3'Mensen in de Sahel': alleen kunnen ze het niet De waterwilgen SENRYU JAPANSE VOLKSPOËZIE G„, Wat moeten wij dan doen? Kunnen we spoedig een concilie van de Orthodoxe Kerken verwachten? ZATERDAG 11 DECEMBER 1976 Xs er werkelijk hoop voor de Sahel in Afrika? Michael Behr. vertegen woordiger van de Britse hulporgani satie Oxfam in Boven-Volta, zegt het zo: De langdurige droogteperiode zorgde ervoor dat de Sahel de aan dacht van de wereld trok, er kwam hulp binnen en er werd over het ge bied gesproken. Op de langere duur zou je misschien kunnen zeggen dat de droogteperiode een 'zegen' is ge weest. Maar het is natuurlijk wel erg dat je zo'n ramp nodig hebt om be langstelling te krijgen". Behr is een van de 'Mensen in de Sahel'. die aan het woord komen in het pas versche nen boek onder die titel van Albert Stol (een uitgave in samenwerking met de NOVIB). Volgende week, van 12 tot 19 december, is het in Neder land opnieuw Sahel-week. Hulp nu betekent dat er een nieuwe ramp kan worden voorkomen. Het is nog maar nauwelijks drie jaar geleden dat de ellende in de Sahel ge nadeloos toesloeg. In deze rand van de Sahara in Afrika ligt een rijtje landen dat tot de 25 armste ter wereld moet worden gerekend: Senegal, Gambia, Mauretaniè, Boven-Volta, Niger. Mali. Tsjaad en (geografisch apart) De Kaap-Verdische eilanden. De gevol gen van de droogte waren verschrikke lijk, grote kudden werden uitgeroeid, nomaden gedwongen hun traditionele woongebieden te verlaten op zoek naar voedsel, de oogsten van de ne gerbevolking gingen verloren, de na tionale economieën van de Sahel- landen stortten in elkaar. Van de 22 miljoen inwoners verloren honder dduizenden het leven. Na 'n aarzelend begin kwam. vooral na de schokkende beelden op de televisie en in de internationale pers, de nood hulpverlening op gang. Met voedsel- zendingen probeerde het westen de catastrofe te keren. Op vrachtwagen, via kamelenkaravanen en per vlieg tuig kwam het voedsel ook in de verst afgelegen streken terecht. Veel van de overlevenden konden door middel van deze hulp van een bijna zekere dood worden gered. In 1975 regende het weer in de üanei Hard en veel. Zo overvloedig dat in het noorden van Niger complete dorpen wegspoelden, scholen en gezond heidscentra ernstig werden bescha digd en oogsten verloren gingen. Sprinkhanen- en rattenplagen kwa men in Niger en Senegal achter de re gen aan. Maar er was weer water in de Sahel. En dat betekende voor velen het probleem is voorbij. De Sahel had toch alleen maar geleden onder een langdurige droogteperiode? Noodhulp een begin De werkelijkheid is meedogenloos an ders. Het wisselvallige klimaat en de droogteperiode waren de uiterlijke verschijnselen die de aandacht trok ken en de weerbaarheid van de bevol king braken. De Sahelproblematiek zelf is van veel groter formaat Een oude koloniale erfenis die oude struc turen had vernietigd wreekt zich hier Permanente ondervoeding en armoe de. ziekten, de crisis in de wereldeco nomie. de verhoogde prijzen voor im portgoederen en de niet volledig be nutte mogelijkheden van landbouw en veeteelt, dat alles bij elkaar veroor zaakte dat een droogteperiode kon uitgroeien tot een catastrofe in de Sa hel. die de wereld zich dan tenslotte heeft aangetrokken Om een verdere verslechtering van de toestand in dit stuk van zwart Afrika te voorkomen en de weerstand van de bevolking te ver hogen was de noodhulp dus niet een einde, maar een begin. Een begin om te zoeken naar oplossingen voor de lan gere termijn, te zoeken naar een stra tegie voor de toekomst. Regeringen, internationale organisa ties en particuliere instellingen in het westen hebben besloten hun krachten te bundelen en de Sahel-landen niet in de steek te laten Zelf hebben de Sahel-landen zich verenigd in een inter-statelijk comité, waarmee kan worden bereikt dat de problemen niet alleen op nationaal niveau, maar vooral ook op regionaal niveau worden bezien. Dit comité bevordert de onder linge samenwerking, onder meer bij de exploitatie van de rivieren Senegal en Niger. De donorlanden en grote orga nisaties als de Wereldbank, het Euro pees Ontwikkelings Fonds, de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) en de Or ganisatie voor Economische Samen werking en Ontwikkeling iOESO) hebben kort geleden in Dakar beslo ten tot oprichting van de 'Club des Amis du Sahel'. de vrienden van de Sahel. Van deze organisatie maken onder anderen deel uit de Verenigde Staten. Frankrijk. Engeland. Oosten rijk. België en Nederland. De 'vrienden van de Sahel' willen hulp verlenen en de internationale opinie wakker schudden, Ze willen de hulp bundelen, proberen een evenwichtige ontwikke ling in de Sahara-rand op gang te brengen, een strategie uitwerken voor de economische en sociale toekomst van het gebied op de langere termijn. Een deel van de overheidsgelden - ook in Nederland - loopt via particuliere instellingen, zoals de NOVIB. Door de aard van hun werk staan deze in direct contact met de armste lagen van de bevolking. Ook die particuliere orga,- nisaties in Europa hebben zich gebun deld om de hulp aan de Sahel zo effec tief mogelijk te laten zijn. Deelnemers in deze samenwerking, Euro Action Sahel. zijn Oxfam uit Engeland. Mani Tese uit Italië. Deutsche Welthunger- hilfe uit WestrDuitsland. Centre Na tional de Cooperation du Développe- ment uit België en de NOVIB uit Ne derland. Tot de projecten, onder meer betaald uiteerdere Sahelacties in Ne derland. behoren leningen aan visse rijcoöperaties in Mali voor de aankoop van materiaal. Vis is erg belangrijk voor de eiwitvoeding van de bevol king. 'Vooral volhouden De journalist Albert Stol (34) heeft het afgelopen jaar tweemaal door dit Afri kaanse probleemgebied getrokken om 'Mensen in de Sahel' aan het woord te laten. Hij liet boeren, ambtenaren, buitenlandse ontwikkelingswerkers, plaatselijke bestuurders, een pater en vele anderen hun verhaal vertellen. Het zijn ongekunstelde vertellingen van mensen die geen blad voor de mond nemen.' Levenservaringen van inwoners en hulpverleners, die jaren achtereen velen om zich heen hebben zien sterven: die de overgang van het kolonialisme naar het uiterst moei zame begin van de zelfstandigheid hebben meegemaakt. Mensen, die zich aan de armoede proberen te ontwor stelen en die - samen met anderen - onder veel tegenslagen proberen nieuwe produktiemethoden te ont wikkelen voor hun armetierige land bouw. Verhalen van vallen en opstaan, verhalen van vooral volhouden. Stol heeft al eerder een boek geschreven over dit stuk derde wereld met zijn haast onmogelijk te verhelpen pro blemen. Dat heette 'Schijn en werke lijkheid in de Sahel' en daarin werden vooral de oorzaken blootgelegd van de catastrofe van enkele jaren geleden. Er is weer regen gevallen in de Sahel. Maar regen alleen is geen oplossing voor dit stuk Afrika, dat een droogte ramp nodig had om duidelijk te maken wat er werkelijk allemaal aan de hand is. Daarom moet de schok van de her kenning van de ellende in de Sahel. die in het westen is overgekomen, veran deren in blijvende, gerichte aandacht. KEES VAN DER MAAS Driejaar geleden verscheen, ook bij Meulenhoff. een uitvoe rige bloemlezing Japanse haiku, onder de titel 'Haiku. Een jonge Maan'. De vertaling, rechtstreeks uit het Japans, was van J. van Tooren. die ook voor de inleidingen zorgde. Het woord vooraf was van prof. dr. F. Vos. Deze zelfde auteurs tekenen nu ook weer voor deel 3 in de pas begonnen 'Oosterse Bibliotheek' van Meulenhoff Dit deel heet: 'Senryu - De Waterwilgen. Vierhonderdnegentig senryu- gedichten, vertaald uit het Japans en ingeleid door J. van Too ren, met een bijdrage van prof. dr. F. Vos'. Haiku en Senryu vullen elkaar in zekere zin aan. Het zijn allebei heel korte gedichtjes, ze mogen eigenlijk niet meer dan zeventien lettergrepen bevatten, die niettemin, zoals prof. Vos in de inlei ding tot 'Een jonge maan' formuleerde, 'met een minimum aan woorden een maximum aan belevenis oproepen'. Tenminste, als het goed is. En er zyn. door de eeuwen heen. natuurlijk veel te veel haiku en senryu gemaakt dan dat ze allemaal goed zouden zijn. Soms is de poëtische voltage wel uiterst zwak. en in verta ling wil dan de allerlaatste kans op een schokje wel eens volko men verloren gaan. Daar komt dan nog by dat we de laatste jaren, door de vele slechte Nederlanderse en Vlaamse imitaties, er volkomen aan gewend zijn geraakt dat er in zo'n versje hele maal niets meer aan de orde komt. Er heeft zich namelijk in deze eeuw een heel merkwaardige ontr wikkeling voorgedaan, die na de Tweede Wereldoorlog in een soort stroomversnelling is gekomen. De belangstelling voor Oosterse poëzie, en voor de Japanse in het bijzonder, is geleide lijk toegenomen, en met de Zen-vloedgolf onthutsend gaan wer ken. Vroeger, globaal gezegd vóór 1939. was dat merendeels zeer oppervlakkig, eerder een schermen met uiterlijkheden, althans bij de grote massa, die nauwelijks Chinees van Japans wist te onderscheiden. Kraanvogels, kamerschermen, bamboe, chry santen en geisha's moesten het dan maar doen. als charmante decoratie- Maar toch iser al vele. vele jaren iets veel serieuzers aan de gang. Tot mijn meest dierbare boeken behoort een in zijde gebonden en verguld op snee exemplaar dat in 1932 in Tokyo werd gedrukt Het is maar liefst 850 pagina's dik. opgedragen aan Zijne Keizer lijke Hoogheid Nobuhito Takamatsuno-Miya, en het heet 'An Anthology of Haiku. Ancient and Modem'. De samensteller is Asataro Miyamon. en het boek bevat een ware schat aan Haiku, in 't Japans i Japanse en transcriptie-teksten), met Engelse ver talingen en alle andere vertalingen, tot dan toe bekend. Ik vermeld dit speciaal, met omdat ik zo trots ben op dat bezit, dan wel om duidelijk te maken dat Europeanen met belangstel ling al generaties lang met zuivere, goede haiku zijn opgegroeid. Maar zo'n goede veertig jaar geleden was vnjwel niemand daar rijp voor hier. getuige van het japoniseren uit die tijd. dat. zoals gezegd, haast pijnlijk oppervlakkig en miskend is. We houden hier in het Westen, en bovenal in Nederland, voornamelijk van het nadrukkelijke, overdadige, overbodige woord. Niet van de soms vrij beknopte bijbel, maar van de breedsprakige uitleg daarvan door een Hollandse dominee. Ook Miyamon. die pionierswerk vementte en uiteraard bij zijn Europese lezer in 't gevlei wenste te komen, ontspoort soms kostelijk Tot de gillers in zijn. overigens absoluut onvolprezen standaardwerk, behoort wel dit: UGUISU NO HATSUNE Uguisu no Mi wo sakasama ni Hatsune kana THE NIGHTINGALES FIRST SONG Head down. the nightingale Is singing its first song. A nightingale perched on an plum branch, with its head douwn- ward. is sweetly singing the first song since its arrival in the spring. A simple realistic description of the sweet songster in an un common posture Dit, in zijn geheel, is een van de meest komische teksten die ik ken. Afgezien van het feit dat het gedichte van Kikaku toch al absoluut niets op me overbrengt, behoort de uitleg mijns inziens tot de 'kortsluitingen' Xoed. ik dwaal af. maar ik wilde zeggen dat Haiku hier in het Westen minder 'nieuw' zijn dan Van Tooren wil doen geloven: ik ben er althans, bij wijze van spreken, mee opgegroeid. Dan bo vendien: Haiku zijn geen Senryu. al zou ik met graag de grens aangeven tussen de twee genres, en al geeft ook Van Tooren toe dat ze in elkaar overlopen Heel grof gedefinieerd. Senryu zouden veeleer volkskunst zijn, met een sterk humoristische inslag, terwijl haiku meer geraffi neerde kunst zou zouden zijn met een verheven karakter Maar als men weet dat ook de haiku ontstonden als reactie op de wat gekunstelde hofkunst uit de vijftiende eeuw. is het tevens wel duidelijk dat de grenzen niet scherp te trekken zijn. Al rijst planlende als se naar de Fuji kijkt, strijkt ze haar haar glad De fikse ruzie werd door de man gewonnen, maar hii kookt de rijst. Aldoor maar schreiend verzamelt ze de as en zoekt de gouden tand Op de liefdesbrief. met bloed getekend, schilt de actrice een peer. Toen hij geheeld was. de snijwond op zijn voorhoofd, sloeg men zijn hoofd af. Als mijn bnl beslaat. dan poets ik hem weer schoon met mijn hand van heden. Toch wordt de senryu. ook m Japan. als een triviale zijtak van de haiku nauwelijks tot de literatuur gerekend Maar een van de grootste westerse kenners van de Japanse poëzie. Blyth. ver taalde niet minder dan 3742 senryu en noemt ze. ..het merkwaar digste produkt van de Japanse geest, dat zelfs haiku overtreft in breedte en diepte, cultureel en artistiek van hoge waarde, uniek in de wereld als volkspoëzie, en het beste voorbeeld van de zeer speciale Japanse Humor". Van Tooren schrijft: ..Senryu. doorgaans in vorm gelijk aan de haiku idrie regels van nijf-zeven-vijf lettergrepen), doch met een in grammaticaal op zicht eigen 'woordgebruik, kan men beschouwen als de reactie van het Japanse volk op de haiku-poêzie. die ondanks haar immense populariteit bij deze natuurgevoelige en kunstzinnige mensen, toch een vacuüm achterliet. Want de haiku is een na tuurgedicht: de mens komt er nauwelijks aan te pas En zo begon nu de stedelijke burgerij op eigen houtje, zonder scholen of leer meesters als bij de haiku, lichte verzen te maken op haiku-wijze, die alles bestreken wat de haiku oversloeg: de mens in zijn dage lijkse doen en laten, en alles, wat daarmee samenhangt. Van de komische kant bekeken, want na de vlinderlichte humor van de haiku wilde men wel eens weer gewoon lachen. Wat met weg neemt dat de senryu. zoals het leven, ook zijn zeer ernstige zijde 'leeft-. Zo ontstond de senryu. op vrolijke bijeenkomsten in heehuizen en herbergen, waar iedereen kon binnenkomen en :oor de vuist weg zijn vers kon voordragen, na pfloop werd gestemd, en het beste gedicht kreeg de prijs". -Lk geef een kleine selectie uit deze prachtige bundel, en zou enkel willen zeggen: ieder die gevoelig is voor echte poëtische waarden, voelt wel wat er hier aan de hand is Als een pad onder de heg is doorgekropen, moet hij eerst denken De mol. aan t wroeten, maakt soms een kleine misstap naar de bovenkant Dc weg was vol sneeuw, wij maakten een lantaarn van ons zwarte hondje. In Lucas 3:10 en 11 lezen we over een vraag die de scharen aan Johannes de Doper stellen, en het antwoord dat zij daarop krijgen. ..Wat moeten wij dan doen?" vragen de mensen aan Johan nes als hij op zijn bekende, ietwat on heilspellende. manier gesproken heeft over de op handen zijnde komst van liet Koninkrijk der hemelen. Hun vraag is veel meer dan een verzoek om informatie. Als wij ons de gespannen tijd indenken waarin deze dingen hun beslag kregen, een tijd vol geruchten en verhalen, vol hunkering en ver wachting, en wij denken ons het plot selinge en geweldige in van de predi king van Johannes en zijn oproep tot boeteen bekering, dan verstaan wijde vraag van de scharen aan Johannes als een soort wanhoopskreet: ..Johan nes wat moeten we dan in vredesnaam doen?" Er is plotseling een breuklijn ontstaan m hun leven van elke dag. een gebeurtenis waar zij met span ning. zowel verlangen als ontzag, naar hebben uitgezien, staat nu ineens vol gens die indrukwekkende Elia- gestalte, voor de deur En dan roepen zij: Wat moeten ivij in vredesnaam doen?" Een soortgelijke vraag kunnen we in deze tijd van het jaar alom horen Hoe kunnen wij in vredesnaam Kerstmis gaan nieren in deze tijd van ons9 Hoe kunnen we zingen van licht en vrede en van mensen van het welbehagen. als wij zien hoe we er aan toe zijn. wat er allemaal gebeurt m de wereld om ons heen Als wij zien dat bijna alles ui tegenspraak is mei licht en vrede en welbehagen? Dit soort vragen hoor je telkens weer in de weken voor Kerstmis. Daaruit blijki dal Kcrstmis.dekomst van Chris tus in onze wereld, een breuklijn maakt in ons dagelijks leven. Eens te meer om dat de Adventstijd vooral de tijd is waarin we denken aan de definitieve komst van het volkomen Koninkrijk der hemelen En dan kunnen we ons vinden in de vraag van de scharen aan Johannes: ..Wal moeien wc ui vredesnaam doenWij kunnen twee dingen doen Ofwel: wc kiezen voorde gewone gang van zaken Ui ons leven en in onze we reld. waar we aan gewoon zijn. en we trekken ons niets aan i an die breuk lijn. die stoornis die de komst van Christus op aarde heeft teweegge bracht Dan doen we net alsof er niets is gebeurd. Ofwelwij kiezen voor het andere, voor het 'echt kerstfeest vie ren: dan laten wij ons wél storen door de komst van Christus. En wat moeten wij dan doen'' Johannes zei tegen de scharen: ..Wie twee stel kleren heeft laat hij delen met wie niéts heeft, en De emge kntiek die ik me zou willen veroorloven is dat Van Tooren af en toe. m zijn vertalingen, een wat Rooms tintje laat overheersen. xxparte vermelding verdient de bijdrage van Fnts Vos aan dit boek Hij doet weliswaar mee hors concours. 'Buitenspel'zegt hij zelf, maar ondertussen. Zijn bijdrage betreft vertalingen van senryu die 'Hollanders als curiosa' tot onderwerp hebben. Men weet: in 1639 sloot Japan zich af voor verkeer met de bui tenwereld. en twee eeuwen lang zouden enkel Nederlanders en Chinezen handel mogen drijven op Japan. Vanaf 1641 hadden de Nederlanders een factorij op Dejima (baai van Nagasaki) en dit contact heeft behalve grappige houtsneden, tekeningen en net- suke's ook curieuze senryu opgeleverd Hoe proper wij op ons lichaam waren b.v (Japanners baadden ook toen zich dagelijkse Gaan de Hollanders naar het kasteel van de shogun, dan zwermen vliegen hen na. Zelfs ons schrift werd bespot: Door te kwijlen schrijft hij Hollandse letters- onze goeie os. Een snaar van de St knapt en wat heb je dan? Het Hollandse schrift Aardig is de enige haiku in 't Japans gedicht door Hendrik Doeff (1777-1835). opperhoofd van Dejima. een hoogst beschaafd en verfijnd man Een lentebriesje- her en der reppen ze zich, de zeilscheepjes. Soms ontmoeten Oost en West elkaar In deze bundel, in de Oosterse Bibliotheek. Eigenlijk dagelijks nu 'De Waterwilgen' is een prachtig boek. Senryu - De Waterwilgen Meulenhoff, Amsterdam, gebonden 27.50. wie voedsel heeft, laat liij hetzelfde doen". Dat is Johannes' antwoord aan ge wone mensen zoals wij: Deel met wie minder heeft: deel mede van je over vloed. Je overvloed aan goederen Maar ook van je overvloed van liefde en zorg en bewogenheid met ieder an der die minder heeft Deel van je liefde uit aan ieder die nooit liefde ontvan gen heeftgeef je zorg aan hen voor wie te weinig gezorgd wordt: wees bewo gen mei hen om wie memand zich be kommert. Dat moeten ivij in vredesnaam doen: in Gods naam P. Berqkotle. Zoutelande 'De veertien orthodoxe kerken, die deelnamen aan de vergadering in Chambëry bij Genève over het houden van een nieuw concilie, zijn het eens geworden over een agenda voor het eerste orthodoxe concilie in duizend jaar'. Zo konden we oen paar weken geleden lezen. Nu staan die oosters-orthodoxe kerken eigenlijk buiten ons gewone gezichtsveld. Het zijn ook kerken waarmee de kerken in ons land weinig te maken hebben gehad, uitgezonderd dan de kleine oud- katholieke kerk, die met de oosters-orthodoxe kerken nauwere betrekkingen heeft onderhouden. Maar dal is dan ook de enige kerk die in het verleden meerdere betrekkingen had met de oosterse orthodoxie. De oecumenische beweging heeft ech- 'ter wèl oog gehad voor deze oosters- orthodoxe kerken en van het begin at aan dat de Wereldraad van Kerken in 1948 te Amsterdam zijn definitieve ge stalte kreeg, hebben enkele van deze' kerken zich daarby aangesloten. Wie een boekje opslaat dat vertelt over hetgeen er toen in Amsterdam ge beurde. ziet op de foto's ook steevast enkele van hun patriarchen en bis schoppen in hun typerende kledij met bijbehorende hoofdbedekking. Maar de grote stroom van de orthodoxie bleef toen afzijdig staan van de oecu menische beweging Dat werd anders toen. op voorgaan van de Russisch Orthodoxe Kerk. de ene kerk na de andere uit de Oostblok landen zich bij de Wereldraad aan sloot en sindsdien hebben de kerken in ons land, voor zover ze lid zijn van de Wereldraad van Kerken, met hen te maken, Wie de geschiedenis van de oe cumene gevolgd heeft, weet dat de ei geninbreng van deze kerkengroep met altijd gemakkelijk te verteren is ge weest voor de kerken uit het westen. Maar niettemin wordt toch altijd met blijdschap gesproken over het feit dat zij lid zijn En van de kant van de oosters-orthodoxe kerken zou men niet graag de contacten die er via de Wereldraad zijn gekomen, weer mis sen. want daardoor zijn ze uiteen zeker isolement verlost. Wat is namelijk het geval? Deze kerken leven op een en kele uitzondering na (bijv. de Grieks Orthodoxe Kerk) onder zware druk. hetzij van een communistisch regime in OostrEuropa, hetzij van een mos limsamenleving. waaronder zij als kleine minderheden moeten verkeren. En in beide gevallen maakt dit het le ven van die kerken niet gemakkelijk. Bij alle kritiek die er van bepaalde zijde telkens weer op deze kerken wordt geuit, zullen wij dit moeten blij ven gedenkey. Veertien orthodoxe kerken hebben dan deelgenomen aan die vergadering in de buurt van Genève. om te spreken over de agenda voor een in de toe komst gedacht concilie, het eerste na meer dan duizend jaar. We kunnen niet spreken van dé oosters orthodoxe kerk. zoals wij wél kunnen spreken van de R.-K. Kerk. Hoeveel verscheiden heid er in deze laatstgenoemde ook mag zijn, zij vormt een eenheid onder het geestelijk gezag van de bisschop van Rome. Zo iets is niet het. geval met de oosters-orthodoxe kerken Deze vallen uiteen in z.gn. autocephale kerken. Elk van deze kerken is volko men zelfstandig, met een eigen pa triarch of aartsbisschop aan het hoofd De O O Kerk op Cyprus bijv. behoeft zich niets aan te trekken van de andere kerken. Toen enige jaren geleden hier moeilijkheden waren omdat aartsbis schop Makanos. tevens staatshoofd, in de knel kwam door deze twee func ties en men zijn aftreden eiste of als kerkelijk of als staatshoold, gingen er stemmen op dat de orthodoxe kerken hem zouden gebieden of het een of het ander los te laten, had deze kreet, weinig zin, want de Cyprische kerk is autocephaal. Zelfs de oecumenische patriarch van Konstantinopel kon hieraan niets doen. Deze patriarch van Konstantinopel noemt zich dan 'oecumenisch pa triarch' Dat is zijn ere-titel al sinds het einde van de 6e eeuw. Dit hangt samen met het feit dat deze stad eenmaal de hoofdstad is geweest van het Ro meinse Rijk. In naam mogen de kerken van de Byzantynse ritus (Byzantium was de oudere naam van Konstanti nopel) hem als oecumenisch patriarch erkennen, maar deze erkenning houdt in feite niet veel in en in geen geval kan hij zijn gezag laten gelden over de au tocephale kerken, zoals de paus van Rome dit kan doen over de verschil lende kerkprovincies. Het is vooral de oosters orthodoxe liturgie welke deze kerken heeft bijeen gehouden. Hierbij moeten we echter weer niet denken dat deze liturgie in al deze kerken ge lijk is. Wie kerkdiensten in deze kerken meemaakt, kan dit constateren. We kunnen het trouwens ook in onze huiskamers horen, want er zijn tegen woordig heel wat platen uit verschil lende landen die wij op onze pick-up kunnen zetten. Alleen reeds door naar die platen te luisteren, hetgeen we ie der kunnen aanraden, komen we in aanraking met de heel eigen religiosi teit waardoor deze kerken worden ge kenmerkt. In het bericht dat we lazen over een nieuw concilie van de orthodoxie stond ook vermeld dat het laatste con cilie was gehouden in 787 Dat was het. tweede concilie van Nicea. De keizers van het Romeinse Rijk riepen die con cilies bijeen voor het verkrijgen van algemeen geldende uitspraken voorr de kerk. Ze moesten gelden voor heel het rijk. dat toen nog ongedeeld was De eenheid van de kerk was hen van veel belang, omdat de eenheid van het rijk er mee samenhing. Op dit tweede conciüe van Nicea ging het over de verering van beelden. Na een harde en langdurige strijd werd die verering door dat concilie toegestaan. Nadien is er geen concilie meer gehouden dat door de oosterse orthodoxie als geldig is erkend. In 1054 voltrok zich defini tief de scheiding tussen de oosterse en westerse kerk. Voordien waren ze trouwens ook reeds volkomen uiteen gegroeid. Nu is men in de oosters- orthodoxe kerken dus bezig een conci lie voor te bereiden en men heeft vast- I gesteld, indien we het bericht goed hebben begrepen, welke vragen er be- handeld zullen worden. Maar tevens j lezen we dat deze niet zullen worden bekend gemaakt. Daar zit een onzeker element in. En evenmin is men het j eens geworden over de datum waarop j dit nieuwe concilie zou moeten begin nen. Dit is te begrijpen wanneer men te j maken heeft met zoveel volkomen zelfstandige kerken, waarvan boven dien een aantal rekening zal moeten houden met de regering waaronder zij i leven. Het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken heeft de oosterse ortho doxie niet geheel onberoerd gelaten. Zij is in gesprek met andere kerken en j bij zo'n gesprek kan men moeilijk in de I houding volharden van alleen de ware I kerk te zijn. Wie met een orthodoxe I priester in gesprek komt, stuit al spoedig op de gedachte van zijn kant, dat zijn kerkengemeenschap de enige ware is. de rechte voortzetting van de j oud-christelijke kerk. Deze gedachte I heeft ook in de verhouding tot Rome I sterk meegespeeld. Te begnjpen is dan ook dat men op de vergadering te Chambérv van oordeel was 'dat de or thodoxen willen dat hun slem krach tiger klinkt in het oecumenisch koor' De orthodoxie wil haar dialoog met de anglicanen, de oud-katholieken en de andere oude kerken van het oosten, namelijk de Armeense. Chaldeeuwse, Koptische en Syrische kerken verbe- teren'- Met andere woorden: de meer dere eenheid van heel de oosterse or thodoxie is een van de doelstellingen van het gedachte concilie. Voorts heeft men besloten ernstig werk te maken van 'de dialoog met deR.K.-Kerk'afc-1 ook met de dialoog tussen hen en de lutheranen. Met andere godsdiensten moet er een dialoog komen 'over hu mane kwesties, zoals de toenadenng der mensen, de wereldvrede en de uil- banning van rassendiscriminatie'. Dl', alles wijst er op dat het lid zyn van d' Wereldraad van Kerken hen toch nis ongemerkt is voorbijgegaan. Maar de belangrijkste zin in het kortr I bericht is misschien wel dat men be sloten heeft krachtiger te zullen gaan meewerken met de oecumenische be weging 'omdat de orthodoxen wille: dat hun stem krachtiger klinkt in he: oecumenisch koor'. We kunnen alleen maar vermoedens uitspreken wa: hiermee wordt bedoeld. Gaat het om meer invloed? Ofisereen andere hou ding, een andere geest in deze kerken gekomen? Van de agendapunten voor het ko mende concilie weten we dus eigenlijk niets. Onderling is er in deze kerker, ook nog al wat onenigheid, bijv. over de vraag van wie nieuw ontstane o: thodoxe kerken afhankelijk moeten zijn. In deze eeuw zijn er orthodoxe kerken gekomen in heel wat landen, w Frankrijk, Duitsland, Amerika, in Aai en Afrika enz. Het schijnt een hele strijdvraag te zijn of deze nieuwe ker ker» moeten staan onder de patriarch van Moskou, van Konstantinopel. var, Jerusalem of van nog andere patna: chen. Wanneer het gaat over d? agenda voor het concilie kunnen we er van opaan dat alle autocephale ke: ken wel hun wensen zullen hebben D'-; maakt de zaak van een concilie niei gemakkelijker. Iedere kerk zal in iede- geval willen worden geraadpleegd over de agenda. En daarom kon ook moeilijk een datum voor het gedachte concilie worden vastgesteld Het is W hopen dat het niet zal duren tot sint- juttemis voor men het eens wordt en daarop is misschien wel enige kans

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1976 | | pagina 20