Russische ikonensmokkel duurt geen drie jaar meer Nieuwe vertalingen mcx PAUL CITROEN (80): VRIJDAG 24 DECEMBER 1976 kerst 1976 29 Door Hans van Stratent In kasteel „De Wijenburgh" in het Bctinvedorp Echteld. even voorbij Tiel, wordt tot 29 januari een ikonen-expositie gehouden onder de titel „Nicolaas. omringd door Heiligen". Het is niet de eerste tentoonstelling die de directeur van het Ikonencentrum Rob Roozemond (43) organiseert. Vier keer per jaar houdt hij in de Wijenburgh een verkoopexpositie. De belangstelling is zo overweldigend, dat hij het niet meer aan kan. De Maria-expositie van enkele maanden terug heeft in zeven weken 15.000 be zoekers getrokken. Roozemond ziet maar één oplossing: een Ikonenmuseum. „Daar wordt over gedacht. Ik wil een lege kerk, liefst in Utrecht. O, is de restauratie van de Nicolaikerk binnenkort klaar? Dat zou misschien een oplossing zijn. Ik zou ook graag het Catharijne Convent willen, maar een zaal is te klein. Met 50.000 bezoekers zou zo n museum kunnen draaien. Winst hoefje niet te maken, maar je bent dan wel uit de kosten" Waar komt die snel toenemende be langstelling voor ikonen vandaan? Waar komen de ikonen zelf vandaan? Boeiende vragen. Ikonen zijn houten panelen, beschilderd metsterk geïdea liseerde beeltenissen van Jezus. Maria of een heilige, of met een religieuze voorstellen. Slecht en duur Rob Roozemond heeft zijn ikonen zes jaar lang betrokken van het Russi sche ministerie van cultuur, via eer exportorganisatie. „Maar dat is de laatste jaren volslagen oninteressant geworden. Dat zie ik bij mijn colle ga's. De ikonen die je betrekt van de officiële instanties, zijn slecht en duur". Waar haalt Roozemond ze dan nu vandaan? Bestaat er. afgezien van de officiële handel, niet een exportverbod voor kinstvoorwerpen? „Jazeker, dat bestaat. De ikonen wor den in Rusland opgekocht door han delaren. die ze langs clandestiene we gen over de grens brengen. Ze vinden hun weg naar tussenhandelaren, meest uilgewezen Russen, in Wenen. Frankfurt. Rome en Kopenhagen. Een groot deel daarvan komt naar Ech teld". „Ik ken mijn handelaren goed genoeg om te weten dat er geen gestolen goed tussen zit", aldus Roozemond. „Ik zeg het telkens weer: als er één gestolen stuk bij is, maak ik de hele lijn be kend!". - Aan wie? „Aan de Russische autoriteiten. Die weten dat ze hier kunnen komen kij ken. al zijn het niet direct mijn vriend jes. Overigens zijn er natuurlijk ook Rel stukken bij die in vroegere jaren naar het Westen zijn gekomen, al van 1920 af. - Droogt deze bron niet langzamer hand op? „Jawel, ik schat dat het geen drie jaar meer zal duren. „Dan zullen we de iko nen moeten kopen van particulieren Dat gebeurt nu ook wel. Op de nieuwe expositie hebben wij een aantal stuk ken uit de Herbett-collectie, een van de beroemdste in de wereld, onlangs geveild in Dusseldorf Grootste Europa In 't ikonen wezen neemt Rob Rooze mond wat je noemt een ambivalente plaats in. Allereerst is hij handelaar („Dat is de kurk waarop de hele zaak moet drijven") en niet zo'n kleintje. „Ik ben gewild en ongewild de groot ste ikonenverkoper van Europa ge worden, en de grootste antiekhande laar van Nederland". Daarnaast heeft de Wijenburgh echter ook wetenschappelijke pretenties. Er is een bibliotheek, tevens studiecen trum. Het is de bedoeling dat er een reeks wetenschappelijke uitgaven gaat verschijnen in cahiervorm. waar aan experts van naam gaan meewer ken. De zaken grijpen hier duidelijk in el kaar: het studiecentrum stimuleert de belangstelling en brengt die op een hoger plan. Anderzijds wordt daarmee een verzamelgebied open gelegd, waardoor een opwaartse prijsontwik keling in gang wordt gezet, wat Roo zemond uiteraard geen windeieren legt. Zelf ziet hij het een nuance anders: „De onderwaardering door de niet-kenners verdwijnt". Hoe je het ook noemt, een en ander maakt de zaak interessant voor beleggers. Als voorbeeld noemt hij enxele kopstukken van de tentoon stelling. ikonen uit de Roeblowschool. Prijsindicatie: f250.000. „Binnen vijfjaar zal de prijs gestegen zijn tot een paar miljoen", zegt hij met grote stelligheid. Die stukken komen op een grote hoogte té staan. Restauratie Dc Wijenburgh beschikt over een ei gen atelier, waar pas binnengekomen ikonen worden bekeken en zo nodig gerestaureerd. Dit restauratiewerk gaat vrij ver. Overschilderingeni worden verwijderd, afgesleten plek ken worden bijgewerkt. Roozemond: „Maar je moet de restauratie wel kunnen blijven zien, daar slaan wij op! Anders ben je een vervalser". Ook deze restauratiewerkzaamheden staan onder leiding van de directeur. „Ik zou dat wat minder bruin doen. Jan", zegt hij tegen een van zijn me dewerkers. die juist een Elias onder handen heeft. ..Je kunt beter de kleu ren wat harder maken". Jan doet het. De meeste last heeft men in het ateliei met de correcties die Russische opko pers hebben laten aanbrengen. Ze ha len ze niet op, ze flikken ze op. Afgesle ten of afgestoten plekken blijken met een veeg verf bedekt, soms is een hele achtergrond overgeschilderd ..Alle ikonen die hier te koop worden aangeboden, hebben in kerken gehan gen en zijn dus gewijd Je kunt iemand niet ontdopen". zegt Roozemond. „Dat geldt ook voor ikonen. Maar het komt wel voor dat. iemand een ikoon wil hebben als geloofsobject. Die kan dan desgewenst opnieuw worden ge wijd Alleen - dan wil ik hem niet meei hebben voor een expositie". Registratie „Er komen nogal wat mensen naar de Wijenburgh om hun ikonen te laten taxeren. Dit leidt vrij vaak tot teleur stellingen. Ze hebben pas iets ge kocht, vervolgens gaan ze twijfelen en dan komen ze bij ons om advies. Daarom zou ik tegen iedereen willen zeggen: geloof nooit in het koopje. Als ze zeggen dat u snel moet beslissen, zit er altijd een luchtje aan". „Toch is het van veel belang dat de mensen hun ikoon hier laten registre ren. Stel dat hij wordt gestolen, dan sturen wij de foto bliksemsnel naar de handelaren". Vier redenen ziet Rooze mond waarom sommige bezitters dit niet doen: 1. Ze vrezen dat ze te veel betaald hebben 2. Ze vrezen dat de ikoon niet is wat ze dachten. 3. Ze vre zen fiscale navraag (als het stuk met zwart geld is gekocht). 4. Ze zijn er niet eerlijk aan gekomen. Flauwe kul „Voor wat 1 en 2 betreft zou ik zeggen, je kunt beter zekerheid hebben dan dat je blijft twijfelen. Bezwaar 3 is flauwe kul, want de gegevens zijn bij ons veilig en van de mensen van 4 hoop ik, dat ze toch maar komen". In grote lijn werkt Roozemond met drie prijsklassen: goedkope ikonen van zeg f 2500, de middenklasse en dan de topstukken waarvan de prijs in de tonnen loopt Daarnaast verkoopt hij. o schrik ook reprodukties. „Ik had gezworen dat ik dat nooit zou doen. maar wat moet ik met een dame die hier binnenloopt met het idee dat zij voor honderd gulden een ikoon kan kopen?" En verder is hij de kasteelheer van de Wijenburgh „Ik vind dit heerlijk. Logeren „Bezoekers kunnen hier koffie en thee drinken, ze kunnen hier eten en als het moet kunnen ze hier ook logeren (hij laat een logeerkamer zien met een prachtig mahoniehouten bed). En dan krijgen ze van mij heus geen rekening van f32.50. „Dit is op-en-top ons leven geworden! En dan die formidabele staf van ons. We hebben er allemaal plezier in. Ik heb maar één bezwaar, ik kan die 15 000 mensen niet aan! Niettemin bent u natuurlijk welkom op het kasteel. Voor de tentoonstelling tot 29 januari 1977 dinsdag tot en met zaterdag van 11 00 tot 17.00 uur. En wie voor andere doeleinden het Ikonen centrum wil bezoeken, staat de deur ook open buiten de tentoonstellingen om. Uit Zuid-Amcrika, 'Slapen in de Zon' van Adolfo Bioy Casares i Argentijni. vertaling door Mariolein Sabarte Bclacortu. Twee werken van een andere Argentijnse auteur. Julio Cor- tózar, te weten 'Boek voor Manuel' 32,50). vertaald door Barber van de Pol, en '62-bouwdoos' 22,50) vert. door M Sabarte Belacortu. Van Gabriel Garcia Marquez: 'De herfst, van de patriarch' 24.50) vert.. M. Sa barte Belacortu, (die vertaling moet een heksentoer geweest zijn) en tenslotte van de Mexicaan Ocatavio Paz: 'De kinderen van het Slijk', van de Romantiek tot de Avantrgarde. Vert. J. Quispel-Naber Dit laatste boek is een essay over de poëzie in het genoemde tijdvak. Al deze boeken, waarvan de hoge vertaal kwaliteit opvalt, verschenen bij Meulenhoff. Amsterdam. Uit het Italiaans: 'Brief aan een nooit geboren kind', van Oriana Fallaci (vert. Henny Rip. uitg. Contact, Amsterdam) Het grote probleem van een ongewenste zwangerschap weer van een andere kant. indringend maar nog al bloemrijk, belicht. Uit het Frans: 'Een heel leven voor je', boeiende roman uit een gore armoewijk in Parijs, door Emile Ajar die er de Prix Goncourt voor kreeg. Jenny Tuin vertaalde, de Arbei derspers gaf het uit. Verder het geruchtmakende 'Monsignore' van Jack-Alain Léger ivert. N. Fuchs-van Maaren. uitg. Meulenhoff Amsterdam! Via het Duits uit het Hongaars: 'De Bezoeker', voortreffelijk boek van Gyórgy Konrad (Van Gennep. Amster dam) en uit het Duits. 'Montauk'. een sterk autobiografisch boek. half dagboek, half roman, van Max Frisch (vert. Hans W. Bakxt (Meulenhoff). Uit Engels/Amerikaans: Saul Bellow (Nobelprijs 1976): 'Humboldt's nalatenschap' (Agathon Bussum. 29,50 vert. Wim Gijsent. Iris Murdoch 'Een kind van veel woorden i vert. W A Dorsman-Vos. Contact Amsterdams Sir Arthur Conan-Doyle 'De Gedenk schriften van Sherlock Holmes' en 'Het teken van de Vier', de complete Sherlock- Holmes, (Contact) en bij dezelfde uitgeverij ook nog: Edgar Allan Poe: 'Gruwe lijke Verhalen', vertaling Vestdijk. E R. Eddison. 'De Worm Ouroboros' (vert. Helen Knoppen, een boek uit 1926. Toen In de ban van de Ring' van Tolkien verscheen, wist men het enkel te vergelijken met dit. boek van Eddison: logisch dus dat de heruitgave van dit werk als aanbeveling draagt: „Een fantastisch epos. alléén te vergelijken met 'In de ban van de ring'. Ook bij Contact, evenals 'Kinflicks, Dikker dan Water', het opvallende, komische debuut van Lisa Alther. De Arbeiderspers bracht in de Gigantreeks 'De Chinese Bandiet' van Stephen Becker, en Meulenhoff zegt eerlijk dat 'Lady' door Thomas Tryon een 'leesboek is bij uitstek, staat er nog wel bij). Henny Scheepmaker vertaalde. 'Een incident' (Something Happened), de tweede roman, na dertien jaar, van Joseph Heller, vertaald door Guido Golüke. werd uitgegeven door Luitingh te Laren en kost gebonden 34,90 Louis Ferron vertaalde 'Harlekinade' van Vladimir Nabokov, De Boekeni. Baarn. bracht het voor 29.50 op de markt. Bij de Zuid-Hollandse Uitg Mij te Baarn verscheen 'Krumnagel' van Peter Ustinov, filmacteur als Thomas Tryon. dit boek kost 19.90. Nog twee uitgaven van Contact. Amsterdam De Oorlogsheld' door Len Gio vanni Ui (vert Jan Gerhard Toonder)en 'Guerrilla' van V. S Naipaül (vert Guido Golüke I. John Updike: 'Een maand lang zondag'. Meulenhoff, Amsterdam, 26.50. en last nog leasthet. vierdedeel van het befaamde'Dagboek' van Anais Nln. dat d.e jaren 1944-1947 bestrijkt, vertaald werd door Margaretha Feguson, en uitgegeven dooi Bert Bakker, te Amsterdam. ClVan onze kunstredactie) itroen. Roelof Paul („Paul"): geb. Berlijn 15 december 1896. Hoonde en werkte in Berlijn, Wei- mar, Bazel. Amsterdam: thans in Wassenaar. Leerling van Martin Brandenburg in Berlijn en van het Bauhaus in Weimar. Schildert, aquarel leert, tekent (pastels en pen etst, lithografeert figuren, portret ten en landschappen. Bijzonder ac tief kunstenaar, die door zijn be gaafdheid een goede naam heeft ge kregen. Behaalde onder meer in 1950 en 195G de Jacob Marisprijs". Dat staat er onder andere vermeld over Paul Citroen in het befaamde Lexi con Nederlandse beeldende kunste naars van Pieter Scheen. Citroen is 80 jaar geworden. Ik vind het een soort genade als je werkzaam zo oud kan worden. Ik ben niet meer nieuwsgierig op het leven geworden, dat was de fase van het studeren, maar ik wil doen Als je zoals ik aan leg hebt voor tekenen en schilderen is dat een middel om de wereld en de mensen beter te begrijpen" De leeftijd bereiken van de ijzerster- ken Citroen vindt het nauwelijks nodig er bij stil te staan en als hem gevraagd wordt of hij het niet jam mer vindt dat bijvoorbeeld een Haags Gemeente Museum hem geen eer brengt met een overzichtsten toonstelling zegt hij bescheiden: „Ach ze hebben me er met om ge vraagd en waarom zou ik er dan lan ger over nadenken". Broertje Over die jeugd in Berlijn: „Het een verdomd leuke tijd. Met vriend jes hebben we heel wat afgelachen". Citroen's vader was op jonge leeftijd als een van de dertien kinderen van een Amsterdams gezin door een oom met een bontwerkbedrijf overge haald naar Berlijn te komen. Daar trouwde hij in de jaren 1890 met een Berlijnse vrouw van wie hij vier kinderen zou krijgen. Paul Citroen was de tweede, na een meisje en voor nog een meisje en een jongen. De twee zusters zijn inmiddels overle den. maar de jongste broer leeft nog. „Hij is negen jaar jonger en nog al tijd noem ik hem mijn broertje", zegt Citroen bijna schaterend. De jongere Citroen leeft nu onder de aangenomen naam Cidor in de staat Israél. liet land waarvoor hij zes jaar als ambassadeur in Den Haag heeft gewerkt. Citroen volgde een half jaar de kunstnijverheidsschool in de vroe gere hoofdstad van Duitsland en liet zich vervolgens inschrijven op de particuliere tekenschool van Bran denburg. Daar heb ik voor het eerst van Van Gogh gehoord. Ik was er zwaar van onder de indruk, begreep alleen zijn sterke, dikke lijn niet. Hoe durfde hij zo iets te doen. dat was heel onge bruikelijk voor die tijd". Gev^aden Wat Van Gogh deed. ging tegen alles in wat de jonge Citroen geleerd had. „Ik leerde het meest van het kopië ren van de oude meesters. Durer, Holbein en Leonardo. Kijk. Rem brandt is natuurlijk fantastisch, maar het is een individualist. Deze drie hebben naar een objectief gege ven gezocht, daarom kon ik van hen leren. Rembrandt smijt met zijn ge nie iets op papier, maar Holbein hield zich strikt aan de natuur. Ik heb een paar jaar geleden in Flo rence de gewaadstudies van Leon ardo gezien, dal is toch fantastisch he. Ik had in mijn leven zo iets nog nooit gezien, ik werd er kil van. Leonardo was eigenlijk nog meer een natuuronderzoeker, een na tuurwetenschapper dan een kun stenaar. Hen heb ik nagetekend om er achter te komen hoe dat gaat. ik ben uitgegaan van het observerend kijken". Veertien jaar oud was Paul Citroen toen hij naar de natuur begon te wer ken en pas tien jaar later, toen hij zich inschreef voor het voorberei dende jaar bij het Bauhaus, begon een confrontatie met een andere op vatting van werken. Min of meer ver antwoordelijk daarvoor was de Zwit ser Johannes Itten die door de vrouw van Bauhaus-directeur Gropius, Alma Mahler, naar Weimar was ge haald. Itten heeft zoals bekend de pedagogische grondslag voor het Bauhaus gelegd en bij hem moest Ci troen het voorbereidende jaar doen. „Ik had toen al het een en ander leren tekenen en ik nam alleen wat ik ver werken kon van hem over, de ande ren daarentegen namen zijn stijl over. We tekenden met zwart-wit, geen nuances Dat was waanzinnig moeilijk, maar Itten kon dat uitleg gen, Gevoel voor tonaliteit en voor de lijn, de structuur van het materiaal, dat heb ik allemaal bij hem geleerd". „U moet nagaan, ik was toen 24 jaar. maar mijn ogen gingen open. ik kon er nog iets leren. Later is gebleken dat dat voor mij de basis was. Ik had me daarvoor wel eens in de natuur verloren, maar Itten was van mening dat je de natuur moest omzetten m de natuur van het materiaal. Het ge voel datje niet natekent, maar datje de tekening laat ontstaan vanuit het materiaal". Modem Het eerste contact met de moderne kunst had Citroen in Berlijn waar hij bij Georg Muche een expressionistisch-kuhistisch doek zag hangen. „Dat maakte een enorme indruk op me, dat ging vol ledig in tegen alle toen heersende principes. Je had in die tijd een kunsthandel. Der Sturm, die de enige was die moderne kunst bracht. De moderne kunstenaars werden weggehoond, maar nadat ik het werk van mensen als Klee, Kan- dïnsky, Chagall. Kokoschka had ge zien. wilde ik ook in die stijl werken. Ik slaagde er niet in, hield er mee op omdat ik de ontwikkeling niet wilde ophouden. Ik ben toen in een boek handel gaan werken, een heel goede leerschool, maar de moderne kunst bleef trekken". „Herwarth Walden van Der Sturm liep toen met het idee rond om een boekhandel met modeme kunstboeken op te richten. Ik heb dat voor hem opgezet, de Sturm- buchhandlung. Daar en in Nederland heb ik propaganda voor de moderne kunst gemaakt". Bij Nijhoff. de be kende Haagse uitgeverij en boek handel, bood Citroen het tijdschrift van Der Sturm aan en er volgde een correspondentie met geestverwan ten als Mondriaan en Theo van Doesburg. „De Stijl, nu beroemd, had destijds nog geen 100 abon nees, dat zegt wel iets over hoe moderne kunst toen werd geaccep teerd Ook het Bauhaus bestond uit een kleine kring van leerlingen, al zijn er sommigen later wereldbe roemd geworden als Josef Albers en Breuer Materialisme IJe overgang van het Bauhaus naar Dessau heeft Citroën niet meege maakt. Wel werd hij langzamerhand meer schilder. Citroen: „Ik ben niet modern, moderne kunst past niet bij mij. Wel de natuur, ik ben afhanke lijk van de natuur: landschappen en portretten, daar houd ik van. Mijn ondergrond is de mens als verschij ning. De mens is belangrijker dan de kunst, zonder de mens was er geen kunst. Wij zijn toch natuurproduk- ten. De grootste Dummheit ja maken mensen die denken dat we ons zelf gemaakt hebben. De historisch ma terialisten, die vinden dat alle ge heimen van de natuur door de we tenschap kunnen worden verklaard. Dat is toch waanzin. Hoe verder we in de natuur gaan. hoe groter de ge heimen worden waarvoor we komen te staan". Citroen selecteert degenen die hij wil portretteren „Ik voel me het meest thuis bij collega's, ik snuif die sfeer het gemakkelijkste op Gezichten van zakelijke mensen, waartegen ik verder niets heb hoor. die zijn het moeilijkst omdat ze wat te verbergen hebben Artiesten leven van hun in nerlijke belevenis, dat kan je op hun gezichten lezen. Mijn kijk op de mens is alleen op een kleine kring geba seerd. De mens is elitair hè. hij zoekt die mensen waarbij hij zich thuis- voelt". Citroen is de geboren tekenaar, maar het zet zijn schilderen niet in de schaduw. „Bij mij horen niet de grondkleuren. niet het oerkrachtige gebeuren maar de mengkleuren „Als ik moet tekenen, sta ik er als een onbeschreven blad voor. Ik ken de beheersing van de techniek, maar of het zal lukken, dat weet ik steeds niet van tevoren. Je streeft er naar om de innerlijke belevenis er uit te halen. Ik wil het gegeven uitbeelden zoals dat op me overkomt, ik heb geen be hoefte aan vervormen. Mijn voorkeur gaat uit naar het oudere portret, waar het leven doorheen is gegaan Nederland Nadat hij voordien al regelmatig in Nederland kwam - in dc Eerste We reldoorlog moest hij als soldaat op komen - vestigde Paul Citroen zich in 1927 definitief in ons land. Eerst in Amsterdam, acht jaar later in Wassenaar, het dorp waarvan hij een der meest prominente inwoners zou worden. „Ik ben hier naar toege gaan omdat ik me in Duitsland niet prettig voelde. Nederland is voor mij het land van de schilderkunst, hier ben ik thuis". ..Ik ga nog wel eens naar Duitsland om landschappen te schilderen, maar hier ben iic een tevreden mens. Je ka ti hier zeggen „dat vind ik mooi'' en een ander vindt het bijvoorbeeld lelijk, dan kan je toch rustig je me ning blijven zeggen, zonder dat het oorlog wordt. Nederlanders zijn van binnen veel vrijer dan Duitsers, ter wijl Duitsers denken dat ze persoon lijkheden zijn. Ze zijn ook eerzuchli- ger. willen hoger hinauf De behoefte om iets of iemand te bewonderen is er veel groterHier is alles veel gema tigder. het oordeel relativerender. Ja. ik ben blij hier te iconen, het is fantastisch hier

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 29