VRIJDAG 24 DECEMBER 1976 bleek gips te zijn. Daar had ik mijn leven voor gewaagd. De tranen liepen over mijn gezicht Maar daarna heb ben we toch gelachen, gelachen.. I olthoff en Aronson lachen vaker als ze samen zijn en praten over de gruwelen die ze hebben doorstaan. MolthofT schatert als hij vertelt hoe honderden mannen in het kamp ont luisd moesten worden en daarvoor spiernaakt aantraden in de sneeuw. „Je moetje dat voorstellen, datje daar zo met z'n allen staat. Op klompen en met verder mets aan." Aronson „Wij hadden ook klompen. Op een gegeven moment kwam er een Duits bevel, dat we schoenen moesten hebben Dat werd niet meteen uitgevoerd, maar het kwam er dan toch van. We werden op de binnenplaats naakt in de sneeuw gezeten ieder kreeg een paar schoenen toegeworpen. Daarna kreeg je een pak rammel, omdat ze er niet netjes uitza gen of omdat er geen veters inzaten" Ze lachten wel onder elkaar. Molt- hoff en Aronson: „We hebben als we bij elkaar zijn aan een half woord ge noeg'zeggen ze. Maar vreugde is er niet. In de loop van het gesprek zegt Aronson peinzend: „Eigenlijk heb ik na de oorlog nooit meer gelachen Ik ben nooit, meer echt blij geweest." oets en zijn vrouw praten samen weinig over die van elkaar ge scheiden. in Japanse kampen doorge brachte oorlogsjaren. Mevrouw Koets „Ik voelde me. met zes kinderen bij me. mm ol meer vogelvrij. Je wist nieL wat er stond te gebeuren, je leefde bij de dag en je durfde niet aan de toe komst te denken Je voelde je soms levend begraven Het gebeurde nogal eens. dat vrouwen probeerden over de bamboe-omheining heen te kijken Dan je sawa's zien. een blauwe lucht, soms een boer. die goedmoedig aan het ploegen was.' Koets: „Na Pearl Harbour werd ik meteen gemobili seerd. Het was weinig glorieus, zoals het hele KNIL Ook ik werd in 1942 afgevoerd naar Birma, naar de grens met Thailand, een van de regenachtig ste gebieden. Tot begin 1945 heb ik er aan de spoorlijn gewerkt Die eerste jaren na de oorlog - ik weet nog hoe verrukkelijk ik het vond als liet re gende en ik dan een droog plekje had. Ik ben er redelijk goed doorgekomen, ik kreeg eerst dysenterie en pas veel later malaria en vaak was juist die combinatie funest In Birma waren de kampen niet afge sloten Het hoefde niet. als je twintig meter het oerwoud inging - zegt Koets was je verloren, de natuur was vol strekt vijandig. „Maar wat mijn vrouw ook zei. ik had een ontzettend verlan gen naar een blik op de buitenwereld Een van de afgrijselijkste dingen vond ik niet te welen wat er in de wereld gebeurde Met grote tussenpozen kwam er soms via de bevoorrading een Engels krantje mee. dat, volstond van de overwinningen van de Jappen Ik probeerde het zo vaak mogelijk te pakken te krijgen, soms was het een stuk van een krant, dat in de latrines was ach tergebleven. Als je dat kritisch kon lezen, zag je dat de overwinningen op de Amerikanen wel steeds westelij ker werden behaald, dat de Jappen ei genlijk teruggedrongen werden. We moesten met een groep voor een Ja panse krijgsraad verschijnen, toen ze ontdekten dat er in een bamboekoker een krant werd binnengesmokkeld We kregen vijf tot zes jaar gevangenis straf. ze durfden toen geen doodvon nissen meer uit te spreken De Japanse gevangenis in Bangkok. Koets staat plotseling op uit zijn stoel, en gaat op de vloer "zitten, de benen gekruist, kijkt star voor zich uit „Vre selijk. Zó moest je zitten, van s mor gens acht tot 's avonds elf. En elk mo ment kwam er een schildwacht langs. Een enkele keer moesten we op straat goten gaan schoonmaken. Een op luchting" Die periode is- zegt Koets voor iedereen moeilijk te verwerken geweest. Het moet bijna onmogelijk zijn geweest voor die gezinnen, waar van bijvoorbeeld de vader buiten Indié was op het moment van de oorlog en de moeder in een interneringskamp terecht kwam. Of omgekeerd. „Ik denk", zegt Koets, „dat er bij die men sen uit. Indie vaak het soort schuldge voel is, datje bij joodse overlevenden uit de kampen aantreft ten opzichte van de vele doden Nu ik er doorheen gekomen ben. een enkele keer droom ik nogal weieens. dat ik in Japanse krijgsgevangenschap zit. er doorheen gekomen zijnd, zeg ik- ik had het met willen missen. Ik heb daardoor niet 'makkehjkpraten'.alsiknuhetlevenzo goed vindt". I un verhalen: terwijl je ern aar luistert, krijg je gaandeweg sterker hel gevoel dat ze heel veel niet vertel len Dat maar oppervlakkig zichtbaar wordt wal zij voelen. Ze zeggen dat dat klopt „Niemand kan het begrijpen als hij het niet heeft meegemaakt. Hoe leg je iemand die nooit honger heeft gehad uit wat honger is. Of kou, zoals je die onderging tijdens dagen durende transporten m kolenwagens", zegt Aronson Bastiaans schrijft m een inleiding, die hij dit jaar hield voor verzetsmensen: „Velen van u weten hoe moeilijk het is het onzegbare van niet te verwerken ervaring zegbaar te maken In het ge zonde ervaringsproces leren wij vanuit de kindertijd de dingen, de omgeving, de emoties en de belevenissen benoe men. eerst in beeld van dat is en dit is dit later in woord of formule. Is de er varing te hevig, te fel. te overweldi gend dan doven de beelden en faalt de taal". Bastiaans signaleert dat er een on vermogen is lot rouwen. „Gevoel cn vorstand zijn onze beste assisten in de struggle for life. In de oorlog moest veel gevoel worden weggedrukt en daarmee werd na de oorlog de nuttige steun van een kostbare assistent vaak uitgeschakeld", zegt hij. Wat de men sen met smartelijke kampervaringen rest. is een sterk pantser. En de bui tenwereld is als regel niet gaarne be reid achter dat pantser te zien. Men wil niet meer met het leed geconfronteerd worden. Men wil dat nooit te lang: mensen die rouwen om het verlies van iemand die hen na stond weten dat. Mensen wier verdriet te groot is voor rouw ervaren dat in heviger mate. Professor Bastiaans behandelt de slachtoffers. Hij tracht, in zeer ernstige gevallen, door middel van de psy- chodramatische LSD-lherapie het pantser te doorbreken. Hij geeft een voorbeeld van de werking van het hal lucinogeen Kort geleden kreeg ik een keiharde vent bij me met Indische er varing. Hij had zich altijd overal door- iieengeslagen. Stiff upper lip In no time lag lnj op de vloer. Als een baby die ligt te brullen om zijn moeder Ach ter het IiZ-syndroom van de oorlog kwam hel syndroom van zijn jeugd weg. Hij was opgevoed m een militair milieu, nietliefdevol Deochtend na de LSD-zitting was iedereen in de kliniek verbaasd zoals die man veranderd Een ander voorbeeld. Bastiaans be handelde een man, die in liet concen tratiekamp werd gemarteld op gruwe lijke wijze en die vervolgens aanwezig was bij de beestachtige moord op een kampgenoot. De Duitsers bezwoeren demandaaroverniemand iets te vertel len Hij hield het een paar dagen voor zich en sprak er toch over. tegen dne vrienden. Die waren alle drie binnen enkele maanden dood. De man raakte ervan overtuigd dat hun dood direct verband hield met het feit. dat hij hen had verleid wat hij had meegemaakt. Hij sprak er daarna met geen woord meer over. niet in het kamp en ook later niet. daarbuiten. Hij was gebroken en kon met niemand praten. Bastiaans behandelde hem. De LSD hielp hem zijn grenzen te ver leggen en hij praatte. En hij ontdekte dat wie van zijn ervaringen kennis na men - de mensen die hem behandel den - niet stierven. De man schreef er na d e behandeling over: „Het is gewel dig wat er gebeurd is. want ik was niet ver meer van de afgrond. Ik geloof niet dat ik via de gebruikelijke gespreks therapieën ooit zo ver gekomen zou zijn. De artsen heb ik gezien als een Bastiaans Van iemand tegen de zes tig maak je jeen jonge vent meer na tuurlijk. Toch is het goed mogelijk de chronische spanningstoestand te verminderen. Nachtmerries kunnen verdwijnen. De oorlog kan meer wer kelijk verleden worden en sensaties van ghronische vermoeidheid en machteloosheid kunnen aanzienlijk worden teruggedrongen." Hor velen zijn er nog de nachtmerries. Aronson vertelt, dat hij elke keer als hij het uniform van een politieman ziet. gespannen is. Mol- thoff verstart als hij geconfronteerd wordt met het nummer 545. zijn kampnummer. En hij wordt er vaak mee geconfronteerd. Hij betaalt vaak dat bedrag in een winkel en hij betaalt dan tevens voor zijn verleden, waar van hij niet meer loskomt. De reacties zijn deze dagen heviger. Doordat misdadigers onder ons zijn gebleven. De slachtoffers schrikken op als er gesproken wordt over de vrijla ting van de drie van Breda, steeds op nieuw. Zij willen niet dat het vergeten wordt. Niet uit wraakzuchtige over wegingen, zeggen zij. Aronson maakte de laatste dagen in Bergen Belsen mee. Een kleine groep Engelsen arri veerde bij liet kamp. maar kreeg het niet direct onder controle. De Duitse wachtposten bleven gehandhaatd en nog werden er gevangenen vermoord. Later kwam een tweede groep Engel- De houtsneden rem Fra Masereel' door Roger Averr sen. Zij kregen het kamp in handen Aronson: „Niemand van ons deed een poging de SS-ers te doden. 'tWas voor bij. We rekenden op berechting. Als nu de daders worden vrijgelaten of als kortere straffen worden gegeven voor hun misdaden, dan zullen onze klein kinderen denken dat het zo erg niet geweest is." MolthofT: „Wij hebben een boodschap over de graven van de om gekomenen heen. Dit mag onze kinde ren niet meer gebeuren Daarom pra ten we. In het- kamp zeiden we tegen elkaar: „Als dit voorbij is. doden we alle Duitsers." Daarna zeiden we: „Wij zijn niet zoals zij." Het gaat. ook niet om alle Duitsers. Elk volk, heeft een percentage van de soort die misdaden als deze begaat. Ook dat moet men be seffen. De terreur is er nog en wordt bedreven door links en rechts." p één moment in het ge sprek met Koets zijn vrouw lijkt het of hij éven terug is in de gevangenis van Singapore. Hij vertelt over een bewaker, „die er alles aan deed om het leven daar nog beroerder te maken dan het toch al was." Zijn ogen zijn wit weggetrokken, zijn handen gebaren. „Ik dacht, als ik vrijkom en ik kom jou tegen, dan wurg ik jou. Een paar maanden later maar. kort nadat ik was vrijgelaten kom ik die man tegen. Hij zat in een gevangenis. Ik wilde hem niet meer wurgen. Ik dacht, eraan hem een schop onder z'n kont te geven. Nu zou ik hem nieteens meer herkennen Als het gesprek vlak daarop over het einde van de oorlog gaat. zegt me vrouw Koets: „Het had vanwege de honger in het kamp. ook niet meer lang moeten duren. Koets: „Leve de atoombom van augustus '45" En na de blik uit de stoel tegenover hem: „Ja. daar wil ik niet hypocriet over doen". Als mevrouw Koetsen de zes kinderen een tijdje uit het kamp zijn. wordt haar gevraagd de Japanner te identifice ren. die haar door de waterproef bijna heeft laten stikken, ze had uit een ge sprek tussen Japanners afgeleid, dat het nu bijna afgelopen zou zijn en dat aan mede-geinteneerden doorgegeven waarna de informatie weer aan de Jappen was doorgespeeld Mevrouw Koets. „Toen ie me zag, viel-ie op zijn knieën en smeekte of ik toch aan zijn kinderen wilde denken Ik heb hem wel geïdentificeerd, hij heeft geloof ik twee jaar gekregen, maar dat. interes seerde me eigenlijk al niet meer.' I a de oorlog werden ze teleur gesteld. de mensen die de kampen overleefden. MolthofT en Aronson ver tellen allebei over de diepe kameraad schap die zij in de kampen ondervon den, die hen hielp te overleven. Ze hadden zich de periode na de oorlog anders voorgesteld dan die is gewor den MolthofT heeft last van wat men heden ten dage polarisatie noemt. Hij had zich voorgesteld, dat na de onder gang van het derde rijk een lijd van gezamenlijk verder gaan zou komen, zonder elkaar om alles en niets be vechtende partijen. Ook Aronson heeft die teleurstelling Het begon al direct na de bevnjding toen de Neder landse overheid het niet kon opbren gen de mensen uit de kampen behoor lijk te repatriëren en op te vangen. MolthofT: „Het is allemaal niet uitge komen Soms verlang ik terug naar het kamp om die sfeer van kameraad schap. We zien zoveel wreedheid en ik gruw daarvan. De dreiging is gebleven. Ik wil niet dat mijn kinderen meema ken wat wij hebben meegemaakt, maar de wereld ziet er zo slecht uit reedheid zien ze. dagelijks weer Beelden op de televisie. Bas tiaans zegt: „Er zou bij dat medium meer plaats gemaakt moeten worden voor uitzendingen over de goede op voeding van kinderen. De oorsprong van heel veel ellende en verdriet ligt in de kindertijd." Bastiaans heeft voor die opvatting zijn redenen. Hij behan delde eens. uit nieuwsgierigheid, een Duitse oorlogsmisdadiger, die tijdens een LSD-zitting losbrak met een ver haal uitzijn jeugd. Hij was als zevenja rig jongetje met een acute blinde darmontsteking opgenomen in een ziekenhuis waar men hem opereerde. De narcose werkte niet. Hij maakte de operatie bewust mee Daarna nam hij wraak op de wereld en hij voelde geen schuld. Het voorbeeld is extreem en de gevol gen evenzeer. Bastiaans stelt vast: „De klinische indruk die je dagelijks opdoet is dat een valse start door werkt. Sadistische en wrede lieden zijn altijd mensen die in 'hun jeugd ver waarloosd zijn. Een liefdevol milieu is van groot belang. Meer dan ooit moet duidelijk worden dat de kinderen die je op de wereld schopt evenwichtig moeten worden opgevoed Kinderen moeten zich niet verlaten voelen, ze hebben behoefte aan warmte, mense lijkheid. aan many warm friendly people Via de media zou daar syste matisch aandacht aan besteed moe ten worden. Met filmpjes, waarin voorbeelden worden gegeven. Daar ligt een hele grote ruimte. Moralise rend hoeft het niet." ■^■■astiaanse komt de mensen tegen die de kampen overleefden en hij begeleidt ze. Hij constateert dat de mensen met een gelukkige jeugd het lijden beter kunnen verwerken. En dat voor velen het lijden voortduurt. Als hij het heeft over de manier waarop ouders voor ogen gesteld moet worden dat hun kinderen liefde, intensief con tact nodig hebben als brood, zegt hij: „Je vraagt je wel af welke erfenis we hebben."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 21