DUBBEL
FEEST
NA TUURGIDSEN
De Sjeik
Alpen, zoogdieren, duiven, vogels, paddestoelen
EDITH M. HULL
EEN HERCONFRONTATIE
ZATERDAG 18 DECEMBER 1976
Wim Schütz iTroutzaerte
Tourette Oxenaar, 'Feest geweest', nr. 379. olie iVan Gent
De galerieën beneden de
Westerschelde grossieren
tegen de jaarwisseling blijk
baar in verrassingen: in Hulst
dirigeert Piet van Geyt zijn
'Feest der kleine i'ormaatjes',
in Westdorpe (Troutzaerte)
maakt de tentoonstelling van
het wat turbulente werk van
Wim Schütz plaats voor de
heel wat gereserveerder en in
nerlijk meer verplichtende bij
dragen van Jacques Siegers.
Van Gevt's 'FEEST DER KLEINE
FORMAATJES' is op zijn minst een
bont feestje van formaat Zo'n kleine
vijftig kunstenaars hebben bij elkaar
enkele honderden werken voor deze
afgestaan. Ze hebben - in het algemeen
- slechts gemeen dat ze zeer. nogal ol
gewoon gering van afmeting zijn.
Die laatste aanduiding heeft dan - ook
in het algemeen - allerminst betrek
king op de kwaliteit. Die is allesbe
halve gering, zelfs oj? het 'dieptepunt'
van de schommeling zal men geen
echte 'stinkerds' aantreffen. Er is.
dunkt mij. stevig op kwaliteit gewerkt
en gelet bij de samenstelling van de
tentoonstellingscollectie. Vakman
schap staat er. in alle verscheidenheid,
hoog genoteerd. Al die factoren bij el
kaar maken dat Van Geyt er in is kun
nen slagen in een zo kaleidoscopisch
geheel een zeker evenwicht te bren
gen.
Het is eigenlijk verbazingwekkend dat
een dergelijk, werkelijk nationaal,
evenement van jaar tot jaar in een
Hulsterboekhandel kan plaatsvinden.
Een bont feestje op zijn minst, zei ik. en
dat is het ook, zeker voor wie de aan
gename aanblik en het aangename
ogenblik eert. Ik zeg er bij dat liet gros
van deze. naar aardige interieurs snak
kende. werkjes het zonder twijfel lan
ger dan alleen maar een ogenblik zal
uithouden.
Namen en de begrippen die daar bij
passen en -horen.: Meike Sund. Theo
Kurpershoek. Nico Wijnberg. J.
Roosenburg-Goudriaan. Jeanne Bie-
ruma Oosting. Jan van Heel. Mariotto.
H. -J. van Wijk. L. Was. Piet Nieuwen-
huysen. Jan Rijlaarsdam. Leo Stigter.
Anne de Boer. Kees Andrea. Pieter de
Bodt. Go de Kroon. Charles Donker.
Ton Hoogendoom. Saskia van Dijk.
Johan Mekkink. Tourette Oxenaar.
Willeke van Tijn. Peter van Hugten.
Dirk van Gelder. Arte van Geest. Han
van Hagen. Harry van Kruiningen.
Gretha Aarts. Theo Hoogewerf. Pau-
lien Wittenrood. Hermanus Berserik.
Marjan de Glopper. Arja van den Berg.
Frieda Holleman, Kamerlingh Onnes.
Henk Voskuyl. Metten Koomstra.
Lieske van der Seyp. Aart van den I Js-
sel. Jits Bakker. Marius van Beek.
Willy van der Putt. Teun Roosenburg,
E. Gerst, Anne Metz, Peter van Pop-
pel. Nono Relnhold en Jan Kuiper.
Kortom, namen die de mens met wil
tot zoeken gemeenlijk slechts in het
Grote Gebeuren van de randstad zal
vinden.
iGalene Van Geyt. Sleenstraat 20.
Hulst, nog tot 6 januari, werkdagen
9-12 en 14-13 uur. zondagen 14.30-17
uur. Gesloten, alle dinsdagen, beide
kerstdagen en nieuwjaarsdagi.
'T,,
routzaerte" in Westdorpe geeft
nog even openlijk onderdak aan hel
werk van WIM SCHÜTZ. voordat het
weg of in stock gaat. Te zien- een aan
tal meest grote olieverven die stuk
voor stuk van enige gedrevenheid ge
tuigen. De aanpak is ongetwijfeld ro
buust. maar ze breken nergens echt
open en door naar een ontmoetings-
veld dat wat breder en omvattender is
dan het vlak dat ze in materieel op
zicht 'bestrijken'.
Ook te zien. een reeks zwart-witten.
meer communicatief, van een groter
openheid, maarook weernietzó dat de
genade merkbaar nader komt.
Het werk van Schütz is zonder twijfel
krachtig, het verraadt ook kunde en
achtergrond, maar ik heb er wat
weinig voeling mee
Ik heb overigens nog wat minder voe
lingmet de mensen die bij het zien van
Schütz in koor 'Picasso' roepen.
Eén van de promotors van deze kun
stenaar heeft in zijn enthousiasme het
bericht verspreid dat de tentoonstel
ling verlengd zou worden Lot 2 januari
en dat bericht heeft ook in deze cou
rant gestaan. Het is niet helemaal
waar. Er is in Troutzaerte nog wel wat
Schütz te zien, maar de aandacht zal
de komende weken in de eerste plaats
gevraagd worden voor het werk van
JACQUES SLEGERS.
Dat wordt een bijzondere tentoonstel
ling en - volgende week in deze rubriek
een hoofdstuk apart.
Ook bij Troutzaerte de nieuwe collec
tie keramiek van MOBACH.
(Galerie Troutzaerte. Singel. West
dorpe. Op maandagen gesloten i.
W,
ie toch in Wesldorpe is kan even
de brug over naar Sas van Gent, Daar
is tol Oudjaar in galerie 'Uilenspiegel'
het werk te zien van Lisbeth de Jonge.
Dat werk. etsen, ets-aqua tinten, een li
thografie en pastels, maakt in liet al
gemeen een nog academisch-jonge in
druk. Het geeft daarbij een inzicht in
de zeker aanwezige technische capaci
teiten en verworvenheden die - wel
licht in samenhang met een wal per
soonlij keren sterkere 'beelding - tot
krachtige resultaten kunnen leiden
Het overzicht zoals dat nu tot stand
kan komen blijft wat op de algemene
vlakke vlakte omdat er in feite weinig
echt persoonlijks te beleven valt Een
dergelijke opmerking houdt evenwel
geen totale afwijzing in omdat dit werk
als jon ge inleiding zeker zijn functie en
nuttigheid zal hebben. Het vervolg,
.misschien het eerste 'echte' hoofd
stuk, zit er in.
t Galerie Uilenspiegel. Westkade. Sas
van Gent, dagelijks 9-12 en 13.30-1S
uur. vrijdags tol 21 uur. 'szondags van
14 tol 13 uur. woensdag na. de middag
gesloten./
O.
Na.
aarmale de natuur meer en meer ontluisterd raakt,
neemt het aantal voortreffelijke natuurgidsen toe. Het
zou je soms bitter stemmen, in plaats van dankbaar,
want wat leer jeer uit: dat in zeker morsdood bergbeekje
vroeger forel leefde, aan zeker thans met olie verontrein
igd strand zeehonden lagen, terwijl bruinvissen in scho
len voorbij tuimelden; dat op die rots steenarenden
broedden, dat hier vroeger een bepaalde zeldzame orchi
dee. en daar de griel voorkwam en dat nu alles ver
dwenen is. of op het punt staat te verdwijnen. Ik over
drijf, maar soms denk je echt wel eens: die prachtige
gidsen, veel uitgebreider, praktischer en veelzijdiger
dan er vroeger ooit verschenen, komen als mosterd na de
maaltijd.
Gelukkig, heel gelukkig, is het niet overal even erg als in
ons eigen, kleine, door mensen overwoekerde land. En
zelfs hier kentert het getij, zij het m menig geval helaas te
laat. Getuige het verschijnen van al deze gidsen, want ze
zouden er niet komen als er geen grote vraag naar was. zó
idealistisch zijn de meeste uitgevers nu ook weer niet. Wel
is het zo dat de meeste van deze boeken oorspronkelijk
buitenlandse uitgaven zijn. en voor Nederland dan een
beetje moeten worden bewerkt. In sommige gevallen hin
dert dat totaal niets, zoals bij de werkelijk prachtige 'El-
scviers Alpengids' van Th. Schauer en C. Caspari. die
ruim 700 kleurafbeeldingen geeft van planten, dieren, ste
nen en mineralen die in de Alpen voorkomen (252 blz.
35). Wie naar de Alpen gaat komt onmiddellijk in con
tact met een totaal andere Hora en fauna dan hier; haast
ieder bloempje dat we zien is anders dan bij ons en onbe
kend. en voor menig dier en menige vogel, vlinder, geldt
hetzelfde. Vooral de Alpenflora spreekt haast tot ieder:
tijdens wandel- en klimtochten valt die bonte pracht wel
heel sterk in het oog. en menigeen wil dan graag de naam
van die bijzondere bloemen weten.
Dit boek is een haast ideale gids. niet alleen door de fraaie,
duidelijke afbeeldingen van bloemen, insecten, amfi
bieën. vogels, zoogdieren en gesteenten, maar ook omdat
er zoveel in wordt verteld over de achtergronden: de wor
dingsgeschiedenis en de structuur van de Alpengebieden,
de geologie en de mineralogie. Literatuuropgaven zijn er
voor wie nog meer wal weten. Een sterk aanbevolen gids
voor wie naar de Alpen gaat. er geweest is. of voor wie in de
Alpen belang stelt.
Al even sterk aanbevolen' .Elseviers Zoogdierengids':
230 soorten, ruim 400 afbeeldingen in kleur. 256 pag.
22.50.
Maurice Burton is de schrijver. Rob van Assen maakte de
illustraties. Hier staan alle zoogdieren van Europa, het
Midden-Oosten en Noord-Affika afgebeeld en beschreven,
behandeld naar hun diverse biotopen, dus b.v. bergen,
bos. moerassen, zee etc. Ook de sporen, de pootmdrukken.
worden vaak afgebeeld, en er werd een apart hoofdstuk
gewijd aan de soorten die in recente tijd door de mens
opzettelijk of onopzettelijk hier werden heengebracht en
die verwilderden, zoals de grijze eekhoorn, de muskusrat,
nerts, wasbeer en diverse hertensoorten. Wie hier verzet
aantekent, dient te bedenken dat zelfs de bruine rat en de
huismuis niet van oorsprong inheems zijn in Europa! En
aangezienje nu eenmaal wilde muntjaks en stekelmuizen
in Europa kunt tegenkomen, dienen ze ook in zo'n gids te
staan.
Duiven
'Elseviers Duivengids' brengt 179 duivenrassen in kleur,
getekend door de bekende Nederlandse durvensrhilder
Johan Lentink. De tekst is van Andreu McNeillie
24.50). Erbestaan. op de hele wereld, ruim tweehonderd
soorten duiven die door de mens gekweekt zijn uit de
Rotsduif. een variabele soorc die het meest lijkt op de
bekende blauwband pleinduif met witte rug. Hoe het mo
gelijk is geweest in de loop der eeuwen zó uiteenlopende
soorten te kweken, in allerlei kleuren, allerlei vormen,
groot, klein, met voetbevedering. enorme krop. wratont-
wikkeling en nog allerlei andere bijzondere, volkomen er
felijke. dus raszuivere eigenschappen in vliegen, wijze van
koeren etc.. is onbegrijpelijk.
Sinds het grote standaardwerk van Spruijt en Lentink
waren over het algemeen slechts boekjes op de markt
gekomen die onderdelen behandelden, niet alles. Dit boek
brengt heel veel. Niet alles, en het is vaak erg oppervlak
kig. Men leze bij voorbeeld een hoofdstukje als 'Kwalen en
hun genezing' - het had net zo goed weggelaten kunnen
worden, jehebter totaal niets aan. De afbeeldingen in het
eerste, algemene gedeelte, zijn uiterst gebrekkig.
De tekeningen van Lentink zijn uitstekend, hoogstens
wat te zeer 'ideaalbeeld', met als eeuwige, traditionele
fout de 'opgeschilderde' tweede band over de vleugels:
geen enkele duif die zo'n tweede band in deze vorm ook
maar kan hebben, de verengroei en het opvouwen van de
vleugel laat het niet toe. Maar sinds Van Gink, ook een
uiterst bekwaam duivenschilder overigens, die band zo
creëerde, doet haast ieder hem na.
Hier en daar zijn in dit boek bijschriften verwisseld- De
zwarte en de dun Mokee brengt ieder wel terecht, maar
ernstiger wordt het als op pag. 127 een snipmeeuw als
'gladkoppige snipduif gepresenteerd wordt, op pag. 129
een Saksische Witstaart als Zuidduitse Witstaart. want
de tekst daartegenover (p. 128i deugt óok niet: Zuidduitse
Witstaarten hebben juist géén voetbevedering. Ik kan
niet doorgaan met op alle slakken zout te leggen, laat
alleen nog even de 'Zuidduitse Lastduif opdraven iPlaat
pag 125. tekst op 1241. Je ziet het beest al voor je met,
een pakje op de rug gebonden
Hoe komtdie krankzinnige naam in dit boek? Ik vermoed,
nee. weet zeken het is een Duits ras dat daar Tatztaube'
heet, (Latz. borstvlek. slabbetjei.
Ook staan de soorten en rassen naar Nederlandse begrip
pen erg door elkaar gehutseld. Kortom: hoewel beter wat
dan niets, ik ben met zo erg gelukkig met dit boek. Het
moet grondig herzien worden voor een eventuele herdruk.
Waar is de tijd van de werkelijk unieke werken op dit
gebied van de grote kenner C. A. M. Spruyt?
In een uitvoering die wel bijzonder veel op de Elseviergid-
sen lijkt izelfs het omslagpapier is eender! i verscheen bij
Zomeren Keuning, Wageningen, een vogelgids van Bob
Scott en Don Forrest. 'Kijk oj> vogels', een determineer-
boek voor de vogels van N.W.-Europa. 382 soorten. 1140
kleurenillustraties, 22.90. Ruud Rook vertaalde en be
werkte.
De vele plaatjes in deze gids zijn goed zonder voortreffelijk
te zijn (ze zijn vaak wat groezelig van kleur) maar wel heel
erg plezierig is het grote aantal afbeeldingen van diverse
kleden: mannetjes, vrouwtjes, zomer- en winteijeugd- en
eclipskleed; of aparte schetsjes van moeilijke gevallen en
vaste herkenningstekens. Trouwens uit de getallencom-
binatie 233 soorten. 1140 afb. kan men al direct afleiden
dat de meeste soorten met mëer dan een afbeelding verte
genwoordigd zijn.
LINNEN
lUITEN
Het is een zeer bruikbaar boekje, dat bovendien door zijn
werkelijk handzame formaat gemakkelijk mee kan op
trektocht.
Paddestoelen
Tenslotte nog 'Paddestoelen' van A. Neunen, gen kleu-
rengids voor het herkennen van de belangrijkste padde
stoelen. voor Nederland bewerkt door dr. M A. IJsseling.
Het onderschrift, luidt: „Weet wat u eet'. Dit is een gids om
met behulp van kleurenfoto's en zeer duidelijke omschrij
vingen alle belangrijke paddestoelen en hun soms lemens
gevaarlijke dubbelgangers te herkennen.
Er staan talloze, zonder uitzondering voortreffelijke af
beeldingen in deze gids. van eetbare soorten, giftige, en
soorten waarmee men. om welke reden dan ook. maar
beter kan oppassen. In het buitenland worden veel meer
soorten gegeten dan ten onzent, waar het veelal blijft bij
de gekweekte champignons en de cantharellen. Door het
vele reizen en trekken en de daarmee geleidelijk ook ver
anderende eetgewoonten in Nederland, komen heel wat
meer mensen dan vroeger m de verleiding ook hier onge
veer iedere paddestoel die ze vinden te plukken en in de
pan te gooien. Dat is vaak jammer als het zeldzame en of
onsmakelijke soorten betreft, en soms funest als ze werke-
Jijk vergiftig blijken te zijn.
Ook voor mensen die minder aan culinaire geneugten
denken, mensen die bovenal door paddestoelen worden
geboeid omdat ze ze mooi vinden, is dit boek een goede
gids. De tekst, is prima, de afbeeldingen zijn. zoals gezegd,
bijzonder duidelijk en fraai. Thieme, Zutphen, gaf dit
boek uit.
Ik was een beetje verbaasd in de Gigant-reeks van de
Arbeiderspers, een serie waar toch namen als Colette,
Dekobra, Rider Haggard. Nathanael West. d'Annun-
z.io etc. voorkomen, een heruitgave te vinden van
Edith M. Hull's 'De Sjeik'.
Op hel omslag prijkt een foto uit een film van 1921:
Rudolf Valentino in de titelrol. Hij kijkt volkomen
verwilderd naar een vrouwspersoon dat hij uiterst
moeizaam in zijn armen torst, en wier wasscnbeel-
dengezicht een toppunt van walging tracht uit te
drukken.
Edith M. Huil. 'De Sjeik'. Het bracht heel oude herin
neringen boven. Dat boek stond bij m'n moeder in de
kast. en ik las het stiekem als jongen van een jaar of
veertien. Er was ook nog een vervolg. 'De Zonen van de
Sjeik', en erstonden nog rijen van datpseudo-oosterse
gedoe.
De flaptekst van nu wil ons wijsmaken dat dit boek een
evergreen is. En aangezien we zovele dingen uit het
begin van deze eeuw moeten herijken, aangezien de
mor.sterlijkste vazen en schemerlampen eii bazaar
beeldjes kostbaar en prachtig blijken te zijn. de ontil-
baarste bakbeesten van fauteuils, de krankzinnigste
kachels-met-ombouw opeens tot wonderen van meu
belkunst en binnenhuisarchitectuur zijn verklaard,
zou het best eens kunnen dat vroegere generaties van
kritische lezeressen ten vergeet de lezers rueti zich vol
komen verkeken hebben op de pennevruchten van
Edith Huil. en dat die geen keukenmeidenromans
schreef, maar literaire meesterwerken.
Om diverse redenen begon ik dus met enige verwach
ting. vertedering zelfs, de lectuur. Ik herinnerde me zo
goed als niets meer van het boek. en dat op zichzelf al
een veeg teken, want watje heel jong leest, onthoud je
nog wel.
In de eerste plaats ergerde ik me al direct aan de verta
ling. Kennelijk heelt men niet de moeite gedaan, of er
de kosten voor over gehad, het boek opnieuw te verta
len. maar hier en daar wat zit ten morrelen en opvijze
len met wat modewoorden als 'optutten' en wat grove
termen. Onzinnige regels als 'Met een glimlach beet de
Amerikaan het puntje van zijn sigaar af werden er niet.
uitgehaald, Probeer het eens? Nu blijft het stuntelen
met het Nederlands, het hele boek door, maar daar
stappen we overheen, al is hier en daar de zin nauwe
lijks te vatten.
Da,
*an dat verhaal, nee. Hoe is het mogelijk dat zo'n
boek ooit een bestseller werd. het ook nog min of meer
bleef, en nu weer. na nooit helemaal vergeten te zijn.
weer in de roulatie komt? Het is volkomen vals. liet
druipt van de goedkope romantiek, het is niet eens
leuk-gek.
Onze heldin (want 'de sjeik' speelt ondanks alles toch
maar de tweede viool) heet Diana Mayo. ze is een af
stammelinge van een zeer oud en schatrijk Engels ge
slacht. en ook nog beeldschoon Rood haar. blauwe
ogen en dikke pikzwarte wimpers Haar moeder was bij
haar geboorte gestorven, en toen had haar vader zich
zelf ook maar van kant gemaakt. Dat stel dus on
scheidbare tortelduiven had in een twintigjarig ideaal
huwelijk twee kinderen gefabriceerd, één jongen, he
lemaal aan 't begin, en onze Diana aan het slot Het
resultaat was dat. althans volgens Miss Hull, die jongen
van negentien die baby op moest voeden (raar ging
dat toe bij die voorname Engelse families in die tijd
maar goed. Engelsen zijn excentriek, dat weten wei.
Hij maakte er dan ook maar een potje van. van die
opvoeding wel te verstaan, d w.z. hij maakte wel een
pseudo-jongen van zijn zusje. Diana kon paardrijden,
jagen, schieten als de beste, ze trok met haar broer
kamperend en zwervend de hele wereld door. leek een
ranke, beeldschone knaap en gedroeg zich ook zo. Wat
liefde was. wist ze niet. en wat een vrouw was ook niet
zodat ze stomverbaasd was dat ze telkens weer liefde
en hartstocht opwekte bij de mannen diezeontmoette
Als ons verhaal begint, is ze meerderjarig geworden, en
heeft ze voor het eerst een meningsverschil met haar
broer. die. tel ik goed. dan zo'n veertiger is. ook nog
steeds ongetrouwd en zwervend Maar het wordt tijd
dat hij voor een nakomeling gaal zorgen, als het illus
tere geslacht Mayo niet uit moet sterven. Hij wil een
Amerikaanse erfdochter aan de haak slaan en gaal dus
in 't wilde weg op zoek. Maar Diana wil wel eens wat
anders, die gaat de woestijn in. in Noord Afrika, daar
droomt ze al jaren van. Ieder raadt het haar al' ol'
spreekt er schande van ('zij vergeet dat ze niet alleen
een smet werpt op haar eigen naam. maar ook oja haar
vaderland'imaar zij zet haar zin door en vertrekt, met'
een zogezegd betrouwbare gids en een heel gevolg voor
een tocht van een maand door de woestijn vanuit Bis
kra.
Vóór haar vertrek heeft ze nog, zeer toepasselijk, het
Kashmir-lied in een palmentuin horen zingen (oosters
is nu eenmaal oostei's, zullen we maar denken) en wel
door een heel bijzondere stem. en heeft er kennelijk
ook nog iemand aan haar revolver gemorreld, maar ja.
die laat Diana zomaar naast haar bed liggen. Zij merkt
niets i al slaapt ze blijkbaar met i en een lezer mag nooit
pienterder zijn dan de held of de heldin in een avontu
renroman Eén ding valt te prijzen: Edith Huil laat er
geen gras over groeien. Diana is nauwelijks op pad. of
ze wordt al geroofd. D.w z. ze was al in de val gelopen
vóór ze vertrok, doordat 'de Sjeik', die haar in Biskra
gezien en plots begeerd had. de gids en het hele reisge
zelschap omgekocht had. Hij was natuurlijk ook de
zanger van hei Kashmir-lieri. de man van de revolver
enzovoorts, dat heeft de lezer al lang begrepen, maar
net duurt nog erg lang eer ons dat wordt onthuld.
hans warren
LETTERKUNDIGE KRONIEK
En zo belandt de arme Diana, die nog nooit door een
man is gekust die al gruwt als ze door de "grove zwarte
handen van een inlander' wordt aangeraakt, in gevan
genschap. De Sjeik. Ahmed-ben-Hassan. is een abso
lute super-Arabier, trouwens helemaal een superman.
Geen cliché dat niet op hem van toepassing is. Het
enige wat waarachtig nog meevalt, is dat de schrijfster
duidelijk laat doorschemeren dat hij zijn prooi de eer
ste avond al verkracht. Natuurlijk staal dal er niet met
zoveel woorden, maar je hoeft er niet aan te twijfelen.
Hij behandelt dit trotse, jongensachtige meisje niet
anders dan de eerste de beste slavin, en ze moet maar
zien dat ze het redt. Dat had aangrijpend kunnen we
zen. maar 't worden enkel wat pagina's toneelzuchten
en -kreten,
Onderlussen ontdekt Diana in haar gouden kooi dal
de sjeik niet zo n simpele inlander en barbaar is als
waarvoor ze nem hield. Hij is eerder een soort gentle
man in disguise, hij heeft, zelfs boeken met opdrachten
aan hem van de schrijver! i en hij manicuurt zijn nagels,
gebruikt aftershave. Natuurlijk blijft ze hem haten,
haten: een ontsnappingspoging verloopt heel drama
tisch, en dan opeens, beseft Diana dat ze van Ahmed is
gaan houden, en niet maar zo'n klein beetje, maar met
de eeuwige grote "liefde. Ze hoopt zelfs, o ondeugend
trekje in die t ijd. dat ze zwanger zal worden, maar alles
op z'n tijd. dal is voordeel II. Het 'erge' is namelijk dat
ze haar liefde niet kan tonen, wan t Ahmed heelt, gezegd
dathij de vrouwen die vervelend verliefd op hem worden
direct, wegstuurt. Maar ook Ahmed raakt nu in een
conflict. Zijn grote vriend uit Frankrijk, die die boeken
schrijft, óók al edelman is (het enige wat Diana weten
wil: 'oude adel"of nieuwe adel? Oude adel natuurlijk! i
komtop bezoek, en die maakt het Ahmed duidelijk dat
hij nü te ver gegaan is door zo'n voornaam Engels
meisje totz'n slavin temaken. Devnenden maken zelfs
bijna ruzie, de Fransman laat een tijdschrift zien
waarin Diana staat afgebeeld imaar geen sterveling
zoekt blijkbaar serieus naar haar. ook haar broer niet.
hoewel ze nu toch maanden zoek is). Enfin. Ahmed
verbrandt die foto en de Fransman wordt ook al
smoorverliefd op Diana, waar zij weer mets van merkt.
Rivaliteit tussen de vrienden. Rivaliteit tussen Ahmed
en een naburige, vijandige stam. Nieuw dramatisch
hoogtepunt: Diana geroofd door de vijandige sjeik, die
uiteraard precies het tegendeel is van de ideale arabier
Ahmed oud. vet. verloederd, vuil. stinkend, kortom:
walgelijk. Hij zal zich juist aan haar vergrijpen als Ah
med binnenstormt (Hé. ik wou dat die film met Valen
tino nog eens vertoond werd! Wat zal dat mooi zijn».
Andere sjeik dood. maar Aluned ook voor maanden in
de lappenmand.
Ja. en dan volgt er zo'n ontgoocheling, dan voel je je
als lezer zó genomen dat je wel wal huilen, met heldin
Diana. Omdat ik u echt de lectuur van dit snertboek
afraad, verklap ik het maar. Onze Alnned-ben-Hassan.
super-arabier, is een nep-sjeik! In plaats van de af
stammeling van rasechte woestijnridders blijkt, hij de
zoon te zijn van een Engelse graaf en een zeer voor
name Spaanse edelvrouw. Enkel adoptiezoon van de
vonge sjeik. Hoe hij daar terecht kwam is te zot om na
te vertellen, er had nóg een Hull-bestseller in kunnen
zitten.
Maar reken nou eens na: die graaf, die overigens nog
leeft, was een goede vriend van Diana's vader, en bo
vendien wettig getrouwd met die Spaanse uit een van
de oudste en voornaamste geslachten Ahmed is dus
geen inlander, maar Diana's sociale gelijke, ook al qua
fortuin, en bovendien goeddeels in Parijs en Londen
opgevoed. En ze hóudt van hem. Miss Huil gebruikt
dan wat suspense: zó gemakkelijk gaat het niet naar
een gelukkig slot,
Alnned heeft wroeging. Hij is na gaan denken, zijn
Franse vriend heeft gelijk, hij is te ver gegaan. Hoewel
hij ook voor het eersteen vrouw liefheeft, zal hij Diana
vrij laten. Hij raakthaar niet meeraan. regelt alles voor
haar vertrek, en zijn wil is nu eenmaal wet.
Ik wil u toch niet een authentiek stukje van dit onster
felijk schone proza onthouden, en daarom volgen hier
de slotregels:
'Diana, witje mij niet meer aanzien?' Zijn slem klonk
bijna nederig. Even trilden haar oogleden, dan sloeg
zij ze langzaam op en keek hem vol vrees aan. 'Zul je
mij met wegzenden? fluisterde zij smekend als een
verschrikt kind. Fjen droge snik ontsnapte aan zijn
lippen en onstuimig kuste hij haar bevende lippen.
'Nooit'zei hij ernstig. 'Ik zal je nu nooit laten gaan. Mijn
god' Als je eens wist hoe ik naar je verlangd heb. Als je
eens ivist. wat het mij kostte, je weg te zenden. Geve
god. dat ik je gelukkig kan maken. Je kent mijnslechte
hoedanigheden, arm kmd.je zult een duivel tot echt
genoot krijgen'.
Langzaam keerde de kleur op haar wangen terug en
een bevend lachje gleed om haar lippen. Zij sloeg een
arm om zijn hals en trok zijn hoofd naar zich toe. 'Ik
ben niet bang' mompelde zij langzaam. 'Ik ben voor
niets en niemand bang. met jouw armen om mij heen.
mijn geliej'de. Ahmed! Monseigneur!'
U ziet het: je reinste keukenmeidenroman. Je kun t dat
woord weer vrij gebruiken, want keukenmeiden be
staan niet meer.
Edith M. Huil: De Sjeik. Arhcidcrspcrs. Amsterdam