamen om hun zegje te doen over de ont wikkelingen in het nieuwe jaar. zijn: VNO- voorzitter mr. Chr. van Veen. NCW- voorzitter ir. J. de Wit en KNOV-voorzitter W. Perquin (van ondernemerskanti: FNV- voorzitter Wim Kok. CNV-voorzitter Jan Lanser en raad MHP-voorzitter drs. H. v.d. Schalie (van werknemerskant). Door J. Latisen Wgaan een onrustig jaar tegemoet. De kans daarop acht ik althans groot. Een ingewikkelde argumentatie is daarvoor niet nodig. Er behoeven alleen maar wat zaken op een rij te worden gezet en de conclusie rolt er vanzelf uit. Voor de lezers van al het proza over de te verwachten sociaal-economische ontwikkeling voor 1977 wellicht een troostvolle wetenschap, leder mens met gezond verstand die kennis neemt van wat er om hem heen gebeurt, kan een gemotiveerde verwachting formuleren. Daar is geen filosofie, economie of sociologie voor nodig. Begrippen als rechts en links, horizontaal en verticaal, conflict en harmonie behoeven daarvoor niet te worden gemobili seerd. De zaken gewoon heel nuchter bekijken en dan is en wordt veel duidelijk. Het economisch getij is onzeker. De sporen van verbetering zijn tot nu toe weinig overtuigend. In elk geval is er weinig reden tot optimisme Maar dat rechtvaar digt zeker geen pessimisme, want er zijn lichtpunten aanwijsbaar en denkbaar. Enige hoop mag worden geput uit de ontwikkeling in 1976. De loonsom is dit jaar veel minder gestegen dan in 1975, Het is gelukt de stijging van de prijzen af te zwakken en de ontwikkeling daarvan om te buigen. Door die loon- en prijsont wikkeling is de inflatie een kop kleiner gemaakt. Het effect daarvan zal het komende jaar in betere financiële resultaten van de ondernemingen tot uitdruk king kunnen komen. Gebeurt dat, dan zullen die resultaten in het algemeen nog geen voldoende halen en blijft een verdere verbetering noodzakelijk. Een zorgvuldig op matiging gericht loon-en prijsbeleid blijft daarom geboden. In dit verband valt te verwachten dat er slechts een geringe verbetering van het vrij besteedbaar loor. zal plaatsvinden en dat dc prijzen scherp in het oog zullen worden gehouden. Primair is dat noodzakelijk met het oog op de werkgelegen heid. die vanwege de vele werklozen onze eerste zorg moet hebben. Onrust Ik acht ccn beleid als zojuist genoemd voor 1977 zeker mogelijk. Voorwaarde is echter dat we met elkaar dat beleid mogelijk maken. Bij het schrijven van deze regels zijn de vooruitzichten ten aanzien daarvan niet gunstig. Integendeel zelfs, want de kans op onrust is groter dan op overeenstemming. Met hun houding ten opzichte van de automatische prijscompensatie hebben de werk geversorganisaties onmiskenbaar een voorzet tot sociale onrust gegeven. Ik betreur dat,, omdat de sociaal-economische opgaven in gezamenlijke verant woordelijkheid moeten worden vervuld. Maar kennelijk hebben we nog steeds niet geleerd of niet willen leren die opgaven samen te spelen en uit te werken. Het blijft blijkbaar moeilijk elkaar te verstaan en te vinden in een als eenheid gezien sociaal-economisch beleid. Een beleid van gezamenlijke verantwoordelijkheid voor vergroting van medezeggenschap, humanisering van de arbeid, bestrijding van inflatie en werkloosheid, verbetering van rendement, bevordering van werk gelegenheid, billijker inkomensverdeling Het ontbreken van een redelijke mate van overeenstemming daarover drukt LANSER als een zware Hypotheek op de arbeidsverhoudingen. Ook door andere omstan digheden kan 1977 een onrustig jaar worden. Zoals bekend is dit jaar een verkiezingsjaar. De eerste tekenen van de verkie zingskoorts zijn al waarneembaar en de temperatuur zal vast nog wel oplopen. Niet ieder zal daartegen goed bestand blijken te zijn. En na de verkiezingen komt de kabinetsformatie, die ongetwijfeld voor het. sociaal-economisch klimaat vooi 1977 en volgende jaren van groot belang zal zijn. Ik noemde enkele factoren die oorzaak kunnen zijn van een onrustig 1977. Welke vormen van sociale onrust kunnen worden vernacht, is een vraag die ik hier onbeantwoord laat. Al te gemakkelijk kan de indruk worden gewekt sociale onrust te willen of anderen aan te praten. Een realistische benadering doet mij een onrustig jaar verwachten. Ik hoop echter op een dynamisch jaar. op goed overleg en veel daadkracht met elkaar. HtDoor drs. H. van der Schalie) et doen van concrete uitspraken over de in 1977 te verwachten sociaal- economische ontwikkelingen is een hachelijke zaak. Zelfs voor het Centraal Planbureau blijkt het een vrijwel onmogelijke opgave om met een voldoende graad van nauwkeurigheid voorspellingen te doen. Wat het echter nog veel moeilijker maakt, is dat de ontwikkeling van lonen en prijzen, winsten en werkgelegenheid voor een zeer belangrijk deel afhankelijk is van de vraag of we in staat en bereid zijn om met elkaar tot redelijke afspraken te komen. En de kans daarop lijkt kleiner dan ooit. De sociale partners zijn elkaar met een beschamend gebrek aan verantwoorde lijkheidsgevoel tegemoet getreden. De vakorganisaties door hardnekkig vast te houden aan officiële maar achterhaalde en tot te optimistische uitkomsten leidende gegevens van het Centraal Planbureau. De werkgevers door zonder pardon de heilige koe van de prijscompensatie om hals te brengen. Nadat bovendien bleek dat de verantwoordelijke bewindsman op geen enkele manier bereid was de helpende hand te bieden, hadden de partijen in de Stich ting van de Arbeid aan een uur genoeg om vast te stellen dat de tegenstellingen onoverbrugbaar waren. Bij dc deplorabele toestand van onze economie is dat voor mij een onbegrijpe lijke zaak. Even onbegrijpelijk als het feit dat men - alsof er niets aan de hand was - wederzijds alweer is vervallen in het gewone ritueel van het wapenge kletter. Onder die omstandigheden gedetailleerde voorspellingen doen. is zin loos. De prijscompensatie zal wel gehandhaafd blijven. Over zoiets kun je wel praten, maar niet vechten. In combinatie met de nieuwe prijsstop zal dit op nieuw ondernemingen in moeilijkheden brengen. Hard Harde onderhandelingen zullen ertoe leiden dat de gestelde doelen van de rege ring niet worden gehaald en dat het aanvaardbaar geachte inflatiepercentage wordt overschreden De gemiddelde Nederlander zal er aanvankelijk niet veel van merken. Voor hem ontdoet de prijscompensatie de inflatie van haar dreiging De mandarijnentaai van economische deskundigen en het voortdurend gegoochel met percentages dragen er ook al niet toe bij hem te doordringen van de ernst van de situatie Voor de vakbeweging is dat een voordeel. De werknemers die het gevaar dat arbeidsonrust voor onze economie kan opleveren moeilijk kunnen inschatten, zullen zich de zekerheid van de prijscompensatie niet zonder slag of stoot laten afnemen. Het lijkt me dat de werkgevers daar een zeer ernstige beoordelings fout hebben gemaakt. Stakingen zorgen bovendien voor het spektakel dat de traditionele vakbeweging nodig heeft om haar leden weer te motiveren. De werkgevers voelen zich sterk, nu ze voor het eerst menen een gesloten front te kunnen vormen. Voor sommigen van hen zal staking zelfs een welkom stukje produktiebeperking betekenen Zo zou 1977 wel eens het decor kunnen vormen vooreen stellingenoorlog aan het loonfront Want welke minister brengt in het verkiezingsjaar de moed op de gen ook niet beter op In de tweede kamer is reeds gebleken dat een meer derheid de VAD in de voorgestelde vorm ofwel geheel afwijst, ofwel wil omvormen tot een of ander soort indi viduele winstdelingsregeling. Met name de gedachte van een centraal VAD-fonds dat door werknemersver tegenwoordigers zou moeten worden beheerd, schijnt in de ogen van velen een ernstige aantasting van de huidige economische orde te zijn. Het gaat daarbij niet zozeer om de centen, maar om het idee. Stel je voor dat naast fat soenlijke ondernemers, die enorme fi nanciële en industriële concentraties voor ons aller welzijn mogen beheren, ook nog eens de werknemers als col lectiviteit iets te zeggen zouden heb ben! Wellicht komt dc verzelfstandigde ondernemingsraad - dat wil zeggen zonder een werkgeversvoorzitter - betrekkelijk ongeschonden over de eindstreep van de parlementaire be handeling. Tenzij de eerste kamer daar een stokje voor zal steken... De verwezenlijking van een investe ringsrekening per 1 april 1977 staat ook lang niet vast. nu de SER in meerderheid het beginsel wel wil aanvaarden, maar de uitwerking op de lange baan wil schuiven. Het sociale klimaat wordt er trouwens ook niet beter op. indien de regerings voorstellen inzake de verlaging van de wao-uitkering en de toepassing van het niet-kostwinnersbeginsel in de so ciale verzekeringen zouden worden aanvaard. Voor de vakbeweging is het onaanvaardbaar om beleidsombui gingen te laten plaatsvinden ten laste van degenen die de tol van het uitsto- tingsproces hebben moeten betalen. Concluderend kan worden gesteld, dat van de werknemers véél wordt ge vraagd, en weinig geboden, zowel door de werkgevers als door verschillende politieke partijen ter rechterzijde in de Kamer. Wie denkt dat de FNV reke ning wil houden met de weinig roos kleurige positie van vele ondernemin gen, en met de financieringsproble men van de collectieve sector, heeft ge lijk Maar wie meent dat de FNV daarom gerechtvaardigde werkne mersbelangen zal inslikken, vergist zich deerlijk. Men klampt zich vast aan oude en achterhaalde zekerheden, met name aan het geloofsartikel van het vrije ondernemerschap. Regeringsvoor stellen die beogen de structuur van de maatschappelijke voortbrenging in de marge wat te veranderen, zoals ten aanzien van het investeringsbeleid, de Ondernemingsraden en de VAD. worden met de grootst mogelijke ver ontwaardiging van de hand gewezen. Voor de gematigde opstelling van de vakbeweging inzake het arbeids voorwaardenbeleid - waarvoor heel wat ondernemerr s buiten Nederland onmiddellijk zouden tekenen - kan van werkgeverszijde geen goed woord worden gevonden. De vraag rijst, of de werkgevers be wust of onbewust vanuit een ver meende sterke onderhandelingsposi tie proberen te polariseren anders ge zegd. de arbeidsverhoudingen op scherp zetten. Indien dat het geval zou zijn. dan geldt zeker het oude spreek woord: ..Wie wind zaait, zal storm oog sten!'' De agressieve opstelling van de werkgevers dooi kruist immers de be reidheid van de FNV om mee te wer ken aan het sociaal-economisch beleid ter wille van de werkgelegenheid, het behoud van collectieve voorzieningen en de terugdringing van de inflatie. Een arbeidsvoorwaardenbeleid, ge baseerd op de uitgangspunten van de FNV. heeft zeker gunstige gevolgen voorde ondernemingsresultatcn. Ook iDoor Wim Kok) Zelden is het beeld van de sociaal-economische situatie zo verwarrend ge weest als nu. Dat geldt voor zowel de internationale economische ontwikkelin gen als voor de gang van zaken in Nederland. Het bescheiden conjuncturele herstel van de wereldeconomie, zoals zich dat vanaf het voorjaar van 1975 heeft voorgedaan, is vrij plotseling afgeremd. Blijkbaar is de opleving van economi sche activiteiten voornamelijk gevoed door aanvulling van voorraden tot een normaal niveau, maar niet door een fors aantrekken van de investeringen. Over de gehele wereld kijken de particuliere ondernemingen de kat uit de boom. kiezers te vertellen hoe droevig ons land er voor staat en dat er bloed, zweet en tranen van hen verlangd worden0 En wie wil na de verkiezingen met zo n bood schap zijn zittingsperiode beginnen Als je dat alles overdenkt, moet je reactie wei zijn: mensen, wat zijn ue me; z n allen aan het doen? Daarom zijn mijn voorspellingen voor 1977 zeer somber. Tenzij er toch nog een centraal akkoord zon komen. Tenzij degenen die de verantwoordelijkheid dragen voor de sociaal-economische gang van zaken in ons land zich alsnog van die verantwoordelijkheid bewust worden, hun groeps belang eens even laten voor wat het is en tot bezinning komen. Wij hebben de minister van sociale zaken dringend verzocht te bemiddelen. We hebben nog geen antwoord. De hoop van de economische vooruit kijkers op een doorzettend herstel in 1977 is vooral gevestigd op de econo mische ontwikkeling in de Verenigde Staten. West-Duitsland en Japan. Als de grote voortrekkers van de werelde conomie wat harder gaan lopen, dan volgt de rest ook wel. Niettemin moet worden geconstateerd dat Engeland en Italië nog steeds verder weg dreigen le zakken in een economisch moeras van werkloosheid, inflatie en dalende koopkracht In Frankrijk staan de za ken er niet veel beter voor. Het is daarom begrijpelijk dat Saoedï- Arabiê de olieprijs niet fors omhoog wilde trekken: niet alleen wegens poli tieke overwegingen, maar ook omdat dit land er weinig voor voelt de eigen beleggingsbelangen in de geïndustria liseerde wereld op het spel te zetten. Het geloof in een ongebreidelde eco nomische groei is volstrekt verleden tijd. In plaats van optimisme, treden onzekerheid en onbehagen als rich tinggevend voor het ondernemers gedrag op de voorgrond. In toene mende mate neigen de ondernemers ertoe om de schuld van ongunstige ontwikkelingen af te schuiven naar anderen, met name de nationale overheden en de vakbeweging. In alle westerse geindustrialieerde landen zingen de ondernemers het zelfde liedje: de overheid moet niet te veel geld uitgeven: de vakbeweging moet niet zulke hoge looneisen stellen en zeker niet zoveel praatjes maken over democratisering en zo; laat ons nu maar - ongehinderd door lastige bemoeials van buitenaf - produceren en winst maken: de werkgelegenheid komt dan wel vanzelf. Het merkwaardige verschijnsel doet zich daarbij voor. dat in elk land het ondernemersklimaat het slechtste ter wereld is. althans volgens de nationale werkgeversorganisaties. Het is daarom geen wonder dat ook in Neder land de werkgeversorganisaties een harde opstelling in het sociaal- economisch overleg hebben gekozen. voor de FNV is winst geen vies woord, mits die winst tot continuiteit en liefst ook groei van de werkgelegen heid leidt. Het gaat daarbij zeker niet om een absoluut verband tussen 'zo veel meer winst' en dus 'zoveel meer werkgelegenheid' per onderneming. Het gaat wél om de bereidheid aan ondernemerszijde om op het niveau van de onderneming en de bedrijfstak het aanstellings- en ontslagbeleid uitdrukkelijk als een zaak van over leg tussen ondernemingsleiding en werknemersvertegenwoordigers te beschouwen. Daarbij dienen ondernemers onder ogen te zien dat het zowel economisch verantwoord als maatschappelijk ver eist is om zo weinig mogelijk werkne mers naar ww en wao af te stoten. Po gingen om per onderneming het per soneelsbestand tot een uiterst mini mum te beperken, op grond van kort zichtige bedrijfseconomische analy ses. leiden tot een afwenteling van on- dernemingslasten naar de gemeen schap De rekening ziet men dan ge presenteerd in hogere sociale- verzekeringspremies Conflict In vakbewegingskringen bestaat ech ter het ernstige vermoeden dat werk gevers zullen pogen een conflict om de lonen, en met name de prijscom pensatie. te forceren, waarbij de aan dacht zou moeten worden afgeleid van met name het werkgelegenheids beleid binnen de onderneming. Alle tekenen wijzen erop dat de onderne mers niet van zins zijn het slechte so ciale klimaat - als tegenhanger van het ondernemersklimaat - te verbete ren. Het sociale klimaat wordt er trouwens gezien allerlei politieke ontwikkelin

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 37