3'Mensen in de Sahel':
alleen kunnen ze het niet
De waterwilgen
SENRYU
JAPANSE VOLKSPOËZIE
G„,
Wat moeten wij dan doen?
Kunnen we
spoedig een
concilie van
de Orthodoxe
Kerken
verwachten?
ZATERDAG 11 DECEMBER 1976
Xs er werkelijk hoop voor de Sahel in
Afrika? Michael Behr. vertegen
woordiger van de Britse hulporgani
satie Oxfam in Boven-Volta, zegt het
zo: De langdurige droogteperiode
zorgde ervoor dat de Sahel de aan
dacht van de wereld trok, er kwam
hulp binnen en er werd over het ge
bied gesproken. Op de langere duur
zou je misschien kunnen zeggen dat
de droogteperiode een 'zegen' is ge
weest. Maar het is natuurlijk wel erg
dat je zo'n ramp nodig hebt om be
langstelling te krijgen". Behr is een
van de 'Mensen in de Sahel'. die aan
het woord komen in het pas versche
nen boek onder die titel van Albert
Stol (een uitgave in samenwerking
met de NOVIB). Volgende week, van
12 tot 19 december, is het in Neder
land opnieuw Sahel-week. Hulp nu
betekent dat er een nieuwe ramp kan
worden voorkomen.
Het is nog maar nauwelijks drie jaar
geleden dat de ellende in de Sahel ge
nadeloos toesloeg. In deze rand van de
Sahara in Afrika ligt een rijtje landen
dat tot de 25 armste ter wereld moet
worden gerekend: Senegal, Gambia,
Mauretaniè, Boven-Volta, Niger. Mali.
Tsjaad en (geografisch apart) De
Kaap-Verdische eilanden. De gevol
gen van de droogte waren verschrikke
lijk, grote kudden werden uitgeroeid,
nomaden gedwongen hun traditionele
woongebieden te verlaten op zoek
naar voedsel, de oogsten van de ne
gerbevolking gingen verloren, de na
tionale economieën van de Sahel-
landen stortten in elkaar. Van de 22
miljoen inwoners verloren honder
dduizenden het leven.
Na 'n aarzelend begin kwam. vooral na
de schokkende beelden op de televisie
en in de internationale pers, de nood
hulpverlening op gang. Met voedsel-
zendingen probeerde het westen de
catastrofe te keren. Op vrachtwagen,
via kamelenkaravanen en per vlieg
tuig kwam het voedsel ook in de verst
afgelegen streken terecht. Veel van de
overlevenden konden door middel van
deze hulp van een bijna zekere dood
worden gered.
In 1975 regende het weer in de üanei
Hard en veel. Zo overvloedig dat in het
noorden van Niger complete dorpen
wegspoelden, scholen en gezond
heidscentra ernstig werden bescha
digd en oogsten verloren gingen.
Sprinkhanen- en rattenplagen kwa
men in Niger en Senegal achter de re
gen aan. Maar er was weer water in de
Sahel. En dat betekende voor velen
het probleem is voorbij. De Sahel had
toch alleen maar geleden onder een
langdurige droogteperiode?
Noodhulp een begin
De werkelijkheid is meedogenloos an
ders. Het wisselvallige klimaat en de
droogteperiode waren de uiterlijke
verschijnselen die de aandacht trok
ken en de weerbaarheid van de bevol
king braken. De Sahelproblematiek
zelf is van veel groter formaat Een
oude koloniale erfenis die oude struc
turen had vernietigd wreekt zich hier
Permanente ondervoeding en armoe
de. ziekten, de crisis in de wereldeco
nomie. de verhoogde prijzen voor im
portgoederen en de niet volledig be
nutte mogelijkheden van landbouw en
veeteelt, dat alles bij elkaar veroor
zaakte dat een droogteperiode kon
uitgroeien tot een catastrofe in de Sa
hel. die de wereld zich dan tenslotte
heeft aangetrokken Om een verdere
verslechtering van de toestand in dit
stuk van zwart Afrika te voorkomen en
de weerstand van de bevolking te ver
hogen was de noodhulp dus niet een
einde, maar een begin. Een begin om te
zoeken naar oplossingen voor de lan
gere termijn, te zoeken naar een stra
tegie voor de toekomst.
Regeringen, internationale organisa
ties en particuliere instellingen in het
westen hebben besloten hun krachten
te bundelen en de Sahel-landen niet in
de steek te laten Zelf hebben de
Sahel-landen zich verenigd in een
inter-statelijk comité, waarmee kan
worden bereikt dat de problemen niet
alleen op nationaal niveau, maar
vooral ook op regionaal niveau worden
bezien. Dit comité bevordert de onder
linge samenwerking, onder meer bij de
exploitatie van de rivieren Senegal en
Niger. De donorlanden en grote orga
nisaties als de Wereldbank, het Euro
pees Ontwikkelings Fonds, de
Voedsel- en Landbouworganisatie van
de Verenigde Naties (FAO) en de Or
ganisatie voor Economische Samen
werking en Ontwikkeling iOESO)
hebben kort geleden in Dakar beslo
ten tot oprichting van de 'Club des
Amis du Sahel'. de vrienden van de
Sahel. Van deze organisatie maken
onder anderen deel uit de Verenigde
Staten. Frankrijk. Engeland. Oosten
rijk. België en Nederland. De 'vrienden
van de Sahel' willen hulp verlenen en
de internationale opinie wakker
schudden, Ze willen de hulp bundelen,
proberen een evenwichtige ontwikke
ling in de Sahara-rand op gang te
brengen, een strategie uitwerken voor
de economische en sociale toekomst
van het gebied op de langere termijn.
Een deel van de overheidsgelden - ook
in Nederland - loopt via particuliere
instellingen, zoals de NOVIB. Door de
aard van hun werk staan deze in direct
contact met de armste lagen van de
bevolking. Ook die particuliere orga,-
nisaties in Europa hebben zich gebun
deld om de hulp aan de Sahel zo effec
tief mogelijk te laten zijn. Deelnemers
in deze samenwerking, Euro Action
Sahel. zijn Oxfam uit Engeland. Mani
Tese uit Italië. Deutsche Welthunger-
hilfe uit WestrDuitsland. Centre Na
tional de Cooperation du Développe-
ment uit België en de NOVIB uit Ne
derland. Tot de projecten, onder meer
betaald uiteerdere Sahelacties in Ne
derland. behoren leningen aan visse
rijcoöperaties in Mali voor de aankoop
van materiaal. Vis is erg belangrijk
voor de eiwitvoeding van de bevol
king.
'Vooral volhouden
De journalist Albert Stol (34) heeft het
afgelopen jaar tweemaal door dit Afri
kaanse probleemgebied getrokken om
'Mensen in de Sahel' aan het woord te
laten. Hij liet boeren, ambtenaren,
buitenlandse ontwikkelingswerkers,
plaatselijke bestuurders, een pater en
vele anderen hun verhaal vertellen.
Het zijn ongekunstelde vertellingen
van mensen die geen blad voor de
mond nemen.' Levenservaringen van
inwoners en hulpverleners, die jaren
achtereen velen om zich heen hebben
zien sterven: die de overgang van het
kolonialisme naar het uiterst moei
zame begin van de zelfstandigheid
hebben meegemaakt. Mensen, die zich
aan de armoede proberen te ontwor
stelen en die - samen met anderen -
onder veel tegenslagen proberen
nieuwe produktiemethoden te ont
wikkelen voor hun armetierige land
bouw. Verhalen van vallen en opstaan,
verhalen van vooral volhouden. Stol
heeft al eerder een boek geschreven
over dit stuk derde wereld met zijn
haast onmogelijk te verhelpen pro
blemen. Dat heette 'Schijn en werke
lijkheid in de Sahel' en daarin werden
vooral de oorzaken blootgelegd van de
catastrofe van enkele jaren geleden.
Er is weer regen gevallen in de Sahel.
Maar regen alleen is geen oplossing
voor dit stuk Afrika, dat een droogte
ramp nodig had om duidelijk te maken
wat er werkelijk allemaal aan de hand
is. Daarom moet de schok van de her
kenning van de ellende in de Sahel. die
in het westen is overgekomen, veran
deren in blijvende, gerichte aandacht.
KEES VAN DER MAAS
Driejaar geleden verscheen, ook bij Meulenhoff. een uitvoe
rige bloemlezing Japanse haiku, onder de titel 'Haiku. Een jonge
Maan'. De vertaling, rechtstreeks uit het Japans, was van J. van
Tooren. die ook voor de inleidingen zorgde. Het woord vooraf
was van prof. dr. F. Vos.
Deze zelfde auteurs tekenen nu ook weer voor deel 3 in de pas
begonnen 'Oosterse Bibliotheek' van Meulenhoff Dit deel heet:
'Senryu - De Waterwilgen. Vierhonderdnegentig senryu-
gedichten, vertaald uit het Japans en ingeleid door J. van Too
ren, met een bijdrage van prof. dr. F. Vos'.
Haiku en Senryu vullen elkaar in zekere zin aan. Het zijn allebei
heel korte gedichtjes, ze mogen eigenlijk niet meer dan zeventien
lettergrepen bevatten, die niettemin, zoals prof. Vos in de inlei
ding tot 'Een jonge maan' formuleerde, 'met een minimum aan
woorden een maximum aan belevenis oproepen'. Tenminste, als
het goed is. En er zyn. door de eeuwen heen. natuurlijk veel te
veel haiku en senryu gemaakt dan dat ze allemaal goed zouden
zijn. Soms is de poëtische voltage wel uiterst zwak. en in verta
ling wil dan de allerlaatste kans op een schokje wel eens volko
men verloren gaan. Daar komt dan nog by dat we de laatste
jaren, door de vele slechte Nederlanderse en Vlaamse imitaties,
er volkomen aan gewend zijn geraakt dat er in zo'n versje hele
maal niets meer aan de orde komt.
Er heeft zich namelijk in deze eeuw een heel merkwaardige ontr
wikkeling voorgedaan, die na de Tweede Wereldoorlog in een
soort stroomversnelling is gekomen. De belangstelling voor
Oosterse poëzie, en voor de Japanse in het bijzonder, is geleide
lijk toegenomen, en met de Zen-vloedgolf onthutsend gaan wer
ken. Vroeger, globaal gezegd vóór 1939. was dat merendeels zeer
oppervlakkig, eerder een schermen met uiterlijkheden, althans
bij de grote massa, die nauwelijks Chinees van Japans wist te
onderscheiden. Kraanvogels, kamerschermen, bamboe, chry
santen en geisha's moesten het dan maar doen. als charmante
decoratie-
Maar toch iser al vele. vele jaren iets veel serieuzers aan de gang.
Tot mijn meest dierbare boeken behoort een in zijde gebonden
en verguld op snee exemplaar dat in 1932 in Tokyo werd gedrukt
Het is maar liefst 850 pagina's dik. opgedragen aan Zijne Keizer
lijke Hoogheid Nobuhito Takamatsuno-Miya, en het heet 'An
Anthology of Haiku. Ancient and Modem'. De samensteller is
Asataro Miyamon. en het boek bevat een ware schat aan Haiku,
in 't Japans i Japanse en transcriptie-teksten), met Engelse ver
talingen en alle andere vertalingen, tot dan toe bekend.
Ik vermeld dit speciaal, met omdat ik zo trots ben op dat bezit,
dan wel om duidelijk te maken dat Europeanen met belangstel
ling al generaties lang met zuivere, goede haiku zijn opgegroeid.
Maar zo'n goede veertig jaar geleden was vnjwel niemand daar
rijp voor hier. getuige van het japoniseren uit die tijd. dat. zoals
gezegd, haast pijnlijk oppervlakkig en miskend is. We houden
hier in het Westen, en bovenal in Nederland, voornamelijk van
het nadrukkelijke, overdadige, overbodige woord. Niet van de
soms vrij beknopte bijbel, maar van de breedsprakige uitleg
daarvan door een Hollandse dominee.
Ook Miyamon. die pionierswerk vementte en uiteraard bij zijn
Europese lezer in 't gevlei wenste te komen, ontspoort soms
kostelijk Tot de gillers in zijn. overigens absoluut onvolprezen
standaardwerk, behoort wel dit:
UGUISU NO HATSUNE
Uguisu no
Mi wo sakasama ni
Hatsune kana
THE NIGHTINGALES FIRST SONG
Head down. the nightingale
Is singing its first song.
A nightingale perched on an plum branch, with its head douwn-
ward. is sweetly singing the first song since its arrival in the
spring.
A simple realistic description of the sweet songster in an un
common posture
Dit, in zijn geheel, is een van de meest komische teksten die ik
ken. Afgezien van het feit dat het gedichte van Kikaku toch al
absoluut niets op me overbrengt, behoort de uitleg mijns inziens
tot de 'kortsluitingen'
Xoed. ik dwaal af. maar ik wilde zeggen dat Haiku hier in het
Westen minder 'nieuw' zijn dan Van Tooren wil doen geloven: ik
ben er althans, bij wijze van spreken, mee opgegroeid. Dan bo
vendien: Haiku zijn geen Senryu. al zou ik met graag de grens
aangeven tussen de twee genres, en al geeft ook Van Tooren toe
dat ze in elkaar overlopen
Heel grof gedefinieerd. Senryu zouden veeleer volkskunst zijn,
met een sterk humoristische inslag, terwijl haiku meer geraffi
neerde kunst zou zouden zijn met een verheven karakter Maar
als men weet dat ook de haiku ontstonden als reactie op de wat
gekunstelde hofkunst uit de vijftiende eeuw. is het tevens wel
duidelijk dat de grenzen niet scherp te trekken zijn.
Al rijst planlende
als se naar de Fuji kijkt,
strijkt ze haar haar glad
De fikse ruzie
werd door de man gewonnen,
maar hii kookt de rijst.
Aldoor maar schreiend
verzamelt ze de as en
zoekt de gouden tand
Op de liefdesbrief.
met bloed getekend, schilt de
actrice een peer.
Toen hij geheeld was.
de snijwond op zijn voorhoofd,
sloeg men zijn hoofd af.
Als mijn bnl beslaat.
dan poets ik hem weer schoon met
mijn hand van heden.
Toch wordt de senryu. ook m Japan. als een triviale zijtak van de
haiku nauwelijks tot de literatuur gerekend Maar een van de
grootste westerse kenners van de Japanse poëzie. Blyth. ver
taalde niet minder dan 3742 senryu en noemt ze. ..het merkwaar
digste produkt van de Japanse geest, dat zelfs haiku overtreft in
breedte en diepte, cultureel en artistiek van hoge waarde, uniek
in de wereld als volkspoëzie, en het beste voorbeeld van de zeer
speciale Japanse Humor".
Van Tooren schrijft:
..Senryu. doorgaans in vorm gelijk aan de haiku idrie regels van
nijf-zeven-vijf lettergrepen), doch met een in grammaticaal op
zicht eigen 'woordgebruik, kan men beschouwen als de reactie
van het Japanse volk op de haiku-poêzie. die ondanks haar
immense populariteit bij deze natuurgevoelige en kunstzinnige
mensen, toch een vacuüm achterliet. Want de haiku is een na
tuurgedicht: de mens komt er nauwelijks aan te pas En zo begon
nu de stedelijke burgerij op eigen houtje, zonder scholen of leer
meesters als bij de haiku, lichte verzen te maken op haiku-wijze,
die alles bestreken wat de haiku oversloeg: de mens in zijn dage
lijkse doen en laten, en alles, wat daarmee samenhangt. Van de
komische kant bekeken, want na de vlinderlichte humor van de
haiku wilde men wel eens weer gewoon lachen. Wat met weg
neemt dat de senryu. zoals het leven, ook zijn zeer ernstige zijde
'leeft-. Zo ontstond de senryu. op vrolijke bijeenkomsten in
heehuizen en herbergen, waar iedereen kon binnenkomen en
:oor de vuist weg zijn vers kon voordragen, na pfloop werd
gestemd, en het beste gedicht kreeg de prijs".
-Lk geef een kleine selectie uit deze prachtige bundel, en zou
enkel willen zeggen: ieder die gevoelig is voor echte poëtische
waarden, voelt wel wat er hier aan de hand is
Als een pad onder
de heg is doorgekropen,
moet hij eerst denken
De mol. aan t wroeten,
maakt soms een kleine misstap
naar de bovenkant
Dc weg was vol sneeuw,
wij maakten een lantaarn van
ons zwarte hondje.
In Lucas 3:10 en 11 lezen we over een
vraag die de scharen aan Johannes de
Doper stellen, en het antwoord dat zij
daarop krijgen. ..Wat moeten wij dan
doen?" vragen de mensen aan Johan
nes als hij op zijn bekende, ietwat on
heilspellende. manier gesproken heeft
over de op handen zijnde komst van
liet Koninkrijk der hemelen. Hun
vraag is veel meer dan een verzoek om
informatie. Als wij ons de gespannen
tijd indenken waarin deze dingen hun
beslag kregen, een tijd vol geruchten
en verhalen, vol hunkering en ver
wachting, en wij denken ons het plot
selinge en geweldige in van de predi
king van Johannes en zijn oproep tot
boeteen bekering, dan verstaan wijde
vraag van de scharen aan Johannes
als een soort wanhoopskreet: ..Johan
nes wat moeten we dan in vredesnaam
doen?" Er is plotseling een breuklijn
ontstaan m hun leven van elke dag.
een gebeurtenis waar zij met span
ning. zowel verlangen als ontzag, naar
hebben uitgezien, staat nu ineens vol
gens die indrukwekkende Elia-
gestalte, voor de deur En dan roepen
zij: Wat moeten ivij in vredesnaam
doen?"
Een soortgelijke vraag kunnen we in
deze tijd van het jaar alom horen Hoe
kunnen wij in vredesnaam Kerstmis
gaan nieren in deze tijd van ons9 Hoe
kunnen we zingen van licht en vrede
en van mensen van het welbehagen.
als wij zien hoe we er aan toe zijn. wat
er allemaal gebeurt m de wereld om
ons heen Als wij zien dat bijna alles ui
tegenspraak is mei licht en vrede en
welbehagen?
Dit soort vragen hoor je telkens weer in
de weken voor Kerstmis. Daaruit
blijki dal Kcrstmis.dekomst van Chris
tus in onze wereld, een breuklijn maakt
in ons dagelijks leven. Eens te meer om
dat de Adventstijd vooral de tijd is
waarin we denken aan de definitieve
komst van het volkomen Koninkrijk
der hemelen
En dan kunnen we ons vinden in de
vraag van de scharen aan Johannes:
..Wal moeien wc ui vredesnaam
doenWij kunnen twee dingen doen
Ofwel: wc kiezen voorde gewone gang
van zaken Ui ons leven en in onze we
reld. waar we aan gewoon zijn. en we
trekken ons niets aan i an die breuk
lijn. die stoornis die de komst van
Christus op aarde heeft teweegge
bracht Dan doen we net alsof er niets
is gebeurd. Ofwelwij kiezen voor het
andere, voor het 'echt kerstfeest vie
ren: dan laten wij ons wél storen door
de komst van Christus. En wat moeten
wij dan doen'' Johannes zei tegen de
scharen: ..Wie twee stel kleren heeft
laat hij delen met wie niéts heeft, en
De emge kntiek die ik me zou willen veroorloven is dat Van
Tooren af en toe. m zijn vertalingen, een wat Rooms tintje laat
overheersen.
xxparte vermelding verdient de bijdrage van Fnts Vos aan dit
boek Hij doet weliswaar mee hors concours. 'Buitenspel'zegt hij
zelf, maar ondertussen. Zijn bijdrage betreft vertalingen van
senryu die 'Hollanders als curiosa' tot onderwerp hebben.
Men weet: in 1639 sloot Japan zich af voor verkeer met de bui
tenwereld. en twee eeuwen lang zouden enkel Nederlanders en
Chinezen handel mogen drijven op Japan. Vanaf 1641 hadden de
Nederlanders een factorij op Dejima (baai van Nagasaki) en dit
contact heeft behalve grappige houtsneden, tekeningen en net-
suke's ook curieuze senryu opgeleverd Hoe proper wij op ons
lichaam waren b.v (Japanners baadden ook toen zich dagelijkse
Gaan de Hollanders
naar het kasteel van de shogun,
dan zwermen vliegen hen na.
Zelfs ons schrift werd bespot:
Door te kwijlen
schrijft hij Hollandse letters-
onze goeie os.
Een snaar van de St
knapt en wat heb je dan?
Het Hollandse schrift
Aardig is de enige haiku in 't Japans gedicht door Hendrik Doeff
(1777-1835). opperhoofd van Dejima. een hoogst beschaafd en
verfijnd man
Een lentebriesje-
her en der reppen ze zich,
de zeilscheepjes.
Soms ontmoeten Oost en West elkaar In deze bundel, in de
Oosterse Bibliotheek. Eigenlijk dagelijks nu 'De Waterwilgen' is
een prachtig boek.
Senryu - De Waterwilgen Meulenhoff, Amsterdam, gebonden 27.50.
wie voedsel heeft, laat liij hetzelfde
doen".
Dat is Johannes' antwoord aan ge
wone mensen zoals wij: Deel met wie
minder heeft: deel mede van je over
vloed. Je overvloed aan goederen
Maar ook van je overvloed van liefde
en zorg en bewogenheid met ieder an
der die minder heeft Deel van je liefde
uit aan ieder die nooit liefde ontvan
gen heeftgeef je zorg aan hen voor wie
te weinig gezorgd wordt: wees bewo
gen mei hen om wie memand zich be
kommert.
Dat moeten ivij in vredesnaam doen:
in Gods naam
P. Berqkotle.
Zoutelande
'De veertien orthodoxe kerken, die deelnamen aan de vergadering in Chambëry
bij Genève over het houden van een nieuw concilie, zijn het eens geworden over
een agenda voor het eerste orthodoxe concilie in duizend jaar'. Zo konden we
oen paar weken geleden lezen. Nu staan die oosters-orthodoxe kerken eigenlijk
buiten ons gewone gezichtsveld. Het zijn ook kerken waarmee de kerken in ons
land weinig te maken hebben gehad, uitgezonderd dan de kleine oud-
katholieke kerk, die met de oosters-orthodoxe kerken nauwere betrekkingen
heeft onderhouden. Maar dal is dan ook de enige kerk die in het verleden
meerdere betrekkingen had met de oosterse orthodoxie.
De oecumenische beweging heeft ech-
'ter wèl oog gehad voor deze oosters-
orthodoxe kerken en van het begin at
aan dat de Wereldraad van Kerken in
1948 te Amsterdam zijn definitieve ge
stalte kreeg, hebben enkele van deze'
kerken zich daarby aangesloten. Wie
een boekje opslaat dat vertelt over
hetgeen er toen in Amsterdam ge
beurde. ziet op de foto's ook steevast
enkele van hun patriarchen en bis
schoppen in hun typerende kledij met
bijbehorende hoofdbedekking. Maar
de grote stroom van de orthodoxie
bleef toen afzijdig staan van de oecu
menische beweging
Dat werd anders toen. op voorgaan
van de Russisch Orthodoxe Kerk. de
ene kerk na de andere uit de Oostblok
landen zich bij de Wereldraad aan
sloot en sindsdien hebben de kerken in
ons land, voor zover ze lid zijn van de
Wereldraad van Kerken, met hen te
maken, Wie de geschiedenis van de oe
cumene gevolgd heeft, weet dat de ei
geninbreng van deze kerkengroep met
altijd gemakkelijk te verteren is ge
weest voor de kerken uit het westen.
Maar niettemin wordt toch altijd met
blijdschap gesproken over het feit dat
zij lid zijn En van de kant van de
oosters-orthodoxe kerken zou men
niet graag de contacten die er via de
Wereldraad zijn gekomen, weer mis
sen. want daardoor zijn ze uiteen zeker
isolement verlost. Wat is namelijk het
geval? Deze kerken leven op een en
kele uitzondering na (bijv. de Grieks
Orthodoxe Kerk) onder zware druk.
hetzij van een communistisch regime
in OostrEuropa, hetzij van een mos
limsamenleving. waaronder zij als
kleine minderheden moeten verkeren.
En in beide gevallen maakt dit het le
ven van die kerken niet gemakkelijk.
Bij alle kritiek die er van bepaalde
zijde telkens weer op deze kerken
wordt geuit, zullen wij dit moeten blij
ven gedenkey.
Veertien orthodoxe kerken hebben
dan deelgenomen aan die vergadering
in de buurt van Genève. om te spreken
over de agenda voor een in de toe
komst gedacht concilie, het eerste na
meer dan duizend jaar. We kunnen
niet spreken van dé oosters orthodoxe
kerk. zoals wij wél kunnen spreken van
de R.-K. Kerk. Hoeveel verscheiden
heid er in deze laatstgenoemde ook
mag zijn, zij vormt een eenheid onder
het geestelijk gezag van de bisschop
van Rome. Zo iets is niet het. geval met
de oosters-orthodoxe kerken Deze
vallen uiteen in z.gn. autocephale
kerken. Elk van deze kerken is volko
men zelfstandig, met een eigen pa
triarch of aartsbisschop aan het hoofd
De O O Kerk op Cyprus bijv. behoeft
zich niets aan te trekken van de andere
kerken. Toen enige jaren geleden hier
moeilijkheden waren omdat aartsbis
schop Makanos. tevens staatshoofd,
in de knel kwam door deze twee func
ties en men zijn aftreden eiste of als
kerkelijk of als staatshoold, gingen er
stemmen op dat de orthodoxe kerken
hem zouden gebieden of het een of het
ander los te laten, had deze kreet,
weinig zin, want de Cyprische kerk is
autocephaal. Zelfs de oecumenische
patriarch van Konstantinopel kon
hieraan niets doen.
Deze patriarch van Konstantinopel
noemt zich dan 'oecumenisch pa
triarch' Dat is zijn ere-titel al sinds het
einde van de 6e eeuw. Dit hangt samen
met het feit dat deze stad eenmaal de
hoofdstad is geweest van het Ro
meinse Rijk. In naam mogen de kerken
van de Byzantynse ritus (Byzantium
was de oudere naam van Konstanti
nopel) hem als oecumenisch patriarch
erkennen, maar deze erkenning houdt
in feite niet veel in en in geen geval kan
hij zijn gezag laten gelden over de au
tocephale kerken, zoals de paus van
Rome dit kan doen over de verschil
lende kerkprovincies. Het is vooral de
oosters orthodoxe liturgie welke deze
kerken heeft bijeen gehouden. Hierbij
moeten we echter weer niet denken
dat deze liturgie in al deze kerken ge
lijk is. Wie kerkdiensten in deze kerken
meemaakt, kan dit constateren. We
kunnen het trouwens ook in onze
huiskamers horen, want er zijn tegen
woordig heel wat platen uit verschil
lende landen die wij op onze pick-up
kunnen zetten. Alleen reeds door naar
die platen te luisteren, hetgeen we ie
der kunnen aanraden, komen we in
aanraking met de heel eigen religiosi
teit waardoor deze kerken worden ge
kenmerkt.
In het bericht dat we lazen over een
nieuw concilie van de orthodoxie
stond ook vermeld dat het laatste con
cilie was gehouden in 787 Dat was het.
tweede concilie van Nicea. De keizers
van het Romeinse Rijk riepen die con
cilies bijeen voor het verkrijgen van
algemeen geldende uitspraken voorr
de kerk. Ze moesten gelden voor heel
het rijk. dat toen nog ongedeeld was
De eenheid van de kerk was hen van
veel belang, omdat de eenheid van het
rijk er mee samenhing. Op dit tweede
conciüe van Nicea ging het over de
verering van beelden. Na een harde en
langdurige strijd werd die verering
door dat concilie toegestaan. Nadien is
er geen concilie meer gehouden dat
door de oosterse orthodoxie als geldig
is erkend. In 1054 voltrok zich defini
tief de scheiding tussen de oosterse en
westerse kerk. Voordien waren ze
trouwens ook reeds volkomen uiteen
gegroeid. Nu is men in de oosters-
orthodoxe kerken dus bezig een conci
lie voor te bereiden en men heeft vast- I
gesteld, indien we het bericht goed
hebben begrepen, welke vragen er be-
handeld zullen worden. Maar tevens j
lezen we dat deze niet zullen worden
bekend gemaakt. Daar zit een onzeker
element in. En evenmin is men het j
eens geworden over de datum waarop j
dit nieuwe concilie zou moeten begin
nen. Dit is te begrijpen wanneer men te j
maken heeft met zoveel volkomen
zelfstandige kerken, waarvan boven
dien een aantal rekening zal moeten
houden met de regering waaronder zij i
leven.
Het lidmaatschap van de Wereldraad
van Kerken heeft de oosterse ortho
doxie niet geheel onberoerd gelaten.
Zij is in gesprek met andere kerken en j
bij zo'n gesprek kan men moeilijk in de I
houding volharden van alleen de ware I
kerk te zijn. Wie met een orthodoxe I
priester in gesprek komt, stuit al
spoedig op de gedachte van zijn kant,
dat zijn kerkengemeenschap de enige
ware is. de rechte voortzetting van de j
oud-christelijke kerk. Deze gedachte I
heeft ook in de verhouding tot Rome I
sterk meegespeeld. Te begnjpen is dan
ook dat men op de vergadering te
Chambérv van oordeel was 'dat de or
thodoxen willen dat hun slem krach
tiger klinkt in het oecumenisch koor'
De orthodoxie wil haar dialoog met de
anglicanen, de oud-katholieken en de
andere oude kerken van het oosten,
namelijk de Armeense. Chaldeeuwse,
Koptische en Syrische kerken verbe-
teren'- Met andere woorden: de meer
dere eenheid van heel de oosterse or
thodoxie is een van de doelstellingen
van het gedachte concilie. Voorts heeft
men besloten ernstig werk te maken
van 'de dialoog met deR.K.-Kerk'afc-1
ook met de dialoog tussen hen en de
lutheranen. Met andere godsdiensten
moet er een dialoog komen 'over hu
mane kwesties, zoals de toenadenng
der mensen, de wereldvrede en de uil-
banning van rassendiscriminatie'. Dl',
alles wijst er op dat het lid zyn van d'
Wereldraad van Kerken hen toch nis
ongemerkt is voorbijgegaan.
Maar de belangrijkste zin in het kortr I
bericht is misschien wel dat men be
sloten heeft krachtiger te zullen gaan
meewerken met de oecumenische be
weging 'omdat de orthodoxen wille:
dat hun stem krachtiger klinkt in he:
oecumenisch koor'. We kunnen alleen
maar vermoedens uitspreken wa:
hiermee wordt bedoeld. Gaat het om
meer invloed? Ofisereen andere hou
ding, een andere geest in deze kerken
gekomen?
Van de agendapunten voor het ko
mende concilie weten we dus eigenlijk
niets. Onderling is er in deze kerker,
ook nog al wat onenigheid, bijv. over
de vraag van wie nieuw ontstane o:
thodoxe kerken afhankelijk moeten
zijn. In deze eeuw zijn er orthodoxe
kerken gekomen in heel wat landen, w
Frankrijk, Duitsland, Amerika, in Aai
en Afrika enz. Het schijnt een hele
strijdvraag te zijn of deze nieuwe ker
ker» moeten staan onder de patriarch
van Moskou, van Konstantinopel. var,
Jerusalem of van nog andere patna:
chen. Wanneer het gaat over d?
agenda voor het concilie kunnen we er
van opaan dat alle autocephale ke:
ken wel hun wensen zullen hebben D'-;
maakt de zaak van een concilie niei
gemakkelijker. Iedere kerk zal in iede-
geval willen worden geraadpleegd
over de agenda. En daarom kon ook
moeilijk een datum voor het gedachte
concilie worden vastgesteld Het is W
hopen dat het niet zal duren tot sint-
juttemis voor men het eens wordt en
daarop is misschien wel enige kans