DUBBEL FEEST NA TUURGIDSEN De Sjeik Alpen, zoogdieren, duiven, vogels, paddestoelen EDITH M. HULL EEN HERCONFRONTATIE ZATERDAG 18 DECEMBER 1976 Wim Schütz iTroutzaerte Tourette Oxenaar, 'Feest geweest', nr. 379. olie iVan Gent De galerieën beneden de Westerschelde grossieren tegen de jaarwisseling blijk baar in verrassingen: in Hulst dirigeert Piet van Geyt zijn 'Feest der kleine i'ormaatjes', in Westdorpe (Troutzaerte) maakt de tentoonstelling van het wat turbulente werk van Wim Schütz plaats voor de heel wat gereserveerder en in nerlijk meer verplichtende bij dragen van Jacques Siegers. Van Gevt's 'FEEST DER KLEINE FORMAATJES' is op zijn minst een bont feestje van formaat Zo'n kleine vijftig kunstenaars hebben bij elkaar enkele honderden werken voor deze afgestaan. Ze hebben - in het algemeen - slechts gemeen dat ze zeer. nogal ol gewoon gering van afmeting zijn. Die laatste aanduiding heeft dan - ook in het algemeen - allerminst betrek king op de kwaliteit. Die is allesbe halve gering, zelfs oj? het 'dieptepunt' van de schommeling zal men geen echte 'stinkerds' aantreffen. Er is. dunkt mij. stevig op kwaliteit gewerkt en gelet bij de samenstelling van de tentoonstellingscollectie. Vakman schap staat er. in alle verscheidenheid, hoog genoteerd. Al die factoren bij el kaar maken dat Van Geyt er in is kun nen slagen in een zo kaleidoscopisch geheel een zeker evenwicht te bren gen. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat een dergelijk, werkelijk nationaal, evenement van jaar tot jaar in een Hulsterboekhandel kan plaatsvinden. Een bont feestje op zijn minst, zei ik. en dat is het ook, zeker voor wie de aan gename aanblik en het aangename ogenblik eert. Ik zeg er bij dat liet gros van deze. naar aardige interieurs snak kende. werkjes het zonder twijfel lan ger dan alleen maar een ogenblik zal uithouden. Namen en de begrippen die daar bij passen en -horen.: Meike Sund. Theo Kurpershoek. Nico Wijnberg. J. Roosenburg-Goudriaan. Jeanne Bie- ruma Oosting. Jan van Heel. Mariotto. H. -J. van Wijk. L. Was. Piet Nieuwen- huysen. Jan Rijlaarsdam. Leo Stigter. Anne de Boer. Kees Andrea. Pieter de Bodt. Go de Kroon. Charles Donker. Ton Hoogendoom. Saskia van Dijk. Johan Mekkink. Tourette Oxenaar. Willeke van Tijn. Peter van Hugten. Dirk van Gelder. Arte van Geest. Han van Hagen. Harry van Kruiningen. Gretha Aarts. Theo Hoogewerf. Pau- lien Wittenrood. Hermanus Berserik. Marjan de Glopper. Arja van den Berg. Frieda Holleman, Kamerlingh Onnes. Henk Voskuyl. Metten Koomstra. Lieske van der Seyp. Aart van den I Js- sel. Jits Bakker. Marius van Beek. Willy van der Putt. Teun Roosenburg, E. Gerst, Anne Metz, Peter van Pop- pel. Nono Relnhold en Jan Kuiper. Kortom, namen die de mens met wil tot zoeken gemeenlijk slechts in het Grote Gebeuren van de randstad zal vinden. iGalene Van Geyt. Sleenstraat 20. Hulst, nog tot 6 januari, werkdagen 9-12 en 14-13 uur. zondagen 14.30-17 uur. Gesloten, alle dinsdagen, beide kerstdagen en nieuwjaarsdagi. 'T,, routzaerte" in Westdorpe geeft nog even openlijk onderdak aan hel werk van WIM SCHÜTZ. voordat het weg of in stock gaat. Te zien- een aan tal meest grote olieverven die stuk voor stuk van enige gedrevenheid ge tuigen. De aanpak is ongetwijfeld ro buust. maar ze breken nergens echt open en door naar een ontmoetings- veld dat wat breder en omvattender is dan het vlak dat ze in materieel op zicht 'bestrijken'. Ook te zien. een reeks zwart-witten. meer communicatief, van een groter openheid, maarook weernietzó dat de genade merkbaar nader komt. Het werk van Schütz is zonder twijfel krachtig, het verraadt ook kunde en achtergrond, maar ik heb er wat weinig voeling mee Ik heb overigens nog wat minder voe lingmet de mensen die bij het zien van Schütz in koor 'Picasso' roepen. Eén van de promotors van deze kun stenaar heeft in zijn enthousiasme het bericht verspreid dat de tentoonstel ling verlengd zou worden Lot 2 januari en dat bericht heeft ook in deze cou rant gestaan. Het is niet helemaal waar. Er is in Troutzaerte nog wel wat Schütz te zien, maar de aandacht zal de komende weken in de eerste plaats gevraagd worden voor het werk van JACQUES SLEGERS. Dat wordt een bijzondere tentoonstel ling en - volgende week in deze rubriek een hoofdstuk apart. Ook bij Troutzaerte de nieuwe collec tie keramiek van MOBACH. (Galerie Troutzaerte. Singel. West dorpe. Op maandagen gesloten i. W, ie toch in Wesldorpe is kan even de brug over naar Sas van Gent, Daar is tol Oudjaar in galerie 'Uilenspiegel' het werk te zien van Lisbeth de Jonge. Dat werk. etsen, ets-aqua tinten, een li thografie en pastels, maakt in liet al gemeen een nog academisch-jonge in druk. Het geeft daarbij een inzicht in de zeker aanwezige technische capaci teiten en verworvenheden die - wel licht in samenhang met een wal per soonlij keren sterkere 'beelding - tot krachtige resultaten kunnen leiden Het overzicht zoals dat nu tot stand kan komen blijft wat op de algemene vlakke vlakte omdat er in feite weinig echt persoonlijks te beleven valt Een dergelijke opmerking houdt evenwel geen totale afwijzing in omdat dit werk als jon ge inleiding zeker zijn functie en nuttigheid zal hebben. Het vervolg, .misschien het eerste 'echte' hoofd stuk, zit er in. t Galerie Uilenspiegel. Westkade. Sas van Gent, dagelijks 9-12 en 13.30-1S uur. vrijdags tol 21 uur. 'szondags van 14 tol 13 uur. woensdag na. de middag gesloten./ O. Na. aarmale de natuur meer en meer ontluisterd raakt, neemt het aantal voortreffelijke natuurgidsen toe. Het zou je soms bitter stemmen, in plaats van dankbaar, want wat leer jeer uit: dat in zeker morsdood bergbeekje vroeger forel leefde, aan zeker thans met olie verontrein igd strand zeehonden lagen, terwijl bruinvissen in scho len voorbij tuimelden; dat op die rots steenarenden broedden, dat hier vroeger een bepaalde zeldzame orchi dee. en daar de griel voorkwam en dat nu alles ver dwenen is. of op het punt staat te verdwijnen. Ik over drijf, maar soms denk je echt wel eens: die prachtige gidsen, veel uitgebreider, praktischer en veelzijdiger dan er vroeger ooit verschenen, komen als mosterd na de maaltijd. Gelukkig, heel gelukkig, is het niet overal even erg als in ons eigen, kleine, door mensen overwoekerde land. En zelfs hier kentert het getij, zij het m menig geval helaas te laat. Getuige het verschijnen van al deze gidsen, want ze zouden er niet komen als er geen grote vraag naar was. zó idealistisch zijn de meeste uitgevers nu ook weer niet. Wel is het zo dat de meeste van deze boeken oorspronkelijk buitenlandse uitgaven zijn. en voor Nederland dan een beetje moeten worden bewerkt. In sommige gevallen hin dert dat totaal niets, zoals bij de werkelijk prachtige 'El- scviers Alpengids' van Th. Schauer en C. Caspari. die ruim 700 kleurafbeeldingen geeft van planten, dieren, ste nen en mineralen die in de Alpen voorkomen (252 blz. 35). Wie naar de Alpen gaat komt onmiddellijk in con tact met een totaal andere Hora en fauna dan hier; haast ieder bloempje dat we zien is anders dan bij ons en onbe kend. en voor menig dier en menige vogel, vlinder, geldt hetzelfde. Vooral de Alpenflora spreekt haast tot ieder: tijdens wandel- en klimtochten valt die bonte pracht wel heel sterk in het oog. en menigeen wil dan graag de naam van die bijzondere bloemen weten. Dit boek is een haast ideale gids. niet alleen door de fraaie, duidelijke afbeeldingen van bloemen, insecten, amfi bieën. vogels, zoogdieren en gesteenten, maar ook omdat er zoveel in wordt verteld over de achtergronden: de wor dingsgeschiedenis en de structuur van de Alpengebieden, de geologie en de mineralogie. Literatuuropgaven zijn er voor wie nog meer wal weten. Een sterk aanbevolen gids voor wie naar de Alpen gaat. er geweest is. of voor wie in de Alpen belang stelt. Al even sterk aanbevolen' .Elseviers Zoogdierengids': 230 soorten, ruim 400 afbeeldingen in kleur. 256 pag. 22.50. Maurice Burton is de schrijver. Rob van Assen maakte de illustraties. Hier staan alle zoogdieren van Europa, het Midden-Oosten en Noord-Affika afgebeeld en beschreven, behandeld naar hun diverse biotopen, dus b.v. bergen, bos. moerassen, zee etc. Ook de sporen, de pootmdrukken. worden vaak afgebeeld, en er werd een apart hoofdstuk gewijd aan de soorten die in recente tijd door de mens opzettelijk of onopzettelijk hier werden heengebracht en die verwilderden, zoals de grijze eekhoorn, de muskusrat, nerts, wasbeer en diverse hertensoorten. Wie hier verzet aantekent, dient te bedenken dat zelfs de bruine rat en de huismuis niet van oorsprong inheems zijn in Europa! En aangezienje nu eenmaal wilde muntjaks en stekelmuizen in Europa kunt tegenkomen, dienen ze ook in zo'n gids te staan. Duiven 'Elseviers Duivengids' brengt 179 duivenrassen in kleur, getekend door de bekende Nederlandse durvensrhilder Johan Lentink. De tekst is van Andreu McNeillie 24.50). Erbestaan. op de hele wereld, ruim tweehonderd soorten duiven die door de mens gekweekt zijn uit de Rotsduif. een variabele soorc die het meest lijkt op de bekende blauwband pleinduif met witte rug. Hoe het mo gelijk is geweest in de loop der eeuwen zó uiteenlopende soorten te kweken, in allerlei kleuren, allerlei vormen, groot, klein, met voetbevedering. enorme krop. wratont- wikkeling en nog allerlei andere bijzondere, volkomen er felijke. dus raszuivere eigenschappen in vliegen, wijze van koeren etc.. is onbegrijpelijk. Sinds het grote standaardwerk van Spruijt en Lentink waren over het algemeen slechts boekjes op de markt gekomen die onderdelen behandelden, niet alles. Dit boek brengt heel veel. Niet alles, en het is vaak erg oppervlak kig. Men leze bij voorbeeld een hoofdstukje als 'Kwalen en hun genezing' - het had net zo goed weggelaten kunnen worden, jehebter totaal niets aan. De afbeeldingen in het eerste, algemene gedeelte, zijn uiterst gebrekkig. De tekeningen van Lentink zijn uitstekend, hoogstens wat te zeer 'ideaalbeeld', met als eeuwige, traditionele fout de 'opgeschilderde' tweede band over de vleugels: geen enkele duif die zo'n tweede band in deze vorm ook maar kan hebben, de verengroei en het opvouwen van de vleugel laat het niet toe. Maar sinds Van Gink, ook een uiterst bekwaam duivenschilder overigens, die band zo creëerde, doet haast ieder hem na. Hier en daar zijn in dit boek bijschriften verwisseld- De zwarte en de dun Mokee brengt ieder wel terecht, maar ernstiger wordt het als op pag. 127 een snipmeeuw als 'gladkoppige snipduif gepresenteerd wordt, op pag. 129 een Saksische Witstaart als Zuidduitse Witstaart. want de tekst daartegenover (p. 128i deugt óok niet: Zuidduitse Witstaarten hebben juist géén voetbevedering. Ik kan niet doorgaan met op alle slakken zout te leggen, laat alleen nog even de 'Zuidduitse Lastduif opdraven iPlaat pag 125. tekst op 1241. Je ziet het beest al voor je met, een pakje op de rug gebonden Hoe komtdie krankzinnige naam in dit boek? Ik vermoed, nee. weet zeken het is een Duits ras dat daar Tatztaube' heet, (Latz. borstvlek. slabbetjei. Ook staan de soorten en rassen naar Nederlandse begrip pen erg door elkaar gehutseld. Kortom: hoewel beter wat dan niets, ik ben met zo erg gelukkig met dit boek. Het moet grondig herzien worden voor een eventuele herdruk. Waar is de tijd van de werkelijk unieke werken op dit gebied van de grote kenner C. A. M. Spruyt? In een uitvoering die wel bijzonder veel op de Elseviergid- sen lijkt izelfs het omslagpapier is eender! i verscheen bij Zomeren Keuning, Wageningen, een vogelgids van Bob Scott en Don Forrest. 'Kijk oj> vogels', een determineer- boek voor de vogels van N.W.-Europa. 382 soorten. 1140 kleurenillustraties, 22.90. Ruud Rook vertaalde en be werkte. De vele plaatjes in deze gids zijn goed zonder voortreffelijk te zijn (ze zijn vaak wat groezelig van kleur) maar wel heel erg plezierig is het grote aantal afbeeldingen van diverse kleden: mannetjes, vrouwtjes, zomer- en winteijeugd- en eclipskleed; of aparte schetsjes van moeilijke gevallen en vaste herkenningstekens. Trouwens uit de getallencom- binatie 233 soorten. 1140 afb. kan men al direct afleiden dat de meeste soorten met mëer dan een afbeelding verte genwoordigd zijn. LINNEN lUITEN Het is een zeer bruikbaar boekje, dat bovendien door zijn werkelijk handzame formaat gemakkelijk mee kan op trektocht. Paddestoelen Tenslotte nog 'Paddestoelen' van A. Neunen, gen kleu- rengids voor het herkennen van de belangrijkste padde stoelen. voor Nederland bewerkt door dr. M A. IJsseling. Het onderschrift, luidt: „Weet wat u eet'. Dit is een gids om met behulp van kleurenfoto's en zeer duidelijke omschrij vingen alle belangrijke paddestoelen en hun soms lemens gevaarlijke dubbelgangers te herkennen. Er staan talloze, zonder uitzondering voortreffelijke af beeldingen in deze gids. van eetbare soorten, giftige, en soorten waarmee men. om welke reden dan ook. maar beter kan oppassen. In het buitenland worden veel meer soorten gegeten dan ten onzent, waar het veelal blijft bij de gekweekte champignons en de cantharellen. Door het vele reizen en trekken en de daarmee geleidelijk ook ver anderende eetgewoonten in Nederland, komen heel wat meer mensen dan vroeger m de verleiding ook hier onge veer iedere paddestoel die ze vinden te plukken en in de pan te gooien. Dat is vaak jammer als het zeldzame en of onsmakelijke soorten betreft, en soms funest als ze werke- Jijk vergiftig blijken te zijn. Ook voor mensen die minder aan culinaire geneugten denken, mensen die bovenal door paddestoelen worden geboeid omdat ze ze mooi vinden, is dit boek een goede gids. De tekst, is prima, de afbeeldingen zijn. zoals gezegd, bijzonder duidelijk en fraai. Thieme, Zutphen, gaf dit boek uit. Ik was een beetje verbaasd in de Gigant-reeks van de Arbeiderspers, een serie waar toch namen als Colette, Dekobra, Rider Haggard. Nathanael West. d'Annun- z.io etc. voorkomen, een heruitgave te vinden van Edith M. Hull's 'De Sjeik'. Op hel omslag prijkt een foto uit een film van 1921: Rudolf Valentino in de titelrol. Hij kijkt volkomen verwilderd naar een vrouwspersoon dat hij uiterst moeizaam in zijn armen torst, en wier wasscnbeel- dengezicht een toppunt van walging tracht uit te drukken. Edith M. Huil. 'De Sjeik'. Het bracht heel oude herin neringen boven. Dat boek stond bij m'n moeder in de kast. en ik las het stiekem als jongen van een jaar of veertien. Er was ook nog een vervolg. 'De Zonen van de Sjeik', en erstonden nog rijen van datpseudo-oosterse gedoe. De flaptekst van nu wil ons wijsmaken dat dit boek een evergreen is. En aangezien we zovele dingen uit het begin van deze eeuw moeten herijken, aangezien de mor.sterlijkste vazen en schemerlampen eii bazaar beeldjes kostbaar en prachtig blijken te zijn. de ontil- baarste bakbeesten van fauteuils, de krankzinnigste kachels-met-ombouw opeens tot wonderen van meu belkunst en binnenhuisarchitectuur zijn verklaard, zou het best eens kunnen dat vroegere generaties van kritische lezeressen ten vergeet de lezers rueti zich vol komen verkeken hebben op de pennevruchten van Edith Huil. en dat die geen keukenmeidenromans schreef, maar literaire meesterwerken. Om diverse redenen begon ik dus met enige verwach ting. vertedering zelfs, de lectuur. Ik herinnerde me zo goed als niets meer van het boek. en dat op zichzelf al een veeg teken, want watje heel jong leest, onthoud je nog wel. In de eerste plaats ergerde ik me al direct aan de verta ling. Kennelijk heelt men niet de moeite gedaan, of er de kosten voor over gehad, het boek opnieuw te verta len. maar hier en daar wat zit ten morrelen en opvijze len met wat modewoorden als 'optutten' en wat grove termen. Onzinnige regels als 'Met een glimlach beet de Amerikaan het puntje van zijn sigaar af werden er niet. uitgehaald, Probeer het eens? Nu blijft het stuntelen met het Nederlands, het hele boek door, maar daar stappen we overheen, al is hier en daar de zin nauwe lijks te vatten. Da, *an dat verhaal, nee. Hoe is het mogelijk dat zo'n boek ooit een bestseller werd. het ook nog min of meer bleef, en nu weer. na nooit helemaal vergeten te zijn. weer in de roulatie komt? Het is volkomen vals. liet druipt van de goedkope romantiek, het is niet eens leuk-gek. Onze heldin (want 'de sjeik' speelt ondanks alles toch maar de tweede viool) heet Diana Mayo. ze is een af stammelinge van een zeer oud en schatrijk Engels ge slacht. en ook nog beeldschoon Rood haar. blauwe ogen en dikke pikzwarte wimpers Haar moeder was bij haar geboorte gestorven, en toen had haar vader zich zelf ook maar van kant gemaakt. Dat stel dus on scheidbare tortelduiven had in een twintigjarig ideaal huwelijk twee kinderen gefabriceerd, één jongen, he lemaal aan 't begin, en onze Diana aan het slot Het resultaat was dat. althans volgens Miss Hull, die jongen van negentien die baby op moest voeden (raar ging dat toe bij die voorname Engelse families in die tijd maar goed. Engelsen zijn excentriek, dat weten wei. Hij maakte er dan ook maar een potje van. van die opvoeding wel te verstaan, d w.z. hij maakte wel een pseudo-jongen van zijn zusje. Diana kon paardrijden, jagen, schieten als de beste, ze trok met haar broer kamperend en zwervend de hele wereld door. leek een ranke, beeldschone knaap en gedroeg zich ook zo. Wat liefde was. wist ze niet. en wat een vrouw was ook niet zodat ze stomverbaasd was dat ze telkens weer liefde en hartstocht opwekte bij de mannen diezeontmoette Als ons verhaal begint, is ze meerderjarig geworden, en heeft ze voor het eerst een meningsverschil met haar broer. die. tel ik goed. dan zo'n veertiger is. ook nog steeds ongetrouwd en zwervend Maar het wordt tijd dat hij voor een nakomeling gaal zorgen, als het illus tere geslacht Mayo niet uit moet sterven. Hij wil een Amerikaanse erfdochter aan de haak slaan en gaal dus in 't wilde weg op zoek. Maar Diana wil wel eens wat anders, die gaat de woestijn in. in Noord Afrika, daar droomt ze al jaren van. Ieder raadt het haar al' ol' spreekt er schande van ('zij vergeet dat ze niet alleen een smet werpt op haar eigen naam. maar ook oja haar vaderland'imaar zij zet haar zin door en vertrekt, met' een zogezegd betrouwbare gids en een heel gevolg voor een tocht van een maand door de woestijn vanuit Bis kra. Vóór haar vertrek heeft ze nog, zeer toepasselijk, het Kashmir-lied in een palmentuin horen zingen (oosters is nu eenmaal oostei's, zullen we maar denken) en wel door een heel bijzondere stem. en heeft er kennelijk ook nog iemand aan haar revolver gemorreld, maar ja. die laat Diana zomaar naast haar bed liggen. Zij merkt niets i al slaapt ze blijkbaar met i en een lezer mag nooit pienterder zijn dan de held of de heldin in een avontu renroman Eén ding valt te prijzen: Edith Huil laat er geen gras over groeien. Diana is nauwelijks op pad. of ze wordt al geroofd. D.w z. ze was al in de val gelopen vóór ze vertrok, doordat 'de Sjeik', die haar in Biskra gezien en plots begeerd had. de gids en het hele reisge zelschap omgekocht had. Hij was natuurlijk ook de zanger van hei Kashmir-lieri. de man van de revolver enzovoorts, dat heeft de lezer al lang begrepen, maar net duurt nog erg lang eer ons dat wordt onthuld. hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK En zo belandt de arme Diana, die nog nooit door een man is gekust die al gruwt als ze door de "grove zwarte handen van een inlander' wordt aangeraakt, in gevan genschap. De Sjeik. Ahmed-ben-Hassan. is een abso lute super-Arabier, trouwens helemaal een superman. Geen cliché dat niet op hem van toepassing is. Het enige wat waarachtig nog meevalt, is dat de schrijfster duidelijk laat doorschemeren dat hij zijn prooi de eer ste avond al verkracht. Natuurlijk staal dal er niet met zoveel woorden, maar je hoeft er niet aan te twijfelen. Hij behandelt dit trotse, jongensachtige meisje niet anders dan de eerste de beste slavin, en ze moet maar zien dat ze het redt. Dat had aangrijpend kunnen we zen. maar 't worden enkel wat pagina's toneelzuchten en -kreten, Onderlussen ontdekt Diana in haar gouden kooi dal de sjeik niet zo n simpele inlander en barbaar is als waarvoor ze nem hield. Hij is eerder een soort gentle man in disguise, hij heeft, zelfs boeken met opdrachten aan hem van de schrijver! i en hij manicuurt zijn nagels, gebruikt aftershave. Natuurlijk blijft ze hem haten, haten: een ontsnappingspoging verloopt heel drama tisch, en dan opeens, beseft Diana dat ze van Ahmed is gaan houden, en niet maar zo'n klein beetje, maar met de eeuwige grote "liefde. Ze hoopt zelfs, o ondeugend trekje in die t ijd. dat ze zwanger zal worden, maar alles op z'n tijd. dal is voordeel II. Het 'erge' is namelijk dat ze haar liefde niet kan tonen, wan t Ahmed heelt, gezegd dathij de vrouwen die vervelend verliefd op hem worden direct, wegstuurt. Maar ook Ahmed raakt nu in een conflict. Zijn grote vriend uit Frankrijk, die die boeken schrijft, óók al edelman is (het enige wat Diana weten wil: 'oude adel"of nieuwe adel? Oude adel natuurlijk! i komtop bezoek, en die maakt het Ahmed duidelijk dat hij nü te ver gegaan is door zo'n voornaam Engels meisje totz'n slavin temaken. Devnenden maken zelfs bijna ruzie, de Fransman laat een tijdschrift zien waarin Diana staat afgebeeld imaar geen sterveling zoekt blijkbaar serieus naar haar. ook haar broer niet. hoewel ze nu toch maanden zoek is). Enfin. Ahmed verbrandt die foto en de Fransman wordt ook al smoorverliefd op Diana, waar zij weer mets van merkt. Rivaliteit tussen de vrienden. Rivaliteit tussen Ahmed en een naburige, vijandige stam. Nieuw dramatisch hoogtepunt: Diana geroofd door de vijandige sjeik, die uiteraard precies het tegendeel is van de ideale arabier Ahmed oud. vet. verloederd, vuil. stinkend, kortom: walgelijk. Hij zal zich juist aan haar vergrijpen als Ah med binnenstormt (Hé. ik wou dat die film met Valen tino nog eens vertoond werd! Wat zal dat mooi zijn». Andere sjeik dood. maar Aluned ook voor maanden in de lappenmand. Ja. en dan volgt er zo'n ontgoocheling, dan voel je je als lezer zó genomen dat je wel wal huilen, met heldin Diana. Omdat ik u echt de lectuur van dit snertboek afraad, verklap ik het maar. Onze Alnned-ben-Hassan. super-arabier, is een nep-sjeik! In plaats van de af stammeling van rasechte woestijnridders blijkt, hij de zoon te zijn van een Engelse graaf en een zeer voor name Spaanse edelvrouw. Enkel adoptiezoon van de vonge sjeik. Hoe hij daar terecht kwam is te zot om na te vertellen, er had nóg een Hull-bestseller in kunnen zitten. Maar reken nou eens na: die graaf, die overigens nog leeft, was een goede vriend van Diana's vader, en bo vendien wettig getrouwd met die Spaanse uit een van de oudste en voornaamste geslachten Ahmed is dus geen inlander, maar Diana's sociale gelijke, ook al qua fortuin, en bovendien goeddeels in Parijs en Londen opgevoed. En ze hóudt van hem. Miss Huil gebruikt dan wat suspense: zó gemakkelijk gaat het niet naar een gelukkig slot, Alnned heeft wroeging. Hij is na gaan denken, zijn Franse vriend heeft gelijk, hij is te ver gegaan. Hoewel hij ook voor het eersteen vrouw liefheeft, zal hij Diana vrij laten. Hij raakthaar niet meeraan. regelt alles voor haar vertrek, en zijn wil is nu eenmaal wet. Ik wil u toch niet een authentiek stukje van dit onster felijk schone proza onthouden, en daarom volgen hier de slotregels: 'Diana, witje mij niet meer aanzien?' Zijn slem klonk bijna nederig. Even trilden haar oogleden, dan sloeg zij ze langzaam op en keek hem vol vrees aan. 'Zul je mij met wegzenden? fluisterde zij smekend als een verschrikt kind. Fjen droge snik ontsnapte aan zijn lippen en onstuimig kuste hij haar bevende lippen. 'Nooit'zei hij ernstig. 'Ik zal je nu nooit laten gaan. Mijn god' Als je eens wist hoe ik naar je verlangd heb. Als je eens ivist. wat het mij kostte, je weg te zenden. Geve god. dat ik je gelukkig kan maken. Je kent mijnslechte hoedanigheden, arm kmd.je zult een duivel tot echt genoot krijgen'. Langzaam keerde de kleur op haar wangen terug en een bevend lachje gleed om haar lippen. Zij sloeg een arm om zijn hals en trok zijn hoofd naar zich toe. 'Ik ben niet bang' mompelde zij langzaam. 'Ik ben voor niets en niemand bang. met jouw armen om mij heen. mijn geliej'de. Ahmed! Monseigneur!' U ziet het: je reinste keukenmeidenroman. Je kun t dat woord weer vrij gebruiken, want keukenmeiden be staan niet meer. Edith M. Huil: De Sjeik. Arhcidcrspcrs. Amsterdam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 21